Bibliotheek
Les 113: 2 Korinthe 1–3


Les 113

2 Korinthe 1–3

Inleiding

Paulus schrijft een brief aan de heiligen in Korinthe en legt uit hoe zij anderen kunnen troosten. Hij spoort hen ook aan een zondaar te vergeven die lid van hun kerkgemeente is geweest. Paulus leert de heiligen dat zij, als ze zich tot de Heer wendden, meer zoals God zullen worden.

Lessuggesties

2 Korinthe 1

Paulus leert de Korinthische heiligen hoe zij anderen kunnen troosten

Vraag de cursisten te denken aan een tijd waarin iemand die zij kennen een zware beproeving of tegenspoed doormaakte.

  • Wat heb je gedaan om hem of haar te helpen?

  • Heb je ooit iemand tijdens een beproeving willen troosten, maar wist je niet hoe je dat moest aanpakken?

Laat de cursisten bij het bestuderen van 2 Korinthe 1 zoeken naar een manier om anderen in hun beproevingen en moeilijkheden te kunnen troosten.

Leg uit dat nadat Paulus 1 Korinthe had geschreven er in Efeze een rel over zijn leringen ontstond. (Zie Handelingen 19:23–41. Noot: Asia was een Romeinse provincie in het hedendaagse Turkije.) Paulus verliet Efeze en reisde naar Macedonië, waar Titus hem berichtte dat de eerdere brief van Paulus goed was ontvangen door de heiligen in Korinthe. Paulus ontdekte ook dat de heiligen werden beproefd en dat enkele valse leraren in Korinthe de ware leer van Christus verbasterden. Paulus schreef 2 Korinthe om de heiligen te troosten en de problemen te bespreken die deze onwelkome leraren hadden veroorzaakt.

Laat enkele cursisten beurtelings een vers uit 2 Korinthe 1:1–5 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat Paulus de heiligen over hun moeilijkheden vertelde.

  • Wat vertelde Paulus de heiligen in vers 3 over God dat hen in hun moeilijkheden tot troost kon zijn?

  • Wat kunnen we volgens vers 4 doen als we troost van onze hemelse Vader ontvangen? (De cursisten dienen een waarheid zoals deze te benoemen: als onze hemelse Vader ons troost tijdens onze beproevingen, kunnen wij ook anderen helpen om zijn vertroosting te ontvangen.)

  • Hoe heeft de tijdens een beproeving ontvangen vertroosting van God je geholpen om iemand anders Gods troost te laten voelen? (Vertel eventueel over een van uw ervaringen terwijl de cursisten over hun eigen ervaringen nadenken.)

Vat 2 Korinthe 1:6–8 samen en leg uit dat Paulus de Korinthische heiligen vertelde over de ernstige en levensbedreigende beproevingen die hij met zijn collega’s had doorstaan toen ze in Efeze het evangelie verkondigden.

Laat een cursist 2 Korinthe 1:9–11 voorlezen. Vraag de klas op te zoeken waardoor Paulus en zijn collega’s tijdens hun beproeving werden geholpen.

  • Waardoor werden Paulus en zijn collega’s tijdens hun beproeving geholpen?

  • Hoe kunnen we volgens vers 11 mensen helpen die in moeilijkheden zitten? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: onze gebeden kunnen hulp bieden aan hen die in moeilijkheden zitten.)

  • Hoe kunnen onze gebeden iemand helpen die beproevingen ondergaat?

  • Hoe hebben de gebeden van anderen je tijdens je eigen beproeving geholpen?

Vat 2 Korinthe 1:12–24 samen en leg uit dat Paulus zich verheugde in wie de raad in zijn eerste brief ter harte had genomen. In de verzen 15–20 geeft Paulus zijn reactie op wie het hem kwalijk nam dat hij zijn plannen om hen te bezoeken had veranderd. Een aantal van Paulus’ critici schenen te beweren dat omdat Paulus zijn reisplannen had veranderd zij hem of zijn leringen niet meer konden vertrouwen. Paulus gaf aan dat de boodschap van het evangelie waar was, ongeacht de verandering in zijn plannen.

2 Korinthe 2

Paulus spoort de heiligen in Korinthe aan een zondaar te vergeven

Laat de cursisten denken aan een keer dat zij of iemand die zij liefhebben door iemand werd gekwetst of beledigd.

  • Waarom kan het moeilijk zijn die persoon vergiffenis te schenken?

Laat de cursisten bij hun studie van 2 Korinthe 2 naar leringen zoeken waardoor zij kunnen weten dat het belangrijk is alle mensen vergiffenis te schenken.

Herinner de cursisten eraan dat Paulus hen in de eerste brief aan de Korinthiërs had vermaand wegens hun ongehoorzaamheid en gebrek aan geloof. Laat een cursist 2 Korinthe 2:1–4 voorlezen. Laat de klas meelezen en zoeken naar wat Paulus hoopte dat de Korinthische heiligen over zijn vermaning zouden weten.

  • Waarvan wilde Paulus volgens vers 4 dat de heiligen over het motief van zijn vermaning zouden weten?

