Les 94
Alma 37
Inleiding
Alma gaf meer raad aan zijn zoon Helaman en overhandigde hem de heilige kronieken. Hij herinnerde Helaman eraan dat de Schriften al duizenden Lamanieten tot de Heer hadden gebracht en hij profeteerde dat de Heer in de toekomst grote doeleinden had met de verslagen. Alma vertelde zijn zoon waarin hij het volk moest onderrichten. Hij vergeleek de woorden van Christus met de Liahona om Helaman duidelijk te maken hoe belangrijk ze zijn om leiding te ontvangen.
Opmerking: Deze les geeft drie cursisten de kans om les te geven. Om deze cursisten met de voorbereiding van hun les te helpen, geeft u elke cursist twee dagen van tevoren een kopie van zijn of haar gedeelte van de les. U kunt ook besluiten om deze gedeelten zelf te onderwijzen.
Onderwijstips
Alma 37
Alma vertrouwt Helaman de kronieken toe, geeft hem de raad om de geboden te onderhouden en herinnert hem eraan dat de Liahona door geloof werkte
Zet het volgende schema op het bord:
Vraag de cursisten enkele kleine en eenvoudige dingen op het bord te zetten die een grote invloed op hun leven hebben gehad. U kunt ze vragen hun antwoorden toe te lichten.
Leg uit dat Alma 37 Alma’s raad bevat om zijn zoon Helaman erop voor te bereiden om zorg te dragen voor de kronieken. Alma vertelde hem hoe kleine en eenvoudige dingen het werk van de Heer helpen. Vraag een cursist Alma 37:6–7 voor te lezen.
Wat is volgens deze verzen de waarde van ‘kleine en eenvoudige dingen’? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: de Heer werkt met kleine en eenvoudige dingen om zijn eeuwige doeleinden teweeg te brengen.)
Laat de cursisten Alma 37:1–5 doorlezen en zoeken naar een voorbeeld van een klein en eenvoudig ding dat een grote invloed op het leven van mensen kan hebben (de heilige kronieken, of de Schriften). Laat de cursisten vertellen wat zij geleerd hebben en zet op het bord het woord Schriften onder Kleine en eenvoudige dingen.
Vraag de cursisten in Alma 37:8–10 op zoek te gaan naar manieren waarop de Schriften de mensen in het Boek van Mormon beïnvloedden. Laat de cursisten over hun bevindingen vertellen en zet desgewenst hun antwoorden onder GROTE INVLOED.
-
Hoe hebben de Schriften jouw leven beïnvloed?
Vat Alma 37:11–32 samen met de uitleg dat Alma Helaman leerde dat de Heer zijn macht zou tonen in het tevoorschijn komen van het Boek van Mormon. Hij spoorde Helaman aan om de geboden van de Heer te gehoorzamen en zorgvuldig voor de kronieken zorg te dragen. Hij gaf Helaman ook de opdracht om het volk aan de hand van de kronieken te onderwijzen. Daarnaast zei hij dat hij niet alle details omtrent de goddeloosheid en uiteindelijke vernietiging van de Jaredieten bekend moest maken.
Laat de cursisten Alma 37:13–16 bestuderen en letten op beginselen waarin Alma Helaman onderwees toen hij de kronieken aan hem overhandigde. (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende te omvatten: als wij gehoorzaam zijn aan de geboden van de Heer zal Hij ons helpen onze plichten te vervullen. U kunt desgewenst vragen hoe dit beginsel zich verhoudt tot de opvatting dat kleine en eenvoudige dingen een grote invloed kunnen hebben.)
De rest van de les is bedoeld om door drie cursisten behandeld te worden. Als uw klas groot is, kunt u de cursisten die de les verzorgen op drie verschillende plekken in het lokaal plaatsen. Deel de klas op in drie groepen. Laat elke groep hun Schriften, aantekenschrift of Schriftendagboek, en pen of potlood oppakken en samen met een van de cursisten die de les verzorgen gaan zitten. Wanneer de cursisten hun les hebben afgerond, laat u de groepjes roteren. Als uw klas klein is kunnen de cursisten om de beurt lesgeven aan de hele klas. In beide gevallen moeten de cursisten ongeveer zeven minuten de tijd nemen om hun les te geven en de discussie te leiden.
