Bibliotheek
Thuisstudieles: Mattheüs 18:1–22:26 (unit 5)


Thuisseminarieles

Mattheüs 18:1–22:26 (unit 5)

Lesmateriaal voor de thuisseminarieleerkracht

Samenvatting van dagelijkse thuisseminarielessen

De volgende samenvatting van de leerstellingen en beginselen die de cursisten bij hun studie van Mattheüs 18:1–22:26 (unit 5) geleerd hebben, is niet bedoeld om als onderdeel van uw les te worden behandeld. Uw les richt zich op slechts enkele van deze leerstellingen en beginselen. Volg de indrukken van de Heilige Geest terwijl u nadenkt over de behoeften van uw cursisten.

Dag 1 (Mattheüs 18–20)

Uit de gelijkenis van de onbarmhartige knecht leerden de cursisten dat als we willen dat God ons vergeeft, wij bereid dienen te zijn anderen te vergeven. Ze leerden ook over de heiligheid van het huwelijk.

Dag 2 (Mattheüs 21:1–16)

De cursisten bestudeerden de triomfale intocht van de Heiland in Jeruzalem en leerden dat als we openlijk over Jezus Christus spreken en Hem erkennen, we anderen kunnen helpen meer over Hem te willen leren. Ze behandelden de tempelreiniging en leerden dat het huis van de Heer een heilige plek is en dat Hij verlangt dat we het met eerbied behandelen. Zij leerden tevens dat de Heer ons kan genezen als we naar de tempel gaan.

Dag 3 (Mattheüs 21:17–22:14)

De cursisten leerden dat de Heiland een vijgenboom vervloekte en dat Hij in de tempel predikte door middel van gelijkenissen. Ze leerden dat we onze hemelse Vader moeten gehoorzamen en ons bekeren van onze zonden in plaats van alleen te zeggen of voor te wenden dat we Hem gehoorzamen, als we het koninkrijk van God willen binnengaan. De cursisten leerden ook dat we als lid van de Kerk van Jezus Christus verantwoordelijkheid dragen om vruchten van gerechtigheid voort te brengen.

Dag 4 (Mattheüs 22:15–46)

De cursisten leerden dat Jezus zijn onderricht aan de tempel voortzette en het volk leerde dat de Heer van ons verwacht dat we goede burgers zijn en de wetten van het land gehoorzamen. De Heiland heeft gezegd dat wie niet aan zijn of haar huwelijkspartner verzegeld is door de macht van het priesterschap tijdens zijn of haar leven of in plaatsvervangende verordeningen in de tempel, niet gehuwd zal zijn in de toekomstige wereld. De cursisten leerden dat als we God werkelijk liefhebben en onze naaste liefhebben als onszelf, we ernaar zullen streven al Gods geboden te onderhouden.

Inleiding

Deze les kan de cursisten duidelijk maken hoe belangrijk het is heilige verbonden met God te sluiten en na te komen. Zij kunnen eveneens leren hoe belangrijk het is zich te verheugen als anderen zegeningen van God ontvangen.

Lessuggesties

Mattheüs 19:28–20:16

Jezus leer over het eeuwige leven en vertelt de gelijkenis van de arbeiders in de wijngaard.

Laat een cursist naar voren komen. Zeg tegen de cursist dat hij of zij een kleine beloning krijgt (bv. tien snoepjes) als hij of zij tien keer kan opdrukken. Als de cursist tien keer kan opdrukken, geeft u hem of haar de beloning en u laat een andere cursist naar voren komen. Laat de cursist één keer opdrukken en vraag dan aan de klas welke beloning deze cursist volgens hen dient te ontvangen. Laat de twee cursisten weer naar hun plaats terugkeren. Laat de cursisten weten dat de tweede cursist zijn of haar beloning later zal ontvangen en dat die gebaseerd zal zijn op wat de klas uit de Schriften heeft geleerd.

