Bibliotheek
Les 36: Markus 4–5


Les 36

Markus 4–5

Inleiding

Aan de oever van het Meer van Galilea onderwijst Jezus zijn discipelen door gelijkenissen. Op het meer kalmeert de Heiland een storm. Jezus laat zien dat Hij meer macht heeft dan demonen door ze uit een man te drijven. Als Hij in Kapernaüm is, geneest Hij een vrouw met bloedvloeiingen en wekt Hij het dochtertje van Jaïrus op uit de dood.

Lessuggesties

Markus 4

Jezus gebruikt gelijkenissen om over het koninkrijk van God te vertellen en kalmeert vervolgens een storm

Laat de cursisten zich de ernstigste storm voorstellen die ze ooit hebben meegemaakt. Laat een paar cursisten beknopt over hun ervaring vertellen.

  • Hoe kunnen we de problemen van het dagelijks leven met een storm vergelijken?

Zet de volgende woorden op het bord (laat voldoende ruimte over onder elk woord): Lichamelijk, Geestelijk, Mentaal, Sociaal. Stel de volgende vraag met betrekking tot elk woord op het bord:

  • Wat zijn enkele voorbeelden van lichamelijke (of geestelijke, mentale of sociale) stormen waar jongeren mee te maken hebben? (Noteer de antwoorden van de cursisten onder de desbetreffende woorden op het bord.)

Laat de cursisten tijdens het bestuderen van Markus 4–5 beginselen opzoeken waar ze tijdens de stormen van het leven iets aan kunnen hebben.

Vat Markus 4:1–34 samen door uit te leggen dat de Heiland aan de oever van het meer van Galilea verscheidene gelijkenissen aan de menigte vertelde.

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Markus 4:35–38 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken met welk probleem de discipelen te maken kregen toen ze het Meer van Galilea overstaken.

  • Wat was het probleem toen de Heiland en zijn discipelen het Meer van Galilea overstaken?

Leg uit dat het Meer van Galilea ruim 200 meter onder de zeespiegel ligt en aan drie kanten door bergen wordt omringd. Af en toe rollen er koele, droge winden van de bergen die botsen met de warme, vochtige lucht die boven het Meer van Galilea hangt. Dat kan plotselinge, hevige stormen veroorzaken — soms binnen enkele minuten — met hoge golven op dit relatief kleine meer.

Afbeelding
Het Meer van Galilea en de berg Arbel

Het Meer van Galilea en de berg Arbel

  • Wat voor invloed had de storm op het schip?

  • Als jullie in dergelijke omstandigheden op het schip zouden zitten, wat voor gedachten en gevoelens zou je dan hebben?

  • Wiens hulp riepen de discipelen op dat angstige moment in? Wat vroegen ze de Heiland?

  • In welke opzichten kunnen wij in de verleiding komen om tijdens onze stormen van het leven net als de discipelen van Jezus te reageren?

Laat een cursist Markus 4:39 voorlezen. Laat de andere cursisten meelezen en opzoeken hoe de Heiland reageerde toen de discipelen Hem om hulp smeekten. Vraag ze naar hun bevindingen. U kunt de cursisten adviseren om de woorden ‘Zwijg, wees stil’ en ‘grote stilte’ (vers 39) te markeren.

  • Als we op moeilijke momenten de hulp van de Heer inroepen, wat kan Hij dan voor ons doen? (Als de cursisten geantwoord hebben, zet u het volgende beginsel op het bord: Als wij de Heer op moeilijke of angstige momenten om hulp vragen, kan Hij ons gemoedsrust geven.)

  • In welke opzichten kunnen we de Heer op moeilijke of angstige momenten om hulp vragen? (We kunnen in de naam van Jezus Christus tot onze hemelse Vader bidden. Onze gebeden worden wellicht niet beantwoord zoals wij willen. Maar we worden wel met gemoedsrust gezegend als we de hulp van de Heer inroepen.)

Laat een cursist Markus 4:40–41 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de discipelen zich over Jezus afvroegen?

  • Als jullie bij de discipelen waren geweest, hoe zou je dan de vraag in vers 41 hebben beantwoord?

  • Hoe kan ons begrip van ‘Wie is deze toch?’ (verse 41) ons geloof in Jezus versterken en ons aanmoedigen om op moeilijke of angstige momenten zijn hulp in te roepen?

