Bibliotheek
Les 130: 1 Timotheüs


Les 130

1 Timotheüs

Inleiding

Paulus schrijft aan Timotheüs, een priesterschapsleider in Efeze, en vraagt hem om ervoor te zorgen dat de ware leer wordt verkondigd. Hij noemt de vereisten voor de ambten van bisschop en diaken, en geeft Timotheüs het advies om een voorbeeld voor de gelovigen te zijn. Paulus moedigt de heiligen aan om voor de armen en weduwen te zorgen. Hij sluit zijn brief af met de leer dat ‘geldzucht [de] wortel van alle kwaad’ is (1 Timotheüs 6:10).

Lessuggesties

1 Timotheüs 1–3

Paulus onderwijst Timotheüs in zijn verantwoordelijkheid om over de kerk te waken.

Laat een cursist het volgende citaat van president Thomas S. Monson voorlezen:

Afbeelding
President Thomas S. Monson

‘Ik denk daarbij aan een ervaring die ik vele jaren geleden had toen ik bisschop was. In het openingsdeel van onze priesterschapsvergadering stonden we op een zondag op het punt om een jongeman tot het ambt van priester te ordenen. Op die dag was er een hogeraadslid op bezoek die tevens tempelwerker was. Toen ik een stoel klaarzette waarop de jongeman kon gaan zitten met het gezicht naar de aanwezigen onderbrak het hogeraadslid mij en zei: “Bisschop, ik laat de broeders die worden geordend altijd met het gezicht naar de tempel plaatsnemen.” Hij stelde de stoel anders op, zodat de jongeman met zijn gezicht in de richting van de tempel zou zitten. Ik wist meteen dat dat tegen de regels indruiste.’ (‘Openingswoord’ [Wereldwijde instructiebijeenkomst voor leidinggevenden, november 2010], lds.org/broadcasts.)

Leg uit dat president Monson als bisschop de bevoegdheid had om het werk van de Heer in zijn wijk te presideren, niet het hogeraadslid.

  • Wat is het mogelijke gevaar als een bisschop of gemeentepresident zo’n ongeoorloofd gebruik zou toestaan?

Leg uit dat de apostel Paulus een brief aan Timotheüs schreef, een jonge priesterschapsleider in Efeze. In zijn gemeente had Timotheüs te maken met soortgelijke problemen als president Monson.

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit 1 Timotheüs 1:3–7 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat voor verantwoordelijkheid Paulus aan Timotheüs gaf. Leg uit dat het woord verzinsels (vers 4) op valse leerstellingen slaat; en dat ‘eindeloze geslachtsregisters’ (vers 4) op de valse traditie slaat dat het eeuwig heil alleen voor de nakomelingen van Abraham was weggelegd, die vaak bekendstonden om hun lange, eindeloze geslachtsregisters; en dat ‘zinloos gepraat’ (vers 6) op doelloze gesprekken slaat.

  • Welke verantwoordelijkheid gaf Paulus volgens de verzen 3–4 aan Timotheüs?

  • Waarom was het volgens de verzen 6–7 belangrijk dat Timotheüs zijn verantwoordelijkheid vervulde?

  • Wat voor waarheid kunnen we uit de raad van Paulus aan Timotheüs leren over de verantwoordelijkheid van priesterschapsleiders? (De cursisten kunnen verschillende woorden gebruiken maar moeten de volgende waarheid weergeven: priesterschapsleiders hebben de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de ware leerstellingen en de juiste gebruiken worden gehanteerd. Zet die waarheid op het bord.)

Herinner de cursisten aan de situatie waarin president Monson zich als bisschop bevond. Vraag een cursist de rest van zijn verhaal voor te lezen. Laat de klas opletten hoe president Monson op het hogeraadslid reageerde:

Afbeelding
President Thomas S. Monson

‘Ik zag in dat dit gebruik wel eens een eigen leven zou kunnen gaan leiden. Hoewel veel jonger dan het hogeraadslid wist ik wat mij te doen stond. Ik draaide de stoel om naar de aanwezigen en zei tegen hem: “In onze wijk hebben we het gezicht naar de aanwezigen.”’ (‘Openingswoord’, lds.org/broadcasts).

  • Hoe worden we gezegend als priesterschapsleiders ervoor zorgen dat de ware leerstellingen en de juiste gebruiken in de kerk gehanteerd worden?

Vat 1 Timotheüs 1:8–11 samen door uit te leggen dat Paulus waarschuwde voor mensen die Gods wet wilden verkondigen, maar er geen juist begrip van hadden.

Vraag een cursist 1 Timotheüs 1:12–16 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken waarom Paulus dankbaar voor Jezus Christus was.

  • Waarom was Paulus dankbaar voor Jezus Christus?

  • In welke opzichten is Paulus volgens de verzen 15–16 een ‘voorbeeld’ voor iedereen die in Jezus Christus gelooft?

Vat 1 Timotheüs 1:17–1 Timotheüs 3 samen door uit te leggen dat Paulus Timotheüs het advies gaf om zich aan zijn geloof vast te houden. Paulus zei dat Jezus Christus onze Middelaar is, en hij adviseerde de kerkleden hoe ze zich moesten gedragen. Hij noemde ook enkele vereisten voor bisschoppen en diakenen.

