Bibliotheek
Les 93: Alma 36


Les 93

Alma 36

Inleiding

Na zijn zending onder de Zoramieten gaf Alma ieder van zijn zoons afzonderlijk raad. Zijn raad aan zijn zoon Helaman kunnen we in Alma 36 en 37 vinden. Alma getuigde tot Helaman dat God de mensen zou bevrijden die hun vertrouwen in Hem stellen. Ter illustratie van deze waarheid beschreef Alma zijn ervaring van jaren daarvoor toen hij door de verzoening van Jezus Christus van de pijn van zijn zonden werd bevrijd. Hij vertelde ook over zijn inspanningen om anderen tot Christus te brengen en de vreugde van bekering zelf te ervaren.

Opmerking: Les 94 geeft drie cursisten de kans om te onderwijzen. Als u nog geen cursisten hebt uitgekozen, kunt u dat nu doen en ze een kopie van het toegewezen deel van les 94 geven zodat ze zich kunnen voorbereiden. Moedig ze aan om het lesmateriaal gebedsvol te bestuderen en naar de leiding van de Heilige Geest te streven, zodat zij weten hoe ze de les aan de behoeften van hun klasgenoten kunnen aanpassen.

Onderwijstips

Alma 36:1–5

Alma onderwijst Helaman in de macht Gods ter bevrijding

Vraag de cursisten na te denken over de positieve manieren waarop het getuigenis of een bepaalde lering van hun ouders hen beïnvloed heeft. Geef twee of drie cursisten de kans om hun gedachten onder woorden te brengen.

Leg uit dat de hoofdstukken 36–42 in het boek Alma de raad van Alma aan zijn zonen bevat. De hoofdstukken 36–37 zijn tot Helaman gericht, hoofdstuk 38 is tot Shiblon gericht, en de hoofdstukken 39–42 zijn tot Corianton gericht.

Moedig de cursisten aan zich in Helaman te verplaatsen terwijl hij naar zijn vaders getuigenis in Alma 36:1–5 luisterde. Laat de cursisten deze verzen doorlezen en zich afvragen wat voor indruk Alma’s getuigenis op hen maakt.

  • Wat maakt in deze teksten de meeste indruk op jullie? Waarom?

Alma 36:6–22

Alma beschrijft zijn opstandigheid en legt uit hoe hij vergeving ontving

Leg uit dat Alma over de bevrijding van de pijn van zijn zonden vertelde als verder getuigenis van Gods macht om de mensen te bevrijden die hun vertrouwen in Hem stellen. Laat de cursisten Alma 36:6–9 vluchtig doornemen en samenvatten wat er met Alma en de zonen van Mosiah gebeurde toen zij de kerk trachtten te vernietigen.

Laat een cursist Alma 36:10 voorlezen. Laat de klas benoemen hoe lang Alma wegens zijn zonden leed. Leg uit dat we in Alma 36:11–17 een gedetailleerder verslag krijgen van Alma’s ervaring gedurende de drie dagen en drie nachten van zijn lijden dan in andere verslagen van zijn bekering (zie Mosiah 27 en Alma 38). Laat de klas zich opsplitsen in koppels. Vraag de koppels Alma 36:11–17 te bestuderen en op zoek te gaan naar Alma’s uitingen van angst of pijn. Laat de cursisten hun bevindingen desgewenst markeren. Vraag de cursisten welke woorden en uitdrukkingen ze hebben gevonden. (U kunt ze eventueel op het bord schrijven.) Stel desgewenst de volgende vragen om de cursisten de gevonden woorden en zinsneden beter te laten begrijpen.

  • Wat betekent die zinsnede (of dat woord) volgens jullie? Waarom voelde Alma zich zo?

De woorden gepijnigd, verscheurd en gekweld worden door president Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen nader toegelicht:

Gepijnigd betekent “gemarteld”. Vroeger werden mensen op een raamwerk of pijnbank gelegd waarbij de polsen en de enkels aan een as werden vastgemaakt die kon draaien om ondraaglijke pijn te veroorzaken.

‘Ze hadden vroeger ook raamwerken met spijkers die over de grond werden getrokken om de aarde los te maken of te scheuren. In de Schriften wordt herhaaldelijk gesproken over zielen die door gewetenswroeging worden “verscheurd”.

