De apostel Paulus spreekt over de geestelijke oorlog waarin de kinderen van God verwikkeld zijn. Hij verdedigt zich tegen wie hem tegenwerken. Hij vertelt hoe hij in de derde hemel is opgenomen en hij beschrijft hoe zijn zwakheden een zegen blijken te zijn. Alvorens zijn brief te beëindigen, spoort Paulus de heiligen in Korinthe aan om aan zelfonderzoek te doen en hun getrouwheid te bewijzen.
Paulus schrijft over de geestelijke strijd, de misleidingen door Satan en zijn eigen beproevingen
Zet het woord oorlog op het bord.
In welke opzichten zijn we in een oorlog met Satan verwikkeld?
Wat zijn enkele van de moeilijkste veldslagen die we in deze geestelijke oorlog meemaken?
Laat een cursist 2 Korinthe 10:3–6 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat we moeten doen om deze oorlog met Satan te winnen.
Wat moeten we doen om deze oorlog met Satan te winnen?
Wat betekent het volgens jou ‘elke gedachte gevangen [te nemen] om die te brengen tot de gehoorzaamheid aan Christus’ (vers 5)?
Welk beginsel uit vers 5 leert ons hoe we onze oorlog met Satan kunnen winnen? (Zet na de antwoorden van de cursisten de volgende waarheid op het bord: als we uit gehoorzaamheid aan Jezus Christus onze gedachten onder controle houden, zullen we beter de overhand krijgen in onze oorlog met Satan.)
Wat kunnen we doen om onze gedachten onder controle te houden? (We kunnen onder andere bidden, Schriftteksten uit ons hoofd leren en lofzangen zingen of uit ons hoofd leren.)
U kunt van een ervaring getuigen waaruit blijkt hoe u, door uit gehoorzaamheid aan de Heiland uw gedachten onder controle te houden, door de Heiland bent geholpen om de invloed van Satan te weerstaan. Vraag de cursisten eventueel om van hun eigen ervaringen te getuigen. Laat de cursisten zich ten doel stellen om uit gehoorzaamheid aan de Heiland hun gedachten beter onder controle te houden.
Laat een cursist de volgende samenvatting voorlezen:
In 2 Korinthe 10:7–18 zien we dat Paulus in de Heer roemde, en leerden we dat zijn eigen zwakheden niet gebruikt mogen worden als rechtvaardiging om niet naar hem te luisteren. In 2 Korinthe 11 waarschuwde Paulus voor nog andere manieren waarop Satan probeert onze gedachten te verderven en probeert ons, onder meer door valse christussen en valse apostelen, van Jezus Christus weg te leiden. Paulus vertelde over het lijden dat hij als ware apostel van de Heiland had doorstaan.
Paulus vertelt hoe hij in de hemel werd opgenomen en legt uit hoe onze zwakheden erkennen ons tot voordeel kan zijn
Breng een doorn mee naar de klas of teken er een op het bord, zoals de afgebeelde doorn. Laat de cursisten nadenken wanneer ze zich aan doornen verwond hebben.
Afbeelding
tak met doornen
Hoe maken doornen het leven lastig?
Leg uit dat Paulus het begrip van een doorn gebruikte om een beproeving of zwakheid voor te stellen die hij had ondergaan.
Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen. Laat de klas zich bij het luisteren afvragen welke beproevingen of zwakheden zij of hun dierbaren hebben ondervonden:
Afbeelding
Ouderling Dallin H. Oaks
‘Sommigen hebben een dierbare verloren door een sterfgeval of zorgen voor een gehandicapte. Sommigen zijn gekwetst door een echtscheiding. […] Anderen hebben ernstige fysieke of mentale handicaps. Sommigen worstelen met aantrekking tot mensen van hetzelfde geslacht. Sommigen hebben een zware depressie of voelen zich ernstig tekortschieten. Veel mensen dragen op de een of andere manier een zware last.’ (‘Hij geneest de belasten’, Liahona, november 2006, 6.)
Laat de cursisten bij het bestuderen van 2 Korinthe 12 zoeken naar leringen die hen kunnen helpen als ze beproevingen en zwakheden ondervinden.
Laat een cursist 2 Korinthe 12:1–4 voorlezen. Laat de klas bij het meelezen op het visioen van Paulus letten. (Leg uit dat deze verzen in de derde persoon naar Paulus verwijzen.)
Wat betekent het volgens jullie dat Paulus ‘tot in de derde hemel opgenomen werd’ (vers 2)? (Hij had een visioen van het celestiale koninkrijk.)
Leg uit dat de zinsnede ‘of het in het lichaam […] of buiten het lichaam, ik weet het niet’ (vers 2) aangeeft dat Paulus niet wist of hij naar het celestiale koninkrijk was gebracht of er een visioen van had gezien.
Laat een cursist 2 Korinthe 12:5–6 voorlezen. Laat de klas bij het meelezen opletten hoe Paulus op dit visioen reageerde.
Hoe reageerde Paulus op dit visioen?
