Les 75
Johannes 15
Inleiding
Na het laatste avondmaal op de laatste avond van zijn sterfelijke bediening onderwijst de Heiland zijn apostelen dat Hij de ware Wijnstok is en dat zijn discipelen de ranken zijn. Hij draagt zijn discipelen op om elkaar lief te hebben en waarschuwt hen dat ze vanwege hun omgang met Hem vervolgd zullen worden.
Lessuggesties
Johannes 15:1–11
Jezus legt uit dat Hij de ware Wijnstok is
Zet vóór de les deze woorden op het bord: succesvol, gelukkig, vreugdevol, dood, waardevol, onproductief, vruchtbaar, productief, overvloedig en niet succesvol.
Laat de cursisten zich voorstellen dat ze over zestig jaar terugkijken op hun leven.
-
Van welke woorden zou je het liefst hebben dat ze je leven omschrijven? Waarom?
Teken een wijnstok op het bord. U kunt de cursisten vragen de tekening in hun aantekenschrift of Schriftendagboek over te nemen. Leg uit dat Jezus de metafoor van de wijnstok gebruikte om de discipelen te laten begrijpen hoe ze een vruchtbaar, productief en overvloedig leven konden hebben.
Laat een cursist Johannes 15:1–5 voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en te letten op wat de elementen van deze metafoor voorstellen.
-
Wat stelt de wijnstok voor? (Zet Jezus Christus naast de wijnstok op het bord.)
-
Wat stellen de ranken voor? (Schrijf Discipelen van Jezus Christus naast de ranken.)
-
Als Jezus Christus de wijnstok is en wij de ranken, wat zouden de vruchten dan zijn? (De vruchten kunnen de goede werken en handelingen van de discipelen van Jezus Christus voorstellen. Schrijf Goede werken naast de vruchten.)
Vestig de aandacht van de cursisten op het woord Wijngaardenier in vers 1.
-
Wat is een wijngaardenier? (Iemand die voor een wijngaard zorgt.)
-
Hoe is onze hemelse Vader volgens de verzen 1–2 als een wijngaardenier? (Leg uit dat God de Vader de ware Wijnstok [Jezus Christus] geplant heeft, waaruit alle andere voeding putten.)
Toon de klas een takje of twijgje dat u van een boom afgesneden hebt en leg uit dat u enthousiast uitkijkt naar de dag waarop u de vruchten van deze tak kunt plukken en opeten. Vraag de klas wanneer ze denken dat u van de vruchten van deze tak zult kunnen eten.
-
Waarom brengt deze tak geen vruchten voort? (De tak krijgt geen voeding omdat hij van de boom afgesneden is en kan dus geen vruchten voortbrengen.)
Laat een cursist Johannes 15:4–5 voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en na te gaan wat er volgens de Heiland nodig is voor een rank om vrucht te dragen.
-
Wat is er volgens Jezus nodig voor een rank om vrucht te dragen? (De rank moet in de wijnstok blijven.)
-
Hoe is deze tak als iemand die van de Heiland verwijderd of afgesneden is?
U kunt de cursisten vragen om elke blijf en blijft in de verzen 4–5 te markeren. Leg uit dat het woord blijven in deze context erop wijst dat we stevig en permanent met Christus en zijn kerk verbonden moeten zijn. (Zie Jeffrey R. Holland, ‘Blijft in Mij’, Liahona, mei 2004, 32.)
-
Wat is volgens vers 5 het resultaat als we in de Heiland blijven oftewel stevig met Hem verbonden zijn? (De discipelen van Jezus Christus zullen veel vrucht dragen.)
Zet de volgende onvolledige zin op het bord: Als we de geboden onderhouden, blijven we in de liefde van de Heiland en …
Laat een cursist het volgende citaat voorlezen om de cursisten een manier te laten begrijpen waarop Jezus Christus ons helpt om de geboden te onderhouden en in zijn liefde te blijven:
‘Door middel van de genade van de Heer kunnen mensen door geloof in de verzoening van Jezus Christus, en door bekering van hun zonden, de kracht en de hulp ontvangen om de goede werken te verrichten die zij anders, op eigen kracht, niet hadden kunnen verrichten. Deze genade is een instaatstellende kracht die het voor mannen en vrouwen mogelijk maakt om het eeuwige leven en de verhoging te beërven, nadat zij er zelf eerst hun uiterste best voor hebben gedaan.’ (Bible Dictionary, ‘Grace’.)
