Bibliotheek
Les 115: 2 Korinthe 6–7


Les 115

2 Korinthe 6–7

Inleiding

Paulus blijft zijn gedrag als dienaar van God bij de Korinthische heiligen verdedigen. Hij spoort de heiligen aan om zich verre van ongerechtigheid te houden. Hij bevestigt zijn toewijding aan de heiligen en verheugt zich dat ze droefheid overeenkomstig de wil van God hebben gehad en zich van hun zonden hebben bekeerd.

Lessuggesties

2 Korinthe 6:1–13

Paulus beschrijft de eigenschappen van Gods dienaars

Laat de cursisten het volgende scenario overdenken:

  • Terwijl jij en enkele anderen uit je wijk of gemeente dienstbetoon aan het doen zijn, passeren er mensen die onbeleefde opmerkingen over de kerk maken. Wat zou er kunnen gebeuren als jij of de anderen in je groep met onbeschoft reageren?

Vraag de cursisten te denken aan keren wanneer zij tegengewerkt of bespot zijn toen zij de Heer dienden. Laat de cursisten bij het bestuderen van 2 Korinthe 6:1–13 zoeken naar een waarheid die hen in zulke tijden leiding kan geven.

Vat 2 Korinthe 6:1–2 samen en leg uit dat Paulus zichzelf en zijn medewerkers ‘medearbeiders van God’ of Christus noemde (zie Bijbelvertaling van Joseph Smith). Paulus citeerde de woorden van de profeet Jesaja(zie Jesaja 49:8) om te beklemtonen dat de tijd was gekomen voor de heiligen om hun heil te overwegen.

Laat een cursist 2 Korinthe 6:3–7 voorlezen. Vraag de ene helft van de klas naar woorden en zinsneden te zoeken die de tegenstand beschrijven die Paulus en zijn medearbeiders ondervonden. Vraag de andere helft van de klas naar woorden en zinsneden te zoeken die laten zien hoe Paulus en zijn medearbeiders op de tegenstand reageerden.

  • Wat voor soort tegenstand ondervonden Paulus en zijn medearbeiders?

  • Welke woorden of zinsneden beschrijven hoe zij op deze tegenstand reageerden?

Bespreek vers 3 en leg uit dat het woord bediening naar het werk van de kerk verwijst.

  • Hoe kunnen de handelingen van hedendaagse kerkleden de mening van anderen over de kerk beïnvloeden?

  • Hoe zou je de leringen van Paulus in de verzen 3–7 als een beginsel samenvatten? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: als we op tegenstand reageren met liefde, vriendelijkheid en rechtschapenheid, helpen we anderen om de kerk positief te zien.)

Herinner de cursisten aan het scenario dat u in het begin van de les hebt voorgesteld. Laat ze uitleggen hoe iemand in die situatie rechtschapen zou kunnen reageren, en wat daar de resultaten van zouden zijn.

2 Korinthe 6:14–18

Paulus raadt de heiligen aan uit het midden van de goddelozen weg te gaan

Deel de cursisten op in tweetallen en geef iedere cursist een kopie van het volgende uitreikblad.

Afbeelding
uitreikblad

2 Korinthe 6:14–18

Nieuwe Testament — boek voor de seminarieleerkracht — les 115

Raad aan de heiligen

Beloften van de Heer

Laat de cursisten 2 Korinthe 6:14–18 in tweetallen lezen. Vraag één cursist van het tweetal om de raad van Paulus aan de heiligen op te zoeken. Vraag de andere cursist te zoeken naar de beloften van de Heer die vervuld zouden worden als de heiligen gehoor aan de raad van Paulus gaven. Laat ze samen het schema invullen met hetgeen ze vinden. U kunt eventueel uitleggen dat het woord overeenstemming harmonie betekent, Belial slaat op goddeloosheid (zie Bible Dictionary, ‘Belial’) en een ‘ongelovige’ is iemand die niet gelooft, of die in andere goden dan onze hemelse Vader gelooft. Daarnaast had Paulus voordien de Korinthische heiligen met Gods tempel vergeleken, dus het woord tempel verwijst naar hen als mensen.

