Bibliotheek
Les 133: Titus


Les 133

Titus

Inleiding

In de brief van Paulus aan Titus, een plaatselijke kerkleider in Kreta, spoort Paulus hem aan om de zuivere leer te gebruiken om te onderwijzen en te vermanen. Paulus geeft Titus ook de raad om de heiligen aan te moedigen een rechtschapen voorbeeld te zijn, om op de verlossing te hopen die door de verzoening van Jezus Christus tot stand komt en goede werken te verrichten.(Noot: Bij de voorbereiding van deze les kan het nuttig zijn om de beginselen op seektruth.lds.org door te nemen.)

Lessuggesties

Titus 1

Paulus spoort Titus aan om de zuivere leer te gebruiken om de heiligen en anderen in Kreta te onderwijzen en te vermanen

Laat de cursisten aan een moment denken waarop ze iemand iets negatiefs over de kerk of haar leer hoorden zeggen.

  • Wat is een goede manier om de kerk en haar leer te verdedigen als iemand iets negatiefs zegt?

Laat de cursisten bij hun studie van het boek Titus waarheden opzoeken waarmee ze te weten kunnen komen hoe ze de kerk en haar leer op de juiste wijze kunnen verdedigen als iemand kritiek uit.

Laat de cursisten op kaart 13, ‘De zendingsreizen van de apostel Paulus’ (achterin de tripelcombinatie) het eiland Kreta opzoeken. Leg uit dat Paulus tegen het einde van zijn leven een brief aan Titus, een kerkleider in Kreta, schreef. Titus had zich enkele jaren eerder met behulp van Paulus bekeerd. Na zijn doop had hij samen met Paulus verscheidene taken volbracht. In zijn brief moedigt Paulus Titus aan en geeft hij hem raad over zijn roeping.

Vat Titus 1:1–6 samen door uit te leggen dat Paulus van de hoop op het eeuwig leven getuigde vanwege de beloften van God in ons voorsterfelijk bestaan. Paulus legde ook uit dat hij Titus naar het eiland Kreta had gestuurd om de kerk daar op orde te brengen. Een van de taken die Titus had, was bisschoppen roepen.

Laat een cursist Titus 1:7–8 doorlezen en eigenschappen opzoeken die een bisschop moet hebben. U kunt de cursisten aanmoedigen om hun bevindingen te markeren.

  • Wat voor eigenschappen moet een bisschop volgens deze verzen hebben? (U moet wellicht uitleggen dat eigenzinnig opstandig of arrogant betekent en dat ‘oneerlijke winst’ op geld slaat dat op oneerlijke of anderszins onrechtschapen wijze wordt verkregen.)

  • Waarom is het belangrijk dat bisschoppen die eigenschappen hebben?

Laat een cursist Titus 1:9 voorlezen. Laat de klas meelezen en andere eigenschappen opzoeken die een bisschop moet hebben. Leg uit dat het ‘betrouwbare woord’ op de ware leer slaat.

  • Wat is een andere eigenschap die bisschoppen moeten hebben?

  • Wat betekent volgens jullie: ‘zich houdt aan het betrouwbare woord’?

  • Waarom is het volgens vers 9 belangrijk dat een bisschop zich aan het woord van God vasthoudt? (Om de ware leer te kunnen gebruiken om anderen aan te moedigen het evangelie na te leven en ‘tegensprekers’ uit te sluiten. Een tegenspreker is iemand die zich uitspreekt tegen een denkbeeld of het ontkent [in dit geval de waarheid van het evangelie]. Tegensprekers kunnen lid van de kerk zijn of niet.)

  • Wat kunnen wij, net als bisschoppen, doen als we ons aan het woord van God vasthouden? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: als we ons aan het woord van God vasthouden, zijn we in staat de ware leer te gebruiken om anderen aan te moedigen het evangelie van Jezus Christus na te leven en de argumenten van tegenstanders te weerleggen. Zet dit beginsel op het bord.)

Vraag een cursist de volgende uitspraak van president Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen voor te lezen: Laat de klas opletten wat voor kracht die ware leer heeft zodat mensen het evangelie van Jezus Christus kunnen naleven.

Afbeelding
President Boyd K. Packer

‘Ware leer die begrepen wordt, voert tot veranderingen in houding en gedrag.

‘Een studie van de leer van het evangelie zal eerder tot gedragsverbetering leiden dan een gedragsstudie. […] Daarom beklemtonen wij met zoveel nadruk het bestuderen van de leerstellingen van het evangelie.’ (‘Little Children’, Ensign, november 1986, 17.)

  • Waarom is het volgens president Packer zo belangrijk om de ware leer te bestuderen en te leren?