-
Op welke manieren sterkt Jezus Christus ons zodat we de geboden kunnen onderhouden?
Vat Johannes 15:6–8 samen met de uitleg dat de Heiland onderwees dat wie niet in Hem blijft als een afgesneden rank is. De rank verdort en sterft, maar wie in Jezus Christus blijft, doet veel goede werken die God verheerlijken.
-
Wat kunnen we doen om in de Heiland te blijven of sterk met Hem verbonden te zijn?
Laat een cursist Johannes 15:9–11 voorlezen. Vraag de klas om mee te lezen en vast te stellen wat Jezus zijn discipelen opdroeg en welke zegeningen ze zouden krijgen.
-
Wat droeg Jezus zijn discipelen op?
-
Hoe kunnen we door de geboden te onderhouden in de liefde van de Heiland blijven? (Leg uit dat hoewel de Vader en de Zoon ons met een volmaakte, oneindige liefde liefhebben, gehoorzaamheid aan de geboden ons in staat stelt om een volheid te ontvangen van de zegeningen die ze ons liefdevol willen geven [zie 1 Nephi 17:35; LV 95:12; 130:20–21].)
-
Waarom leerde Jezus volgens vers 11 zijn discipelen om in Hem te blijven en goede werken voort te brengen?
Vraag de cursisten hoe ze het onvolledige beginsel op het bord zouden aanvullen op basis van wat er in vers 11 staat. (Vul de zin op het bord met de woorden van de cursisten aan zodat dit beginsel wordt weergegeven: als we de geboden onderhouden, blijven we in de liefde van de Heiland en ontvangen we een volheid van vreugde.)
-
Waarom stelt in de Heiland blijven ons in staat om een volheid van vreugde te ontvangen?
Vraag de cursisten om aan iemand te denken die vreugde heeft omdat hij of zij in de Heiland blijft. Laat een aantal cursisten vertellen over de persoon aan wie ze gedacht hebben en laat ze uitleggen waarom die persoon een goed voorbeeld van dit beginsel is. U kunt de cursisten ook vragen hoe in de Heiland blijven hun vreugde heeft gebracht.
Laat de cursisten nadenken over manieren waarop ze stevig met de Heiland verbonden kunnen blijven en zo meer vreugde kunnen ontvangen.
Johannes 15:12–17
Jezus gebiedt zijn apostelen om elkaar lief te hebben
Zet het volgende citaat van president Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen op het bord. (Dit citaat komt uit ‘The Mission and Ministry of Jesus Christ’, Ensign, april 2013, 38.)
Onderstreep de woorden adoratie en navolgen op het bord. Vraag de cursisten uit te leggen wat die woorden betekenen. (Adoratie is grote liefde en respect, en navolgen betekent imiteren of nadoen.)
-
Waarom is Jezus navolgen de beste manier om te tonen dat we Hem liefhebben en respecteren?
Laat een cursist Johannes 15:12 voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en na te gaan hoe de Heiland ons vraagt om Hem na te volgen.
-
Wat gebiedt Jezus ons? (De strekking van de woorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: de Heiland gebiedt ons elkaar lief te hebben zoals Hij ons liefheeft. Spoor de cursisten aan die waarheid in vers 12 te markeren.)
-
Wat houdt het in om iemand lief te hebben zoals Christus jou liefheeft?
Laat de cursisten Johannes 15:13–17 in stilte lezen en nagaan hoe Jezus ons liefgehad heeft. Deel de cursisten na verloop van tijd op in groepjes van twee en laat ze elkaar over hun bevindingen vertellen. Stel dan de volgende vragen:
-
Wat is volgens de Heiland in vers 13 de grootste uiting van liefde?
