Bibliotheek
Les 125: Filippenzen 4


Les 125

Filippenzen 4

Inleiding

Paulus zegt tegen de heiligen in Filippi dat ze moeten bidden en op zoek moeten gaan naar wat rechtvaardig was. Hij spreekt ook zijn vertrouwen uit in de instaatstellende kracht van Jezus Christus. Paulus sluit zijn brief af met dankzegging aan de heiligen in Filippi voor de steun die ze hem op moeilijke momenten hebben gegeven.

Lessuggesties

Filippenzen 4:1–14

Paulus zegt tegen de heiligen in Filippi dat ze moeten bidden en op zoek moeten gaan naar wat rechtvaardig is.

Zet vóór de les deze uitspraken op afzonderlijke vellen papier. Geef verschillende cursisten een van de vellen papier:

‘Ik maak me zorgen over een aanstaand proefwerk.’

‘Ik maak me zorgen over een familielid dat ziek is.’

‘Ik maak me zorgen of ik pal zal staan voor mijn overtuiging.’

‘Ik maak me zorgen of ik wel een goede zendeling kan zijn.’

Schrijf aan het begin van de les de woorden zich zorgen maken op het bord. Leg uit dat we gedurende ons hele leven moeilijkheden of omstandigheden hebben waarover we ons zorgen maken. Laat de cursisten die een vel papier hebben gekregen opstaan en één voor één hun uitspraak voorlezen. Laat de cursisten zich afvragen wanneer zij zich zorgen hebben gemaakt.

  • Waarover kunnen we ons nog meer zorgen maken als we in moeilijke omstandigheden verkeren?

Laat de cursisten in hun aantekenschrift of Schriftendagboek opschrijven waar ze zich zorgen over maken (of waar iemand die ze kennen zich zorgen over maakt). Laat de cursisten bij hun studie van Filippenzen 4 een waarheid opzoeken waar ze iets aan kunnen hebben als ze zich zorgen maken.

Herinner de cursisten eraan dat Paulus in zijn brief aan de kerkleden in Filippi de leden prees voor hun getrouwheid (zie Filippenzen 2:12) en ze vertelde over de eeuwige beloningen die beschikbaar zijn voor de mensen die offers brengen voor Jezus Christus en Hem trouw zijn. Vat Filippenzen 4:1–5 samen door uit te leggen dat Paulus de heiligen adviseerde om getrouw te blijven, zich in de Heer te verheugen en hun welwillendheid aan anderen bekend te maken (zie vers 5).

Laat een cursist de eerste zin van Filippenzen 4:6 voorlezen. Laat de klas meelezen en de raad van Paulus aan de heiligen opzoeken. Verwijs de cursisten naar vers 6 om goed te begrijpen dat de woorden ‘wees in geen ding bezorgd’ betekent dat we ons nergens te druk over moeten maken.

Zet de volgende zinsnede op het bord: Als trouwe volgelingen van Jezus Christus …

Laat een cursist de rest van Filippenzen 4:6 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de heiligen volgens Paulus moesten doen in plaats van zich zorgen maken. U kunt uitleggen dat met smeken een nederig, oprecht verzoek bedoeld wordt.

  • Hoe zouden jullie de instructies van Paulus in vers 6 samenvatten? (Zet de antwoorden van de cursisten in de vorm van een ‘als … dan’ uitspraak op het bord: Als we als getrouwe volgelingen van Jezus Christus dankbaar in gebed gaan, …)

Voeg het woord dan toe aan de uitspraak op het bord. Laat een cursist Filippenzen 4:7 voorlezen. Laat de klas meelezen en vaststellen welke zegen Paulus beloofde aan de mensen die door smeken en met dankzegging bidden. Leg uit dat met het woord bewaken in dit vers beschermen bedoeld wordt.

  • Hoe zouden jullie de zegen samenvatten die Paulus beloofde? (Zet de reacties van de cursisten op het bord, achterdan.. De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: als we als getrouwe volgelingen van Jezus Christus dankbaar in gebed gaan, dan zal God ons met zijn vrede zegenen.)

  • Hoe kunnen we, wanneer we ons zorgen maken, vrede vinden als we in gebed onze dankbaarheid uiten?

  • Waartegen beschermt Gods vrede ons hart en ons verstand?