Deel de klas op in groepjes van twee of drie cursisten. Laat elk groepje gezamenlijk de volgende vragen beantwoorden en de antwoorden in hun aantekenschrift of Schriftendagboek noteren. U kunt de vragen ook op het bord zetten:

  1. Hoe kunnen we onszelf voorbereiden om ware leer te verkondigen zodat we anderen kunnen aanmoedigen om het evangelie na te leven? (Zie Alma 17:2–4.)

  2. Wat zijn enkele voorbeelden uit de Schriften van iemand die ware leer verkondigde aan iemand die twijfelde of vijandig tegen de kerk of haar leer stond? (Geef minimaal één voorbeeld van iemand die zich bekeerde omdat hij of zij in ware leer was onderwezen.)

  3. Wanneer zijn jullie of iemand die je kent door ware leerstellingen overtuigd om het evangelie van Jezus Christus vollediger na te leven?

Als ze voldoende tijd hebben gehad, laat u enkele cursisten hun antwoorden aan de klas vertellen. Na hun verslag legt u uit dat we met behulp van de ware leer anderen kunnen aanmoedigen om het evangelie na te leven en weerstand te bieden aan de mensen die de kerk bestrijden, maar dat niet iedereen de waarheid zal aanvaarden. Omdat iedereen keuzevrijheid heeft, kunnen ze ervoor kiezen om de ware leer van Jezus Christus te aanvaarden of te verwerpen.

Laat de cursisten over de kernteksten nadenken die ze dit jaar hebben geleerd.

  • Welke kernteksten kunnen vooral nuttig zijn om anderen uit te nodigen het evangelie na te leven?

  • Welke kernteksten kunnen gebruikt worden om weerstand te bieden aan de mensen die de kerk bestrijden?

Moedig de cursisten aan om de kernteksten te blijven bestuderen zodat ze voorbereid zullen zijn om anderen in de ware leer te onderwijzen.

Vat Titus 1:10–16 samen door uit te leggen dat Paulus tegen Titus zei dat bisschoppen op de ware leer moesten vertrouwen omdat er veel misleiders en valse leraren onder hen waren. Hij gaf Titus de raad om de valse leraren terecht te wijzen zodat ze hun zonden zouden verzaken en ‘gezond […] in het geloof’ zouden zijn (vers 13). Paulus legde ook uit dat zij die bezoedeld waren, beweerden dat zij God kenden, maar dat zij Hem met hun werken verloochenden.

Titus 2

Paulus geeft Titus de raad om de heiligen in Kreta aan te moedigen de ware leer na te leven.

Laat een cursist Titus 2:1 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Titus volgens Paulus nog meer met de ware leer moest doen.

  • Wat moest Titus volgens Paulus nog meer met de ware leer doen? (De heiligen in Kreta onderwijzen.)

Zet de volgende woorden op het bord: Mannen, Vrouwen, Jongevrouwen, en Jongemannen.

Laat de jongevrouwen in de klas Titus 2:3–5 doorlezen en opzoeken hoe oudere vrouwen volgens Paulus moesten leven en wat ze de jongere vrouwen moesten leren. Laat de jongemannen Titus 2:2, 6–8 doorlezen en opzoeken hoe oudere en jongere mannen volgens Paulus moesten leven.

Noot: Als er vragen gesteld worden over de betekenis van de woorden dat vrouwen ‘hun eigen mannen onderdanig [moeten] zijn’ (vers 5), kunt u de cursisten verwijzen naar het materiaal van de les over Efeze 5–6.

  • Hoe moesten de oudere mannen, de oudere vrouwen, de jongere vrouwen en de jongere mannen volgens Paulus leven? (Zet de antwoorden van de cursisten onder het juiste kopje op het bord. Of laat enkele cursisten de antwoorden op het bord zetten. U moet wellicht uitleggen wat sommige woorden betekenen. Bijvoorbeeld: beheerst betekent rustig of ernstig, bezonnen betekent doordacht of bedachtzaam, en waardigheid betekent respectvol zijn.)

  • Wat is de betekenis van de woorden ‘Betoon uzelf in alles een voorbeeld van goede werken’? (vers 7). (Een goed voorbeeld te zijn door het evangelie na te leven.)

  • Wat moeten de volgelingen van Jezus Christus volgens de raad van Paulus aan Titus doen? (De cursisten kunnen verschillende woorden gebruiken, maar moeten deze waarheid weergeven: volgelingen van Jezus Christus moeten een goed voorbeeld voor anderen zijn.)

Laat de cursisten aan een ouder lid van hun wijk of gemeente denken die het evangelie naleeft en zich eraan toewijdt. Laat enkele cursisten iets vertellen over de persoon waaraan zij dachten. Laat ze uitleggen wat zij aan het voorbeeld van die persoon hebben gehad.

Laat de cursisten een van de gedragingen op het bord uitkiezen en zich ten doel stellen om dat gedrag toe te passen zodat hun goede voorbeeld anderen tot zegen kan zijn.

