Bibliotheek
Thuisseminarieles: Openbaring 1–11 (unit 31)


Thuisseminarieles

Openbaring 1–11 (Unit 31)

Lesmateriaal voor de thuisseminarieleerkracht

Samenvatting van dagelijkse thuisseminarielessen

De volgende samenvatting van de leerstellingen en beginselen die de cursisten bij hun studie van Openbaring 1–11 (unit 31) geleerd hebben, is niet bedoeld om als onderdeel van uw les te worden behandeld. Uw les richt zich op slechts enkele van deze leerstellingen en beginselen. Volg de ingevingen van de Heilige Geest terwijl u nadenkt over de behoeften van uw cursisten.

Dag 1 (Openbaring 1–3)

Toen de cursisten de openbaring van Johannes bestudeerden, leerden ze dat we gezegend worden als we de woorden van de Heer lezen, begrijpen en gehoorzamen.) Johannes zei tegen de leden van de kerk dat Jezus Christus over zijn getrouwe volgelingen waakt en voor hen zorgt, en dat Hij een verheerlijkt en herrezen persoon is die macht over de dood en de hel heeft. De cursisten hebben ook geleerd dat als we de deur voor de Heiland opendoen, Hij bij ons binnenkomt en met ons de maaltijd gebruikt.

Dag 2 (Openbaring 4–5)

In deze les hebben de cursisten het visioen bestudeerd dat Johannes van het Lam van God had, en hebben ze de volgende waarheden geleerd: als wij de grootsheid van onze hemelse Vader herkennen, willen we Hem aanbidden en prijzen. Jezus Christus is de enige die ons kan verlossen. Als wij dankbaar zijn voor wat onze hemelse Vader en Jezus Christus voor ons hebben gedaan, krijgen we het verlangen om Hen te aanbidden en te prijzen.

Dag 3 (Openbaring 6–7)

Toen de cursisten de zeven zegels bestudeerden, leerden ze dat we, als we getrouw beproevingen doorstaan en door de verzoening van Jezus Christus gereinigd worden, ons bij God in het celestiale koninkrijk zullen bevinden.

Dag 4 (Openbaring 8–11)

De cursisten hebben het beginsel uit de les van dag 3 bestudeerd over het visioen dat Johannes van het openen van het zevende zegel had.

Inleiding

Aan de hand van deze les kunnen de cursisten begrijpen wat de Heer voor ons zal doen omdat Hij ons kent en ons liefheeft. Daarnaast kunnen de cursisten leren wat ze moeten doen om het eeuwige leven te beërven.

Lesideeën

Openbaring 2–3

Johannes noteert de woorden van Jezus Christus aan de leiders van de zeven kerken.

Noot:Voor meer informatie over de instructies van de Heer aan de zeven gemeenten van de kerk raadpleegt u New Testament Student Manual (lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2014), 531–532.

Laat een cursist het volgende verhaal voorlezen van zuster Sydney S. Reynolds, voormalig lid van het algemeen jeugdwerkpresidium. Laat de klas opletten wat ze van dit verhaal over de Heer kunnen leren.

Afbeelding
Sydney S. Reynolds

‘Zuster Gayle Clegg van het algemeen jeugdwerkpresidium en haar man hebben een paar jaar in Brazilië gewoond. Onlangs is ze voor het jeugdwerk naar Japan geweest. Toen ze zondags in de kerk kwam, zag ze tussen alle Japanse heiligen een Braziliaans gezin zitten. […] Ze had maar een minuut om ze te begroeten. En ze merkte dat de moeder en de kinderen heel enthousiast waren, maar dat de vader nogal stil was. “Na de dienst kan ik nog wel met ze praten”, dacht ze terwijl ze snel op het podium plaatsnam. Ze bracht haar boodschap in het Engels, en die werd vertaald in het Japans, en toen kreeg ze de ingeving om haar getuigenis in het Portugees te geven. Ze aarzelde omdat er niemand was die Portugees kon vertalen en omdat 98 procent van de mensen haar niet verstond.

‘Na de dienst kwam de Braziliaanse vader naar haar toe en zei: “Zuster, ze hebben hier zulke andere gewoonten, en ik ben eenzaam geweest. Het is moeilijk om naar de kerk te komen en dan niets te verstaan. Soms vraag ik me af of het beter zou zijn om gewoon thuis in mijn Schriften te lezen. Ik zei tegen mijn vrouw: “Ik geef het nog één kans”, en ik dacht dat ik vandaag voor het laatst kwam. Toen u uw getuigenis in het Portugees gaf, raakte de Geest mijn hart, en wist ik dat ik hier hoorde. God weet dat ik hier ben, en Hij zal me helpen.”’ (‘Hij kent ons; Hij heeft ons lief’, Liahona, november 2003, 76.)

  • Wat kunnen we uit dit verhaal over de Heer leren?

Zet de volgende onvolledige zin op het bord: Omdat de Heer ieder van ons kent, … Laat de cursisten bij hun studie van Openbaring 2–3 leringen opzoeken waarmee ze beter kunnen begrijpen wat de Heer voor hen kan betekenen omdat Hij hen kent.

Leg uit dat Openbaring 2–3 het verslag bevat dat de apostel Johannes geeft van de woorden van Jezus Christus aan de zeven gemeenten van de kerk in Klein-Azië (het hedendaagse Turkije).

Vraag een cursist Openbaring 2:1–3, 6 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de Heiland over de heiligen in Efeze wist.

