Thuisseminarieles
Romeinen 8–1 Korinthe 6 (Unit 21)
Inleiding
Deze les draagt bij aan het begrip van de cursisten hoe zij zonde kunnen vermijden als zij erdoor omgeven zijn. Bovendien leren ze waarom het belangrijk is om ons lichaam rein te houden.
Lessuggesties
1 Korinthe 6
Paulus onderwijst de heiligen over eendracht en de wet van kuisheid
Maak een tekening op het bord met een kom vol rot fruit met één verse vrucht erin. Vraag de cursisten of ze zich ooit hebben afgevraagd hoe ze zonde kunnen vermijden als ze erdoor omgeven zijn.
Laat de cursisten 1 Korinthe 6 bestuderen. Laat ze daarbij zoeken naar de leringen van de apostel Paulus die hen kunnen helpen om rechtvaardig te leven ondanks het feit dat ze door goddeloze invloeden omgeven zijn.
Vat 1 Korinthe 6:1–8 samen met de uitleg dat Paulus de Korinthische heiligen adviseerde om geschillen onderling rechtvaardig op te lossen in plaats van onmiddellijk het burgerlijke gerecht te gebruiken.
Laat een cursist 1 Korinthe 6:9–11 voorlezen. Laat de klas meelezen en zoeken naar de zondige gebruiken die de kerkleden volgens Paulus dienden te vermijden.
-
Wat voor zondig gedrag wilde Paulus dat de kerkleden vermeden?
-
Wat maakte Paulus volgens 1 Korinthe 6:11 de heiligen over zichzelf indachtig? (Veel bekeerlingen in Korinthe hadden, voor zij zich bij de kerk aansloten, aan deze zondige gebruiken deelgenomen, maar zij hadden zich bekeerd en waren van hun zonden gezuiverd.)
Leg uit dat het oude Korinthe bekend stond als onzedelijk, en dat veel Korinthiërs het idee verspreidden dat ons lichaam voor plezier was gemaakt. Leg uit dat Paulus in de Engelstalige Bijbelvertaling van Joseph Smith voor 1 Korinthe 6:12 tegen het filosofische denkbeeld inging dat er geen goed of slecht bestaat.
-
In welke opzichten waren de ideeën en gebruiken in Korinthe soortgelijk aan hedendaagse, wereldse stromingen?
Laat een cursist 1 Korinthe 6:13 voorlezen. Laat de klas meelezen en zoeken naar wat Paulus onderwees over het doel van ons lichaam.
-
Wat onderwees Paulus over ons lichaam? (Hoewel veel Korinthiërs schijnbaar geloofden dat het lichaam voor lichamelijk plezier was gemaakt, zette Paulus dit recht door te onderwijzen dat ons lichaam is geschapen om de doeleinden van de Heer te volbrengen.)
Vat 1 Korinthe 6:14–17 samen met de uitleg dat wie zich bij de kerk aansluit één wordt met Christus als spirituele ‘leden’ van zijn lichaam. Paulus heeft ook uitgelegd dat seksuele onreinheid en een geestelijke relatie met Jezus Christus niet samengaan.
Laat een cursist 1 Korinthe 6:18 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Paulus de Korinthische heiligen leerde dat zij moesten doen. (U kunt er eventueel op wijzen dat de Bijbelvertaling van Joseph Smith van 1 Korinthe 6:18 de zinsnede ‘blijft buiten het lichaam’ verandert in de zinsnede ‘is tegen het lichaam van Christus.’ [‘Vlucht weg van de hoererij. Elke zonde die een mens doet, is tegen het lichaam van Christus, en wie hoererij bedrijft, zondigt tegen zijn eigen lichaam.’])
-
Wat leerde Paulus de Korinthische heiligen dat zij moesten doen?
-
Welke waarheid leerde Paulus over wie onzedelijkheid begaan? (U kunt eventueel voorstellen dat de cursisten de woorden in hun Schriften markeren van vers 18 die de volgende waarheid onderwijzen: wie hoererij bedrijft, zondigt tegen zijn eigen lichaam.)
Leg uit dat Paulus vervolgens leerde waarom hoererij, of seksuele onkuisheid een zonde is ‘tegen [het] eigen lichaam’.
Herinner de cursisten eraan dat 1 Korinthe 6:19–20 een kerntekst is. Laat een cursist 1 Korinthe 6:19 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten waarmee Paulus ons lichaam vergeleek.