Vat Titus 2:9–10 samen door uit te leggen dat Paulus Titus de raad gaf om de leden van de kerk die als dienstknecht werkzaam waren te leren dat ze eerlijk en onderdanig moesten zijn. Door eerlijk en onderdanig te zijn, zouden deze kerkleden de Heer eren en een goed voorbeeld voor hun meester zijn.

Laat een cursist Titus 2:11–15 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat door de genade van God voor alle mensen mogelijk wordt gemaakt en wat Christus voor ons allen heeft gedaan.

  • Wat wordt door de genade van God voor ons allen mogelijk gemaakt?

  • Wat moeten de heiligen volgens vers 12 doen om de genade van God te ontvangen?

  • Wat leren we van de woorden van Paulus in vers 14 over wat Jezus Christus voor ons heeft gedaan? (De strekking van de woorden van de cursisten moet deze waarheid omvatten: Jezus Christus heeft Zichzelf voor ons gegeven zodat Hij ons kon reinigen en verlossen.) U kunt de cursisten aanmoedigen om de woorden in vers 14 te markeren waaruit deze waarheid blijkt.)

Leg uit dat ‘een eigen volk’ (vers 14) op het dierbare volk van de Heer slaat, dat Hij heeft verlost (zie 1 Petrus 1:18–19; 2:9) en dat heeft beloofd om zijn geboden te onderhouden (zie Exodus 19:5–6).

Titus 3

Paulus zegt tegen Titus wat de heiligen in Kreta moeten doen als ze zich hebben laten dopen

Vat Titus 3:1–2 samen door uit te leggen dat Paulus tegen Titus zei dat hij de heiligen in Kreta moest aansporen de wetten van het land na te leven en dat ze welwillend en zachtmoedig in hun omgang met anderen moesten zijn.

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Titus 3:3–8 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Paulus zei over de manier waarop het evangelie van Jezus Christus hem en de heiligen in Kreta had veranderd.

  • Hoe beschreef Paulus zichzelf en de andere kerkleden in vers 3 voordat ze het evangelie van Jezus Christus hadden leren kennen?

  • Waardoor waren de mensen volgens de verzen 5–6 veranderd?

  • Wat zou er volgens vers 7 met de mensen gebeuren door de verandering die door de genade van Jezus Christus tot stand was gebracht?

Laat de cursisten zich afvragen hoe zij door het evangelie van Jezus Christus zijn veranderd.

  • Wat moesten de heiligen volgens Paulus in vers 8 doen als ze zich na hun verandering hadden laten dopen?

Vat Titus 3:9–15 samen door uit te leggen dat Paulus de heiligen adviseerde om ruzies en strijdvragen te vermijden. Paulus nodigde Titus ook uit om hem in Nikopolis te komen bezoeken.

Geef tot slot uw getuigenis van de waarheden die in deze les zijn besproken.

Toelichting en achtergrondinformatie

Titus 1–3. Hulpmiddelen om moeilijke vragen te beantwoorden

‘Het is niet ongebruikelijk of ongewenst dat mensen die het evangelie bestuderen vragen over de leer en geschiedenis van de kerk hebben of over haar standpunt in maatschappelijke kwesties. President Dieter F. Uchtdorf van het Eerste Presidium heeft gezegd: “Het is normaal om vragen te hebben.” […] Er zijn weinig leden in de kerk die nooit eens met een ernstige of gevoelige vraag hebben gezeten.” (“Kom, voeg u bij ons”, Liahona, november 2013, 23.) Daarom is het belangrijk dat leerkrachten weten hoe ze op de juiste wijze op vragen moeten reageren. Ouderling Paul V. Johnson van de Zeventig heeft gezegd: “De manier waarop wij met de twijfels van de cursisten omgaan, kan essentieel zijn voor de manier waarop zij reageren.” (“A Pattern for Learning Spiritual Things” [Satellietuitzending seminaries en instituten voor godsdienstonderwijs, 7 augustus 2012].) Als leerkrachten luisteren, getuigen, uitnodigen en nazorg geven, zijn ze beter in staat om het geloof van de cursisten te behouden en antwoorden op hun vragen te vinden’ (seektruth.lds.org).

Titus 2:1–12. De gevolgen van de ‘gezonde leer’

Ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd hoe belangrijk het is om in de leer van het evangelie te onderwijzen:

‘Leerstellingen en beginselen die goed behandeld zijn, hebben een grotere invloed op het gedrag dan regels. Als wij in evangelieleerstellingen en -beginselen onderwijzen, komen we in aanmerking voor het getuigenis en de leiding van de Geest, die ons onderwijs versterkt.’ (‘Gospel Teaching’, Ensign, november 1999, 79.)

Afdrukken