Laat de cursisten zo mogelijk de woorden van de lofzang ‘Meester, de stormwinden woeden’ (Lofzangen, nr. 71) doorlezen. Benadruk dat Jezus Christus niet alleen de kracht heeft om letterlijke stormen te stillen, maar ook de persoonlijke stormen in ons hart.

Laat enkele cursisten iets vertellen over een moment waarop ze tijdens een levensstorm de hulp van de Heer hebben ingeroepen, en Hij hun angst heeft weggenomen en hen heeft getroost.

U kunt de cursisten vragen in hun aantekenschrift of schriftendagboek te noteren hoe ze in moeilijke situaties de hulp van de Heer kunnen inroepen.

Markus 5:1–20

Jezus geneest een man door de demonen uit hem te verwijderen

Vat Markus 5:1–18 samen door uit te leggen dat Jezus een man genas die vol zat met ‘onreine’ of boze geesten. Toen deze onreine geesten uit hem verwijderd waren, gingen ze in een kudde varkens die zich vervolgens van een steile rots in de zee stortte. De man wilde toen in het schip stappen waar Jezus was.

Laat een cursist Markus 5:19–20 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de man volgens de Heiland moest doen.

  • Wat moest de man volgens de Heiland doen?

  • Hoe reageerde de man?

  • Welk beginsel kunnen we uit dit verhaal leren betreffende hetgeen we kunnen doen als we de kracht van de Heiland voelen? (Zorg ervoor dat de cursisten dit beginsel goed begrijpen: Wanneer we de kracht van de Heiland voelen, kunnen we van zijn zegeningen en barmhartigheid getuigen.)

Laat de cursisten overwegen hoe ze anderen kunnen helpen door van de zegeningen en barmhartigheid van de Heiland te getuigen.

Markus 5:21–43

Jezus geneest een vrouw die aan bloedvloeiingen lijdt en wekt het dochtertje van Jaïrus op uit de dood

Vraag een cursist de volgende uitspraak van ouderling Shayne M. Bowen van de Zeventig voor te lezen:

Afbeelding
Ouderling Shayne M. Bowen

‘Op 4 februari 1990 werd onze derde zoon en zesde kind geboren. We noemden hem Tyson. […]

‘Toen Tyson acht maanden oud was, slikte hij een stuk krijt in dat hij op het vloerkleed had gevonden. Het stuk krijt bleef vastzitten in zijn keel en hij stopte met ademen. Zijn oudere broer bracht Tyson naar boven en riep panisch: “De baby ademt niet. De baby ademt niet!” We begonnen met reanimeren en belden de ambulance.

De hulpverleners kwamen en raceten met Tyson naar het ziekenhuis. In de wachtkamer gingen we door met bidden en pleitten bij God voor een wonder. Schijnbaar na een eeuwigheid kwam de dokter in de wachtkamer en zei: “Het spijt me. We kunnen niets meer doen. Neem gerust de tijd.” Toen liep ze weg.’ (‘Want Ik leef en gij zult leven’, Liahona, november 2012, 16.)

  • Als Tyson jullie broertje was geweest, wat had je op dat moment dan gedacht of gedaan?

  • Hoe zou zo’n ervaring iemands geloof kunnen beproeven?

Laat een cursist Markus 5:21–24 voorlezen. Laat de cursisten meelezen en opzoeken hoe Jaïrus, een van de hoofden van de synagoge, een soortgelijke beproeving van zijn geloof meemaakte.

  • Waarom riep Jaïrus de hulp van de Heiland in?

Laat een cursist Markus 5:25–26 voorlezen en laat de rest van de klas opzoeken wie de hulp van de Heer ook nodig had.

Leg uit dat hoewel de verslagen in het Nieuwe Testament niet precies de aard van de ‘bloedvloeiingen’ aangeven (vers 25), we weten dat het voor haar een groot probleem was. En volgens de wet van Mozes was iemand met bloedvloeiingen onrein (zie Leviticus 15:19–33). Dat houdt waarschijnlijk in dat deze vrouw al twaalf jaar lang was verbannen en uitgesloten. De wanhoop van haar situatie blijkt uit het feit dat ze op zoek naar genezing ‘alles wat zij had’ (Markus 5:26) aan dokters had uitgegeven.

