Bibliotheek
Thuisseminarieles: Handelingen 20–Romeinen 7 (Unit 20)


Thuisseminarieles

Handelingen 20Romeinen 7 (Unit 20)

Lesmateriaal voor de thuisseminarieleerkracht

Samenvatting van dagelijkse thuisseminarielessen

De volgende samenvatting van de gebeurtenissen, leerstellingen en beginselen die de cursisten bij hun studie van Handelingen 20Romeinen 7 (unit 20) geleerd hebben, is niet bedoeld om als onderdeel van uw les te worden behandeld. Uw les richt zich op slechts enkele van deze leerstellingen en beginselen. Volg de ingevingen van de Heilige Geest terwijl u nadenkt over de behoeften van uw cursisten.

Dag 1 (Handelingen 20–22)

Uit de zendingsreizen van Paulus leerden de cursisten dat de ware dienstknechten van de Heer getrouw hun plicht nakomen en hierdoor vreugde voelen. Zij leerden ook dat de ware dienstknechten van de Heer bereid zijn Gods wil te doen, ongeacht hoe zwaar dat voor hen is. Uit het verslag van Paulus over zijn bekering leerden de cursisten dat we, als we naar de woorden van Jezus Christus luisteren, ons volledig kunnen bekeren.

Dag 2 (Handelingen 23–28)

Bij het bestuderen van het getuigenis van Paulus aan koning Agrippa leerden de cursisten dat we, als we ons bekeren en we ons tot God wenden, de macht van Satan in ons leven kunnen overwinnen, vergiffenis van onze zonden ontvangen en voor het celestiale koninkrijk in aanmerking komen. Zij vonden ook deze waarheid: om ons tot Jezus Christus te bekeren, moeten we besluiten het evangelie te geloven en het toegewijd naleven. Van het verslag van de reis van Paulus naar Rome, leren de cursisten dat als we trouw zijn, God ons kan helpen om beproevingen in zegeningen voor onszelf en anderen om te zetten.

Dag 3 (Romeinen 1–3)

Uit de brief van Paulus aan de Romeinse heiligen leerden de cursisten de volgende waarheden: als we een getuigenis verkrijgen dat het evangelie van Jezus Christus de macht heeft ons te verlossen, schamen we ons niet om met anderen over het evangelie te praten. Alle toerekeningsvatbare mensen zondigen en hebben de vergevensgezindheid van God nodig. Door getrouwe aanvaarding van de verzoening van Jezus Christus kunnen alle mensen gerechtvaardigd worden en het heil ontvangen.

Dag 4 (Romeinen 4–7)

Uit de leringen van Paulus aan de Romeinse heiligen leerden de cursisten dat we gerechtvaardigd worden door geloof en werken dankzij de genade. Zij bestudeerden ook de volgende waarheden: de doop door onderdompeling kan onze dood voor zonde en een hernieuwing van geestelijk leven symboliseren. Als we toegeven aan zonde, dan worden we slaven van de zonde. Als we ons ter beschikking aan God stellen, kunnen we vrij zijn van zonde en de gave van het eeuwig leven ontvangen.

Inleiding

Paulus werd, als gevangene, tijdens de winter naar het overzeese Rome gevoerd. Voor het vertrek gaf Paulus de waarschuwing dat de reis met ‘hinder en grote schade’ zou plaatsvinden (Handelingen 27:10). Tijdens een storm profeteerde Paulus dat hoewel het schip zou vergaan, de mensen allen zouden overleven. De profetie van Paulus ging in vervulling.

Lessuggesties

Handelingen 27

Paulus lijdt onderweg naar Rome schipbreuk

Zet de volgende uitspraken op het bord vóór de les begint. (Deze uitspraken staan in Voor de kracht van de jeugd [boekje, 2011], 4, 11, 16.)

‘Ga niet herhaaldelijk met dezelfde persoon uit.’

‘Laat je niet in met, kijk niet naar en neem niet deel aan iets wat hoe dan ook grof, onzedelijk, gewelddadig of pornografisch is.’