-
Hoe toonde Hij die liefde?
Vraag een cursist het volgende citaat van ouderling Claudio R. M. Costa van de Zeventig voor te lezen om de cursisten te laten inzien wat het betekent om ons leven te geven:
‘[Jezus Christus] heeft ons het opperste voorbeeld van liefde gegeven toen Hij verklaarde: “Niemand heeft een grotere liefde dan deze, namelijk dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden” [Johannes 15:13]. Later verzoende Hij al onze zonden en legde uiteindelijk zijn leven voor ons allemaal neer.
‘Wij kunnen ons leven geven voor onze dierbaren, niet door voor ze te sterven, maar door voor ze te leven — door tijd voor ze vrij te maken, door er altijd voor ze te zijn, door ze te dienen, hoffelijk te zijn, toegenegen, en door ware liefde te geven aan onze dierbaren en aan alle mensen, naar voorbeeld van de Heiland.’ (‘Stel niet uit tot morgen wat u vandaag kunt doen’, Liahona, november 2007, 74.)
-
Op welke manieren kunnen we volgens ouderling Costa ons leven voor anderen geven?
-
Wanneer heeft iemand zijn leven op zo’n manier voor jou gegeven?
Laat de cursisten nadenken over het gebod van de Heiland om anderen lief te hebben zoals Hij ons liefheeft. Geef ze een paar minuten de tijd om in hun aantekenschrift of Schriftendagboek de naam van iemand op te schrijven, van wie ze denken dat de Heiland wil dat ze die persoon liefde geven. Laat ze ook noteren hoe ze dat gaan doen.
Johannes 15:18–27
Jezus waarschuwt zijn discipelen voor de vervolging die ze zullen ondergaan omdat ze van Hem getuigen
Leg uit dat nadat de Heiland over in Hem blijven en elkaar liefhebben gesproken had, Hij zijn discipelen vertelde wat hen te wachten stond vanwege de bijzondere getuigenis die ze van Hem hadden en de taak om anderen erover te vertellen.
Laat een cursist Johannes 15:18–20 voorlezen en vraag de klas na te gaan hoe de wereld volgens Jezus zijn discipelen zou behandelen. (Leg uit dat ‘de wereld’ in deze verzen verwijst naar zondige mensen die zich tegen God verzetten.)
-
Hoe zou de wereld de discipelen van Jezus behandelen?
U kunt de cursisten erop wijzen dat ze, aangezien de wereld de discipelen van de Heiland haat, hoogstwaarschijnlijk met antimormoonse en haatdragende media en websites geconfronteerd zullen worden. Sommige cursisten zullen met uitsluiting, spot en intimidatie te maken krijgen door agressief gedrag zoals cyberpesten.
Indien nodig kunt u de cursisten leren hoe en waar ze antwoorden kunnen vinden op haatdragende beschuldigingen tegen de kerk. De cursisten kunnen te rade gaan bij volwassenen die ze vertrouwen en bij online bronnen op mormonnewsroom.org, lds.org/topics en seektruth.lds.org.
Vat Johannes 15:21–25 samen met de uitleg dat Jezus Christus bevestigde dat wie Hem haten ook de Vader haten en dat ze verantwoording voor hun keuzes zullen moeten afleggen.
Leg uit dat Jezus Christus, ondanks de haat van anderen en hun vervolging van zijn volgelingen, in manieren voorzien heeft waarop de wereld een getuigenis van Hem kan ontvangen. Laat de cursisten Johannes 15:26–27 in stilte lezen en letten op de getuigen van Jezus Christus die tot de wereld zouden getuigen.
-
Wie zou er volgens de Heiland van zijn goddelijkheid getuigen? (De Heilige Geest en de discipelen van de Heiland.)
Vraag de cursisten om na te denken over de beginselen en waarheden in deze les. Spoor ze aan om hetgeen waarvan ze het gevoel gekregen hebben dat ze het moeten doen in gedachten te houden en de ingevingen die ze van de Heilige Geest ontvangen hebben te volgen.