Geef elk tweetal voldoende tijd om hun bevindingen met elkaar te bespreken en het schema te vervolledigen.

Leg uit dat Paulus de heiligen in het bijzonder waarschuwde om zich van ‘het onreine’ (vers 17) gescheiden te houden — waaronder afgoderij en wie die beoefende — om zichzelf te beschermen tegen zonde. Afgoderij is een willekeurige door mensenhanden gemaakte schepping meer dan God liefhebben of aanbidden.

Laat de cursisten Indien boven de hoofding ‘Raad aan de heiligen’ en dan boven de kop ‘Beloften van de Heer’ op hun uitreikblad schrijven.

  • Welke beginselen kunnen wij uit 2 Korinthe 6:14–18 leren? (De cursisten kunnen uiteenlopende beginselen noemen, maar leg zeker nadruk op de lering dat als we ons verre houden van verkeerde praktijken en onreinheid, de Heer ons zal aannemen.)

  • Wat zijn enkele voorbeelden van verkeerde praktijken of onreine dingen in deze tijd?

  • Hoe kunnen we ons verre van deze dingen houden, en van wie ze aanprijzen?

Leg uit dat dit beginsel niet inhoudt dat we andersdenkenden onbeleefd behandelen of weigeren met ze om te gaan maar dat we eerbiedig onze geloofsovertuiging bevestigen en vermijden deel te nemen aan activiteiten die tot zonde zouden leiden.

Laat de cursisten even nadenken wanneer ze de Heer met zich gevoeld hebben toen ze zich verwijderden van valse gebruiken die hen bij de Heer vandaan hadden kunnen leiden. Laat een paar cursisten over hun ervaringen vertellen.

Laat de cursisten zich afvragen wat ze misschien moeten doen om zich verre van valse gebruiken en onreine dingen te houden zodat ze de zegeningen van de Heer kunnen ontvangen.

2 Korinthe 7

Paulus verheugt zich in de ware bekering van de heiligen

Laat een cursist het volgende scenario voorlezen:

In een tempelaanbevelingsgesprek voor een huwelijk bekent een jonge vrouw enkele zonden uit het verleden aan haar bisschop. Na verdere bespreking wordt het de bisschop duidelijk dat de jonge vrouw zich niet echt van haar zonden heeft bekeerd en dat haar zonden ernstig genoeg zijn om een tempelaanbeveling niet waardig te zijn. De bisschop legt aan de jonge vrouw uit dat zij pas een tempelaanbeveling kan krijgen als ze zich volledig bekeerd heeft. Zij is verontrust en beweert dat ze zich al bekeerd heeft omdat ze al zolang geen van deze zonden heeft herhaald. De bisschop legt uit dat alleen met de zonde ophouden geen volledige bekering is en hij nodigt haar uit om oprecht aan het proces van ware bekering te beginnen.

  • Hoe zou de jonge vrouw zich volgens jou op dit punt in het gesprek kunnen voelen?

Laat de cursist het scenario verder voorlezen:

De jonge vrouw legt aan haar bisschop uit dat ze erg ontdaan is omdat de uitnodigingen voor het huwelijk en de receptie al verstuurd zijn. Zij verklaart dat ze niet alle vragen of een vertraging in haar huwelijksplannen aankan. Zij vraagt of er geen manier is om toch volgens plan in de tempel verzegeld te worden en vervolgens het bekeringsproces door te maken.

  • Waar is de jonge vrouw gezien haar reactie het meest over bezorgd?

Laat de cursisten als ze 2 Korinthe 7 bestuderen naar een waarheid zoeken die de jonge vrouw uit dit scenario dient te begrijpen voordat ze zich echt van haar zonden kan bekeren.

Vat 2 Korinthe 7:1–7 samen en leg uit dat Paulus zijn verdediging tegen hen die hem in een slecht daglicht wilden stellen voortzette, en hij verzekerde de Korinthische heiligen dat hij niemand onrecht had aangedaan.

Laat een cursist 2 Korinthe 7:8–9 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe een van de vroegere brieven van Paulus de Korinthische heiligen had beïnvloed.

  • Hoe had de brief de heiligen beïnvloed?