Wat zou er volgens een bezorgde Paulus kunnen gebeuren als hij zichzelf roemde? (Paulus maakte zich zorgen dat anderen te positief over hem zouden denken terwijl hij nog steeds sterfelijke zwakheden had die hij moest overwinnen.)
Laat een cursist 2 Korinthe 12:7–8 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe de Heer Paulus hielp om nederig te blijven. U kunt eventueel uitleggen dat ‘niet zou verheffen’ (vers 7) hoogmoedig zijn betekent.
Hoe heeft de Heer Paulus geholpen om nederig te blijven?
Hoe vaak heeft Paulus gebeden om deze ‘doorn in het vlees’ te laten verwijderen?
Wijs erop dat de Heer er ondanks de gebeden van Paulus voor koos om Paulus’ ‘doorn in het vlees’ niet te verwijderen.
Waarom laat de Heer volgens Paulus toe dat wij zwakheden en beproevingen ondergaan? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: de Heer laat toe dat wij zwakheden en beproevingen ondergaan zodat we nederigheid kunnen leren. Zet dat op het bord.)
Laat de cursisten 2 Korinthe 12:9–10 in stilte lezen en zoeken naar de waarheden die Paulus hielpen om zijn zwakheden te verdragen. Vraag de cursisten om de gevonden waarheden in hun Schriftendagboek of aantekenschrift te noteren.
Welke waarheden had Paulus geleerd die hem hielpen om zijn zwakheden te verdragen? (De cursisten kunnen uiteenlopende waarheden noemen, zoals: de genade van Jezus Christus is voldoende om ons in onze zwakheden te sterken. De Heer neemt niet altijd onze moeilijkheden weg, maar Hij sterkt ons als we ze getrouw ondergaan.)
Herinner de cursisten eraan dat genade ‘goddelijke hulp of kracht’ is die door de verzoening van Jezus Christus mogelijk is gemaakt (Gids bij de Schriften, ‘Genade’).
Wat betekent het dat de genade van de Heiland voldoende is om ons in onze zwakheden te sterken? (Door de kracht die we ontvangen van de Heiland kunnen we alles doen wat Hij van ons vraagt.)
Laat een cursist de volgende uitspraak van ouderling Dallin H. Oaks voorlezen:
Afbeelding
Ouderling Dallin H. Oaks
‘De genezende kracht van de Heer Jezus Christus — of die onze lasten nu wegneemt of ons de kracht geeft ze te doorstaan en met ze te leven, net als de apostel Paulus — staat ons voor iedere kwelling in het sterfelijk leven ter beschikking.’ (‘Hij geneest de belasten’, 8.)
Hoe kunnen de waarheden die we in verzen 9–10 gevonden hebben ons helpen om zwakheden en beproevingen te verdragen?
Wanneer ben jij, of is iemand die je kent, door de Heiland gesterkt? (Herinner de cursisten eraan dat ze niet over dingen moeten praten die te persoonlijk zijn.) Hoe was deze gebeurtenis jou of hen tot zegen?
Paulus spoorde heiligen in Korinthe aan om aan zelfonderzoek te doen en hun getrouwheid te bewijzen
Herinner de cursisten eraan dat er valse leraren onder de Korinthische heiligen waren die tegen Paulus en zijn gezag in gingen.
Hoe komen sommigen heden ten dage in opstand tegen leiders in de kerk?
Laat een cursist 2 Korinthe 13:3 voorlezen. Laat de klas meelezen en vraag hen waar sommige Korinthische kerkleden bewijs voor zochten.
Waar zochten sommige Korinthische kerkleden bewijs voor?
Laat een cursist 2 Korinthe 13:5–6 voorlezen. Laat de klas bij het meelezen opzoeken waartoe Paulus de Korinthische heiligen aanspoorde in plaats van zich af te vragen of de Heer door hem als apostel sprak. Leg uit dat verwerpelijk betekent dat iemand verdorven of immoreel is.
Waar spoorde Paulus volgens vers 5 de Korinthische heiligen toe aan? (U wilt de cursisten wellicht aanmoedigen om de werkwoorden onderzoek, beproef en weet in dit vers te markeren.)
Wat moesten deze heiligen volgens Paulus bij zichzelf onderzoeken? (Leg uit dat ‘in het geloof bent’ [vers 5] betekent dat je de kerk van Heer trouw bent.)
Wat kunnen we volgens deze verzen beter doen dan onze kerkleiders bekritiseren? (De cursisten horen een beginsel zoals het volgende uit te drukken: in plaats van onze kerkleiders te bekritiseren, dienen we onze eigen getrouwheid te onderzoeken.)
Laat een cursist de volgende uitspraak van de profeet Joseph Smith voorlezen:
Afbeelding
De profeet Joseph Smith
‘Indien een mens opstaat om anderen te veroordelen en fouten zoekt in de kerk, en zegt dat zij allen op het verkeerde pad zijn en hij alleen rechtvaardig is, weet dan dat die mens zich op de brede weg naar de afval bevindt; en zo waar als God leeft, zal hij afvallen als hij zich niet bekeert.’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 343.)
