Bibliotheek
Les 150: Judas


Les 150

Judas

Inleiding

Judas spoort de kerkleden aan om oprecht voor het geloof tegen dwaalleraars te strijden. Hij beschrijft de dwaalleraars en moedigde de heiligen aan om hun leven op het evangelie van Jezus Christus te baseren. Judas was waarschijnlijk de halfbroer van Jezus Christus (zie Mattheüs 13:55). Judas was klaarblijkelijk een actief en vooraanstaand lid van de kerk in Jeruzalem.

Lessuggesties

Judas 1:1–19

Judas spoort de leden van de kerk aan om ijverig voor het geloof valse leraars te bestrijden

Lees de volgende scenario’s voor en laat de cursisten zich afvragen hoe zij zouden reageren:

  1. Een vriend of vriendin zet op sociale media een opmerking waarin hij of zij het standpunt van de kerk op het gebied van het homohuwelijk bekritiseert.

  2. Een buurman hoort dat je lid van de kerk bent. Hij vertelt je dat hij het Boek van Mormon heeft gelezen en dat het opbouwende lectuur is, maar niet het woord van God.

  3. Tijdens een klassikale bespreking op school zegt een leerling dat pornografie onschuldig is en niet moet worden ontmoedigd.

  • Op welke verschillende manieren kan iemand in die situaties reageren?

Vraag een cursist om Judas 1:3–4 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken waar Judas de leden van de kerk voor waarschuwde.

  • Waarvoor waarschuwde Judas de kerkleden volgens vers 4?

Zorg ervoor dat de cursisten begrijpen dat er ‘goddelozen’ met slechte bedoelingen de kerk binnengeslopen waren. Deze kerkleden moedigden verdorven, onzedelijk gedrag aan door te verkondigen dat de leer van de genade vanwege Gods barmhartige vergeving een vrijbrief voor zonde was. Ze verwierpen ook bepaalde waarheden over onze hemelse Vader en Jezus Christus. De woorden ‘die tot dit oordeel al lang tevoren opgeschreven zijn’ (vers 4) betekenen dat de vervloeking van die mensen al lang geleden was beschreven.

  • Wat moesten de getrouwe leden van de kerk volgens Judas doen met betrekking tot de valse leerstellingen en verdorven gebruiken die deze mensen verkondigden? (‘Te strijden voor het geloof’ [vers 3].)

Leg uit dat ‘het geloof dat eenmaal aan de heiligen overgeleverd is’ (vers 3) op het evangelie van Jezus Christus slaat — de waarheden, wetten en verordeningen die de Heiland en zijn apostelen hadden verkondigd.

  • Welke waarheid kunnen we leren over de verantwoordelijkheid van de discipelen van Jezus Christus betreffende de valse leerstellingen en verdorven gebruiken? (De cursisten kunnen deze waarheid in hun eigen woorden weergeven: discipelen van Jezus Christus moeten ijverig voor het evangelie van Jezus Christus valse leerstellingen en verdorven gebruiken bestrijden.)

  • Wat houdt het volgens jullie in om oprecht voor het evangelie te strijden? (We moeten stoutmoedig het evangelie verkondigen en ervan getuigen. Maar we mogen niet onvriendelijk, hoogmoedig of twistziek zijn. [Zie Alma 38:12; 3 Nephi 11:29.])

  • Hoe kunnen we voor het evangelie strijden zonder twistziek te zijn?

Herinner de cursisten aan de scenario’s die eerder behandeld zijn.

  • Wat zijn in deze en soortgelijke situaties enkele manieren waarop we voor het evangelie tegen valse leerstellingen en verdorven praktijken kunnen strijden?

Laat een cursist het volgende verhaal van ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen. Laat de klas opletten hoe de jongevrouw voor het evangelie streed.

Afbeelding
Ouderling Neil L. Andersen

‘Onlangs had ik contact met een lauwermeisje uit de Verenigde Staten. Ik citeer uit haar e-mail:

‘“Het afgelopen jaar zijn sommigen uit mijn vriendenkring hun standpunt over het huwelijk op Facebook gaan plaatsen. Velen waren vóór het homohuwelijk en meerdere jongeren van de kerk stemden met de berichten in met een ‘like’. Ik plaatste geen commentaar.

‘“Ik besloot mijn geloof in het traditionele huwelijk op doordachte wijze kenbaar te maken.

‘“Aan mijn profielfoto voegde ik het volgende onderschrift toe: ‘Ik geloof in het huwelijk tussen man en vrouw.’ Vrijwel direct kreeg ik allerlei berichtjes. ‘Je bent egoïstisch.’ ‘Je veroordeelt anderen.’ Iemand vergeleek me met een slavenhouder. En ik kreeg dit bericht van iemand met wie ik goed bevriend ben en die een sterk lid van de kerk is: ‘Je moet met de tijd meegaan. Dingen zijn aan het veranderen en dat moet jij ook doen.’

‘“Ik ging er niet op in,” zei ze, “maar haalde mijn verklaring ook niet weg.”