‘Als vrienden je aansporen om iets te doen wat verkeerd is, wees jij dan degene die pal staat voor het goede, ook als je er alleen voor staat.’

Laat een cursist de uitspraken op het bord voorlezen.

  • Waarom geven sommige jongeren geen gehoor aan deze waarschuwingen en raad?

Laat de cursisten in Handelingen 27 naar waarheden zoeken die het geloof versterken om de waarschuwingen en raad van de dienstknechten van de Heer op te volgen.

Herinner de cursisten eraan dat Paulus ten onrechte van verraad werd beschuldigd en werd gevangengezet. Hij beriep zich op zijn recht om in Rome door Caesar gehoord te worden, wat zijn recht als Romeins staatsburger was. Vat Handelingen 27:1–8 samen met de uitleg dat Paulus samen met andere gevangenen onder begeleiding van een Romeinse wacht per schip naar Rome werd gebracht. Na een zeiltocht van meerdere dagen kwamen zij aan in een haven op Kreta. Bij het vertrek uit de haven waarschuwde Paulus de opvarenden dat zij het beste de reis konden afbreken.

Laat een cursist Handelingen 27:9–10 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Paulus waarschuwde dat er zou gebeuren als hij met de anderen op het schip hun reis zouden voortzetten. U kunt erop wijzen dat het woord vastentijd zoals het in vers 9 wordt gebruikt, verwijst naar vrijwillig niet eten. In dit geval verwees ‘de vastentijd’ naar een joodse heilige dag die de dag van de verzoening werd genoemd. Die dag gaf het begin aan van het seizoen waarin reizen op de Middellandse Zee vanwege de krachtige stormen als onveilig werd beschouwd. De dag van verzoening lag meestal eind september of begin oktober.

  • Wat zou er volgens de waarschuwing en profetie van Paulus in Handelingen 27:10 gebeuren als zij hun reis voortzetten?

Laat een cursist Handelingen 27:11–12 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe de Romeinse hoofdman en de anderen op het schip op de waarschuwing van Paulus reageerden.

  • Waarom was het voor de hoofdman makkelijker om de kapitein en niet Paulus te geloven?

  • Waarom negeerden volgens vers 12 de meesten op het schip de waarschuwing die Paulus gaf?

Laat enkele cursisten beurtelings een vers uit Handelingen 27:13–21 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten wat er met het schip gebeurde toen het zijn reis naar Rome vervolgde.

  • Wat gebeurde er met het schip toen het zijn reis naar Rome vervolgde?

  • Wat vonden de opvarenden volgens vers 20 van hun situatie tijdens de storm?

  • Welk beginsel leren we uit vers 21 over de gevolgen als we de waarschuwingen en raad van de dienstknechten van de Heer in de wind slaan? (De strekking van het antwoord van de cursisten dient het volgende te omvatten: als we de waarschuwingen en raad van de dienstknechten van de Heer negeren, brengen we onszelf in gevaar. Zet dit beginsel op het bord. Leg uit dat het gevaar ook kan betekenen dat we zegeningen verbeuren die we anders zouden hebben ontvangen.)

Bespreek met de cursisten de redenen waarom de hoofdman en de anderen op het schip de waarschuwing en raad van Paulus negeerden (zie Handelingen 27:11–12).

  • Hoe kunnen mensen in deze tijd gelijkaardige uitvluchten geven als reden om de waarschuwingen en raad van de dienstknechten van de Heer te negeren?

Geef uit Voor de kracht van de jeugd of recente conferentietoespraken bijkomende voorbeelden van waarschuwingen of raadgevingen van de profeten waarvan u denkt dat deze voor uw cursisten van belang zijn.

  • In welke gevaren begeven mensen zich als zij zulke waarschuwingen en raad van de profeten negeren?

Laat een cursist Handelingen 27:22–26 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten wat Paulus de opvarenden vertelde.