‘Mensen werden soms ook gemarteld en gekweld door een draaibeweging die zoveel pijn veroorzaakte dat ze hun schuld wel beleden, zelfs al waren ze onschuldig.’ (Zie ‘De hand van de Meester’, Liahona, juli 2001, p. 25.)

  • Wat kunnen we uit Alma’s ervaring over de gevolgen van zonde leren? (Maak de cursisten de volgende waarheid duidelijk: Zonde leidt tot veel pijn, ellende en spijt.)

  • Voelde Alma direct pijn en spijt nadat hij de zonde had bedreven? Waarom is het volgens jullie belangrijk om te beseffen dat we niet direct met de gevolgen van onze zonden te maken krijgen?

Laat de cursisten over ervaringen nadenken waarbij zij pijn of spijt ten gevolge van hun zonden voelden. Lees vervolgens de volgende uitspraak van president Packer voor:

‘Eenieder van ons heeft na een vergissing weleens de pijn van het geweten gevoeld. […]

‘Als u lijdt aan depressieve gevoelens door schuld, teleurstelling, mislukking of schaamte, weet dan dat er een remedie is.’ (‘De hand van de Meester’, p. 25.)

Wijs erop dat toen Alma de intense pijn en het berouw ten gevolge van zijn zonden voelde, hij zich de remedie voor zijn pijn kon herinneren.

Laat een cursist Alma 36:18 voorlezen. Vraag de klas te letten op wat Alma deed om te handelen naar zijn vaders leringen. Vraag een cursist het volgende citaat van ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen voor te lezen zodat de cursisten deze verzen beter gaan begrijpen:

Afbeelding
Ouderling Jeffrey R. Holland

‘Alma was door de leringen van zijn vader geraakt, maar het is vooral belangrijk dat de profetie die hij zich herinnerde degene was over “de komst van een zekere Jezus Christus, een Zoon van God, om voor de zonden der wereld verzoening te doen”. (Alma 36:17.) Dat is de naam en dat is de boodschap die iedereen moet horen. […] Wat voor andere gebeden we ook uitspreken, wat voor behoeften we ook hebben, ze zijn allemaal van die smeekbede afhankelijk: “O Jezus, Zoon van God, wees barmhartig jegens mij.” Hij is bereid om die barmhartigheid te tonen. Hij heeft zelfs zijn leven gegeven om die te kunnen verlenen.’ (However Long and Hard the Road [1985], p. 85.)

  • Waarom is het volgens jullie belangrijk om niet alleen over Jezus Christus te leren, maar ook om te bidden voor de zegeningen van zijn verzoening?

Laat de cursisten zich afvragen of ze hebben gebeden om de zegeningen van de verzoening van Jezus Christus te ontvangen, waaronder de zegen van vergeving.

Vraag de cursisten Alma 36:19–22 te bestuderen en te letten op woorden en zinsneden die de verandering beschrijven van Alma’s gevoelens nadat hij om barmhartigheid had gebeden.

  • Welke woorden of zinsneden hebben jullie gevonden die Alma’s verandering van gevoelens beschrijven?

Stel de volgende vraag over elk woord of elke zinsnede die de cursisten gevonden hebben:

  • Wat leert deze zinsnede (of dit woord) jullie over de kracht van de verzoening van de Heiland? (Wanneer de cursisten reageren maakt u hun duidelijk dat niet alleen Alma’s pijn werd weggenomen, maar dat hij ook met vreugde vervuld werd.)

Zet de volgende onvolledige uitspraak op het bord: Als wij geloof in Jezus Christus en zijn verzoening oefenen, zal Hij …

  • Wat kunnen we uit Alma’s ervaring leren over wat de Heer voor ons doet als wij ons oprecht bekeren? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende te omvatten: als wij geloof in Jezus Christus en zijn verzoening oefenen, zal Hij ons van de pijn van onze zonden verlossen en ons met vreugde vervullen. U kunt de uitspraak op het bord aanvullen.)

  • Wat kunnen wij doen om geloof in Jezus Christus te oefenen zodat wij van pijn of spijt wegens onze zonden worden bevrijd?

