Bibliotheek
Thuisseminarieles: Johannes 11–15 (Unit 15)


Thuisseminarieles

Johannes 11–15 (Unit 15)

Lesmateriaal voor de thuisseminarieleerkracht

Samenvatting van dagelijkse thuisseminarielessen

De volgende samenvatting van de gebeurtenissen, leerstellingen en beginselen die de cursisten bij hun studie van Johannes 11–15 (unit 15) geleerd hebben, is niet bedoeld om als onderdeel van uw les te worden behandeld. Uw les richt zich op slechts enkele van deze leerstellingen en beginselen. Volg de ingevingen van de Heilige Geest terwijl u nadenkt over de behoeften van uw cursisten.

Dag 1 (Johannes 11)

De cursisten lazen over de opwekking van Lazarus door Jezus en leerden de volgende beginselen: we kunnen ervoor kiezen om in tijden van beproeving geloof in Jezus Christus te oefenen. Jezus Christus is de opstanding en het leven. Als we in Jezus Christus geloven, kunnen we het eeuwige leven beërven. Als we in tijden van beproeving geloof in Jezus Christus oefenen, dan wordt ons geloof in Hem bevestigd en versterkt.

Dag 2 (Johannes 12)

In deze les lazen de cursisten dat Maria, de zus van Martha en Lazarus Jezus’ voeten zalfde en dat Jezus Jeruzalem triomfaal binnenging. Ze bestudeerden ook de leringen van de Heiland in Jeruzalem. Uit de leringen van de Heiland haalden de cursisten het volgende: wonderen alleen brengen geen geloof in Jezus Christus teweeg. Als we liever anderen behagen dan God, kan dat ons ervan weerhouden om openlijk voor ons geloof in Jezus Christus en zijn evangelie uit te komen. Als we in Jezus Christus geloven, hoeven we niet in geestelijke duisternis te leven.

Dag 3 (Johannes 13)

Bij hun studie van het verhaal van de Heiland die de voeten van zijn apostelen wast, leerden de cursisten: als we het voorbeeld van de Heiland volgen door anderen te dienen, zullen we gelukkiger zijn. Als we elkaar liefhebben zoals Jezus ons liefheeft, zullen anderen weten dat we zijn discipelen zijn.

Dag 4 (Johannes 14–15)

In deze les bestudeerden de cursisten de leringen van de Heiland aan zijn apostelen voor Hij aan de verzoening begon. Ze kwamen te weten dat we het koninkrijk van onze hemelse Vader alleen kunnen binnengaan door de verzoening van Jezus Christus, en als we zijn weg volgen. Ze leerden ook dat we onze liefde voor Jezus Christus tonen door zijn geboden te onderhouden en dat de Heilige Geest ons kan troosten, ons in alles kan onderwijzen, en ons alles in herinnering kan brengen. Bij hun studie van de wijnstok en de ranken leerden ze dat we in de liefde van de Heiland blijven en een volheid van vreugde ontvangen als we de geboden onderhouden.

Inleiding

Deze les verduidelijkt wat de cursisten moeten doen om bij onze hemelse Vader terug te keren. Aan de hand van de raad van de Heer in Johannes 14 kunnen ze bovendien overwegen hoe ze de weg van de Heiland beter kunnen volgen.

Lessuggesties

Johannes 14:1–14

De Heiland leert zijn apostelen hoe ze naar hun hemelse Vader kunnen terugkeren.

Neem zo mogelijk een kaart van uw stad mee en laat de cursisten hun huidige locatie opzoeken. Zoek een andere plek op de kaart die de cursisten kennen. Laat ze op een blaadje noteren hoe ze van hun huidige locatie naar die plek kunnen gaan. Laat een of twee cursisten vertellen wat ze hebben genoteerd.

Zet Celestiale koninkrijk op het bord. Laat de cursisten overwegen welke aanwijzingen ze zouden geven aan iemand die de weg naar het celestiale koninkrijk zoekt.