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen. Laat de klas op andere manieren letten waarop Gods vrede ons kan helpen:

Afbeelding
Ouderling Richard G. Scott

‘Omdat uw Vader in de hemel uw keuzevrijheid respecteert, zal Hij u nooit dwingen om tot Hem te bidden. Maar gebruikt u uw keuzevrijheid om Hem te betrekken bij elk aspect van uw dagelijkse leven, dan vult uw hart zich met vrede, opbeurende vrede. Die vrede zal een eeuwig licht werpen op uw moeilijkheden. Ze zal ertoe bijdragen om die problemen vanuit een eeuwig perspectief op te lossen.’ (‘Geloofsoefening — uw eerste prioriteit’,Liahona, november 2014, 93.)

  • Hoe kan Gods vrede ons volgens ouderling Scott helpen als we moeilijkheden hebben?

  • Hoe ben je ooit met Gods vrede gezegend toen je in een moeilijke tijd met dankzegging om hulp smeekte?

Verwijs de cursisten naar de zorgen die ze eerder in de les hebben opgeschreven. Moedig ze aan om met dankzegging te bidden en te smeken in plaats van zich zorgen te maken. Als de cursisten iets over de zorgen van een ander hebben opgeschreven, moedig ze dan aan om met die persoon over dit beginsel te praten.

Deel de klas op in drieën ter voorbereiding op het volgende beginsel dat Paulus de heiligen in Filippi bijbracht. Laat een derde van de klas over hun lievelingsvoedsel nadenken, een ander derde over een grappige afbeelding of een grappig verhaal, en het laatste derde deel van de klas over een afbeelding of een ervaring in de tempel. Geef de cursisten zo’n dertig seconden de tijd om zich daarop te concentreren.

  • Wat voor invloed had die concentratie op je?

Leg uit dat onze gedachten onze verlangens en ons gedrag kunnen beïnvloeden. Laat een cursist Filippenzen 4:8–9 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de heiligen in Filippi volgens Paulus moesten denken en doen. U moet wellicht uitleggen dat ‘bedenk dat’ betekent dat we er zorgvuldig en voortdurend aan moeten denken.

U kunt de cursisten aanmoedigen om alles te markeren waar de heiligen zich volgens Paulus op moesten concentreren.

  • Wat moesten de kerkleden volgens Paulus nog meer doen?

  • Welke zegen beloofde Paulus de heiligen als ze zijn leringen en voorbeeld zouden volgen?

  • Welk beginsel kunnen we leren van wat Paulus de heiligen in Filippi in Filippenzen 4:8–9bijbracht? (De strekking van de woorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: als getrouwe heiligen hun gedachten op rechtschapen dingen concentreren en de profeten en apostelen volgen, zal de God van de vrede bij hen zijn.)

  • Hoe kunnen onze verlangens en ons gedrag beïnvloed worden als we onze gedachten op rechtschapen dingen concentreren?

Laat de cursisten de Geloofsartikelen in de Parel van grote waarde opslaan. Laat een cursist het dertiende geloofsartikel voorlezen. Laat de klas meelezen en overeenkomsten met Filippenzen 4:8 opzoeken.

  • Welke overeenkomsten zijn er tussen deze twee teksten?

Leg uit dat toen de profeet Joseph Smith in het dertiende geloofsartikel deze ‘aansporing van Paulus’ in Filippenzen 4:8 citeerde, hij de woorden ‘bedenk dat’ in het meer actieve ‘dan streven wij dat na’ heeft veranderd.

  • Waarom is het volgens jullie belangrijk om dingen na te streven die eerzaam, rechtvaardig, rein, liefelijk, welluidend, deugdzaam en prijzenswaardig zijn?

  • Hoe kunnen we ons beter op die dingen concentreren als we ernaar streven?

Deel de klas op in groepjes van drie of vier. Geef elk groepje een exemplaar van Voor de kracht van de jeugd (boekje, 2011) en het volgende uitreikblad. Geef elk groepje twee van de volgende onderwerpen uit Voor de kracht van de jeugd: ‘Daten’, ‘Kleding en uiterlijk’, ‘Opleiding’, ‘Amusement en media’, ‘Vrienden en vriendinnen’, ‘Taalgebruik’, en ‘Muziek en dans’. (Pas de omvang van de groepjes en het aantal onderwerpen aan de grootte van de klas aan.) Laat de cursisten de aanwijzingen op het uitreikblad opvolgen.