  • Als jij je op een schip midden in een vreselijke storm bevond, welke woorden van Paulus zouden je dan troosten?

  • Wat zou er volgens de profetie van Paulus met het schip gebeuren?

Vat Handelingen 27:27–30 samen met de uitleg dat in de 14de nacht de bemanning vier ankers in de zee uitwierp om te vermijden dat het schip op de rotsen zou lopen. De bemanning begaf zich vervolgens naar de voorsteven en deed alsof ze daar meer ankers gingen uitwerpen. Zij waren echter van plan het schip te verlaten en in een sloep te vluchten omdat zij vreesden dat het schip zou zinken.

Laat een cursist Handelingen 27:31–32 voorlezen. Laat de klas meelezen en letten op de waarschuwing die Paulus de hoofdman en de soldaten gaf. Leg uit dat het woord zij in vers 31 slaat op de bemanningsleden die trachtten te vluchten.

  • Welke waarschuwing gaf Paulus de hoofdman en de soldaten?

  • Hoe reageerden de soldaten op de waarschuwing en raad van Paulus? (Zij gaven gehoor aan zijn waarschuwing en verhinderden de ontsnapping van de bemanningsleden door de touwen van de sloep te kappen en de sloep leeg weg te laten drijven.)

Vat Handelingen 27:33–44 samen met de uitleg dat Paulus voorstelde dat iedereen aan boord wat zou eten om aan te sterken. Later die dag liep het schip te pletter toen het naar land voer, maar iedereen kon veilig ontkomen. Herinner de cursisten aan de profetie van Paulus in Handelingen 27:22–26 waarin hij zegt dat niemand zou omkomen hoewel het schip zou verloren gaan.

  • Welk beginselen leren we uit dit verslag over de gevolgen als we naar de waarschuwingen en raad van de dienstknechten van de Heer luisteren? (De cursisten kunnen beginselen zoals de volgende noemen: als we gehoor geven aan de raad en waarschuwingen van de dienstknechten van de Heer, dan zal de Heer zijn beloften aan ons vervullen. Als we gehoor geven aan de raad en waarschuwingen van de dienstknechten van de Heer, dan kunnen we de gevaren die ons bedreigen overwinnen. Zet deze beginselen op het bord.)

Laat een cursist de volgende uitspraak van president Henry B. Eyring van het Eerste Presidium voorlezen om de cursisten de beginselen die zij in Handelingen 27 hebben gevonden beter te laten begrijpen:

Afbeelding
President Henry B. Eyring

‘Elke keer dat ik ervoor koos om niet meteen geïnspireerde raad op te volgen, of vond dat ik een uitzondering vormde, werd me duidelijk dat ik mezelf in gevaar had gebracht. Elke keer dat ik naar het advies van profeten luisterde, het in mijn gebed bevestigd werd en ik er gehoor aan gaf, merkte ik dat ik veilig was.’ (‘Finding Safety in Counsel’, Ensign, mei 1997, 25.)

  • Hoe heb jij door gehoor te geven aan de waarschuwingen en raad van de dienstknechten van de Heer gevaren kunnen overwinnen die je geestelijke en lichamelijke veiligheid bedreigden?

Laat de cursisten nadenken of zij waarschuwingen of raad van de dienstknechten van de Heer negeren of dat zij op de een of andere manier beter gehoor kunnen geven aan de waarschuwingen en raadgevingen die zij hebben ontvangen. Laat de cursisten een doel noteren om die raad beter op te volgen.

Volgende unit (Romeinen 81 Korinthe 6)

Leg aan de cursisten uit dat zij de komende week bij het bestuderen van Romeinen 8–16 en 1 Korinthe 1–6 over de wijze raad gaan leren die de apostel Paulus aan de Romeinse en Korinthische kerkleden gaf om hen in een goddeloze en roerige wereld dichter tot God te brengen. Laat hen naar antwoorden zoeken op de volgende vragen: waarom is ons lichaam als een tempel? Hoe horen kerkleden onderlinge verschillen op te lossen?

Afdrukken