  • Waarom verheugde Paulus zich in hun droefheid?

Vraag de cursisten 2 Korinthe 7:10–11 stil te lezen. U kunt voorstellen dat zij de twee soorten droefheid markeren die Paulus vermeldt en waar ze toe leiden.

  • Wat zijn de twee soorten droefheid die Paulus vermeldt?

Schrijf de koppen Droefheid overeenkomstig de wil van God en Droefheid van de wereld op het bord. Laat een cursist de volgende uitspraak van president Ezra Taft Benson voorlezen, waarin hij de term ‘droefheid van de wereld’ uitlegt:

Afbeelding
President Ezra Taft Benson

‘Het is voor de mensen in de wereld niet ongewoon dat ze spijt hebben van de dingen die ze verkeerd hebben gedaan. Soms is dat vanwege het feit dat hun daden groot verdriet en veel ellende berokkenen voor henzelf of hun dierbaren. Soms is het feit dat ze worden betrapt en gestraft de oorzaak van hun berouw. Maar dergelijke wereldse gevoelens zijn geen “droefheid naar Gods wil”.’ (Leringen van kerkpresidenten: Ezra Taft Benson [2014], 87.)

  • Hoe zou je droefheid van de wereld samenvatten?

  • Waartoe kan droefheid van de wereld volgens vers 10 leiden? (Leg uit dat het woord dood in vers 10 op de geestelijke dood slaat, ofwel van God gescheiden worden. Zet de volgende waarheid op het bord onder de kop ‘Droefheid van de wereld’: droefheid van de wereld kan tot de geestelijke dood leiden, ofwel tot onze scheiding van God.)

  • Hoe kan de droefheid van de wereld tot iemands geestelijke dood leiden? (Het kan iemand ervan weerhouden zich waarlijk te bekeren en vergiffenis van onze hemelse Vader te ontvangen.)

  • Waartoe kan droefheid overeenkomstig de wil van God volgens vers 10 leiden? (Zet de volgende waarheid op het bord onder de kop ‘Droefheid overeenkomstig de wil van God’: droefheid overeenkomstig de wil van God zet ons ertoe aan om ons van onze zonden te bekeren en eeuwig heil te ontvangen.)

Laat een cursist de volgende uitspraak van president Ezra Taft Benson voorlezen om de cursisten beter te laten begrijpen waarom droefheid overeenkomstig de wil van God ons tot bekering leidt:

Afbeelding
President Ezra Taft Benson

‘Droefheid naar Gods wil is een gave van de Geest. Het is een diep besef dat we onze Vader en onze God door onze daden gekrenkt hebben. Het is het scherpe en duidelijke besef dat de Heiland, Hij die geen zonde heeft begaan, de grootste van allen, door ons gedrag folterende pijn en lijden heeft ondergaan. Mede door onze zonden heeft Hij uit iedere porie gebloed. Dat is de echte mentale en geestelijke zielensmart, die in de Schriften “een gebroken hart en een verslagen geest” wordt genoemd. […] Die instelling is een absolute vereiste voor oprechte bekering.’ (Leringen van Ezra Taft Benson, 88.)

  • Waarom leidt de droefheid overeenkomstig de wil van God volgens jou tot ware bekering van onze zonden?

Laat de cursisten zich bezinnen op het scenario van de jonge vrouw die een tempelaanbeveling aanvroeg.

  • Wat geeft tijdens haar gesprek met de bisschop aan dat zij nog geen droefheid overeenkomstig de wil van God heeft ondervonden?

  • Wat kunnen we doen om droefheid van de wereld te vervangen door droefheid overeenkomstig de wil van God?

Laat de cursisten zo nodig inzien dat de gevoelens van droefheid overeenkomstig de wil van God die we voelen, kunnen verschillen al naargelang de ernst van de zonde.

Getuig dat als we de droefheid overeenkomstig de wil van God voelen in plaats van de droefheid van de wereld, we ons waarlijk kunnen bekeren, we van onze zonden worden gereinigd en we uiteindelijk het eeuwig heil ontvangen. Moedig de cursisten aan om ernaar te streven droefheid overeenkomstig de wil van God te hebben in hun streven om zich te bekeren.