Afbeelding
handout

Filippenzen 4:8–9

Het Nieuwe Testament — boek voor de seminarieleerkracht, les 125

Noteer hier de toegewezen onderwerpen:

Bespreek deze vragen voor elk van de onderwerpen:

  • Hoe kunnen we de instructies van Paulus in Filippenzen 4:8–9 gebruiken om onze beslissingen in verband met dit onderwerp te nemen?

  • Als we ernaar streven om de instructies van Paulus op te volgen, wat voor moeilijkheden in verband met dit onderwerp kunnen we dan tegenkomen?

Bespreek dan de volgende vraag:

  • Waarom is het de moeite waard om de God van de vrede bij ons te hebben als we rechtvaardige dingen opzoeken en de apostelen en profeten volgen?

Als de cursisten voldoende tijd hebben gehad, laat u een cursist uit elke groep vertellen hoe ze elke vraag hebben beantwoord.

  • Hoe heeft de God van de vrede zijn aanwezigheid kenbaar gemaakt toen jullie je gedachten op rechtvaardige dingen concentreerden?

Moedig de cursisten aan om in hun aantekenschrift of Schriftendagboek op te schrijven hoe ze zich beter op rechtvaardige dingen kunnen concentreren en de apostelen en profeten van God kunnen volgen.

Vat Filippenzen 4:10 samen door uit te leggen dat Paulus de heiligen in Filippi bedankte voor hun steun en zorg in moeilijke tijden.

Laat een cursist Filippenzen 4:11–12 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Paulus volgens zijn eigen woorden tot de heiligen had geleerd.

  • Wat had Paulus geleerd om in alle omstandigheden te doen?

Laat een cursist Filippenzen 4:13–14 voorlezen. Laat de klas meelezen en vaststellen wie de bron van de kracht van Paulus was.

  • Wat was volgens Paulus de bron van zijn kracht?

Leg uit dat de uitspraak van Paulus in vers 13 betrekking heeft op zijn vaardigheid om met de kracht van Jezus Christus alles te doen wat door God werd vereist, waaronder in alle omstandigheden tevreden zijn.

  • Welke waarheid kunnen we uit vers 13 leren? (Laat de cursisten in hun eigen woorden deze waarheid weergeven: door middel van Jezus Christus kunnen we alles doen, want Hij geeft ons kracht [zie ook Alma 26:12].)

  • Hoe kunnen we gebruik maken van de kracht die Jezus Christus ons biedt?

Laat een cursist het volgende citaat van president Dieter F. Uchtdorf van het Eerste Presidium voorlezen. Laat de klas opletten wat we met die kracht kunnen doen:

Afbeelding
President Dieter F. Uchtdorf

‘God stort zegeningen van macht en kracht uit om ons in staat te stellen tot dingen die anders ver buiten ons bereik zouden liggen. Door Gods verbazingwekkende genade kunnen zijn kinderen aan de onderstromingen en het drijfzand van de misleider ontkomen, boven zonde uitstijgen en “[ver]volmaakt [worden] in Christus” [Moroni 10:32].’ (‘De gave van genade’,Liahona, mei 2015, 108.)

  • In welke opzichten kunnen we deze kracht of genade voelen? (Mogelijke antwoorden: meer veerkracht; vastberadenheid; moed; geduld; volharding; en uithoudingsvermogen en kracht — lichamelijk, mentaal of geestelijk.)

  • Wanneer heeft Jezus Christus jullie de kracht gegeven om iets goeds te doen? (Overweeg over een persoonlijke ervaring te vertellen.)

Filippenzen 4:15–23

Paulus besluit zijn brief aan de Filippenzen met een dankzegging.

Vat Filippenzen 4:15–23 samen door uit te leggen dat Paulus de heiligen in Filippi opnieuw bedankte voor hun steun en zorg in moeilijke tijden. De gaven van de heiligen waren aangenaam in de ogen van God, en Paulus beloofde dat God ook in hun behoeften zou voorzien.

Geef tot slot uw getuigenis van de waarheden die in deze les zijn besproken.