Toen Jezus onderwees in het gebied van Judea vroeg Petrus welke beloning discipelen zouden ontvangen voor het opgeven van hun wereldse bezittingen toen ze de Heiland waren gevolgd.

Laat een cursist Mattheüs 19:28–30 voorlezen. Laat de klas letten op het antwoord van de Heiland aan Petrus.

  • Wat staat er in vers 29 over de erfenis van zij die alles achterlaten om de Heiland te volgen?

Leg uit dat de Heiland zijn discipelen een gelijkenis vertelde die hen hielp begrijpen dat onze hemelse Vader al zijn kinderen de mogelijkheid wil geven om het eeuwige leven te ontvangen. In deze gelijkenis huurt een man op verschillende momenten doorheen de dag arbeiders in om in zijn wijngaard te werken. Leg indien nodig uit dat een normale werkdag in nieuwtestamentische tijden begon om 6.00 u en eindigde om 18.00 u, met kleine aanpassingen volgens het seizoen.

Zet het volgende op het bord of op een uitreikblad.

Arbeiders (Begintijd)

Overeengekomen salaris

Aantal gewerkte uren

Betaald bedrag

Vroeg in de morgen (6.00 u)

Het derde uur (9.00 u)

Het zesde uur (12.00 u)

Het negende uur (15.00 u)

Het elfde uur (17.00 u)

Vraag de cursisten in groepjes te werken. Laat hen Mattheüs 20:1–7 lezen in hun groepje en opzoeken hoe lang elke groep arbeiders werkte en welk loon ze daarvoor kregen. (Leg uit dat ‘een penning’ verwijst naar een denarius, een Romeinse munt die ongeveer de waarde van een dagloon had.)

Als de tijd om is, vraagt u een paar cursisten naar voren te komen en de eerste twee kolommen in te vullen (of laat ze de kolommen invullen op het uitreikblad).

  • Wie zou volgens jou het hoogste loon moeten krijgen?

Vraag een cursist Mattheüs 20:8-10 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opletten wat elke groep arbeiders kreeg.

  • Welk loon kreeg elke groep arbeiders? (Zet na de antwoorden van de cursisten 1 penning in elk vakje van de kolom ‘Betaald bedrag’.)

  • Als je een arbeider was die de hele dag had gewerkt, wat zou je er dan van denken dat je hetzelfde loon had gekregen als de arbeiders die slechts één uur hadden gewerkt?

Laat een cursist Mattheüs 20:11–14 voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en op te letten wat de arbeiders die een hele dag hadden gewerkt, zeiden tegen de heer van de wijngaard en wat hij tegen hen zei.

  • Waarover klaagden de arbeiders die de hele dag hadden gewerkt?

  • Wat antwoordde de heer van de wijngaard?

  • Waarom waren de arbeiders die de hele dag hadden gewerkt niet onrechtvaardig (of eerlijk) behandeld door de heer van de wijngaard?

Om de cursisten te helpen een waarheid uit deze gelijkenis te halen, legt u uit dat het loon ter waarde van een penning het eeuwigdurende of eeuwige leven voorstelt, zoals vermeld in Mattheüs 19:29. Zet de volgende onvolledige uitspraak op het bord: God geeft het eeuwige leven aan allen die …

  • Als de beloning het eeuwige leven voorstelt in deze gelijkenis, waarvoor staat de arbeid dan? (De cursisten kunnen uiteenlopende antwoorden geven, maar zorg ervoor dat dit beginsel duidelijk is: de arbeid in deze gelijkenis staat voor het sluiten en naleven van verbonden met God. Zet na de antwoorden van de cursisten de volgende waarheid op het bord: God geeft het eeuwige leven aan allen die ervoor kiezen heilige verbonden met Hem te sluiten en na te leven.)

Wijs erop dat deze waarheid ons helpt te begrijpen hoe barmhartig onze hemelse Vader is tegenover mensen die pas op latere leeftijd verbonden sluiten of naleven en tegenover mensen die daar pas aan toekomen na hun dood (zie LV 137:7–8).

