Bibliotheek
Les 153: Openbaring 4–5


Les 153

Openbaring 4–5

Inleiding

De apostel Johannes ziet dat verheerlijkte wezens onze hemelse Vader op zijn troon aanbidden. Johannes ziet ook een boek dat met zeven zegels is verzegeld. En hij ziet het Lam, ofwel Jezus Christus, die waardig is om het boek te openen.

Lessuggesties

Openbaring 4

Johannes ziet verheerlijkte wezens die onze hemelse Vader aanbidden

U kunt ‘Glorie zij God de Heer’ (Lofzangen, nr. 39) als openingslofzang zingen, of een andere lofzang waarin God wordt geprezen.

Laat de cursisten zich voorstellen dat ze zich in het celestiale koninkrijk bevinden. Laat enkele cursisten beschrijven hoe het celestiale koninkrijk er volgens hen uitziet.

Leg uit dat de apostel Paulus in Openbaring 4–5 een visioen van een deel van het celestiale koninkrijk beschrijft. Laat een vrijwilliger naar het bord komen om te tekenen. Laat enkele cursisten om de beurt een vers uit Openbaring 4:1–8 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Johannes zag. Terwijl de verzen worden voorgelezen, tekent de vrijwilliger wat Johannes zag. Het voorlezen moet wellicht enkele malen onderbroken worden zodat de cursist die tekent voldoende tijd heeft om elk deel van de tekening af te maken. (Laat de vrijwilliger uit respect voor onze hemelse Vader de persoon op de troon [vers 2] niet tekenen. Als u wilt, kunt u ook meerdere cursisten laten tekenen.)

Leg uit dat ‘in geestvervoering’ (vers 2) betekent dat we door de Geest omhuld een openbaring of visioen kunnen ontvangen. Licht toe dat ‘jaspis’ in vers 3 een gekleurde steen of diamant kan voorstellen en dat ‘sardius’ (vers 3) een edelsteen is die meestal rood of roodachtig oranje is.

Leg uit dat we door hedendaagse openbaring meer over het visioen van Johannes weten. De Heer heeft bijvoorbeeld de openbaring in Leer en Verbonden 77 gegeven, nadat de profeet Joseph Smith Hem had gevraagd om enkele van de symbolen en gebeurtenissen in Openbaring 1–11 uit te leggen.

Deel de klas op in groepjes van twee of drie en geef elk groepje een kopie van het volgende uitreikblad. Laat de cursisten in elk groepje de kruisverwijzingen voorlezen en op het uitreikblad aanvullende gegevens noteren over wat Johannes in zijn visoen zag.

Afbeelding
handout, Revelation 4

Openbaring 4

Het Nieuwe Testament — boek voor de seminarieleerkracht, les 153

Wat Johannes zag

Kruisverwijzing

Aanvullende informatie

Troon (Openbaring 4:2–3)

Leer en Verbonden 137:1–4

Vierentwintig ouderlingen met gouden kronen (Openbaring 4:4)

Leer en Verbonden 77:5

Zeven Geesten van God (Openbaring 4:5)

 [Uit de bijbelvertaling van Joseph Smith] […] Dit zijn de zeven dienstknechten van God.

Een Glazen zee (Openbaring 4:6)

Leer en Verbonden 77:1; 130:6–9

Vier dieren (Openbaring 4:6–7)

Leer en Verbonden 77:2–3

Beest met zes vleugels en veel ogen (Openbaring 4:8)

Leer en Verbonden 77:4

Als de cursisten voldoende tijd hebben gehad, laat u ze vertellen wat ze hebben gevonden. Zo nodig kunt u de volgende antwoorden gebruiken om een en ander te verduidelijken of het begrip van de cursisten te vergroten: God zit op een troon in het celestiale koninkrijk; de 24 ouderlingen met kronen zijn getrouwe ouderlingen die bij de zeven gemeenten horen; de zeven geesten zijn zeven dienstknechten; de glazen zee is de aarde in haar verheerlijkte, celestiale staat; de vier dieren zijn klassen (of soorten) wezens; de ogen van de dieren vertegenwoordigen veel licht en kennis; en de vleugels van de dieren zijn de kracht om te bewegen en te handelen.

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Openbaring 4:8–11 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de mensen rond onze hemelse Vader zeiden en deden.

  • Wat zeiden de mensen rond onze hemelse Vader over Hem? Wat deden ze?

  • Wat vertegenwoordigen de ouderlingen die hun kroon voor onze hemelse Vader neerwierpen? (Mogelijke antwoorden: hun erkenning van de grootsheid van onze hemelse Vader; hun erkenning dat ze hun verhoging aan Hem te danken hebben; en hun eerbied, verering en onderworpen toewijding aan Hem.)

  • Welk beginsel kunnen we uit deze teksten leren over de invloed van de grootsheid van onze hemelse Vader? (De cursisten kunnen verschillende woorden gebruiken, maar moeten het volgende beginsel vinden: als wij de grootsheid van onze hemelse Vader herkennen, willen we Hem aanbidden en prijzen.)