Herinner de cursisten eraan dat ze bij hun studie van Johannes 14 ontdekt hebben wat ze moeten doen om naar hun hemelse Vader terug te keren en het celestiale koninkrijk binnen te gaan. Leg uit dat ze in deze les meer over die waarheid te weten komen.

Om de context van Johannes 14 te verduidelijken, herinnert u de cursisten eraan dat de Heiland in een bovenkamer in Jeruzalem met zijn apostelen het Pascha vierde. Na de paasmaaltijd zei Jezus tegen zijn apostelen dat Hij hen spoedig zou verlaten (zie Johannes 13:33).

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Johannes 14:1–5 voor te lezen. Vraag de klas mee te lezen en vast te stellen wat Jezus tegen zijn apostelen zei om hen te troosten.

Leg uit dat er in de Bijbelvertaling van Joseph Smith van Johannes 14:3 staat: ‘En als Ik heengegaan ben, zal ik een plaats voor u gereedmaken, en terugkomen en u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben.’

  • Wat zei Jezus tegen zijn apostelen om hen te troosten?

  • Wat betekent ‘In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen’ in (Johannes 14:2)?

Laat een cursist de volgende uitspraak van de profeet Joseph Smith voorlezen. Vraag de klas na te gaan wat de zinsnede volgens hem betekent.

Afbeelding
Profeet Joseph Smith

‘[De tekst] “In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen” […] moet zijn: “In het huis van Mijn Vader zijn veel koninkrijken”, zodat u erfgenamen van God en mede-erfgenamen met mij zult zijn. […] Er zijn woningen voor wie een celestiale wet gehoorzamen, en er zijn andere woningen voor wie de wet niet hebben nageleefd, elk mens naar zijn eigen orde.’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 236.)

Laat de cursisten desgewenst de woorden koninkrijk en koninkrijken in hun Schriften boven de woorden huis en woningen in Johannes 14:2 noteren.

  • Welke leringen in Johannes 14:1–4 zouden de apostelen getroost hebben?

  • Hoe reageerde Thomas volgens vers 5 op de lering van de Heiland dat de apostelen de weg naar het koninkrijk van onze hemelse Vader wisten?

Laat een cursist Johannes 14:6 voorlezen. Vraag de klas om mee te lezen en te letten op de reactie van Jezus op de vraag van Thomas. Wijs de cursisten erop dat dit een kerntekst is.

  • Hoe reageerde Jezus op de vraag van Thomas?

Teken een pad op het bord. Schrijf aan de ene kant van het pad Wij en aan de andere kant Koninkrijk van onze hemelse Vader. Schrijf onder het pad De Weg en leg uit dat die zinsnede verwijst naar het pad van de ene plek naar de andere.

  • Hoe is de Heiland de Weg? (De cursisten kunnen antwoorden dat de Heiland ons toont hoe we moeten leven zodat we zoals God kunnen worden en het waardig zijn om in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader te vertoeven.)

Zet De Waarheid en Het Leven onder ‘De Weg’ op het bord.

  • In welke opzichten is Jezus Christus de Waarheid? (Hij is de bron van alle waarheid en leefde volkomen volgens alle waarheid.)

  • In welke opzichten is Jezus Christus het Leven? (Hij maakt het ons mogelijk om de lichamelijke dood te overwinnen en met een onsterfelijk lichaam op te staan en de geestelijke dood te overwinnen om het eeuwige leven te beërven. Hij is ‘het licht dat in alle dingen is, dat leven geeft aan alle dingen’ [LV 88:13].)

Onder de tekening van het pad zet u naast ‘De Weg’ Jezus Christus is.

  • Hoe zou je de betekenis van de uitspraak van de Heiland ‘Niemand komt tot de Vader dan door Mij’ (Johannes 14:6) samenvatten op basis van wat we besproken hebben en wat je in je dagelijkse les geleerd hebt? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: we kunnen het koninkrijk van onze hemelse Vader alleen binnengaan door de verzoening van Jezus Christus, en als we zijn weg volgen.)