Cursist 1 — Alma 37:33–34
Vraag je klasgenoten om aan een plaatselijke leider of algemene autoriteit te denken die een veranderende invloed op hen heeft gehad. Laat een aantal cursisten vertellen wat deze leider hun geleerd heeft en hoe dat ze beïnvloed heeft. Je kunt desgewenst over een eigen ervaring vertellen.
Vraag twee cursisten beurtelings een vers uit Alma 37:33–34 voor te lezen. Laat de anderen in hun eigen Schriften meelezen en opletten wat Helaman volgens Alma’s raad aan het volk moest vertellen. Je kunt ze in overweging geven om tijdens het lezen de zinsneden ‘leer hun’ en ‘predik hun’ te markeren. Zet Leringen van kerkleiders op het bord of op een vel papier. Als de cursisten de verzen gelezen hebben, vraag je hen te vertellen wat ze hebben gevonden. Zet hun antwoorden onder Leringen van kerkleiders. Stel de volgende vragen:
-
Hoe kunnen deze leringen met name voor ons van nut zijn? Waarom?
Vraag de andere cursisten te kijken naar de laatste zinsnede van Alma 37:34 om te ontdekken welke zegeningen we ontvangen als we de leringen van kerkleiders tot leidraad nemen. Zet het volgende beginsel op het bord: Als we de leringen van kerkleiders tot leidraad nemen, kunnen we rust vinden voor onze ziel. Vraag ze wat het volgens hen betekent ‘om rust [te] vinden voor hun ziel’. (Mogelijke antwoorden zijn dat we vrij van de gevolgen van zonden zijn, dat we vrede door de Geest ontvangen en gezegend worden met kracht om beproevingen te doorstaan.)
Getuig hoe dit beginsel in jouw leven bewaarheid is. Als je nog tijd over hebt kun je anderen vragen om hun getuigenis van dit beginsel te geven.
Cursist 2 — Alma 37:35–37
Leg aan je klasgenoten uit dat het onder bomenplanters gebruikelijk is om een jonge boom aan een paal vast te binden. Als de boom ouder wordt, wordt deze steunpaal verwijderd. Vraag ze waarom ze dat doen. Lees vervolgens het volgende verhaal voor over een boom die president Gordon B. Hinckley in zijn tuin plantte:
Nadat Gordon B. Hinckley getrouwd was, plantte hij een jonge boom naast zijn huis. Hij besteedde er in de loop der jaren weinig aandacht aan. Op een dag zag hij dat de boom misvormd was en westwaarts boog. Hij probeerde de boom recht te trekken, maar de stam was te dik. Hij probeerde met behulp van touw en katrollen de boom recht te trekken, maar er kwam geen beweging in de boom. Uiteindelijk pakte hij zijn zaag en haalde de zware tak aan de westkant eraf, waardoor er een litteken achterbleef. Later zei hij over de boom:
‘Er is meer dan een halve eeuw voorbijgegaan sinds ik die boom geplant heb. […] Onlangs keek ik weer naar de boom. Hij is groot. Hij heeft een betere vorm. Hij ziet er goed uit naast het huis. Maar zijn jeugdtrauma was groot en de behandeling die ik hem gaf om hem recht te zetten was uiterst wreed.
‘Toen hij pas geplant was, zou een stukje touw hem rechtop hebben gehouden, ondanks de kracht van de wind. Ik had dat touwtje moeten gebruiken; het was zo weinig moeite geweest. Maar ik deed het niet, en hij boog mee met elke wind die er tegenaan blies.’ (Zie ‘Oefen de knaap volgens de eis van zijn weg’, De Ster, januari 1994, p. 57.)
Laat de cursisten in Alma 37:35 Alma’s raad aan Helaman lezen. Vraag ze te overdenken welk verband er bestaat tussen dit vers en president Hinckley’s verhaal van de boom.
Laat de cursisten Alma 37:35 in hun eigen woorden samenvatten. (Het volgende dient de strekking van hun antwoorden te zijn: we moeten in onze jeugd leren de geboden van God te onderhouden.) Vraag ze tevens de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden. (Je kunt de vragen op het bord zetten of ze langzaam voorlezen zodat de cursisten die over kunnen nemen.)
