De volgende samenvatting van de gebeurtenissen, leerstellingen en beginselen die de cursisten bij hun studie van 2 Korinthe 8–Efeze 1 (unit 24) geleerd hebben, is niet bedoeld om als onderdeel van uw les te worden behandeld. Uw les richt zich op slechts enkele van deze leerstellingen en beginselen. Volg de indrukken van de Heilige Geest terwijl u nadenkt over de behoeften van uw cursisten.
In deze les hebben de cursisten geleerd dat als we begrijpen wat de Heiland ons allemaal gegeven heeft, we bereidwilliger zullen zijn om anderen in onze middelen te laten delen. De cursisten hebben geleerd dat God van ons verwacht dat wij bereid zijn om te geven, ook als we niets te geven hebben. Daarnaast hebben de cursisten geleerd dat als we met een vreugdevol hart behoeftigen helpen, God ons overvloedig zal zegenen. En als we Gods vrijgevigheid herkennen, zullen we meer dankbaarheid jegens Hem hebben.
Van de leringen van Paulus over geestelijke strijd hebben de cursisten geleerd dat als we onze gedachten in gehoorzaamheid aan Jezus Christus beheersen, we meer succes zullen hebben in de oorlog tegen Satan. Van de leringen van Paulus over zijn eigen doorn in het vlees hebben de cursisten geleerd dat de Heer toestaat dat wij zwakheden en beproevingen ondergaan zodat we nederig zullen worden. De genade van Jezus Christus is voldoende om ons in onze zwakheden te sterken, en de Heer neemt onze moeilijkheden niet altijd weg, maar Hij zal ons sterken als we ze getrouw doorstaan.
Toen de cursisten de leringen van Paulus aan de Galaten bestudeerden, hebben ze geleerd dat Jezus Christus ware leerstellingen aan zijn profeten openbaart. De cursisten hebben ook geleerd dat iedereen die zijn of haar geloof in Jezus Christus oefent en het evangelieverbond sluit, één met Christus en een erfgenaam van God wordt. Ze zijn gaan begrijpen dat als we met de Geest door het leven gaan, we de verleidingen van het vlees zullen overwinnen; en als we ijverig goede werken verrichten, we de zegeningen van onze handelingen zullen ontvangen.
Uit het eerste hoofdstuk van de leringen van Paulus aan de heiligen in Efeze hebben de cursisten geleerd dat Gods kinderen al in het voorsterfelijk bestaan waren geordend om de zegeningen van het evangelie te ontvangen. Ze hebben ook geleerd dat alles uit de voorgaande bedelingen in de bedeling van de volheid der tijden hersteld zal worden, en dat we onze hemelse Vader door de geest van openbaring kunnen leren kennen.
Inleiding
De apostel Paulus moedigde de heiligen in Galatië aan om hun geloof in Jezus Christus te herstellen en erop te vertrouwen dat het eeuwig heil alleen door middel van Hem verkregen kan worden en niet door gehoorzaamheid aan de wet van Mozes.
Paulus moedigt de heiligen in Galatië aan om hun geloof in Jezus Christus te herstellen.
Afbeelding
drawing, tug-of-war
Teken een afbeelding van touwtrekken op het bord.
Wat is touwtrekken? Hoe kun je winnen?
In welke opzichten lijkt ons leven op touwtrekken?
Als de cursisten dat niet noemen, wijst u ze erop dat onze strijd tegen verleidingen een van de aspecten is die met touwtrekken vergeleken kan worden. Laat de cursisten bij hun studie van Galaten 5 waarheden opzoeken die aangeven hoe ze de strijd tegen verleidingen kunnen winnen.
Herinner de cursisten eraan dat Joodse christenen de heiligen in Galatië hadden misleid door te zeggen dat ze de wet van Mozes moesten naleven en besneden moesten worden om verlossing te ontvangen. De apostel Paulus beschreef deze valse leerstellingen over de wet van Mozes als een ‘juk van slavernij’ (Galaten 5:1).
Laat een cursist Galaten 5:1 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wie volgens Paulus vrijheid van dit juk van slavernij kan bieden.
Wie kan ons van dit juk van slavernij bevrijden?
Vat Galaten 5:2–15 samen door uit te leggen dat Paulus de heiligen in Galatië berispte omdat zij zich zo gemakkelijk lieten overhalen om de vrijheid van het evangelie van Jezus Christus los te laten en terug te keren naar de slavernij van de wet van Mozes. Hij verduidelijkte vervolgens dat volgelingen van Christus wel van de slavernij van de wet van Mozes bevrijd waren, maar dat ze niet de vrijheid hadden om zich aan zonde over te geven.
Laat een cursist Galaten 5:16–17 voorlezen. Laat de klas meelezen en de twee tegenovergestelde krachten benoemen die Paulus beschrijft.
Welke twee tegenovergestelde krachten beschreef Paulus?
Teken een schema op het bord door een verticale lijn door het midden van de afbeelding van het touwtrekken te trekken. Zet Wandel door de Geest boven de ene kant van het touwtrekken, en zet De begeerte van het vlees niet volbrengen boven de andere kant.
Wat betekent ‘Wandel door de Geest’?(Galaten 5:16.) (De Heilige Geest waardig zijn en Hem volgen.)