Lees de volgende situatie voor en vraag de cursisten bij zichzelf na te gaan hoe zij zouden reageren:

Een vriend(in) die het Boek van Mormon heeft gelezen uit zijn of haar zorgen over Alma’s woorden in Alma 36:19. Je vriend(in) vraagt jou: ‘Betekent het dat ik niet vergeven ben als ik mijn zonden nog kan herinneren en me er nog steeds schuldig over voel?’

Laat de cursisten uitleggen hoe Alma’s ervaring in verband staat met deze situatie. Nadat de cursisten gereageerd hebben leest u het volgende citaat van president Dieter F. Uchtdorf van het Eerste Presidium voor:

Afbeelding
President Dieter F. Uchtdorf

Satan probeert ons ervan te overtuigen dat onze zonden niet vergeven zijn, omdat wij ze ons nog kunnen herinneren. Satan is een leugenaar; hij probeert ons inzicht te vervagen en ons weg te leiden van het pad van bekering en vergeving. God heeft niet beloofd dat wij ons onze zonden niet meer zullen herinneren. Als we ze ons herinneren, zullen we dezelfde fouten niet snel meer maken. Maar als we trouw blijven, zal de herinnering aan onze zonden in de loop der tijd wel minder worden. Dat maakt deel uit van het noodzakelijke genezings- en heiligingsproces. Alma heeft getuigd dat toen hij Jezus om barmhartigheid had gevraagd, hij zich zijn zonden nog wel kon herinneren, maar dat de herinnering aan zijn zonden hem niet meer verscheurde en pijnigde, omdat hij wist dat hij vergeving had ontvangen. (Zie Alma 36:17–19.)

‘Het is onze verantwoordelijkheid om alles te ontlopen wat oude zondige herinneringen terugbrengt. Als wij een ‘gebroken hart en een verslagen geest’ (3 Nephi 12:19) blijven hebben, kunnen we erop vertrouwen dat God niet meer aan onze zonden zal denken.’ (‘Het punt van veilige terugkeer’, Liahona, mei 2007, p. 101.)

  • Hoe zouden jullie op basis van president Uchtdorfs uitspraak uitleggen wat het betekent om ‘niet meer verscheurd [te worden] door de gedachte aan [onze] zonden’? (Alma 36:19).

Getuig dat Jezus Christus ons van de pijn van onze zonden zal verlossen en ons met vreugde zal vervullen als wij geloof in Hem en zijn verzoening oefenen. Moedig de cursisten aan om zich af te vragen hoe zij kunnen toepassen wat zij van Alma’s ervaring geleerd hebben. Als u voldoende tijd heeft kunt u met de klas ‘Waar is een toevluchtsoord?’ (Lofzang 129) zingen.

Alma 36:23–30

Alma legt uit waarom hij voortdurend arbeidt om anderen tot bekering te brengen

U kunt de volgende activiteit gebruiken om de cursisten te laten begrijpen waarom Alma arbeidde om anderen tot bekering te brengen. (Als u de klas niet kunt trakteren, kunt u de activiteit beschrijven.)

Toon de klas een traktatie (zoals een koekje of een snoepje) en vraag of iemand in de klas van zulke traktaties houdt. Neem een hapje en zeg hoe lekker het is. Vertel de klas dat het zo lekker is dat u het met de hele klas wil delen. Laat meer traktaties zien en vraag of iemand anders ze wil proeven. Deel de traktatie uit aan iedereen die het wil.

Vraag een cursist Alma 36:23–24 voor te lezen. Laat de klas in hun eigen Schriften meelezen en opzoeken hoe de activiteit op Alma’s ervaring na zijn bekering lijkt.

  • Hoe zijn Alma’s daden te vergelijken met de proefactiviteit? Waar wilde Alma andere mensen van laten proeven?

Vraag een cursist Alma 36:25–26 voor te lezen. Laat de klas vaststellen hoe Alma’s inspanningen om het evangelie te prediken hem en anderen beïnvloedde.

  • Hoe werden Alma en anderen door zijn prediking beïnvloed?

  • Welke beginselen kunnen we uit deze verzen leren? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende te omvatten: we ontvangen grote vreugde wanneer wij anderen tot Christus proberen te brengen.)