  • Hoe kunnen we de grootsheid van onze hemelse Vader herkennen?

Openbaring 5

Johannes ziet een boek dat met zeven zegels is verzegeld, en het Lam dat het boek mag openen

Laat enkele cursisten beurtelings een vers uit Openbaring 5:1–4 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Johannes in de hand van onze hemelse Vader zag.

  • Wat zag Johannes in de hand van onze hemelse Vader? (Een boek, of boekrol, met zeven zegels.)

Leg uit dat belangrijke documenten vroeger met klei of was werden verzegeld. Alleen de eigenaar van het document en de persoon met toestemming van de eigenaar mochten het zegel verbreken en de tekst lezen.

  • Waaraan moest de persoon volgens vers 2 voldoen om het boek te mogen openen?

Laat de cursisten Leer en Verbonden 77:6–7 doorlezen en de betekenis van het boek en de zegels opzoeken.

  • Wat bevat het boek?

Leg uit dat de periode van zevenduizend jaar verwijst naar de tijd sinds de val van Adam en Eva. Het boek verwijst niet naar de daadwerkelijke leeftijd van de aarde, waaronder de scheppingsperioden.

  • Wat vertegenwoordigen de zeven zegels volgens Leer en Verbonden 77:7? (Zeven periodes van duizend jaar van het bestaan van de aarde, vanaf de val van Adam tot aan het eind van het millennium.)

Leg uit dat in het licht van de betekenis en de zegels van het boek, toen het erop leek dat niemand het boek mocht openen, Johannes wellicht dacht dat de wil en de werken van God niet geopenbaard of uitgevoerd zouden worden.

  • Wat zou er met de kinderen van onze hemelse Vader gebeuren als zijn plan voor hun eeuwig heil niet uitgevoerd kon worden?

Vraag een cursist Openbaring 5:5–7 voor te lezen. U kunt de cursist ook vers 6 in de Bijbelvertaling van Joseph Smith (in de Gids bij de Schriften) laten voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken waarom Johannes niet mocht huilen. U wilt wellicht uitleggen dat horens in de Schriften vaak een symbool van macht of gezag zijn. Ogen kunnen licht en kennis voorstellen. En het getal twaalf kan goddelijk bestuur of goddelijke organisatie, ofwel het priesterschap, voorstellen.

  • Waarom mocht Johannes niet huilen?

  • Wat zegt de titel die in Openbaring 5:6 voor Jezus Christus gebruikt wordt over Hem? (Hij was het Offerlam dat de verzoening van Gods kinderen tot stand bracht. [Zie ook Jesaja 53:7; 1 Korinthe 5:7; 1 Petrus 1:18–19.] U moet wellicht uitleggen dat ‘een lam als geslacht’ [Openbaring 5:6] naar het Lam verwijst dat de tekens van de slachting heeft. Leg uit dat Johannes de Doper de Heiland ‘het Lam van God’ noemde [Johannes 1:29, 36].)

Laat een cursist Openbaring 5:8–10 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe de wezens rondom de troon van onze hemelse Vader het Lam prezen. U wilt wellicht uitleggen dat met ‘schalen vol reukwerk’ (vers 8) schalen met wierook bedoeld werden.

  • Hoe prezen deze wezens het Lam, ofwel Jezus Christus?

  • Wat kunnen wij over Jezus Christus leren naar aanleiding van wat Johannes over het Lam hoorde en zag? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient als volgt te zijn: Jezus Christus is de enige die ons kan verlossen.)

  • Waarom is Jezus Christus de enige die ons kan verlossen?

  • Wat zullen de mensen die door Jezus Christus verlost worden volgens vers 10 worden? (Koningen en priesters, koninginnen en priesteressen. [Zie Bruce R. McConkie, Mormon Doctrine, 2e editie (1966), 613.])

Laat de cursisten zich afvragen wat het heilsplan van onze hemelse Vader en de rol van de Heiland in dat plan voor hen betekenen. Laat de cursisten hun gedachten en gevoelens in hun aantekenschrift of Schriftendagboek noteren. Zeg dat ze later in de les de kans krijgen om te vertellen wat ze hebben opgeschreven.

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Openbaring 5:11–14 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe anderen aan de aanbidding en lofprijzing van Jezus Christus en onze hemelse Vader deelnamen.

  • Nadat het Lam het boek uit de hand van onze hemelse Vader had genomen, waarom aanbaden en prezen de verheerlijkte wezens en alle schepsels Hen? (De wezens herkenden de goedheid van onze hemelse Vader en Jezus Christus en waren dankbaar voor de rol van het Lam in het plan van onze hemelse Vader.)

  • Wat kunnen we leren over wat ons ertoe kan aanzetten om net als de wezens die Johannes zag onze hemelse Vader en Jezus Christus te aanbidden en te prijzen? (De cursisten kunnen verschillende woorden gebruiken, maar zorg ervoor dat ze het volgende beginsel vinden: als wij dankbaar zijn voor hetgeen onze hemelse Vader en Jezus Christus voor ons hebben gedaan, krijgen we het verlangen om Hen te aanbidden en te prijzen.)