‘Zij besluit als volgt: “Soms moet je, zoals president Monson heeft gezegd, ‘durven alleen te staan.’ Hopelijk zullen wij als jongeren samen staan en trouw zijn aan God en aan de leringen van zijn levende profeten.”’ (‘Geestelijke wervelwinden’, Liahona, mei 2014, 19–20.)

  • Hoe streed deze jonge vrouw voor het evangelie?

  • Wanneer hebben jullie, of heeft iemand die je kent, voor het evangelie van Jezus Christus gestreden? Wat heb je door die ervaring geleerd?

Laat de cursisten zich afvragen hoe zij oprecht voor het evangelie van Jezus Christus kunnen strijden. Druk ze op het hart om naar hun ingevingen te handelen.

Vat Judas 1:5–7 samen door uit te leggen dat Judas deze opstandige kerkleden vergeleek met de mensen in het Oude Testament die tegen God in opstand kwamen en de gevolgen daarvan ondervonden. Onder deze mensen bevonden zich veel Israëlieten die in de wildernis omkwamen, en de mensen in Sodom en Gomorra die door vuur werden gedood. Judas vergeleek de opstandige kerkleden ook met de mensen die in ‘hun oorspronkelijke staat’, het voorsterfelijk bestaan, tegen God in opstand kwamen en uit zijn tegenwoordigheid werden geworpen (Judas 1:6; zie ook Abraham 3:22–26).

Zet het volgende kopje op het bord: Eigenschappen van valse leraars.

Leg uit dat in Judas 1:8–16 de beschrijving staat die Judas geeft van de vele eigenschappen waarmee de leden van de kerk de mensen kunnen herkennen die in de kerk valse leringen en gebruiken verspreiden. Om dat te verduidelijken, wijst u op de woorden ‘Zij zijn wolken zonder water, die door de winden heen en weer gedreven worden’ en ‘bomen in de late herfst, zonder vrucht’ in Judas 1:12.

  • In welke opzichten zijn valse leraars als wolken zonder water en als bomen zonder vruchten?

Deel de cursisten op in groepjes van drie of vier. Laat ze Judas 1:8, 10, 14–19 doorlezen en nog meer eigenschappen van valse leraars opzoeken. U kunt de cursisten aanmoedigen om hun bevindingen te markeren. U moet wellicht uitleggen dat ‘de laatste tijd’ (vers 18) niet alleen naar de periode verwijst waarin Judas leefde, maar ook naar de laatste dagen waarin wij leven.

Als de cursisten voldoende tijd hebben gehad, laat u enkele cursisten naar het bord komen en de gevonden eigenschappen van de valse leraars opschrijven. Eigenschappen die de cursisten kunnen noteren (u moet wellicht enkele van deze uitspraken gebruiken om uit te leggen wat ze lezen):

Eigenschappen van valse leraars

Bezoedelen hun lichaam (vers 8)

Verwerpen het gezag en lasteren al wat eer toekomt (vers 8)

Lasteren alles waarvan zij geen kennis hebben (vers 10)

Richten zichzelf te gronde met de dingen die zij van nature wel begrijpen (vers 10)

Verrichten goddeloze daden (vers 15)

Spreken harde woorden tegen God (vers 15)

Morren en klagen (vers 16)

Wandelen naar hun eigen begeerten (vers 16)

Spreken hoogdravende woorden (vers 16)

Zien terwille van voordeel mensen naar de ogen (vers 16)

Bespotten de kerk en de normen van de Heer (vers 18)

Scheiden zich af van de gelovigen (vers 19)

Gedragen zich als natuurlijke mensen (vers 19)

Hebben de Geest niet (vers 19)

  • Waarom gaan we de slechte eigenschappen op het bord ontwikkelen als we de Geest niet hebben?

  • Waarom is het belangrijk om de eigenschappen van valse leraars te herkennen?

Zorg ervoor dat de cursisten begrijpen dat niet iedereen die een of meer van deze eigenschappen heeft, of iets beweert wat niet waar is, noodzakelijkerwijs een valse leraar is zoals Judas beschreef. Zo iemand kan iets in alle onschuld verkeerd begrijpen. Maar aan de hand van deze eigenschappen kunnen we wel valse leraars herkennen die het geloof en de gehoorzaamheid van anderen willen verzwakken door ze te misleiden en goddeloosheid te bevorderen.

Laat de cursisten Judas 1:17–18 doorlezen.

  • Wie had de leden van de kerk voor deze valse leraars gewaarschuwd?

  • Hoe kunnen apostelen en profeten ons volgens deze verzen helpen om tegen valse leraars te strijden? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: apostelen en profeten waarschuwen ons voor mensen die ons geloof en onze gehoorzaamheid willen verzwakken. Zet dit op het bord.)

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen. Laat de klas opletten in welke opzichten zijn uitspraak deze waarheid onderschrijft.

