Bibliotheek
Les 85: Handelingen 4-5


Les 85

Handelingen 4–5

Inleiding

Als ze bij de tempel een kreupele man hebben genezen (zie Handelingen 3), worden Petrus en Johannes gearresteerd. Het Sanhedrin beveelt hen op te houden met het onderwijzen in de naam van Jezus. De apostelen blijven echter prediken en genezen in de naam van Jezus. Ze worden opnieuw gearresteerd en geslagen omdat ze de bevelen van de Joodse leiders niet hebben gehoorzaamd. De kerkleden leven de wet van toewijding na, maar twee van hen komen om omdat ze tegen Petrus en God hebben gelogen.

Lessuggesties

Handelingen 4:1–31

Leden van het Sanhedrin bevelen Petrus en Johannes te stoppen met het onderwijzen in de naam van Jezus

Laat de cursisten overwegen wat ze in de volgende situaties zouden doen:

  1. Een vriend plaatst op de sociale media een bericht over de kerk dat niet waar is.

  2. Een coach organiseert een toernooi waarbij jouw team op zondag zal moeten spelen.

  3. Je vrienden vragen je mening over een maatschappelijke kwestie die populair en algemeen aanvaard is, maar niet overeenstemt met de leringen van de kerk.

Vraag na enige tijd:

  • In welke andere situaties zullen we ons geloof moeten delen of verdedigen?

  • Waarom is het soms moeilijk om ons geloof te delen of te verdedigen?

Laat de cursisten bij hun studie van Handelingen 4–5 letten op waarheden die hen in deze situaties kunnen helpen.

Laat de cursisten samenvatten wat zij zich herinneren van de gebeurtenissen en leerstellingen die in Handelingen 3 staan opgetekend. Herinner ze er eventueel aan dat Petrus en Johannes na hun genezing van de verlamde man een groep mensen onderwezen die zich bij de tempel rond hen hadden verzameld.

Laat een cursist Handelingen 4:1–4 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat er met Petrus en Johannes gebeurde toen zij bij de tempel de mensen onderwezen.

  • Wat is er gebeurd met Petrus en Johannes?

Vat Handelingen 4:5–6 samen: Petrus en Johannes werden gearresteerd en voor de Raad van de Joodse overheid, het Sanhedrin, gebracht (zie Gids bij de Schriften, ‘Sanhedrin’). Herinner de cursisten eraan dat veel leden van het Sanhedrin betrokken waren bij de arrestatie en kruisiging van de Heiland.

Laat een cursist Handelingen 4:7 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan welke vraag de Joodse leiders Petrus en Johannes stelden.

  • Wat vroegen de Joodse leiders aan Petrus en Johannes?

  • Wat zou er met Petrus en Johannes kunnen gebeuren als ze toegaven dat ze volgelingen van Jezus Christus waren?

Laat enkele cursisten beurtelings een vers voorlezen uit Handelingen 4:8–21. Laat de cursisten nagaan welke verklaring Petrus aan de Raad gaf.

  • Welke waarheden leerde Petrus de Raad volgens Handelingen 4:10–12? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: De naam van Jezus Christus is de enige naam waardoor wij zaligheid kunnen ontvangen.)

  • Waarom verwonderde de Raad zich over Petrus en Johannes volgens vers 13?

Laat de cursisten Handelingen 4:8 doornemen en nagaan hoe het komt dat Petrus zo vrijmoedig tot de Raad kon spreken.

  • Hoe denk je dat de Heilige Geest Petrus hielp om het evangelie met vrijmoedigheid te prediken?

  • Welk beginsel kunnen we leren uit het voorbeeld van Petrus in verzen 8 en 13? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: Als wij met de Heilige Geest zijn vervuld, kunnen we het evangelie met vrijmoedigheid delen.)

Laat de cursisten bij hun studie van Handelingen 4–5 zoeken naar andere voorbeelden van dit beginsel.

  • Welk bevel gaf de Raad aan Petrus en Johannes volgens vers 18?

  • Hoe reageerden Petrus en Johannes volgens verzen 19–20 op het bevel van de Raad?

Vat Handelingen 4:23–28 samen: nadat Petrus en Johannes waren vrijgelaten, kwamen ze met andere gelovigen bijeen en baden ze samen.

Laat een cursist Handelingen 4:29–30 voorlezen en laat de klas nagaan wat de gelovigen van God vroegen.

  • Wat vroegen de gelovigen van God?

Laat een cursist Handelingen 4:31 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat er na hun gebed gebeurde.

  • Wat gebeurde er nadat de mensen hadden gebeden?

  • Hoe kunnen wij volgens deze verzen de Heilige Geest uitnodigen om ons te helpen de woorden van God met vrijmoedigheid te verkondigen?

Denk nog eens terug aan de situaties die bij het begin van de les aan bod kwamen.

  • Hoe kunnen wij in dergelijke situaties het evangelie met vrijmoedigheid delen?