  • Hoe kan een vermaning of bestraffing het bewijs zijn van iemands liefde voor ons?

Vat 2 Korinthe 2:5–6 samen en leg uit dat Paulus over een kerklid schreef dat had gezondigd tegen andere kerkleden en hen had verdriet had gedaan. Daarom had de kerk deze man bestraft.

Laat een cursist 2 Korinthe 2:7–8 voorlezen. Vraag de klas hoe de heiligen volgens Paulus met deze man hoorden om te gaan.

  • Hoe moesten de heiligen deze man die hun zoveel droefheid had bezorgd, behandelen?

Leg uit dat, hoewel deze man had gezondigd, de waarde van zijn ziel groot is in de ogen van God (zie LV 18:10). Paulus spoorde de heiligen aan deze man vergiffenis te schenken, hem te troosten en lief te hebben om hem te helpen met zijn bekering.

Laat de cursisten 2 Korinthe 2:9–11 stil lezen en zoeken naar een andere reden waarom de heiligen anderen dienen te vergeven.

  • Wat is de andere reden dat we volgens wat Paulus in vers 10 de heiligen leerde anderen vergiffenis dienen te schenken? (De cursisten horen in hun eigen woorden de volgende waarheid uit te drukken: als we anderen geen vergiffenis schenken, behaalt Satan een voordeel op ons. U kunt de cursisten in overweging geven om die waarheid in vers 10 te markeren.)

Wijs erop dat anderen vergiffenis schenken niet wil zeggen dat de zondaar niet verantwoordelijk mag worden gehouden voor zijn of haar daden. Noch wil het zeggen dat we onszelf in een situatie plaatsen waarin mensen ons slecht kunnen blijven behandelen. Anderen vergiffenis schenken, wil eigenlijk zeggen dat we wie ons slecht behandelt heeft met liefde bejegenen en we geen gevoelens van wrok of boosheid voor hen koesteren. Ons is geboden alle mensen te vergeven. (Zie Gids bij de Schriften, ‘Vergeven’, scriptures.lds.org; LV 64:9–11.)

  • Hoe behaalt Satan volgens jou een voordeel op ons als we anderen niet vergeven?

Getuig hoe belangrijk het is om anderen vergiffenis te schenken. Laat de cursisten nadenken wie ze misschien vergiffenis moeten schenken. Laat hen een doel stellen om deze persoon te vergeven zodat Satan geen voordeel op hen zal behouden.

Leg uit dat we in 2 Korinthe 2:14 lezen dat Paulus God dankte ‘Die [hem] in Christus altijd [deed] triomferen’, zelfs op moeilijke momenten.

2 Korinthe 3

Paulus leert de heiligen in Korinthe dat zij meer zoals God worden als zij zich tot de Heer richten

Leg uit dat er tijdens de afwezigheid van Paulus uit Korinthe enkele valse leraren waren begonnen om zijn leringen tegen te spreken en dat zij Paulus in diskrediet probeerden te brengen door de bekeerlingen te vertellen dat zij nog steeds de wet van Mozes moesten onderhouden. Vat 2 Korinthe 3:1 samen en leg uit dat Paulus als reactie op wie hem in diskrediet probeerden te brengen de leden in Korinthe de retorische vraag stelde of zij een ‘aanbevelingsbrie[f]’ nodig hadden die van zijn karakter en legitimiteit als ware apostel van Jezus Christus getuigde. (Leg uit dat in de tijd van Paulus nieuwkomers in een gemeenschap aanbevelingsbrieven bij zich hadden. Deze brieven dienden ter introductie van de nieuwkomers en als een getuigenis van hun goede karakter.)

Laat een cursist 2 Korinthe 3:2–3 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat volgens Paulus als zijn aanbevelingsbrief diende.

  • Wat diende als Paulus’ aanbevelingsbrief? (De gewijzigde levens van de heiligen waren als een brief van Christus.)

  • Wat betekent de zinsnede ‘gekend en gelezen door alle mensen’ in vers 2? (Veel mensen zouden de kerk leren kennen en de waarachtigheid ervan beoordelen aan de hand van het persoonlijk gedrag en de voorbeelden van de kerkleden.)

Wijs op de zinsnede ‘niet op stenen tafelen, maar op tafelen van vlees, van de harten’ in vers 3 en leg uit dat in de tijd van Mozes de geboden op stenen tafelen waren geschreven. Paulus leerde de Korinthische heiligen dat de geboden door de macht van de Heilige Geest in hun hart waren geschreven.

Vat 2 Korinthe 3:5–13 samen en leg uit dat Paulus redeneerde dat als de oude wet van Mozes, die tenietgedaan zou worden, al heerlijk was, dan zou de heerlijkheid van het eeuwigdurende evangelieverbond nog groter zijn. Paulus herinnerde de heiligen in Korinthe eraan dat Mozes een doek over zijn gezicht droeg toen hij van de berg kwam nadat hij met de Heer op de berg Sinaï had gesproken, omdat de Israëlieten bang waren voor de heerlijkheid die zijn gezicht deed glanzen.

