Bibliotheek
Inleiding tot de eerste algemene brief van Johannes


Inleiding tot de eerste algemene brief van Johannes

Waarom dit boek bestuderen?

In deze brief beschrijft Johannes de gevaarlijke verspreiding van afvallige invloeden in de kerk. Hij waarschuwde de heiligen dat ze niet in de duisternis maar in het veilige evangelielicht moesten wandelen. Als de cursisten 1 Johannes bestuderen, kunnen ze beter de valse leringen over Jezus Christus onderscheiden. En als ze de raad van Johannes volgen, kunnen ze dichter bij de Heer en de waarheid blijven. Daarnaast gaan de cursisten door hun studie van dit boek beter begrijpen hoeveel onze hemelse Vader van zijn kinderen houdt, wat tot uitdrukking komt in het offer dat zijn Zoon, Jezus Christus, voor alle mensen heeft gebracht.

Wie heeft dit boek geschreven?

‘In geen van de drie brieven noemt de schrijver zichzelf bij naam; maar door de traditie worden ze aan Johannes toegeschreven’, een van de oorspronkelijke apostelen. (Bible Dictionary, ‘John, Epistles of’.)

De schrijver van de brieven van Johannes was ooggetuige van de herrezen Heiland, wat zeker voor de apostel Johannes gold. (Zie 1 Johannes 1:1–4; 4:14.)

Wanneer en waar is het geschreven?

Het is niet duidelijk wanneer en waar 1 Johannes is geschreven. ‘Het is waarschijnlijk in het laatste deel van de eerste eeuw n.C. geschreven.

Johannes bracht het grootste deel van zijn jonge jaren in Palestina door. Het gebied stond na de verwoesting van Jeruzalem en de tempel in 70 n.C. erg vijandig tegenover christenen en Joden. Uit de geschiedenis blijkt dat Johannes zijn latere jaren wellicht in Efeze heeft doorgebracht. Als dat inderdaad het geval was, heeft hij de brief waarschijnlijk tussen 70 en 100 n.C. in Efeze geschreven.

Aan wie is de brief geschreven en waarom?

Het is niet duidelijk aan wie 1 Johannes is gericht, maar het lijkt erop dat Johannes aan de gelovigen schreef (zie 1 Johannes 1:3–4; 2:12–14), wellicht aan hen die in Klein-Azië woonden (het hedendaagse Turkije), waar sommige historische bronnen beweren dat Johannes daar wellicht aan het eind van de eerste eeuw n.C. heeft geleefd en gediend.

In die tijd hadden valse leraren verdeeldheid gezaaid onder de heiligen in dat gebied (zie 1 Johannes 2:18–19, 22, 26; 4:1), waardoor de afvalligheid zich door de kerk verspreidde. Vooral het docetisme werd populair als filosofie. Het docetisme maakte deel uit van een grotere beweging die gnosticisme wordt genoemd. Een kernleer in veel vormen van het gnosticisme was dat de geest volledig goed was, maar dat stoffelijke zaken, zoals het lichaam, volledig slecht waren.

Volgelingen van het gnosticisme geloofden dat het eeuwig heil niet door verlossing van zonde tot stand kwam, maar door het verlossen van de geest van stoffelijke zaken, namelijk het lichaam. Ze geloofden ook dat het eeuwig heil door speciale kennis (gnosis) werd bereikt en niet door geloof in Jezus Christus.

Volgelingen van het docetisme legden zoveel nadruk op de geestelijke aard van Jezus dat ze het denkbeeld verwierpen dat Hij met een stoffelijk lichaam op aarde was gekomen. Zij geloofden dat God onzichtbaar, onsterfelijk, alwetend en onstoffelijk was. Ze beschouwden de stoffelijke wereld en het stoffelijke lichaam als minderwaardig en goddeloos. Daarom geloofden ze dat Jezus, als de Zoon van God, niet de beperkingen van een mens kon hebben gehad. Volgens hen was Jezus niet letterlijk in het vlees geboren en had Hij geen tastbaar lichaam dat bloedde, leed, stierf en met een stoffelijk lichaam herrees. Het leek slechts of Hij dat deed. Docetisme is van het Griekse woord dokeō afkomstig, wat ‘schijnen’ of ‘lijken op’ betekent.

Hoewel deze valse leringen in 1 Johannes worden weerlegd, konden veel leden van de kerk ze niet helemaal loslaten. Deze en andere valse leerstellingen maakten deel uit van het begin van de grote afval.

Wat zijn enkele onderscheidende kenmerken van dit boek?

Als een van de oorspronkelijke apostelen van Jezus Christus was Johannes een bijzondere getuige van de herrezen Heiland. Johannes begon deze brief met zijn getuigenis dat hij Jezus Christus persoonlijk had gezien, gehoord en aangeraakt. Als verlengstuk van zijn eigen getuigenis moedigde Johannes zijn lezers aan om een goede relatie op te bouwen ‘met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus’ (1 Johannes 1:3). Liefde is het hoofdthema van de eerste brief van Johannes. Johannes onderstreepte dat zij die beweren God lief te hebben maar hun naasten niet liefhebben, leugenaars zijn (zie 1 Johannes 4:20–21).

Overzicht

1 Johannes 1–3 Johannes schrijft dat wij door gehoorzaamheid God kunnen leren kennen, een goede band met Hem kunnen hebben en meer op Hem kunnen gaan lijken. In de laatste dagen zullen er antichristen zijn. De liefde van de Heiland komt tot uitdrukking in zijn zoenoffer.

1 Johannes 4–5 Johannes moedigt de heiligen aan om zich af te vragen of een leraar wel van God is. God is liefde, en door zijn grote liefde voor ons heeft Hij zijn Zoon naar de aarde gestuurd. De mensen die God liefhebben, onderhouden zijn geboden. En de mensen die in Jezus Christus geloven en uit God wedergeboren worden, zullen de wereld overwinnen.

Afdrukken