  • Hoe kunnen wij het evangelie met vrijmoedigheid met anderen delen en het verdedigen, en toch respectvol en beleefd blijven?

  • Wanneer heeft de Heilige Geest je geholpen het woord van God met vrijmoedigheid te verkondigen?

Handelingen 4:32–5:11

De kerkleden leven de wet van toewijding na, maar Ananias en Saffira liegen tegen Petrus

Laat de cursisten over de volgende scenario’s nadenken:

  1. Een groep jongeren plant een doopdienst voor de doden in de tempel. Eén groepslid weet dat ze met haar bisschop moet praten om een tempelaanbeveling te krijgen, maar ze weet ook dat ze zonden heeft begaan die nog niet zijn uitgesproken.

  2. Een jongeman bereidt zich op een zending voor. Hij weet dat de bisschop hem gaat vragen of hij waardig is om een zending te vervullen. Hij probeert manieren te vinden om deze vragen te beantwoorden zonder dat hij de bisschop hoeft te vertellen over zijn fouten.

Laat de cursisten bij hun studie van Handelingen 4:32–5:11 zoeken naar een beginsel dat hen helpt begrijpen hoe belangrijk het is om eerlijk te zijn tegenover de dienstknechten van God.

Laat een cursist Handelingen 4:32–35 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat de leden van de kerk met hun bezittingen deden.

  • Wat deden de kerkleden met hun bezittingen?

  • Welke procedure gebruikten ze volgens verzen 34–35 voor het delen van hun bezittingen?

Laat een cursist Handelingen 5:1–2 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat het echtpaar met de namen Ananias en Saffira deed met de opbrengst van de verkoop van hun eigendom.

  • Wat was er zo ernstig aan wat Ananias en Saffira deden?

Laat een cursist Handelingen 5:3–4 voorlezen en laat de klas letten op wat Petrus tegen Ananias zei.

  • Wie had Ananias volgens vers 4 uiteindelijk voorgelogen?

  • Welk beginsel kunnen wij uit de reactie van Petrus leren over liegen tegen de dienstknechten van de Heer? (De strekking van de woorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: Als wij liegen tegen de dienstknechten van de Heer, is dat hetzelfde als liegen tegen Hem.)

  • Waarom denk je dat liegen tegen de dienstknechten van God hetzelfde is als liegen tegen Hem?

Laat enkele cursisten beurtelings een vers uit Handelingen 5:5–11 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat er met Ananias en Saffira gebeurde omdat ze hun verbond hadden verbroken en tegen Petrus hadden gelogen.

  • Wat gebeurde er met Ananias en Saffira?

  • Hoewel wij of onze kennissen niet zulke ernstige of onmiddellijke gevolgen ervaren als we liegen, toch kunnen er gevolgen aan verbonden zijn als wij tegen de Heer liegen of onze verbonden verbreken. Welke?

Laat een cursist het volgende citaat van president Gordon B. Hinckley voorlezen. Laat de cursisten letten op de gevolgen van oneerlijkheid:

Afbeelding
President Gordon B. Hinckley

‘In onze dagen sterven mensen niet als ze op oneerlijkheid wordt betrapt, zoals Ananias en Saffira, maar iets in hen sterft. Het geweten verstikt, het karakter kwijnt weg, zelfrespect verdwijnt, integriteit sterft.’ (‘We Believe in Being Honest’, Ensign, oktober 1990, 4.)

  • Wat zijn volgens president Hinckley enkele gevolgen van liegen? Kijk nog eens naar de scenario’s die daarnet aan bod kwamen.

  • Wat dienen de personen in deze scenario’s te weten over wat er gebeurt als we tegen een priesterschapsleider liegen?

  • Wat voor zegeningen krijgen mensen die eerlijk zijn tegen de dienstknechten van de Heer?

Handelingen 5:12–42

De apostelen worden in de gevangenis geworpen omdat ze in de naam van Jezus Christus genezen

Laat de cursisten zich voorstellen dat ze in de tijd van Petrus en Johannes leven en dat ze verslaggevers voor een krant zijn. Leg uit dat ze een gedeelte van Handelingen 5:12–32 toegewezen zullen krijgen en dat ze een krantenkop moeten verzinnen die samenvat wat daarin is gebeurd. (Als achtergrond voor deze passages herinnert u de cursisten eraan dat de leden van het Sanhedrin Petrus en Johannes hadden bevolen niet meer uit naam van Jezus Christus te spreken.) Volg de instructies die bij elk tekstblok horen.

  1. Handelingen 5:12–16 (Lees deze verzen gezamenlijk en verzin samen een krantenkop.)

  2. Handelingen 5:17–23 (Laat de cursisten deze verzen met een partner lezen en een krantenkop verzinnen. Geef enkele groepjes de kans om hun titel met de klas te delen.)

  3. Handelingen 5:24–32 (Laat de cursisten deze verzen zelfstandig lezen en een krantenkop verzinnen. Geef enkele cursisten de kans om hun titel met de klas te delen.)

