Bibliotheek
Les 144: Ether 2


Les 144

Ether 2

Inleiding

Na hun vertrek bij de toren van Babel leidde de Heer Jared, zijn broeder, hun familie en vrienden door de wildernis. De Heer droeg de broeder van Jared op om acht boten te bouwen, waarin Hij zijn volk over de zee naar een land van belofte zou voeren. Door hun geloof en gehoorzaamheid aan de Heer gaf de Heer de broeder van Jared en zijn volk de nodige richting en aanwijzingen om hun tocht te volbrengen.

Onderwijstips

Ether 2:1–12

De Jaredieten vertrekken naar het beloofde land

Gebruik de volgende activiteit om de cursisten duidelijk te maken dat we ons voorbereiden op aanvullende richting en aanwijzingen door Gods instructies op te volgen:

Verberg vóór de les begint iets wat een schat voorstelt in het klaslokaal. Zorg voor drie of vier aanwijzingen die de cursisten naar de schat leiden. Geef ze de eerste aanwijzing. Die aanwijzing leidt hen naar de volgende, die weer naar de volgende leidt. Dat gaat zo door tot de cursisten de schat vinden. Vraag ze na het vinden van de schat:

  • Wat zou er gebeurd zijn als je de eerste aanwijzing genegeerd had? (Ze zouden de tweede aanwijzing niet gevonden hebben.)

Laat de cursisten Ether 1:41–42 doorlezen en letten op de eerste instructies waarmee de Heer de Jaredieten naar het beloofde land leidde.

Vraag een cursist Ether 2:1–3 voor te lezen waarin staat hoe de Jaredieten op de instructies reageerden.

  • Hoe reageerden de Jaredieten op de eerste instructies van de Heer?

Laat een cursist Ether 2:4–6 voorlezen. Vraag de andere cursisten om in hun eigen Schriften mee te lezen en op te letten hoe de Jaredieten gezegend werden door de eerste instructies op te volgen.

  • Wat gebeurde er toen de Jaredieten de eerste instructies van de Heer opvolgden? (De Heer gaf hun aanvullende instructies bij monde van de broeder van Jared.)

  • Wat kunnen we uit dit verhaal opmaken over de manier waarop we leiding van de Heer ontvangen? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende te omvatten: als we de aanwijzingen van de Heer in geloof opvolgen, kunnen we meer leiding van Hem ontvangen. Laat de cursisten deze waarheid desgewenst naast Ether 2:6 in hun Schriften noteren.)

Vraag de cursisten na te denken over een ingeving die ze onlangs van de Heer hebben ontvangen om ze dit beginsel te helpen begrijpen en toepassen. Lees dan het volgende citaat voor van ouderling Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen, dat uitlegt hoe we openbaring vaak ontvangen:

Afbeelding
Ouderling Richard G. Scott

‘We krijgen het stukje bij beetje, waardoor onze vaardigheid kan groeien. Als op ieder deel van het antwoord in geloof wordt gereageerd, zullen we naar verdere delen worden geleid totdat we het volledige antwoord hebben. Maar we moeten wel ons geloof oefenen in het vermogen van onze Vader om ons antwoord te geven. Dat is soms erg moeilijk, maar leidt wel tot aanzienlijke persoonlijke groei.’ (‘De goddelijke gave van het gebed gebruiken’, Liahona, mei 2007, p. 9.)

Laat de cursisten de volgende vragen in hun aantekenschrift of Schriftendagboek beantwoorden. U kunt deze vragen op het bord zetten of langzaam aan de cursisten voorlezen zodat ze die kunnen overnemen.

  • Wanneer heb je gehoor gegeven aan een ingeving van de Geest, waarna je meer aanwijzingen van God hebt ontvangen?

  • Waarom denk je dat we soms eerst een ingeving moeten volgen voor we aanvullende openbaring kunnen ontvangen?

Vat Ether 2:8–12 samen met de uitleg dat de Heer tegen de broeder van Jared gezegd had dat de Jaredieten na hun aankomst in het beloofde land ‘Hem, de ware en enige God’ (Ether 2:8) moesten dienen om de grote natie te kunnen worden zoals Hij beloofd had. Als ze Hem niet dienden, zouden ze van het land ‘weggevaagd’ worden (Ether 2:8–10). Moroni heeft gezegd dat dit een ‘eeuwig besluit’ (Ether 2:10) was. Dit betekent dat het van toepassing zou zijn op iedereen die er ooit zou wonen.

Ether 2:13–15

De Heer kastijdt de broeder van Jared, omdat hij Hem niet aanroept in gebed

Laat de cursisten Ether 2:13–15 doorlezen en opzoeken wat de Jaredieten deden toen ze bij de zee kwamen.

  • Wat deden de Jaredieten? (Ze sloegen hun tenten op en bleven er vier jaar.)