Afbeelding
scripture mastery icon
Kerntekstenbeheersing — Filippenzen 4:13

Help de cursisten met het uit het hoofd leren van Filippenzen 4:13 door het vers op het bord te zetten en het gezamenlijk op te zeggen. Wis een woord uit en zeg het vers opnieuw op. Herhaal dat totdat alle woorden zijn uitgewist.

Toelichting en achtergrondinformatie

Filippenzen 4:6. Dankzegging in moeilijke tijden

President Dieter F. Uchtdorf van het Eerste Presidium heeft uitgelegd hoe een dankbare houding ons in moeilijke tijden tot zegen kan zijn, inclusief mensen over wie we ons zorgen maken:

‘In de meeste Schriftteksten is er geen sprake van dankbaarheid voor iets, maar wordt er gesuggereerd dat we een algehele houding van dankbaarheid behoren te hebben. (…)

‘We kunnen ervoor kiezen om dankbaar te zijn, wat er ook gebeurt.

‘Dergelijke dankbaarheid overstijgt alles wat er om ons heen gebeurt. Zij overtreft teleurstelling, ontmoediging en wanhoop. (…)

‘Als we God in al onze omstandigheden dankbaar zijn, kunnen we te midden van rampspoed gemoedsrust hebben. In verdriet kunnen we toch nog ons hart in lof verheffen. In pijn kunnen we Christus om de verzoening roemen. In de kou van bittere droefenis kunnen we de nabijheid en de warmte van de omhelzing van de hemel ervaren. (…)

Dankbaarheid voor onze Vader in de hemel verruimt ons inzicht en verbreedt onze visie.’ (‘Dankbaar in alle omstandigheden’,Liahona, mei 2014, 70, 75, 77.)

Filippenzen 4:6–7. De vrede van God

President Thomas S. Monson heeft het volgende gezegd over de vrede die we kunnen ontvangen als we bidden:

‘Bij tijden zult u een pad vol hindernissen en moeilijkheden bewandelen. Bij tijden voelt u zich wellicht vervreemd — ja, ver weg — van de Schenker van alle goede gaven. U bent bang dat u er alleen voor staat. Vrees verjaagt geloof.

‘Als u zich in die omstandigheden bevindt, smeek ik u: denk dan aan ’t gebed. Ik kan mij helemaal vinden in de woorden van president Ezra Taft Benson over het gebed. Hij zei:

‘“Mijn hele leven heb ik de raad om op het gebed te vertrouwen hoger ingeschat dan elk ander advies dat ik […] heb gekregen. Het is volkomen een deel van mij geworden — een anker, een constante bron van kracht, en de basis voor mijn kennis van goddelijke zaken. (…)

‘“Hoewel tegenspoed kan komen, in gebed kunnen we zekerheid vinden, want God zal vrede tot de ziel spreken. Die vrede, die geest van kalmte, is de grootste zegen in dit leven.” [Ezra Taft Benson, “Pray Always”, Ensign, februari 1990, 4–5.]

‘De apostel Paulus spoort ons aan:

‘“Laat […] uw verlangens […] bekend worden bij God;

en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus” [Filippenzen 4:6–7].

Wat een heerlijke belofte! We snakken naar die vrede, smachten naar gemoedsrust.

We zijn niet op deze aarde geplaatst om er alleen voor te staan. Wat een verbluffende bron van kracht en van troost staat ieder van ons ter beschikking.’ (‘Wij staan er nooit alleen voor’,Liahona, november 2013, 121.)

Filippenzen 4:8. De aansporing van Paulus

‘Paulus moedigde de heiligen aan om te “bedenken” (ofwel zorgvuldig na te denken) over dingen die waar, eerbaar, rechtvaardig, rein, lieflijk en welluidend zijn (Filippenzen 4:8). Toen de profeet Joseph Smith in het dertiende geloofsartikel deze “aansporing van Paulus” citeerde, veranderde hij de woorden “bedenk dat” in het meer actieve “dan streven wij dat na” (Geloofsartikelen 1:13; cursivering toegevoegd). Ouderling Joseph B. Wirthlin (1917–2008) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende gezegd over de aanmoediging “dan streven wij dat na”:

‘“Het woord streven betekent opzoeken, ontdekken, proberen te verkrijgen. Er is een actieve, assertieve levensstijl voor nodig. […] Het is het tegenovergestelde van passief wachten op iets goeds dat we zonder inspanning zullen ontvangen.