Vraag vervolgens:

  • Welke reden gaven Petrus en de andere apostelen in vers 29 waarom ze in de naam van Jezus bleven prediken ondanks het verbod van de Raad?

Zet de volgende onvolledige zin op het bord: Als we ervoor kiezen God te gehoorzamen en niet de mens, dan …

  • Hoe kunnen wij deze zin vervolledigen op basis van wat we hebben gelezen in Handelingen 4–5? (Vervolledig na de antwoorden van de cursisten de onvolledige zin op de volgende manier: Als we ervoor kiezen God te gehoorzamen en niet de mens, dan zal Hij met ons zijn.)

  • Hoe was God met Petrus en de andere apostelen toen ze ervoor kozen Hem te gehoorzamen en niet de Raad? (God vervulde hen met de Heilige Geest [zie Handelingen 4:8, 31], stelde hen in staat om wonderen te verrichten [zie Handelingen 5:12–16] en stuurde zijn engel om hen uit de gevangenis te bevrijden [zie Handelingen 5:17–20].)

  • Wanneer heb jij of heeft iemand die je kent ervoor gekozen God te gehoorzamen en niet de mens? Hoe heeft God laten zien dat Hij met jou of met die persoon was?

Laat enkele cursisten beurtelings een vers uit Handelingen 5:33–42 voorlezen. Laat de klas meelezen en zoeken hoe de Heer nog meer met Petrus en de andere apostelen was.

Wijs erop dat de Raad er volgens Handelingen 5:33 op uit was Petrus en Johannes te doden.

  • Hoe bleven de apostelen volgens verzen 41–42 trouw aan de Heer ondanks deze dreiging? Hoe was de Heer op dat moment met hen?

  • Hoe kunnen de waarheden die in deze les aan bod kwamen ons helpen als wij het evangelie naleven en het met onze naaste delen?

Geef uw getuigenis van de waarheden die vandaag aan bod zijn gekomen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Handelingen 4:1–13. Het evangelie met vrijmoedigheid delen en verdedigen

Ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft ons geleerd hoe we op gepaste wijze het evangelie kunnen delen en verdedigen als anderen het niet eens zijn met onze overtuigingen:

‘Hoewel we ernaar streven zachtmoedig te zijn en twist te mijden, betekent dat niet dat we moeten marchanderen met onze toewijding aan de waarheden die we begrijpen. We moeten ons standpunt of onze waarden niet opgeven. Het evangelie van Jezus Christus en de verbonden die we gesloten hebben, maken van ons voorvechters in de eeuwige strijd tussen waarheid en dwaling. In die strijd is er geen tussenweg. […]

We moeten allemaal de evangelieleringen volgen om onze naaste lief te hebben en ruzie te mijden. Volgelingen van Christus moeten een voorbeeld van hoffelijkheid zijn. We moeten alle mensen liefhebben, goed naar hen luisteren en respect voor hun oprechte overtuiging opbrengen. Hoewel we van mening kunnen verschillen, hoeven we niet onaangenaam te zijn. Ons standpunt en onze communicatie over controversiële onderwerpen hoeven niet polemisch te zijn. We moeten verstandig zijn als we ons standpunt innemen, het uitleggen en invloed proberen uit te oefenen.’ (‘Anderen liefhebben en omgaan met verschillen’, Liahona november 2014, 26, 27.)

Handelingen 4:10. ‘In de naam van Jezus’

President Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende gezegd over de belangrijkheid van de naam van Jezus Christus:

‘Bovenal schraagt de naam van de Heer, verankerd in openbaring, alles wat we doen. Het is de bevoegdheid waarmee we in de kerk handelen. Ieder gebed dat uitgesproken wordt, zelfs door kleine kinderen, eindigt in de naam van Jezus Christus. Elke zegen, elke verordening, elke ordening, elke officiële handeling wordt in de naam van Jezus Christus gedaan. Het is zijn kerk en zij is naar Hem vernoemd — De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen (zie LV 115:4).’ (‘Het getuigenis’, Liahona, mei 2014, 95–96.)

Handelingen 4:32–35. ‘Alles hadden zij gemeenschappelijk’

‘Leden van de kerk in Jeruzalem probeerden de wet van toewijding na te leven. “Alles hadden zij gemeenschappelijk” (Handelingen 4:32) betekent waarschijnlijk niet dat zij al hun middelen bij elkaar gooiden en vervolgens elke gelovige een even grote portie gaven. Het betekent eerder dat zij van hun overvloed aan de armen en behoeftigen gaven. Gelijkaardige pogingen om de wet van toewijding na te leven vinden we terug bij het volk van Henoch en in het Boek van Mormon (zie Mozes 7:18, 4 Nephi 1:3–18, LV 105:3–5).’ (New Testament Student Manual [Church Educational System manual, 2014], 286–287.)

Afdrukken