Laat een cursist 2 Korinthe 3:14–15 voorlezen en vraag de klas te zoeken naar de vergelijking die Paulus trok tussen de Israëlieten die bang waren voor de heerlijkheid die uitging van het gelaat van Mozes en de Joden in Paulus’ tijd.

  • Welke vergelijking trok Paulus tussen de Joden in zijn tijd en de Joden die eisten dat Mozes zijn gezicht bedekte?

  • Wat zouden de zinsneden ‘hun gedachten werden verhard’ in vers 14 en ‘[zij hadden] een bedekking op hun hart’ in vers 15 betekenen?

Laat een cursist 2 Korinthe 3:16–18 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Paulus beloofde dat de bedekking van misverstanden van het hart en de gedachten van de mensen zou wegnemen. Wijs erop dat in de Bijbelvertaling van Joseph Smith de zinsnede ‘wanneer het zich tot de Heer bekeert’ uit vers 16 wordt aangepast tot ‘wanneer het hart zich tot de Heer bekeert’ (Bijbelvertaling van Joseph Smith, 2 Korinthe 3:16).

  • Wat moesten de mensen doen volgens de Bijbelvertaling van Joseph Smith van 2 Korinthe 3:16 om de bedekking van misverstanden te laten wegnemen?

Schrijf op het bord: Wanneer we ons hart tot de Heer bekeren …

  • Wat gebeurt er volgens vers 18 met wie zich tot de Heer bekeren en van wie de bedekking van misverstanden wordt weggenomen? (Leg uit dat de zinsnede ‘worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid’ slaat op de geleidelijke verandering die we door de Geest ondergaan en die ons helpt om meer zoals God te worden.)

Vul de uitspraak op het bord aan zodat er staat: ‘Wanneer we ons hart tot de Heer bekeren, krijgen we de Geest, die ons geleidelijk helpt om meer zoals God te worden.’

  • Wat denk je dat het betekent om ons hart tot Jezus Christus te bekeren?

Geef de cursisten een minuut zodat ze in hun aantekenschrift of Schriftendagboek manieren kunnen opschrijven waarop mensen hun hart tot Jezus Christus kunnen bekeren. Geef een paar cursisten de kans om hun lijstje aan de klas mee te delen.

Laat de cursisten zich afvragen hoe de Geest hen of een kennis heeft veranderd. Vraag enkele cursisten om over hun ervaringen te vertellen.

Laat de cursisten bedenken wat ze beter zouden kunnen om meer zoals de Heer te worden. Vraag hen een doel te stellen om zich tot de Heer te bekeren zodat zij de Geest kunnen ontvangen en meer zoals God worden.

Toelichting en achtergrondinformatie

2 Korinthe 2:1–4. Kerkleiders vermanen kerkleden omdat ze hen liefhebben

President Young heeft uitgelegd dat de reden dat hij kerkleden vermaande was:

‘Soms kan ik bij veel broeders als streng overkomen. Ik vermaan ze af en toe; maar het is omdat ik wil dat ze zo leven dat de macht van God, zoals een vurige vlam, in hen zal verblijven en hen zal omgeven.’ (Discourses of Brigham Young, geselecteerd door John A. Widtsoe [1954], 115.)

2 Korinthe 2:5–11. Het belang van anderen vergiffenis schenken

2 Korinthe 2:5–11 geeft ons inzicht in Paulus’ liefde en mededogen. We weten niet of de overtreder waar Paulus het over had degene is die in 1 Korinthe 5:1 staat vermeld of een andere — misschien een van de valse leraren die Paulus en zijn leringen had tegengesproken. Paulus spoorde de kerkleden aan om de man te vergeven en hem te troosten zodat hij niet ‘door al te grote droefheid [werd] verteerd’ (2 Korinthe 2:7).

2 Korinthe 3:1–2. Sommigen beoordelen de kerk aan de hand van het voorbeeld dat de leden geven

‘Velen in de wereld dragen de kerk een warm hart toe vanwege de goede daden en dienstbetoon die zij waarnemen in het leven van de kerkleden (zie 2 Korinthe 3:2).

Paulus’ verklaring dat kerkleden zoals brieven ‘gelezen [worden] door alle mensen’ suggereert dat het persoonlijke gedrag van kerkleden de manier is waardoor velen de kerk leren kennen en haar waarachtigheid beoordelen. Net zoals een winkelier wordt beoordeeld aan de hand van de goederen die hij verkoopt, zo wordt de kerk — en soms zelf Jezus Christus — beoordeeld aan de hand van het leven dat wij leiden. Ouderling Bruce R. McConkie […] heeft gezegd: “In de ultieme zin is het evangelie niet op stenen tafelen of in Schriftuurlijke boeken geschreven, maar in het lichaam van trouwen en gehoorzamen; de heiligen zijn dus levende brieven van de waarheid, de boeken van wie het leven voor allen geopend is om te lezen.” (Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen [1965–73], 2:414.)’ (New Testament Student Manual [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2014], 395).

Afdrukken