  • Waarom kastijdde de Heer de broeder van Jared?

  • Wat kunnen we uit Ether 2:14 leren? (De cursisten kunnen verschillende waarheden noemen, waaronder: de Heer wil dat we Hem regelmatig aanroepen in gebed; de Heer is niet tevreden wanneer we Hem niet aanroepen in gebed; en de Geest zal niet met ons twisten als we in zonde leven.)

Lees het volgende citaat van ouderling Donald L. Staheli van de Zeventig voor en laat de cursisten nadenken over hun persoonlijke gebeden:

‘Het is uitermate belangrijk dat wij dagelijks vurig om vergeving, hulp en leiding bidden, zodat ons getuigenis versterkt kan worden. Als onze gebeden gehaast, eentonig, vluchtig of onnadenkend zijn, raken we het contact met de Geest kwijt. En die is zo belangrijk voor de voortdurende leiding die we nodig hebben om de dagelijkse problemen het hoofd te bieden.’ (‘Ons getuigenis versterken’, Liahona, november 2004, p. 39.)

Zet vóór de les de volgende vragen op het bord. (U kunt ze ook op een uitreikblad zetten of langzaam aan de cursisten voorlezen zodat ze de vragen kunnen overnemen.) Geef de cursisten twee of drie minuten de tijd om deze vragen beknopt in hun aantekenschrift of Schriftendagboek te beantwoorden.

Wat vind je van de frequentie van je persoonlijke gebeden?

Wat vind je van de oprechtheid van je persoonlijke gebeden?

Vind je dat je in je persoonlijk gebed echt met je hemelse Vader communiceert? Waarom, of waarom niet?

Welke verandering zou je graag in je persoonlijk gebed aanbrengen?

Ether 2:16–25 (ook Ether 3:1–6; 6:4–9)

De Jaredieten bouwen boten om de oceaan over te steken richting het beloofde land

Laat de cursisten nadenken over iets waar ze mee worstelen of over een belangrijke beslissing die ze nu of in de toekomst moeten nemen. Ze kunnen bijvoorbeeld denken aan een moeilijke gezinssituatie, problemen op school, de keuze van een huwelijkspartner of beroep. Laat ze overpeinzen hoe de Heer hen kan leiden of helpen. Moedig ze bij het bestuderen van Ether 2 aan om te letten op beginselen waardoor ze de hulp van de Heer voor het nemen van goede beslissingen kunnen ontvangen.

Laat een cursist Ether 2:16–17 voorlezen. Vraag de andere cursisten om in hun eigen Schriften mee te lezen en op te zoeken wat de Heer de Jaredieten opdroeg om het beloofde land te bereiken. Wanneer de cursist klaar is met lezen, vraagt u of iemand zijn of haar voorstelling van de boten van de Jaredieten op het bord wil tekenen.

Zet het volgende schema op het bord. Laat de antwoorden in de onderste drie rijen weg. Maak kopieën van het schema als uitreikblad, of laat de cursisten het in hun Schriftendagboek overnemen.

Ether 2:18–19

Ether 2:20–25; 3:1–6; 6:4–9

Probleem met de boot

Oplossing

Wat de Heer deed

Wat de broeder van Jared deed

Geen lucht

Maak gaten die geopend en gesloten kunnen worden in de boven- en onderkant van de boten

Gaf de broeder van Jared aanwijzingen

Maakte de gaten

Geen stuurinrichting

De wind zal de boten voortstuwen richting het beloofde land

Zorgde voor de wind

Vertrouwde op de Heer

Geen licht

Zorg voor bijzondere stenen en vraag de Heer ze aan te raken zodat ze schijnen

Liet de broeder van Jared weten wat niet mogelijk was en gaf hem de opdracht een goede oplossing te zoeken

Raakte de stenen aan nadat de broeder van Jared ze had voorbereid

Zorgde voor de stenen en vroeg de Heer ze aan te raken zodat ze licht zouden geven in de duisternis

Vraag de cursisten om individueel in Ether 2:18–19 drie problemen op te zoeken die de broeder van Jared met de boten had.

  • Welke problemen had de broeder van Jared? (Noteer de antwoorden van de cursisten, zoals afgebeeld, in de eerste kolom van het schema. Vraag ze dat ook te doen op hun kopie van het schema.)

Laat ze Ether 2:20–25; 3:1–6; 6:4–9 bestuderen als ze de problemen gevonden hebben. (Opmerking: De teksten in Ether 3 en 6 worden in de lessen 145 en 147 uitvoerig besproken.) Geef ze de tijd om de rest van het schema zelf in te vullen.

Nadat de cursisten de tijd hebben gehad om het schema in te vullen, stelt u hun de volgende vragen zodat ze de beginselen uit de ervaring van de broeder van Jared kunnen benoemen:

  • Wat leer je van het probleem met de lucht over de manier waarop de Heer onze problemen soms helpt oplossen of onze vragen soms beantwoordt? (Soms vertelt de Heer ons hoe we een probleem moeten oplossen en verwacht Hij dat we zijn aanwijzingen opvolgen.)