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Markus 5:27–34 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat deze vrouw deed om door de Heiland geholpen te worden.

  • Waaruit bleek het geloof van deze vrouw in Jezus Christus? (U kunt uitleggen dat de zinsnede ‘kwam van achteren de menigte in’ [vers 27] aangeeft hoe moeilijk het was om door de menigte bij de Heiland te komen.)

  • Wat kunnen we van dit verhaal leren over wat we moeten doen als we het verlangen hebben om genezen te worden? (Zorg ervoor dat de cursisten dit beginsel goed begrijpen: Als we door onze inspanningen laten zien dat we geloof in Jezus Christus hebben, kan Hij ons genezen.)

Leg uit dat genezing door geloof in Jezus Christus niet alleen afhankelijk is van onze inspanningen om tot Hem te komen, maar ook van Gods wil en timing.

Laat de cursisten Markus 5:35 doorlezen en de boodschap opzoeken die de Heiland voor Jaïrus had toen Hij was gestopt om deze vrouw te helpen.

  • Wat kreeg Jaïrus te horen?

  • Als jullie Jaïrus waren geweest, wat voor gedachten en gevoelens had je dan wellicht gehad?

Laat een cursist Markus 5:36 voorlezen en laat de rest van de klas opzoeken wat de Heiland tegen Jaïrus zei.

  • Wat zei de Heiland tegen Jaïrus om zijn geloof te sterken?

Om duidelijk te maken wat we van dit voorbeeld kunnen leren, zet u de volgende waarheid op het bord: Als we ons geloof in Jezus Christus oefenen, moeten we in Hem blijven geloven, ook in onzekere tijden.

  • Hoe kunnen we dit beginsel in ons leven toepassen?

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Markus 5:37–43 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat er met het dochtertje van Jaïrus gebeurde.

  • Wat voor wonder verrichtte de Heiland?

U kunt uw getuigenis geven van de macht van de Heiland om te zegenen en te genezen. Leg uit dat de Heiland soms de stormen in ons leven stilt door een probleem of angst weg te nemen. Op andere momenten neemt Hij onze beproeving niet weg, zoals in het voorbeeld van het overlijden van het zoontje van ouderling Bowen. Maar als we ons geloof in Jezus Christus oefenen, zal Hij ons in moeilijke tijden gemoedsrust geven.

Om ervoor te zorgen dat de cursisten begrijpen hoe we ondanks het resultaat van persoonlijke stormen ons geloof kunnen behouden, leest u het volgende getuigenis van ouderling Bowen voor. Laat de cursisten opletten hoe hij in staat was om ondanks het overlijden van zijn zoontje zijn geloof te behouden.

Afbeelding
Ouderling Shayne M. Bowen

‘Toen ik voelde hoe de schuld, de boosheid en het zelfmedelijden me bijna verteerden, bad ik dat mijn hart veranderd mocht worden. Door heel persoonlijke heilige ervaringen gaf de Heer me een nieuw hart, en hoewel het nog steeds een eenzame, pijnlijke tijd was, veranderde mijn perspectief volledig. Ik ontving de gave te weten dat ik niet bestolen was, maar dat mij een grote zegen wachtte als ik getrouw zou zijn. […]

‘Ik getuig dat […] “naarmate we ons meer op de verzoening van Jezus Christus verlaten, Hij ons onze beproevingen, ziekte en pijn [kan] helpen doorstaan. Dan kunnen we met vreugde, vrede en troost vervuld worden. Alles wat oneerlijk in het leven is, kan door de verzoening van Jezus Christus rechtgezet worden.” [Predik mijn evangelie: handleiding voor zendingswerk (2004), 52.]’ (‘Want ik leef’, 17.)

  • Wanneer hebben jullie of heeft iemand die je kent net als Jaïrus in een moeilijke tijd toch het geloof in Jezus Christus behouden? Welke zegeningen kwamen daaruit voort?

U kunt de cursisten hun getuigenis laten geven van de waarheden die in deze les zijn behandeld.

