Bibliotheek
Inleiding tot het evangelie van Markus


Inleiding tot het evangelie van Markus

Waarom dit boek bestuderen?

Het boek Markus gaat over de bediening, dood en opstanding van Jezus Christus. Het is een dynamisch verslag waarin veel nadruk op de krachtige daden van de Heiland wordt gelegd. Vooral op de verzoening, die door Markus wordt aangeduid als de kern van de zending die Jezus als de beloofde Messias heeft vervuld. Als de cursisten het verslag en getuigenis van Markus bestuderen, over de manier waarop de Heiland zijn zoenoffer heeft volbracht, kunnen ze zich vollediger tot het evangelie bekeren en de moed opbrengen om de Heiland te volgen.

Wie heeft dit boek geschreven?

Markus (ook wel Johannes Markus genoemd) is de auteur van dit boek. Hoewel Markus geen deel uitmaakte van de oorspronkelijke twaalf apostelen van Jezus Christus, bekeerde hij zich later en werd assistent van de apostel Petrus. Het kan zijn dat hij zijn evangelie op aanwijzing van Petrus heeft geschreven. (zie Bible Dictionary, ‘Mark’).

Markus en zijn moeder, Maria, woonden in Jeruzalem. Hun huis was een vergaderplaats voor sommige van de christenen in die tijd (zie Handelingen 12:12). Markus verliet Jeruzalem om Barnabas en Saulus (Paulus) op hun eerste zendingsreis te helpen (zie Handelingen 12:25; 13:4–6, 42–48). Paulus schreef later dat Markus met hem in Rome was (zie Kolossenzen 4:10; Filemon 1:24) en prees Markus als collega die ‘voor [hem] van veel nut voor de ambtelijke bediening’ was (2 Timotheüs 4:11). Petrus noemde hem ‘Markus, mijn zoon’ (1 Petrus 5:13), waaruit hun nauwe verbondenheid blijkt.

Wanneer en waar is het geschreven?

We weten niet precies wanneer het evangelie van Markus is geschreven. Markus heeft zijn evangelie waarschijnlijk in Rome geschreven, tussen 64 n.C. en 70 n.C., wellicht vlak na de marteldood van Petrus in ongeveer 64 n.C..

Voor wie is het geschreven en waarom?

Het evangelie van Markus bevat details — zoals vertaalde Aramese citaten, Latijnse uitdrukkingen en uitleggingen van Joodse gebruiken — die ogenschijnlijk bedoeld waren voor Romeinen en mensen uit andere volken, en voor hen die zich tot het christendom bekeerd hadden, waarschijnlijk in Rome en in het hele Romeinse Rijk. Velen geloven dat Markus wellicht bij Petrus in Rome was, in een periode dat het geloof van veel leden van de kerk in het Romeinse Rijk zwaar op de proef werd gesteld.

Een derde deel van het evangelie van Markus verhaalt de leringen en ervaringen van de Heiland in de laatste week van zijn leven. Markus getuigde dat het lijden van de Zoon van God uiteindelijk het kwaad, de zonde en de dood heeft overwonnen. Uit zijn getuigenis blijkt dat de volgelingen van de Heiland niet hoefden te vrezen wanneer zij vervolgd, beproefd of zelfs gedood werden, want zij volgden hun Meester. Zij konden vol vertrouwen volharden omdat de Heer hen zou helpen en al zijn beloften uiteindelijk in vervulling zouden gaan.

Wat zijn enkele kenmerkende elementen van dit boek?

Het evangelie van Markus begint plotseling en drastisch, en heeft een vlot tempo, de gebeurtenissen volgen elkaar snel op. Markus gebruikt herhaaldelijk woorden als meteen, die een een gevoel van tempo en actie geven.

Hoewel ruim 90 procent van het materiaal in Markus ook in Mattheüs en Lukas is te vinden, bevat het verslag van Markus vaak bepaalde details met behulp waarvan we de barmhartigheid van de Heiland en de reactie van de mensen om Hem heen beter kunnen begrijpen (vergelijk Markus 9:14–27 met Mattheüs 17:14–18). Markus vertelt bijvoorbeeld over de algemeen enthousiaste ontvangst die de Heiland in het begin van zijn bediening van de mensen in Galilea en elders ontving. (Zie Markus 1:32–33, 45; 2:2; 3:7–9; 4:1.) Markus vertelt ook voorzichtig over de negatieve reactie van de schriftgeleerden en Farizeeën, van wie de tegenstand al snel toenam van sceptische gedachten (zie Markus 2:6–7) tot een samenzwering om Jezus te doden (zie Markus 3:6).

Onder de belangrijke onderwerpen in Markus bevinden zich de vragen wie Jezus was en wie zijn identiteit begreep, evenals de rol van de discipelen om hun ‘kruis op [te] nemen en [Jezus] te volgen’ (Markus 8:34). Daarnaast is Markus het enige evangelie waarin de gelijkenis van het zaad wordt verteld (zie Markus 4:26–27), en de genezing van een dove (zie Markus 7:31–37) en de geleidelijke genezing van een blinde (zie Markus 8:22–26) voorkomt.

Overzicht

Markus 1–4 Jezus wordt door Johannes de Doper gedoopt en begint te prediken, roept zijn discipelen en verricht wonderen. Zodra de tegenstand toeneemt, onderwijst Hij in gelijkenissen.

Markus 5–7 De Heiland blijft vele wonderen verrichten, waaruit zijn barmhartigheid voor anderen blijkt. Nadat Johannes de Doper is gedood, voedt Jezus ruim vijfduizend mensen en loopt Hij op het water. Jezus waarschuwt voor valse overleveringen.

Markus 8–10 Jezus Christus blijft wonderen verrichten. Petrus getuigt dat Jezus de Christus is. De Heiland profeteert drie keer van zijn lijden, dood en opstanding, maar zijn discipelen begrijpen de betekenis ervan niet helemaal. Hij onderwijst ze in nederigheid en dienstbetoon als vereisten van zijn discipelen.

Markus 11–16 Tijdens de laatste week van zijn leven gaat de Heiland naar Jeruzalem, onderwijst Hij zijn discipelen, lijdt Hij in Gethsémané en wordt Hij gekruisigd. Jezus Christus herrijst.

Afdrukken