1 Timotheüs 4–5

Paulus beschrijft de eigenschappen van een getrouwe dienaar van Jezus Christus

Neem een paperclip, een touwtje, plakband en een magneet mee naar de klas. Bind de ene kant van het touwtje aan de paperclip. Plak de andere kant van het touwtje met plakband aan een bureau of tafel vast. Houd de magneet dicht bij de paperclip zonder dat de magneet de paperclip aanraakt. Door de magnetische kracht beweegt de paperclip zich in de richting van de magneet. Beweeg de magneet om de invloed van de magneet op de paperclip te laten zien.

  • Als de paperclip een persoon voorstelt, wat zal de magneet dan voorstellen?

Laat de cursisten zich afvragen hoe zij op de magneet lijken en anderen beïnvloeden. Laat de cursisten bij hun studie van 1 Timotheüs 4 een beginsel opzoeken dat aangeeft hoe we een positieve invloed op anderen kunnen hebben.

Vat 1 Timotheüs 4:1–11 samen door uit te leggen dat Paulus profeteerde dat in ‘latere tijden’ (vers 1) sommige kerkleden van het geloof zouden afdwalen en valse leerstellingen en gebruiken zouden volgen, zoals ‘verbieden te trouwen’ (vers 3). Paulus spoorde Timotheüs aan om de heiligen met ware leer te voeden.

Laat de cursisten 1 Timotheüs 4:12 doorlezen en opzoeken wat Timotheüs volgens Paulus moest zijn. Leg uit dat met het woord wandel in dit vers zijn gedrag wordt bedoeld. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

  • Wat betekent volgens jullie ‘een voorbeeld voor de gelovigen’? (U kunt de cursisten in overweging geven om die zinsnede in hun Schriften te markeren.)

  • Hoe moest Timotheüs volgens Paulus een voorbeeld voor de gelovigen zijn? (Zet de antwoorden van de cursisten op het bord.)

Vraag een cursist 1 Timotheüs 4:13–16 voor te lezen. Laat de klas meelezen en nog meer advies van Paulus aan Timotheüs opzoeken om een voorbeeld voor de gelovigen te zijn.

  • Door welk advies van Paulus kon Timotheüs nog meer een voorbeeld voor de gelovigen zijn?

  • Waarom zei Paulus in vers 15 dat Timotheüs de leerstellingen van Paulus moest overdenken en volledig naleven? (Zodat anderen konden zien dat Timotheüs er iets aan had.)

  • Wat is volgens de leringen van Paulus in vers 16 het resultaat als we ons best doen om een voorbeeld voor de gelovigen in Jezus Christus te zijn? (Zet het volgende beginsel in de woorden van de cursisten op het bord: Als we een voorbeeld voor de gelovigen in Jezus Christus zijn, kunnen wij en anderen het eeuwig heil ontvangen.)

  • Hoe kunnen anderen door het voorbeeld van iemand die in Jezus Christus gelooft en Hem volgt, het eeuwig heil ontvangen?

Laat de cursisten de lijst op het bord bestuderen en overwegen in welke opzichten Timotheüs een ‘voorbeeld voor de gelovigen’ was (1 Timotheüs 4:12). Laat de klas beschrijven hoe iemand op elk van die gebieden een voorbeeld kan zijn.

  • Wanneer is iemand op een van de manieren die Paulus noemt, voor jullie een voorbeeld voor de gelovigen geweest (U kunt ook over een eigen ervaring vertellen.)

Moedig de cursisten aan om in hun aantekenschrift of Schriftendagboek een doel te noteren hoe ze een voorbeeld voor de gelovigen kunnen zijn, zodat zij en anderen het eeuwig heil kunnen ontvangen.

Vat 1 Timotheüs 5 samen door uit te leggen dat Paulus instructies aan Timotheüs gaf over de manier waarop de heiligen voor de behoeftigen, waaronder de weduwen, moesten zorgen.

1 Timotheüs 6

Paulus spoort Timotheüs aan om anderen naar eeuwige rijkdommen op zoek te laten gaan.

Laat een geldstuk zien.

  • Denken jullie dat geld tot meer kwaad dan goed leidt? Waarom?

Leg uit dat Paulus in 1 Timotheüs 6 advies over geld geeft. Vraag een cursist 1 Timotheüs 6:6–10 voor te lezen. Laat de klas meelezen en letten op woorden en waarschuwingen van Paulus over rijkdom.

  • Welke woorden of waarschuwingen van Paulus vallen je op? Waarom?

  • Wat wordt er volgens jullie bedoeld met de woorden ‘geldzucht is een wortel van alle kwaad’?(1 Timotheüs 6:10).

  • Waartoe leidt geldzucht volgens de verzen 9–10? (Als de cursisten antwoord hebben gegeven, zet u de volgende waarheid op het bord: Geldzucht leidt tot onrechtschapenheid en afvalligheid.)