-
Waarmee vergeleek Paulus ons lichaam?
Laat een plaat van een tempel zien.
-
Wat is het verschil tussen een tempel en elk ander gebouw?
-
Hoe zou je de lering van Paulus uit vers 19 samenvatten? (De strekking van de woorden van de cursisten dient de volgende leer te omvatten: ons lichaam is een tempel van God waar de Geest in kan wonen.)
-
Wat voor uitwerking zou het begrip dat ons lichaam een tempel is, moeten hebben op de manier waarop we ons eigen lichaam en dat van anderen behandelen?
Laat een cursist het volgende citaat van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen. Laat de klas op extra inzichten letten in wat een begrip van het feit dat ons lichaam een tempel van God is voor uitwerking kan hebben op de manier waarop we ons eigen lichaam behandelen.
‘Als we deze waarheden [van 1 Korinthe 6:19–20] accepteren, […] dan takelen we ons lichaam niet toe met bijvoorbeeld tatoeages, noch ondermijnen we het met verdovende middelen of ontheiligen we het met ontucht, overspel of onfatsoen. Daar ons lichaam het instrument van onze geest is, is het van groot belang dat we het zo goed mogelijk verzorgen. We moeten het toewijden aan het werk van Christus.’ (‘Bespiegelingen over een toegewijd leven’, Liahona, november 2010, 17.)
-
Wat wil Paulus volgens jou met de zinsnede ‘u niet van uzelf bent’ in 1 Korinthe 6:19 zeggen?
Laat een cursist 1 Korinthe 6:20 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten waarom ons lichaam niet van ons is.
-
Welke zinsnede geeft aan waarom ons lichaam niet van onszelf is? (Leg uit dat ‘duur gekocht’ betekent door de verzoening van Jezus Christus gered of teruggekocht te worden.)
-
Hoe zou je een waarheid uit verzen 19–20 samenvatten? (Nadat de cursisten hebben geantwoord, helpt u hen om de volgende waarheid te vinden: omdat we door de verzoening van Jezus Christus zijn gekocht voor een prijs , is ons lichaam niet van onszelf.)
Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:
‘Zeg alsjeblieft nooit: “Wie doe ik er kwaad mee? Waarom niet wat vrijheid? Ik kan nu overtreden en me later bekeren.” Wees alsjeblieft niet zo dom en zo wreed. Je kunt Christus niet ongestraft “opnieuw kruisigen” [zie Hebreeën 6:6]. “Vlucht weg van de hoererij” [1 Korinthe 6:18], roept Paulus uit, en vlucht ook weg van “iets dergelijks” [LV 59:6; cursivering toegevoegd], voegt de Leer en Verbonden daaraan toe. Waarom? Nou, enerzijds vanwege het onmetelijke geestelijke en lichamelijke lijden dat de Heiland van de wereld ondergaan heeft, opdat wij zouden kunnen vluchten [zie in het bijzonder LV 19:15–20]. Wij zijn Hem daarvoor iets verschuldigd. Wij zijn Hem daarvoor werkelijk alles verschuldigd.’ (‘Personal Purity’, Ensign, november 1998, 76.)
-
Hoe kan ons herinneren dat ons lichaam niet van onszelf is onze keuzes betreffende ons lichaam beïnvloeden?
Verwijs de cursisten naar de tekening op het bord, van een verse vrucht in een kom vol rot fruit.
-
Hoe kan een begrip van deze waarheden over ons lichaam ons helpen om rein te blijven als we door goddeloosheid omgeven zijn?
Getuig van de waarheden die zijn besproken. Laat de cursisten de indrukken of ingevingen overdenken die ze eventueel tijdens de les hebben ontvangen en vraag hen om er gehoor aan te geven.
Volgende unit (1 Korinthe 7–14)
Leg aan de cursisten uit dat ieder van hen op zijn minst een geestelijke gave van onze hemelse Vader heeft ontvangen. Laat hen de volgende unit bestuderen en daarbij opzoeken welke geestelijke gaven onze hemelse Vader aan zijn kinderen geeft. Deel hen mee dat de apostel Paulus heeft gezegd dat zelfs als hij zijn hele vermogen gaf om de armen te voeden en ook zijn lichaam liet verbranden, dan zou hij nog niets zijn als hem een bepaalde geestelijke gave ontbrak. Laat de cursisten bedenken welke gaven zij hebben ontvangen.