‘“We kunnen ons leven met goede dingen vullen, zonder ruimte voor iets anders open te laten. We kunnen uit zoveel goede dingen kiezen, dat we nooit aan het kwaad hoeven deelnemen. (…)

‘“Als we streven naar wat deugdzaam en liefelijk is, zullen we dat zeker vinden. Als we daarentegen naar het kwaad op zoek gaan, zullen we dat ook vinden.” (“Seeking the Good”, Ensign, mei 1992, 86.)’ (New Testament Student Manual [Church Educational System manual, 2014], 437–438.)

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft de leden van de kerk aangemoedigd ‘om in alles het goede en opbouwende op te zoeken. (…)

‘Gezien alles wat er in de wereld gaande is, is het gemakkelijk om onze aandacht op negatieve of goddeloze zaken te richten, of onze energie te verspillen aan verdachte zaken en initiatieven en twijfelachtige productiviteit. (…)

‘Ik vind dat de heiligen der laatste dagen de grote morele plicht hebben om zich in de Heer te verheugen, om Hem te prijzen voor zijn goedheid en genade, om in hun hart over zijn eeuwige waarheden na te denken en hun hart op rechtschapenheid te richten. (…)

‘Er is een eeuwige wet, die vóór de grondlegging van de wereld door God is vastgelegd, dat iedere mens zal oogsten wat hij zaait. Als we slechte gedachten hebben, zullen we onreine woorden spreken. Als we goddeloze woorden spreken, zullen we uiteindelijk goddeloos gedrag vertonen. Als onze gedachten op de vleselijkheid en goddeloosheid van de wereld zijn gericht, zullen wereldsgezindheid en onrechtschapenheid onze levenswijze worden. Als we over seksuele onreinheid nadenken, zullen we al snel denken dat iedereen onzedelijk en onrein is, en zal de grens tussen ons en de wereld overschreden worden. (…)

‘Maar als we aan de andere kant in ons hart over rechtschapen dingen nadenken, zullen we rechtschapen worden.’ (‘Think on These Things’, Ensign, januari 1974, 46–48.)

Filippenzen 4:13. Jezus Christus geeft ons de kracht om het goede te doen

De kracht die Jezus Christus ons geeft om het goede te doen, wordt ook wel zijn genade genoemd. (Zie Gids bij de Schriften, ‘Genade’.) President Dieter F. Uchtdorf van het Eerste Presidium heeft het volgende gezegd over de kracht die Jezus Christus ons geeft om het goede te doen:

‘Een krachtige uiting van die liefde is wat in de Schriften vaak de genade van God wordt genoemd — de goddelijke hulp en gave van kracht waardoor we van de onvolmaakte, beperkte personen die we nu zijn, uitgroeien tot verhoogde personen van “waarheid en licht, totdat wij in waarheid zijn verheerlijkt en alle dingen” weten [Leer en Verbonden 93:28]. (…)

‘God stort zegeningen van macht en kracht uit om ons in staat te stellen tot dingen die anders ver buiten ons bereik zouden liggen. Door Gods verbazingwekkende genade kunnen zijn kinderen aan de onderstromingen en het drijfzand van de misleider ontkomen, boven zonde uitstijgen en “vervolmaakt worden in Christus” [Moroni 10:32].

‘Hoewel we allemaal zwakheden hebben, kunnen we ze overwinnen. Ja, het is door de genade van God dat, als we ons verootmoedigen en geloof hebben, zwakke dingen sterk voor ons kunnen worden [zie Ether 12:27].

‘In de loop van ons leven krijgen wij door Gods genade stoffelijke zegeningen en geestelijke gaven die onze vaardigheden vergroten en ons leven verrijken. Zijn genade verfijnt ons. Zijn genade helpt ons om het beste in onszelf naar boven te halen. (…)

‘Begrijpen we wat we onze hemelse Vader verschuldigd zijn, en smeken we met hart en ziel om Gods genade?’(‘De gave van genade’, Liahona, mei 2015, 107–109.)

Ouderling John H. Groberg van de Zeventig heeft verteld hoe God een getrouwe man de kracht gaf om een rechtschapen taak te volbrengen. (Zie ‘The Lord’s Wind’, Ensign, november 1993, 26–28.)

Afdrukken