Wat wordt met ‘de begeerte van het vlees’ bedoeld (Galaten 5:16)? (Verleidingen om te zondigen.)
In welke opzichten staan die tegenover elkaar?
Welk beginsel kunnen we van Galaten 5:16 leren over de manier waarop we de verleidingen van het vlees kunnen overwinnen? (De cursisten kunnen verschillende woorden gebruiken maar moeten het volgende beginsel weergeven: als we door de Geest wandelen, zullen we de verleidingen van het vlees overwinnen. Zet dit beginsel op het bord.)
Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Melvin J. Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen. Laat de klas op de vraag letten die we volgens ouderling Ballard moeten overwegen.
Afbeelding
Ouderling Melvin J. Ballard
‘Alle aanvallen die de vijand van onze ziel op ons uitvoert, zijn op het vleselijke gericht. […] Hij besluipt ons door middel van vleselijke lusten, begeerten en verlangens van het vlees. Alle hulp die de Heer ons in deze strijd aanbiedt, komt tot de geest die in ons sterfelijke lichaam huist. Deze twee kolossale krachten oefenen hun invloed via deze twee kanalen op ons uit.
‘Hoe gaat het met jouw strijd? […] Dat is een uiterst belangrijke vraag. Het grootste conflict dat een man of vrouw kan hebben (en het kan me niet schelen hoeveel vijanden ze hebben) is de strijd die ze met zichzelf voeren.’ (‘Struggle for the Soul’, New Era, maart 1984, 35.)
Laat de cursisten zich afvragen aan welke kant van het touwtrekken zij zich bevinden, en welke kracht aan de winnende hand is.
Deel de klas op in groepjes van twee of drie cursisten. Laat de helft van de groepjes Galaten 5:19–21 samen opzeggen en de resultaten van ‘de lusten van het vlees’ opzoeken. Laat de andere helft van de groepjes Galaten 5:22–23 samen opzeggen en de resultaten van het wandelen ‘door de Geest’ opzoeken. Als ze klaar zijn met lezen, laat u een lid van elk groepje in de desbetreffende kolom op het bord een van hun antwoorden noteren. Laat ze antwoorden opschrijven totdat het schema weergeeft wat Paulus heeft geschreven. U kunt een woordenboek mee naar de klas nemen en een cursist vragen eventuele moeilijke woorden op te zoeken.
Wat zal er volgens Paulus in Galaten 5:21 gebeuren met de mensen die zich overgeven aan de ‘werken van het vlees’?(Galaten 5:19.)
Uit welke vruchten, of resultaten, blijkt volgens Galaten 5:22–23 of iemand door de Geest wandelt? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: de vruchten van de Geest zijn liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. U kunt de cursisten in overweging geven om die waarheid in hun Schriften te markeren.)
Vestig de aandacht van de cursisten op de vruchten van de Geest in het schema.
Waarom zijn die zegeningen de moeite waard?
Teken onder het schema een grote pijl naar de kant waar de begeerten van het vlees staan vermeld. Laat de cursisten zich voorstellen dat we bij het denkbeeldige touwtrekken toestaan dat we naar de begeerten van het vlees worden getrokken.
Wat gebeurt er met de vruchten van de Geest als we toegeven aan de begeerte van het vlees? (Dan raken we de vruchten van de Geest kwijt.)
Wis de pijl uit en teken een andere pijl naar de vruchten van de Geest. Laat de cursisten zich voorstellen dat we nu toestaan dat we naar deze kant gaan.
Wat gebeurt er met de werken van het vlees als we door de Geest wandelen? (Ze maken niet langer deel uit van ons leven.)
Laat de cursisten in hun aantekenschrift of Schriftendagboek opschrijven wanneer ze deze vruchten van de Geest hebben gevoeld of ervaren. Laat ze ook noteren wat ze toen hebben gedaan om door de Geest te wandelen. Als ze klaar zijn, laat u enkele cursisten vertellen wat ze hebben opgeschreven.
Laat een cursist Galaten 5:24–25 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat discipelen van Jezus Christus met de lusten van het vlees proberen te doen.
Wat proberen discipelen van Jezus Christus met de lusten van het vlees te doen? (Ze kruisigen ze, ofwel ze verwijderen ze uit hun leven.)
Laat de cursisten zich afvragen wat ze gaan doen om meer door de Geest te wandelen. Moedig ze aan om gehoor te geven aan de ingevingen van de Geest zodat ze de vruchten van de Geest kunnen ontvangen.
Vraag de cursisten na te denken over veranderende waarden, wetten en meningen in de wereld. Hoe kunnen we te weten komen wat goed of verkeerd is in een wereld waar de normen en waarden voortdurend veranderen? De apostel Paulus gaf de heiligen advies en bracht ze begrip bij van wat de Heer ons heeft gegeven om er zeker van te zijn dat we niet door de valse leerstellingen van de wereld misleid worden. Leg ook uit dat als ze de volgende week met hun studie van de geschriften van Paulus verdergaan, ze antwoorden op de volgende vragen zullen vinden: Hoe moeten kinderen hun ouders behandelen? Waarmee kunnen we volgens Paulus de ‘vurige pijlen van de boze’ uitblussen (Efeze 6:16)?