Toelichting en achtergrondinformatie

Markus 4:35–41. Jezus stilde de storm

President Howard W. Hunter heeft enkele belangrijke waarheden besproken over het verslag van Markus betreffende het stillen van de storm op het Meer van Galilea:

‘Ieder van ons heeft plotse stormen in zijn leven meegemaakt. Sommige stormen, die net als de storm op het Meer van Galilea tijdelijk zijn, kunnen wild, angstaanjagend en verwoestend zijn. Als individu, als gezin, als gemeenschap, als land en zelfs als kerk hebben we plotseling windstoten zien opsteken, waardoor we ons op de een of andere manier afvroegen: “Meester, bekommert U Zich er niet om dat wij vergaan?” En op de een of andere manier horen we in de stilte na de storm altijd: “Waarom bent u zo angstig? Hebt u dan geen geloof?”

‘Niemand van ons denkt graag dat hij geen geloof heeft, maar ik denk dat de berisping van de Heer hier grotendeels terecht is. Deze grote Jehova, op wie we beweren te vertrouwen en wiens naam we op ons genomen hebben, is Hij die gezegd heeft: “Laat er een gewelf zijn in het midden van het water, en laat dat scheiding maken tussen water en water!”(Genesis 1:6.) En Hij is ook diegene die gezegd heeft: “Laat het water dat onder de hemel is, in één plaats samenvloeien en laat het droge zichtbaar worden!”(Genesis 1:9.) Bovendien was Hij het die de wateren van de Rode Zee scheidde, waardoor de Israëlieten op droge grond konden oversteken. (Zie Exodus 14:21–22.) Het is daarom zeker geen verrassing dat Hij de elementen kon gebieden die het Meer van Galilea onstuimig maakten. En ons geloof dient ons eraan te herinneren dat Hij de woelige wateren in ons leven kan stillen.’ (‘Master, the Tempest Is Raging’, Ensign, november 1984, 33.)

Markus 5:30. ‘Kracht van Hem uitgegaan’

In sommige vertalingen van Markus 5:30 staat dat ‘deugd’ van Hem uitging toen Jezus de vrouw genas. In de originele Griekse tekst van het Nieuwe Testament is het woord dat met deugd is vertaald dynamis, wat ‘macht’ of ‘kracht’ betekent.

Markus 5:36. ‘Wees niet bevreesd, geloof alleen’

Een van de waarheden die in Markus 4–5 tot uitdrukking komt, is dat geloof en angst onverenigbaar zijn. In zowel Markus 4:40 als Markus 5:36 moedigde de Heiland de mensen aan om hun angst door geloof in Hem te vervangen. Uit deze verslagen leren we de belangrijke les dat we geloof in Jezus Christus moeten hebben en geen advies van onze angsten mogen aannemen.

In een toespraak tot leerkrachten van de kerkelijke onderwijsinstellingen heeft ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen tegen cursisten en leerkrachten gezegd: ‘Wees niet bevreesd, geloof alleen.’ Hij heeft ons toen aangemoedigd om volledig op God te vertrouwen en vol overtuiging te zeggen dat het evangelie van Jezus Christus ‘de zekerste, veiligste, betrouwbaarste en lonendste waarheid in de hemel en op aarde, in tijd en eeuwigheid is.’ Hij getuigde dat angsten, twijfels en onzekerheden overwonnen kunnen worden als we ons concentreren op de ‘majestueuze, eeuwige fundamentele waarheden die centraal staan in de grootsheid van de hele evangelieboodschap’ — zoals het heilsplan, de verzoening van Jezus Christus, het eerste visioen, de herstelling van het priesterschap en het Boek van Mormon — die niet opzij geschoven of volledig verworpen mogen worden door mensen die zich druk maken over onderdelen van het geheel die van veel minder belang zijn.’ (Zie ‘Wees niet bevreesd, geloof alleen’ [Een avond met ouderling Jeffrey R. Holland, 6 februari 2015], lds.org/broadcasts.)

Ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende gezegd over het overwinnen van onze angsten door geloof in de Heer:

‘Problemen, moeilijkheden, vragen, twijfels — ze horen bij een sterfelijk leven. Maar we staan er niet alleen voor. Als discipel van de Heer Jezus Christus staan ons grote geestelijke reservoirs van licht en waarheid ter beschikking. Angst en geloof kunnen niet tegelijk in ons hart verblijven. In onze moeilijke tijden kiezen wij de weg van geloof. Jezus heeft gezegd: “Wees niet bevreesd, geloof alleen” [Markus 5:36].’ (‘U weet genoeg’, Liahona, november 2008, 14.)

Afdrukken