Wat gebeurt er als we onze leiders bekritiseren in plaats van onze eigen getrouwheid te onderzoeken?
Om de cursisten in staat te stellen hun getrouwheid en hun houding tegenover hun kerkleiders te onderzoeken, bezorgt u hen kopieën van de volgende vragen. Gun de cursisten voldoende tijd om deze vragen in stilte te lezen en beantwoorden.
Welke zegeningen vloeien voort uit regelmatig zo’n geestelijke zelfonderzoek doen?
Vat 2 Korinthe 13:7–14 samen en leg uit dat Paulus de heiligen aanspoorde om het kwaad te vermijden en naar volmaaktheid te streven.
Getuig van de waarheden die u in deze les behandeld hebt. Laat de cursisten een doel opschrijven om een van deze waarheden in hun leven toe te passen.
Afbeelding
scripture mastery icon
Kerntekstenbeheersing
De cursisten krijgen meer inzicht in een Schrifttekst als zij hun eigen vragen over de tekst opstellen. Deel de klas op in twee (of meer) teams. Laat de teams hints opschrijven die naar een bepaalde kerntekst verwijzen. (U kunt een reeks teksten uitkiezen die u de cursisten wilt laten leren of doornemen.) Spoor de cursisten aan om hun hints niet te moeilijk te maken. Laat de teams na voldoende tijd om de beurt een hint voorlezen om te zien of het andere team de juiste passage kan herkennen.
Noot: als er in deze les niet voldoende tijd voor deze activiteit is, kunt u er wellicht in een andere les tijd aan besteden. (De volgende les is vrij kort. U hebt dan misschien voldoende tijd voor deze activiteit.) Zie het aanhangsel achterin dit boek voor meer activiteiten.
Toelichting en achtergrondinformatie
2 Korinthe 12:4. ‘Een mens niet is geoorloofd uit te spreken’
Zoals Paulus die ‘onuitsprekelijke woorden’ heeft gehoord die ‘een mens niet is geoorloofd uit te spreken’ toen hij in de derde hemel werd opgenomen (2 Korinthe 12:2, 4), hebben we ook geestelijke ervaringen waar we pas over horen te vertellen als de Geest ons dat ingeeft. President Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
‘“Ik ben tot de conclusie gekomen dat het niet verstandig is om voortdurend over buitengewone, geestelijke ervaringen te praten. Ze moeten zorgvuldig bewaakt worden en er mag alleen over verteld worden als de Geest u er zelf toe aanzet ze te gebruiken om anderen tot zegen te zijn.” [‘The Candle of the Lord’, Ensign, januari 1983, 53]’ (New Testament Student Manual [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2014], 407).
2 Korinthe 12:7. Wat was de ‘doorn’ die de apostel Paulus kwelde?
Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen stelde dat de doorn van Paulus best ‘een niet-vernoemd lichamelijk gebrek, blijkbaar pijnlijk, waar de apostel of voortdurend of periodiek door werd gekweld’ zou kunnen zijn geweest. (Zie Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen [1965–73], 2:448.)
Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf gebruikte zijn persoonlijke ervaring met lichamelijke moeilijkheden om uit te leggen hoe de genade van de Heiland ons in zwakte sterk kan maken:
‘De afgelopen twee jaar heb ik geloof in de Heer geoefend dat Hij me door periodes van lichamelijke en psychische pijnen en overdenking zou loodsen. Ik heb ondervonden dat aanhoudende, intense pijn een heiligende, reinigende werking heeft die ons nederig maakt en nader brengt tot de Geest van God. Als wij luisteren en gehoorzamen, zullen we door zijn Geest geleid worden en bij onze dagelijkse inspanningen zijn wil doen.
Er zijn momenten geweest waarop ik in mijn gebeden een aantal directe vragen heb gesteld, zoals: ‘Wat wilt U me door deze ervaringen leren?’
Toen ik in die kritieke periode van mijn leven de Schriften bestudeerde, was de sluier dun en kreeg ik antwoorden zoals die opgetekend zijn in het leven van anderen die nog zwaarder beproefd zijn. […]
Een paar keer heb ik tegen de Heer gezegd dat ik mijn lesjes wel geleerd had en dat ik niet nog meer lijden hoefde te doorstaan. Dergelijke smeekbeden leken niet te helpen, want het werd me duidelijk dat ik dit reinigingsproces van beproevingen moest ondergaan in de tijd en op de manier van de Heer. Je kunt prediken ‘laat uw wil geschieden’ (Mattheüs 26:42), maar dat in de praktijk brengen is vers twee. Ook heb ik begrepen dat ik niet alleen gelaten zou worden, maar dat beschermengelen voor me zouden zorgen. […]
De ervaringen van de afgelopen twee jaar hebben me geestelijk sterker gemaakt en me de moed gegeven om krachtiger tot de wereld te getuigen welke diepe gevoelens mij bezielen.’ (‘Het doopverbond: in het koninkrijk en van het koninkrijk zijn’, Liahona, november 2000, 6.)