  • Wat gebeurt er als we een andere weg dan die van de Heiland proberen te volgen?

Vraag een cursist om het volgende citaat van ouderling Lawrence E. Corbridge van de Zeventig voor te lezen. Laat de klas nagaan wat er gebeurt als we een andere weg dan die van de Heiland proberen te volgen.

Afbeelding
Ouderling Lawrence E. Corbridge

‘Jezus Christus is de weg. Hij is het licht en het leven, het brood en het water, het begin en het einde, de opstanding en het leven, de Heiland van de wereld, de waarheid en de weg.

‘Er is maar één weg die naar geluk en voldoening leidt. Hij is de weg. Elke andere weg, elke willekeurige andere weg, wat voor andere weg dan ook, is dwaasheid. […]

‘De weg van de Heer is niet moeilijk. Het leven is moeilijk, niet het evangelie. Er is “een tegenstelling in alle dingen” [2 Nephi 2:11], overal en voor iedereen. Het leven is voor iedereen moeilijk. Maar het leven is ook eenvoudig. We hebben maar twee keuzes. We kunnen de Heer volgen en met zijn macht begiftigd worden, en gemoedsrust, licht, kracht, kennis, vertrouwen, leiding, liefde en vreugde ontvangen, of we kunnen een andere weg kiezen, wat voor weg dan ook, en er alleen voor staan, zonder zijn hulp, zonder zijn macht, zonder leiding, in verwarring, twijfel, verdriet en wanhoop. En dan vraag ik: welke weg is eenvoudiger? […]

‘Er is maar één weg die naar geluk en voldoening leidt. Jezus Christus is de weg.’ (‘De weg’, Liahona, november 2008, 34, 36.)

  • Wat gebeurt er volgens ouderling Corbridge als we de weg van de Heiland niet volgen?

  • Wat gebeurt er als we de weg van de Heiland volgen?

  • Wat is de weg van de Heiland? (Herinner de cursisten er zo nodig aan wat de weg van de Heiland inhoudt: geloof in Hem en onze hemelse Vader ontwikkelen, bekering, heilsverordeningen zoals de doop en tempelverordeningen ontvangen, en in geloof en gehoorzaamheid tot het einde toe volharden.)

Laat de cursisten nadenken over ervaringen die ze gehad hebben waarbij ze gezegend werden omdat ze de weg van de Heiland volgden. Vraag enkele cursisten om over hun ervaringen te vertellen.

Laat de cursisten overwegen hoe goed ze de weg van de Heiland volgen. Laat ze een manier bedenken waarop ze de Heiland beter kunnen volgen, en een doel stellen om ermee aan de slag te gaan.

Vat Johannes 14:7–14 samen met de uitleg dat de Heiland zijn apostelen leerde dat Hij onder meer naar de aarde gekomen was om de ware aard van onze hemelse Vader door zijn woorden en daden te tonen. Hij beloofde zijn apostelen ook dat ze de macht zouden hebben om grote werken te doen.

Volgende unit (Johannes 16–21)

Spoor de cursisten aan om bij hun studie van de laatste hoofdstukken van Johannes naar antwoorden op de volgende vragen te zoeken: wat zei Jezus tegen zijn moeder toen Hij aan het kruis hing? Wie was de eerste persoon aan wie de herrezen Jezus verscheen? Wie weigerde de getuigenissen van anderen dat Jezus herrezen was te geloven? Laat de cursisten zich afvragen wat de Heiland zou zeggen tegen zijn discipelen die getuige van Hem en zijn opstanding geweest waren, maar vervolgens besloten om hun oude werk weer op te pakken in plaats van het evangelie te verkondigen. Vraag ze om in de volgende unit vast te stellen wat de Heiland tegen die discipelen zei.

Afdrukken