  • Wat leer je van het probleem met de stuurinrichting over de manier waarop de Heer onze problemen soms helpt oplossen of onze vragen soms beantwoordt? (Soms lost de Heer het probleem zelf op.)

  • Wat leer je van het probleem met het licht over de manier waarop de Heer onze problemen soms helpt oplossen of onze vragen soms beantwoordt? (Soms verwacht de Heer dat we zelf een oplossing aandragen en zijn goedkeuring en hulp vragen bij de uitvoering ervan.)

Schrijf het volgende beginsel op het bord: als we de Heer aanroepen en doen wat we kunnen om het probleem op te lossen, krijgen we hulp van de Heer. Om ze dit beginsel te laten toepassen, vraagt u de cursisten opnieuw na te denken over de belangrijke beslissing waar ze zojuist aan dachten. Laat ze vervolgens over de volgende vragen nadenken:

  • Wat wil de Heer dat je doet bij het nemen van deze beslissing?

  • Wat kan de Heer doen om je te helpen?

  • Hoe kun je vertrouwen in de Heer tonen als je over de beslissing nadenkt?

Laat de cursisten in een paar minuten opschrijven wat ze vandaag geleerd hebben. Getuig dat de Heer ons zal leiden en helpen volgens zijn wijsheid en macht als we Hem aanroepen en doen wat we kunnen om onze problemen op te lossen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Ether 2:4–5. Antwoorden op gebeden

Ouderling Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

‘Het is belangrijk te begrijpen dat de Heer onze gebeden ook op een derde manier beantwoordt door geen antwoord te geven. Waarom zou hij dat doen?

‘Hij is onze volmaakte Vader. Hij heeft ons meer lief dan wij kunnen bevatten. Hij weet wat het beste voor ons is. Hij kent het einde vanaf het begin. Hij wil dat wij zelf de benodigde ervaring opdoen:

‘Als Hij ons ja antwoordt, geeft hij ons vertrouwen.

‘Als Hij ons nee antwoordt, behoedt Hij ons voor fouten.

‘Als Hij niet antwoordt, wil Hij dat we vooruitgang maken door geloof in Hem, gehoorzaamheid aan zijn geboden en de bereidheid om naar de waarheid te handelen. Hij verwacht van ons dat wij verantwoordelijkheid aanvaarden door zonder voorafgaande bevestiging te handelen naar een beslissing die in overeenstemming is met zijn leringen. Wij worden niet geacht passief af te wachten noch te morren omdat de Heer niets heeft gezegd. Wij moeten iets ondernemen.

‘Meestal is onze keuze goed. Hij zal onze keuzes bevestigen op zijn manier. Die bevestiging komt meestal in de vorm van kleine hulppakketjes die we hier en daar op ons pad vinden. We ontdekken die door geestelijk ingesteld te zijn. Ze zijn als briefjes met de goedkeuring van een liefhebbende Vader.’ (‘Learning to Recognize Answers to Prayer’, Ensign, november 1989, pp. 31–32.)

Ether 2:14–15. De kastijding van de Heer als uiting van liefde

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen was verbaasd over het sterke karakter van de broeder van Jared en Gods liefdevolle vergevensgezindheid in Ether 2:14–15:

‘We kunnen ons moeilijk voorstellen hoe het is om drie uur lang door de Heer te worden gekastijd, maar de broeder van Jared heeft dat ondergaan. Deze profeet bekeerde zich direct en zocht onder gebed opnieuw leiding voor de reis die zij moesten maken en voor de deelnemers aan die reis. God aanvaardde zijn bekering en verstrekte liefdevol verdere aanwijzingen voor hun cruciale opdracht.’ (Christ and the New Covenant: The Messianic Message of the Book of Mormon [1997], p. 15.)

De Heer heeft bij monde van de profeet Joseph Smith gezegd: ‘Wie Ik liefheb, kastijd Ik ook, opdat hun zonden kunnen worden vergeven, want met de kastijding bereid Ik in alle dingen een weg voor hun bevrijding uit de verzoeking, en Ik heb u liefgehad’ (LV 95:1).

Ether 2:22–23. Gebed moet gepaard gaan met inspanningen

Er is vaak gezegd dat we moeten bidden alsof alles van de Heer afhangt en moeten werken alsof alles van ons afhangt. Ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat hij president Gordon B. Hinckley vaak heeft horen zeggen: ‘De enige manier die ik ken om iets gedaan te krijgen, is op mijn knieën te gaan en te smeken om hulp, en vervolgens op te staan en aan de slag te gaan’ (Zie ‘Geestelijk vermogen’, De Ster, januari 1998, p. 17).

Afdrukken