  • Wat wist de Heiland over de heiligen in Efeze? (Leg uit dat het woord Nikolaïeten [vers 6] kan verwijzen naar een groep leden die beweerden dat ze zonder gevolgen seksuele overtredingen konden begaan omdat ze door de genade van God verlost zouden worden. [Zie Bible Dictionary, ‘Nicolaitans’.])

Leg uit dat de Heer de heiligen in deze verzen prees voor hun goede werken. Maak de uitspraak op het bord als volgt af: Omdat de Heer ieder van ons kent, kan Hij ons persoonlijk prijzen …

Vraag een cursist Openbaring 2:4–5 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de Heer nog meer over de heiligen in Efeze wist.

  • Wat wist de Heer nog meer over de heiligen in Efeze?

Leg uit dat de Heer de heiligen vermaande vanwege hun zonden. Maak de uitspraak op het bord af zodat de volgende waarheid duidelijk wordt: Omdat de Heer ieder van ons kent, kan Hij ons persoonlijk prijzen en vermanen.

  • Hoe kunnen we persoonlijk door de Heer geprezen en vermaand worden? (Door persoonlijke gebed, Schriftstudie, raad van kerkleiders en ouders, en onze patriarchale zegen.)

  • Hoe kan weten dat de Heer ons persoonlijk kan prijzen en vermanen de manier beïnvloeden waarop wij de Schriften bestuderen en bidden? En hoe kan dit de manier beïnvloeden waarop we gehoor geven aan de raad van onze kerkleiders en ouders?

  • Waarom moeten we ons best doen om door de Heer geprezen en vermaand te worden?

  • Wanneer hebben jullie gemerkt dat de Heer je prees of vermaande? Hoe hebben jullie daardoor geleerd dat de Heer je persoonlijk kent? (Waarschuw de cursisten dat ze niet over ervaringen dienen te praten die te heilig of persoonlijk zijn. U kunt ook over een ervaring vertellen.)

Laat de cursisten zich afvragen waarvoor de Heer hen zal prijzen en wat voor gedachten en daden ze van de Heer moeten verbeteren. Moedig de cursisten aan om zich te bekeren als de Heer hen vermaant.

Laat een cursist Openbaring 2:7 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de Heer belooft aan de mensen die trouw tot het einde toe volharden.

  • Wat belooft de Heer aan mensen die in rechtschapenheid tot het einde toe volharden?

  • Wat betekent het volgens jullie om ‘van de Boom des levens’ te eten (vers 7)?

  • In welke opzichten kan deze belofte na de vermaning van de Heer nuttig voor de heiligen in Efeze zijn geweest?

Herinner de cursisten eraan dat de Heer zich niet alleen tot de gemeente in Efeze richtte, maar ook tot andere gemeenten in Klein-Azië.

Deel de klas op in vijf groepjes en geef elk groepje een van de volgende tekstverwijzingen.

  1. Openbaring 2:8–11

  2. Openbaring 2:12–17

  3. Openbaring 2:18–29

  4. Openbaring 3:1–6

  5. Openbaring 3:7–13

Laat de cursisten hun teksten als groep lezen en opzoeken wat de heiligen volgens de Heer moesten doen, en wat voor zegeningen Hij hun beloofde als zij dat deden. Leg uit dat ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd dat ‘het verborgen manna’ in Openbaring 2:17 ‘het brood des levens is, het goede woord van God, de leerstellingen van Hem die het Brood des levens is — alles wat verborgen is voor het vleselijke [ofwel wereldse] verstand. Wie ervan eten, zullen nooit meer honger hebben; het eeuwig leven is hun uiteindelijke erfgoed.’ (Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen [1965–1973], 3:451.)

Als de cursisten voldoende tijd hebben gehad, laat u een lid van elke groep vertellen wat ze hebben gevonden. Laat een cursist op het bord (onder de beloofde zegening in Openbaring 2:7) de beloofde zegeningen noteren die elke groep heeft gevonden. (Zie Openbaring 2:11, 17, 26; 3:5, 12.) Als de lijst volledig is, legt u uit dat deze beloften verwijzen naar de zegeningen van de verhoging, die we alleen kunnen ontvangen als we tot het einde toe volharden.

  • Welk beginsel vinden we in deze verzen waaruit blijkt wat we moeten doen om de zegeningen van de verhoging te ontvangen? (De strekking van de woorden van de cursisten moet dit beginsel omvatten: als we overwinnen, kunnen we de zegeningen van de verhoging ontvangen.)

Leg uit dat zij die de zegeningen van de verhoging ontvangen, de mensen zijn die door de genade van God alles overwinnen dat hen ervan kan weerhouden om bij Hem terug te keren. En dat alles omvat wereldse zaken, beproevingen, zonde en dood.

Laat de cursisten zich afvragen wat zij in hun leven moeten overwinnen. Moedig ze aan om te bidden en onze hemelse Vader om hulp te vragen bij het overwinnen van alles dat hen ervan kan weerhouden om bij Hem terug te keren. Getuig dat onze hemelse Vader de macht heeft om ze te helpen bij het overwinnen van al die dingen.

Volgende unit (Openbaring 12–22)

Vraag de cursisten of ze ooit nagedacht hebben over het laatste oordeel en de gebeurtenissen die in het voorsterfelijk bestaan hebben plaatsgevonden. Wat heeft de apostel Johannes over de oorlog in de hemel geschreven? Hoeveel mensen zijn er met Satan uitgeworpen? Hoe zal het laatste oordeel zijn? Aan de hand waarvan zullen wij geoordeeld worden als we voor God staan? Hoe beschreef Johannes de celestiale heerlijkheid? Leg uit dat de cursisten de komende week bij hun studie van Openbaring 12–22 het antwoord op deze vragen zullen vinden.

Afdrukken