Leg uit dat de verheerlijkte wezens en alle schepsels onze hemelse Vader en Jezus Christus zingend aanbaden. Wij zingen ook lofzangen om Hen te aanbidden en te prijzen. Zing met de klas ‘Zingt, schepselen van onze Heer’ (Lofzangen, nr. 38) of een andere lofzang waarin God wordt geprezen of verheerlijkt. Laat de cursisten zich afvragen wat het verband tussen de lofzang en Openbaring 5:9–14 is.

  • Wat zijn naast muziek nog meer manieren om onze hemelse Vader en Jezus Christus te aanbidden?

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen. Laat de klas opletten wat hij over aanbidding zegt:

Afbeelding
Ouderling Bruce R. McConkie

‘Ware en volmaakte aanbidding bestaat uit het volgen van de Zoon van God. We moeten de geboden onderhouden en doen wat de Vader van ons verwacht. Dan kunnen we van genade op genade vooruitgang maken totdat we in Christus verheerlijkt worden zoals Hij in de Vader verheerlijkt is. Aanbidding is veel meer dan bidden, preken en zingen. We moeten leven, doen en gehoorzamen. We moeten net als ons grote Voorbeeld leven.’ (‘How to Worship’, Ensign, december 1971, 130.)

  • Wat voegen de leringen van ouderling McConkie toe aan ons begrip van de manier waarop we onze hemelse Vader en Jezus Christus kunnen aanbidden?

  • Hoe worden we gezegend als we onze hemelse Vader en Jezus Christus aanbidden en prijzen?

  • Waarom willen jullie onze hemelse Vader en Jezus Christus aanbidden en prijzen? (Laat enkele cursisten iets over de gedachten en gevoelens vertellen die ze eerder hebben opgeschreven.)

U kunt iets over uw gevoelens jegens onze hemelse Vader en Jezus Christus vertellen en uitleggen waarom u Hen gewillig aanbidt.

Laat de cursisten over de volgende vraag nadenken en het antwoord in hun aantekenschrift of Schriftendagboek noteren:

  • Wat zou je nog meer kunnen doen om onze hemelse Vader en Jezus Christus te aanbidden?

Als de cursisten voldoende tijd hebben gehad, moedigt u hen aan om toe te passen wat ze hebben opgeschreven.

Toelichting en achtergrondinformatie

Openbaring 4–5. De symboliek van wat Johannes zag

Zie pagina 541 van New Testament Student Manual (lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2014) voor meer inzicht in de vier dieren (Openbaring 4:6–9), de titels ‘Leeuw Die uit de stam van Juda is’ en ‘Wortel van David’ (Openbaring 5:5), en de rol van de Heiland als Lam van God (Openbaring 5:6–14).

Openbaring 4:3. ‘En Hij Die [op de troon] zat, zag eruit als de stenen jaspis en sardius’

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd waarom Johannes de stenen jaspis en sardius heeft genoemd (zie Openbaring 4:3):

‘In een poging om voor het sterfelijke begrip de grootsheid, heerlijkheid en schoonheid van de Almachtige te beschrijven, vergelijkt Johannes zijn uiterlijk met edelstenen en halfedelstenen. De jaspis is volgens uitleggers waarschijnlijk een diamant […]

‘[…] Hoe kunnen sterfelijke profeten de woorden vinden om hun medestervelingen duidelijk te maken hoe prachtig en bovenzinnelijk mooi de eeuwige wereld van celestiale heerlijkheid is? Ze noemen regenbogen en juwelen, brandende vuurcirkels, brandende kolen waaruit bliksem voortkomt. Ze noemen donder en stemmen, het geluid van stromende rivieren en indrukwekkende weergaven van macht en schoonheid. En dat alles in een poging om in sterfelijke woorden weer te geven wat alleen door de macht van de Geest kan worden gezien en ervaren (Ezechiël 1 en 10; Jesaja 6). Maar loof de Heer omdat zij die pogingen hebben ondernomen, zodat zij die niet hebben gezien en gehoord een kleine hoeveelheid kennis mogen ontvangen van wat achter de vensters van de hemel schuilgaat.’(Doctrinal New Testament Commentary, 3 vols. [1965–1973], 3:464–466.)

Openbaring 4:6. ‘Een glazen zee’

De profeet Joseph Smith heeft het volgende over de ‘glazen zee’ gezegd (Openbaring 4:6):

‘Toen we aan tafel zaten, maakte ik tegen mijn gezin en vrienden de opmerking dat als de aarde eenmaal geheiligd was en als een glazen zee was geworden, zij één grote Urim en Tummim zou zijn, waarin de heiligen kunnen kijken en alles zien zoals het werkelijk is’ (History of the Church, 5:279).

President Brigham Young heeft het volgende gezegd:

‘Deze aarde wordt een celestiaal lichaam — als een glazen zee of een urim and tummim. En als we iets willen weten, kunnen we in de aarde kijken en alle eeuwigheden van God zien.’ (Journal of Discourses, 8:200; zie ook LV 88:17–20, 25–26; 130:6–9.)

Afdrukken