  • Waarom leidt geldzucht volgens jullie tot onrechtschapenheid en afvalligheid?

Om er zeker van te zijn dat de cursisten begrijpen dat ‘geldzucht’ en niet geld zelf tot onrechtschapenheid leidt, laat u een cursist de volgende uitspraak van ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:

Afbeelding
Ouderling Dallin H. Oaks

‘Geld op zich is niet verkeerd. De barmhartige Samaritaan maakte van dezelfde soort munten gebruik om zijn medemens te dienen als Judas gebruikte om de Meester te verraden. “Geldzucht is een wortel van alle kwaad.”(1 Timotheüs 6:10; cursivering toegevoegd.) Het belangrijke verschil is de mate van spiritualiteit die wij uitoefenen bij het bekijken, evalueren en beheren van de zaken van deze wereld en onze ervaringen daarin.’ (‘Spirituality’, Ensign, november 1985, 63.)

Zet de volgende tekstverwijzingen en vragen op het bord of op een uitreikblad:

1 Timotheüs 6:11–12, 17–19

Welke raad gaf Paulus aan Timotheüs en aan de rijken?

Wat kunnen wij aan die raad hebben om de juiste houding ten opzichte van rijkdom en het gebruik ervan te hebben?

Deel de cursisten op in koppels. Laat de cursisten met hun partner de tekstverwijzingen lezen en de vragen bespreken. Als ze voldoende tijd hebben gehad, vraagt u enkele cursisten wat ze besproken hebben.

  • Als de heiligen op God vertrouwden en goede werken verrichtten, wat zouden ze dan volgens Paulus in vers 19 ontvangen?

  • Welk beginsel kunnen we afleiden uit de woorden van Paulus over hoe we het eeuwig leven kunnen ontvangen? (De cursisten kunnen verschillende woorden gebruiken maar moeten het volgende beginsel weergeven: als we op de levende God vertrouwen en rijk zijn in goede werken, kunnen we het eeuwig leven ontvangen.)

  • Als ons vertrouwen in God en ons streven naar rechtschapenheid de belangrijkste prioriteiten zijn, wat kan dat voor invloed hebben op de manier waarop we rijkdom beschouwen, vergaren en gebruiken?

Geef tot slot uw getuigenis dat het eeuwig leven ware rijkdom betekent. Moedig de cursisten aan om ons streven naar rechtschapenheid de hoogste prioriteit te geven zodat we de ware rijkdom van het eeuwig leven kunnen ontvangen.

Toelichting en achtergrondinformatie

1 Timotheüs 1:1–7. ‘Sommigen te bevelen geen andere leer te onderwijzen’

President Gordon B. Hinckley heeft gezegd hoe belangrijk het is om in de kerk de juiste leer te behandelen:

‘Ik heb al eens gezegd hoe belangrijk het is om de leer van de kerk zuiver te houden, en erop toe te zien dat die in al onze bijeenkomsten behandeld wordt. [… ] Kleine afwijkingen in leerstellig onderwijs kunnen tot grote en slechte onwaarheden leiden.’ (Teachings of Gordon B. Hinckley [1997], 620.)

1 Timotheüs 1:4. Eindeloze geslachtsregisters’

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat de ‘geslachtsregisters’ die in 1 Timotheüs 1:4 en Titus 3:9 worden genoemd, verwijzen naar ‘de valse Joodse traditie dat het eeuwig heil volgens genealogische opsommingen voor uitverkoren nakomelingen bestemd was. In deze bedeling heeft de Heer genealogisch onderzoek geboden, als essentiële vereiste om het eeuwig heil te verwezenlijken voor hen die daartoe in dit leven niet de gelegenheid hebben gehad.’ (Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen [1965–1973], 3:127.)

1 Timotheüs 2:9–10. Eerbare kleding

‘Paulus moedigde vrouwen aan om zich te ‘tooien met eerbare kleding, ingetogen en bezonnen’ (1 Timotheüs 2:9), wat nederig en eerbiedig betekent. Hij zei ook dat vrouwen kostbare kleding, sieraden en overdreven persoonlijke verzorging moesten vermijden. Soortgelijke leringen zijn te vinden in 1 Nephi 13:7–8; 4 Nephi 1:24; Mormon 8:36–39; en Leer en Verbonden 42:40. Paulus zei dat vrouwen zich moesten kleden als zij “die belijden godvrezend te zijn”. Het beginsel dat we ons eerbaar moeten kleden geldt tegenwoordig voor mannen en vrouwen in de kerk:

‘“Door je kleding en uiterlijk kun je laten zien dat […] je een discipel van Jezus Christus bent en dat je Hem liefhebt.

‘“De profeten van God hebben zijn kinderen altijd de raad gegeven zich fatsoenlijk te kleden. Als je je uiterlijk goed verzorgt en je fatsoenlijk kleedt, nodig je de Geest uit en kun je een goede invloed op de mensen in je omgeving hebben.” (Voor de kracht van de jeugd [boekje, 2011], 6.)’ (New Testament Student Manual [Church Educational System manual, 2014], 458.)

Afdrukken