-
Wat voor verschil zou het in iemands leven uitmaken om in zijn of haar jeugd te leren om de geboden van God te onderhouden?
-
Kennen jullie mensen die in hun leven gezegend zijn omdat zij in hun jeugd geleerd hebben om de geboden te onderhouden? Schrijf op hoe zij werden gezegend.
Laat een aantal cursisten vertellen wat ze hebben opgeschreven. Vraag een cursist Alma 37:36–37 voor te lezen. Laat de andere cursisten meelezen en letten op de specifieke raad die hen zou kunnen helpen om de geboden in hun jeugd te onderhouden.
-
Hoe zal het dagelijks opvolgen van deze raad jullie helpen om de geboden te onderhouden?
-
Op welke manieren proberen jullie de Heer bij jullie gedachten, woorden, daden en gevoelens op de eerste plaats te zetten? (Moedig de cursisten aan te overwegen hoe zij zich kunnen verbeteren.)
Vertel hoe je door het raadplegen van de Heer geholpen bent om de geboden te onderhouden. Moedig je klasgenoten aan om de Heer bij alles wat ze doen te raadplegen.
Cursist 3 — Alma 37:38–45
Toon de plaat ‘De Liahona’ (62041; Evangelieplatenboek [2009], nummer 68). Herinner de andere cursisten aan het kompas dat de Heer gebruikte om Lehi’s gezin naar het beloofde land te leiden. In Alma 37:38 leren we dat het kompas de Liahona werd genoemd. Leg uit dat Alma over de Liahona sprak om Helaman een belangrijk beginsel duidelijk te maken omtrent de manier waarop de Heer zijn kinderen leidt.
Leg aan je klasgenoten uit dat je ze een paar vragen gaat stellen en dat ze beurtelings een paar verzen mogen voorlezen terwijl de anderen naar de antwoorden zoeken. Nadat de desbetreffende verzen zijn gelezen, laat je ze elke vraag beantwoorden.
-
Hoe werkte de Liahona? (Zie Alma 37:38–40.)
-
Waarom werkte de Liahona niet altijd? (Zie Alma 37:41–42.)
-
Hoe kunnen wij de Liahona met de woorden van Christus vergelijken? (Zie Alma 37:43–45.)
Je moet wellicht uitleggen dat de woorden afschaduwing en zinnebeeld verwijzen naar ‘personen, gebeurtenissen of rituelen die op belangrijkere personen, gebeurtenissen of rituelen lijken. […] Echte zinnebeelden hebben herkenbare punten van overeenkomsten, geven blijk van goddelijke roeping en profeteren van toekomstige gebeurtenissen.’ (Joseph Fielding McConkie, Gospel Symbolism [1985], p. 274.) De keuze om wel of niet de aanwijzingen van de Liahona op te volgen is als onze keuze om wel of niet de aanwijzingen door de woorden van Christus op te volgen.
-
Waar kunnen we de woorden van Christus vinden? (Mogelijke antwoorden: de Schriften, de woorden van hedendaagse profeten, onze patriarchale zegen en de ingevingen van de Geest.)
Laat je klasgenoten Alma’s woorden in Alma 37:38–45, en met name de verzen 44–45, samenvatten. In de bespreking dient het volgende naar voren te komen: Als wij de woorden van Jezus Christus navolgen, zullen die ons naar het eeuwige leven leiden.
Vertel hoe de woorden van Christus jou geestelijk hebben beïnvloed en hoe ze jou helpen naar het eeuwige leven toe te groeien. Je kunt de cursisten in overweging geven om hun patriarchale zegen te ontvangen. Als ze die al hebben, kun je ze aanmoedigen om die regelmatig en gebedsvol te lezen.
Aanwijzing voor de leerkracht: Nadat de cursisten hun deel van de les hebben gegeven, bedankt u ze. Indien u genoeg tijd hebt, vraagt u een paar cursisten om te getuigen van een van de beginselen die vandaag behandeld zijn. U kunt desgewenst uw eigen getuigenis van deze beginselen geven. Rond de les af met het voorlezen van Alma 37:46–47 en vraag de klas om mee te lezen.