  • Waarom is het volgens jou belangrijk om te weten dat God het eeuwige leven geeft aan allen die ervoor kiezen heilige verbonden met Hem te sluiten en na te komen, wanneer ze dat ook doen?

Herinner de cursisten aan hun klasgenoot die slechts één push-up deed en stel de vraag:

  • Welke beloning hoort deze cursist volgens jou te krijgen voor die ene push-up? (Geef de cursist dezelfde beloning als de cursist die er tien deed.)

Laat een cursist Mattheüs 20:15–16 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten hoe de heer van de wijngaard reageerde op degenen die klaagden over zijn goedheid tegenover de andere arbeiders.

  • Wat bedoelde de heer van de wijngaard volgens jou toen hij vroeg: ‘Bent u afgunstig, omdat ik goed ben?’ (vers 15)

Leg uit dat ouderling Jeffrey R. Holland van het quorum der Twaalf Apostelen deze vraag zo verwoordde: ‘Waarom zou u jaloers zijn omdat ik verkies mild te zijn?’ (‘De arbeiders in de wijngaard’ Liahona, mei 2012, p. 31).

  • Wat betekenen de woorden in vers 16 dat ‘velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren’? (Geroepen zijn, betekent dat iemand wordt uitgenodigd deel te nemen aan het werk van onze hemelse Vader. Uitverkoren zijn, betekent het ontvangen van zijn zegeningen — zoals de zegening van het eeuwige leven. Zie ook LV 121:34–40.)

  • Welk beginsel halen we uit vers 16? (Mogelijke antwoorden: Als we ervoor kiezen jaloers te zijn op de zegeningen die onze hemelse Vader anderen geeft, kunnen we de zegeningen die Hij ons wil geven, verliezen.)

Lees de volgende uitspraak van ouderling Jeffrey R. Holland voor en laat de cursisten nadenken hoe ze geneigd kunnen zijn jaloers te zijn op de zegeningen die onze hemelse Vader anderen geeft:

Afbeelding
Ouderling Jeffrey R. Holland

‘Er zullen momenten in ons leven komen waarin iemand een onverwachte zegen krijgt of bijzondere lof krijgt toegezwaaid. Ik verzoek u dringend u niet gekwetst te voelen — en zeker niet jaloers te zijn — als het geluk iemand anders toelacht. Wij hoeven ons zeker niet minder te voelen als het een ander voor de wind gaat. We doen niet mee aan een wedstrijd wie het meeste geld of de meeste talenten heeft, wie het mooiste is, en ook niet wie het meest gezegend is. De wedstrijd waaraan we wél meedoen, is de wedstrijd tegen zonde. […]

Begeren, pruilen of anderen afkraken, voegt niets toe aan uw status, noch gaat uw zelfbeeld erop vooruit als u iemand hekelt. Wees dus mild en dankbaar dat God goed is. Zo leidt u een gelukkig leven.’ (‘De arbeiders in de wijngaard’, 31, 32.)

Getuig van de waarheden die de cursisten hebben besproken bij hun studie van de gelijkenis van de arbeiders in de wijngaard.

Zet de volgende uitspraak op het bord. Laat de cursisten de volgende zin in hun aantekenschrift of Schriftendagboek vervolledigen: Gebaseerd op wat ik heb geleerd uit deze gelijkenis, zal ik …

Na enige tijd laat u enkele cursisten die dat willen, vertellen wat ze genoteerd hebben.

Volgende unit (Mattheüs 23:1–26:30)

Als voorbereiding op de volgende unit kunt u de cursisten laten nadenken over de beste manier om zich voor te bereiden op de wederkomst van de Heer. Welke waarheden leerde Jezus Christus door middel van de gelijkenissen van de tien meisjes, de talenten, en de schapen en de bokken? Welke verordening stelde de Heiland in de plaats van het Pascha? Laat de cursisten de komende week zoeken naar antwoorden op deze vragen.

Afdrukken