Afbeelding
Ouderling M. Russell Ballard

‘Wij waarschuwen u vandaag dat er valse profeten en leraren zijn, en als we niet voorzichtig zijn, zullen zelfs getrouwe leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen het slachtoffer van hun misleiding worden.’ (‘Beware of False Prophets and False Teachers’, Ensign, november 1999, 62.)

  • Waarom is het belangrijk om de woorden van de apostelen en profeten te bestuderen?

  • Wat zijn enkele voorbeelden van valse leerstellingen waarvoor de hedendaagse apostelen en profeten ons hebben gewaarschuwd?

Judas 1:20–25

Judas adviseert de heiligen om hun leven op het evangelie van Jezus te baseren en hun best te doen om anderen te redden

Zet de volgende onvolledige uitspraak op het bord: We kunnen trouw aan het geloof blijven door …

Laat een cursist Judas 1:20–21 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de heiligen volgens Judas moesten doen om trouw aan het geloof te blijven. Leg eventueel uit dat ‘bid in de Heilige Geest’ betekent dat we ons door de Heilige Geest laten inspireren.

  • Hoe zou je op basis van de verzen 20–21 de uitspraak op het bord afmaken? (De cursisten kunnen de uitspraak als volgt afmaken: We kunnen trouw aan het geloof blijven door ons leven op het evangelie van Jezus Christus te baseren.)

  • Hoe kunnen we met behulp van de aanvullende instructies van Judas in de verzen 20–21 ons leven op het evangelie baseren?

  • Waarom is het de moeite waard om trouw aan het geloof te blijven?

  • In welke opzichten zijn jullie of anderen door gehoorzaamheid aan de raad van Judas trouw aan het geloof gebleven?

Laat de cursisten in hun aantekenschrift of Schriftendagboek een van de manieren noteren waarop zij de raad van Judas beter kunnen naleven. Moedig ze aan om toe te passen wat ze hebben opgeschreven.

Vat Judas 1:22–25 samen door uit te leggen dat Judas de getrouwe leden van de kerk adviseerde om anderen te helpen die door de invloed van valse leraars geestelijk niet zo sterk waren, en dat hij God prees.

Geef tot slot uw getuigenis van de waarheden die in deze les zijn besproken.

Afbeelding
scripture mastery icon
Kerntekstenbeheersing

Geef iedere cursist een andere kerntekst. Laat de cursisten een praktisch scenario op een vel papier zetten waarin de leerstellingen en beginselen van hun kerntekst toegepast kunnen worden. Als de cursisten daarmee klaar zijn, verzamelt u hun scenario’s. Lees enkele scenario’s voor en laat de cursisten vertellen hoe de leerstellingen en beginselen in de kernteksten in elk scenario gebruikt kunnen worden. U kunt de komende week ook aan het begin of het eind van elke les enkele scenario’s voorlezen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Judas 1:3. ‘Te strijden voor het geloof’

Ouderling M.Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende gezegd over onze strijd om het evangelie van Jezus Christus te beschermen tegen valse leringen en verdorven gebruiken:

‘Als het kwaad de essentie van Gods werk wil aanpakken en ontwrichten, dan valt het het gezin aan. Het doet dat door te proberen de wet van kuisheid te laten negeren, verwarring rond de seksen te stichten, mensen ongevoelig te maken voor geweld, grove en godslasterlijke taal normaal te maken, en onzedelijk en afwijkend gedrag meer regel dan uitzondering te laten lijken.

‘We moeten deze uitspraak van Edmund Burke in gedachten houden: “Het enige wat nodig is om het kwaad te laten triomferen, is dat goede mensen niets doen.” [John Bartlett, red., Familiar Quotations, 15de editie (1980), IX.] Wij moeten onze stem laten horen, samen met andere bezorgde burgers overal ter wereld, en ons keren tegen de huidige trends.’ (‘Laat uw stem horen’, Liahona, november 2003, 18.)

Hedendaagse apostelen hebben de leden van de kerk verteld hoe ze zonder twisten voor het evangelie kunnen strijden. Zie bijvoorbeeld ouderling Robert D. Hales, ‘Christelijke moed: de prijs van het discipelschap’, Liahona, november 2008, 72–75; ouderling Jeffrey R. Holland, ‘De prijs — en de zegeningen — van het discipelschap’, Liahona, mei 2014, 6–9; en ouderling Dallin H. Oaks, ‘Anderen liefhebben en omgaan met verschillen’, Liahona, november 2014, 25–28.

Judas 1:9, 14–15. Apocriefe boeken

Judas heeft wellicht verwezen naar de apocriefe boeken de Hemelvaart van Mozes (zie vers 9) en het Eerste boek van Henoch (zie de verzen 14–15). De Heer heeft geopenbaard dat een groot deel van de inhoud van de apocriefe boeken juist is, en wie zich door de Geest laat leiden, kan er zeker iets van leren. Maar sommige van de boeken bevatten aanvullingen die misschien niet met de originele tekst overeenkomen (zie LV 91). Voor meer informatie over de apocriefe boeken raadpleegt u de Gids bij de Schriften, ‘Apocriefen’.

Afdrukken