Vat Alma 36:27–30 samen met de uitleg dat Alma wederom tot Helaman getuigde dat de Heer de mensen zal bevrijden die hun vertrouwen in Hem stellen. Getuig van de vreugde die we kunnen ervaren als we geloof in Jezus Christus oefenen en anderen aanmoedigen om dat ook te doen. Help de cursisten toepassen wat zij van Alma 36 hebben geleerd door ze een van onderstaande activiteiten te laten doen. (U kunt ze eventueel op het bord schrijven.)

  1. Overweeg of de Heiland jullie van zonde heeft bevrijd of jullie met vreugde vervuld heeft. Schrijf in je Schriftendagboek op wat je zult doen om deze zegeningen te ontvangen.

  2. Denk aan iemand (zoals een vriend[in], broer of zus, of wijklid) die baat kan hebben bij jouw getuigenis van de Heiland. Schrijf deze persoon een brief en geef daarin je getuigenis van Jezus Christus en zijn vermogen om ons van de pijn van zonden te bevrijden en ons met vreugde te vervullen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Alma 36:12. ‘Mijn ziel werd […] door al mijn zonden gepijnigd.’

Ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat enige mate van pijn wegens onze zonden een belangrijk aspect van bekering is:

‘Gerechtigheid vereist dat de onbekeerlijke overtreder voor zijn eigen zonden lijdt [zie LV 19:16–19].

‘[…] Maar wat gebeurt er met de bekeerlijke overtreders? Worden zij gestraft? Moeten zij lijden?

‘[…] De mens die zich bekeert, hoeft niet te lijden zoals de Heiland voor die zonde heeft geleden. Zondaren die zich bekeren zullen wel wat leed ervaren, maar, door hun bekering en de verzoening hoeven ze niet het volledige, eeuwige leed te ondergaan dat de Heiland voor die zonde heeft geleden.

‘President Spencer W. Kimball, die uitgebreid is ingegaan op bekering en vergeving, heeft verklaard dat persoonlijk lijden “een belangrijk onderdeel is van bekering. Iemand is pas aan zijn bekering begonnen als hij intens voor zijn zonden heeft geleden.” (Teachings of Spencer W. Kimball, p. 88.)

‘“Als iemand niet heeft geleden, heeft hij zich niet bekeerd. […] Hij moet een verandering in zijn gestel doormaken, waarbij hij lijdt en vervolgens vergeving kan ontvangen.” (Teachings of Spencer W. Kimball, p. 99.)

‘Al onze ervaringen bevestigen het feit dat we in het bekeringsproces persoonlijk leed moeten ondergaan — en dat we voor ernstige overtredingen hevig en langdurig kunnen lijden. Ik geloof dat een ieder van ons die eerlijk met zichzelf is de waarheid van dit beginsel erkent. We hebben die waarheid in ons leven en het leven van anderen gezien.

‘We moeten ons persoonlijk lijden voor onze zonden niet openbaar maken. Veelal weten alleen de zondaar, de Heer en de dienstknecht van de Heer wat er aan de hand is. In tegenstelling tot de openlijke aard van de straffen die door de wetten van de mens worden opgelegd, is het leed dat tot barmhartigheid onder Gods wetten leidt zeer persoonlijk.’ (‘Sins, Crimes, and Atonement’ [toespraak voor CES-leerkrachten, 7 februari 1992], pp. 4–6, si.lds.org.)

Alma 36. Chiasme

Chiasme (ook wel omgekeerd parallellisme genoemd) is een literaire vorm die veelvuldig werd toegepast in zowel de oud-Semitische en -Griekse poëzie als in de literatuur van andere culturen. Bij een chiasme worden woorden of ideeën in een bepaalde volgorde geplaatst en vervolgens in tegenovergestelde volgorde herhaald. Deze herhaling beklemtoont belangrijke ideeën en woorden. Het belangrijkste idee heeft de schrijver vaak in het midden van het chiasme geplaatst. Merk op dat in het overzicht hieronder de centrale boodschap van het chiasme in Alma 36 is gericht op het moment in Alma’s leven waarin hij zich tot Jezus Christus wendde om hulp.

A. vers 1

 B. vers 2

  C. vers 3

   D. verzen 4–5

    E. vers 6

     F. vers 10

      G. vers 14

       H. vers 16

        I. vers 17

        I. vers 18

       H. verzen 19–21

      G. vers 22

     F. vers 23

    E. vers 24

   D. vers 26

  C. vers 27

 B. verzen 28–29

A. vers 30

Afdrukken