Vat 2 Korinthe 7:12–16 samen en leg uit dat Paulus zijn bezorgdheid voor, en vertrouwen in, de heiligen uitsprak.

Bespreek kort de waarheden die de cursisten hebben gevonden terwijl ze 2 Korinthe 6–7 bestudeerden en moedig hen aan gehoor te geven aan al hun ingevingen om deze waarheden toe te passen.

Toelichting en achtergrondinformatie

2 Korinthe 6:17. ‘Ga uit hun midden weg en zonder u af’

Ouderling Quentin L. Cook van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft de behoefte uitgelegd om ons te verwijderen van onrechtvaardigheid, en de zegeningen die daaruit voortvloeien:

‘Het Griekse woord voor heilige betekent “afgezonderd, onderscheiden [en] gewijd”. [Daniel H. Ludlow, red., Encyclopedia of Mormonism, 5 delen (1992), deel 3, 1249.] Als wij heiligen willen zijn in onze tijd, moeten we ons verre houden van slecht gedrag en ondermijnende activiteiten die in de wereld wijdverbreid zijn.

We worden bedolven onder beelden van geweld en onzedelijkheid. Ongepaste muziek en pornografie worden steeds meer gedoogd. Drugs- en alcoholgebruik neemt hand over hand toe. Er ligt minder nadruk op eerlijkheid en karakter. Men eist zijn recht, maar plicht, verantwoordelijkheid en verplichting worden veronachtzaamd. Het taalgebruik verruwt en we worden blootgesteld aan verachtelijke, vulgaire zaken. De tegenstander is meedogenloos in zijn pogingen om het plan van geluk te ondergraven. Als wij ons distantiëren van dat wereldse gedrag, hebben we de Geest bij ons en zijn we blij dat we rechtschapen heiligen der laatste dagen zijn.’ (‘Bent u een heilige?’, Liahona, november 2003, 95.)

2 Korinthe 7:8–11. ‘De droefheid van de wereld brengt de dood teweeg’

President Dieter F. Uchtdorf van het Eerste Presidium heeft het verschil tussen droefheid van de wereld en droefheid overeenkomstig de wil van God uitgelegd:

‘Er is een belangrijk verschil tussen verdriet over zonden dat aanzet tot bekering en het verdriet dat aanzet tot wanhoop.

De apostel Paulus heeft ons geleerd: “De droefheid naar Gods wil brengt […] inkeer tot heil, maar de droefheid der wereld brengt de dood” [2 Korinthe 7:10; cursivering toegevoegd]. Droefheid overeenkomstig de wil van God zet door de verzoening van Jezus Christus aan tot verandering en hoop. De droefheid van de wereld maakt ons kapot, vernietigt hoop en spoort ons aan toe te geven aan verleiding.

Droefheid overeenkomstig de wil van God zet aan tot bekering [zie Handelingen 3:19] en een verandering van hart [zie Ezechiël 36:26; 2 Korinthe 5:17; Mosiah 3:19]. Het zorgt ervoor dat we zonde gaan haten en goedheid gaan liefhebben [zie Mosiah 5:2]. Het moedigt ons aan om op te staan en in het licht van de liefde van Christus te wandelen. Ware bekering draait om verandering, niet om foltering of kwelling. Jazeker, oprechte spijt en ware wroeging om ongehoorzaamheid zijn vaak pijnlijke en heel belangrijke stappen in het heilige bekeringsproces. Maar als schuldgevoelens aanzetten tot zelfverachting of ons ervan weerhouden weer op te staan, belemmeren ze onze bekering in plaats van die te bevorderen.’ (‘Je kunt het nu wel!’, Liahona, november 2013, 56.)

Ouderling Neal A. Maxwell van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft op het volgende gewezen:

‘Hoogmoed geeft de voorkeur aan goedkope bekering, betaald met oppervlakkige droefheid. Wie goedkope bekering nastreven, nemen weinig verrassend genoegen met oppervlakkige vergeving in plaats van ware verzoening. Echte bekering gaat dus veel verder dan eenvoudig “het spijt me” zeggen.’ (‘Repentance’, Ensign, november 1991, 31.)

Afdrukken