Bibliotheek
Les 134: Filemon


Les 134

Filemon

Inleiding

Paulus prijst Filimon vanwege zijn geloof en zijn liefde voor de Heiland en de andere kerkleden. Paulus geeft Filemon de raad om zijn weggelopen slaaf Onesimus als broeder in het evangelie terug te nemen.

Lessuggesties

Filemon 1

Paulus geeft Filemon de raad om zijn weggelopen slaaf Onesimus als broeder in het evangelie terug te nemen.

Laat de cursisten aan de jongeren in hun wijk of gemeente denken. Bespreek dat wij als leden van de kerk de kans hebben om nauw samen te werken met mensen die anders zijn dan wij.

  • In welke opzichten verschillen de jongeren in jullie wijk of gemeente van elkaar? (Herinner de cursisten eraan dat ze met respect over elkaar moeten praten.)

Bespreek dat wij als leden van de kerk vaak nieuwe mensen ontmoeten. Laat de cursisten zich voorstellen dat er iemand in de wijk of gemeente komt wonen.

  • Wat voor sociale moeilijkheden kan iemand tegenkomen als hij of zij lid van de kerk wordt of naar een nieuwe wijk of gemeente verhuist? (Als er cursisten zijn die pas lid van de kerk zijn geworden of onlangs naar een nieuwe wijk of gemeente zijn verhuisd, laat ze dan de sociale moeilijkheden beschrijven die ze zijn tegengekomen.)

Laat de cursisten over de volgende vragen nadenken:

  • Hoe behandel je kerkleden die zich anders gedragen, die andere interesses hebben of die bij een andere sociale groep horen?

  • Hoe behandel je nieuwe leden van je wijk of gemeente?

Laat de cursisten bij hun studie van Filemon een waarheid opzoeken waar ze iets aan kunnen hebben als ze met andere leden van de kerk omgaan.

Leg uit dat Paulus in de gevangenis zat toen hij zijn brief aan Filemon schreef, die waarschijnlijk een Griekse bekeerling was. Vat Filemon 1:1–3 samen door uit te leggen dat Paulus zijn brief begon met een groet aan Filemon en anderen, waaronder de gemeente die bij Filemon thuis vergaderde.

Vraag een cursist Filemon 1:4–7 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken waarom Paulus Filemon prees. Leg uit dat het woord gemeenschap in deze context naar deelname en broederschap verwijst, en dat de woorden ‘zich krachtig openbaren’ actief worden of van kracht worden betekenen.

  • Waarom prees Paulus Filemon? (Vanwege zijn geloof en zijn liefde voor de Heiland en de andere kerkleden. U moet wellicht uitleggen dat toen Paulus zei dat ‘de heiligen innerlijk […] verkwikt’ waren [vers 7], hij bedoelde dat hun hart door Filemon verlevendigd was.)

Laat een cursist de volgende informatie voorlezen over een situatie die Paulus in deze brief aanhaalde:

Filemon had een knecht, een slaaf, Onesimus, die was weggelopen en wellicht iets van Filemon had gestolen (zie Filemon 1:18). Slavernij werd in de tijd van het Nieuwe Testament in de joods-christelijke cultuur niet als slecht beschouwd, en werd door de Romeinse wet zelfs gesteund. De straf voor weglopen kon zware mishandeling, brandmerken of zelfs de dood betekenen. Nadat hij was weggelopen, was Onesimus de apostel Paulus tegengekomen.

Vraag een cursist Filemon 1:8–12 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Paulus aan Filemon vroeg. Leg zo nodig uit dat het woord bevelen in vers 8 gebieden betekent.

  • Wat verwachtte Paulus van Filemon?

  • Als jullie Filemon waren geweest, wat had je dan kunnen denken of voelen als je dat verzoek van Paulus had ontvangen?

Vestig de aandacht op ‘die ik heb voortgebracht toen ik in boeien geslagen was’ (vers 10). Leg uit dat een van de betekenissen van het werkwoord voortbrengen iemand leven geven is.

  • Wat zou Paulus met deze woorden bedoeld hebben? (Toen Paulus in de gevangenis zat, had hij Onesimus geholpen om als volgeling van Jezus Christus een nieuw leven te beginnen.)

Vat Filemon 1:13–14 samen door uit te leggen dat Paulus Onesimus bij zich wilde houden zodat Onesimus hem kon helpen, maar dat Paulus dat niet zonder toestemming van Filemon wilde doen.

Laat een cursist Filemon 1:15–16 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe Paulus Filemon aanmoedigde om zijn relatie met de pas bekeerde Onesimus te beoordelen.

  • Hoe moest Filemon Onesimus volgens vers 16 beschouwen?

  • Waarom had het voor Filemon moeilijk kunnen zijn om Onesimus als ‘geliefde broeder’ te beschouwen? (Mogelijke antwoorden: ze behoorden tot verschillende sociale en economische klassen, en Onesimus had Filemon volgens de gebruiken in die tijd benadeeld.)

  • Welke waarheid kunnen we van vers 16 leren over onze onderlinge relatie door het evangelie? (De strekking van de woorden van de cursisten moet deze waarheid omvatten: wij zijn broeders en zusters in het evangelie.) Zet die waarheid op het bord.)

  • Waardoor zijn wij broeders en zusters in het evangelie?

Leg zo nodig uit dat wij allemaal geestkinderen van onze hemelse Vader zijn (zie Hebreeën 12:9) en dus broeders en zusters van elkaar. Daarnaast zijn wij door de verordeningen van de doop en bevestiging, door het oefenen van ons geloof in Jezus Christus, en door gehoorzaamheid en voortdurende bekering geestelijk herboren. Op die manier worden we zoons en dochters van Jezus Christus (zie Mosiah 5:7) en daarom broeders en zusters in zijn verbondsfamilie. Ongeacht geslacht, leeftijd, achtergrond of maatschappelijke status, zijn we gelijkwaardig in Gods koninkrijk.

Laat een cursist de volgende uitspraak van president Spencer W. Kimball voorlezen: Laat de klas opletten hoe de waarheid die ze zojuist gevonden hebben de manier kan beïnvloeden waarop we elkaar, en vooral de nieuwe leden van de kerk, behandelen.

Afbeelding
President Spencer W. Kimball

‘Ik word altijd opgebouwd als ik de korte brief van Paulus aan Filemon lees. Daarin wordt ons een beginsel van broederschap in het evangelie bijgebracht. (…)

Het is een inspiratie en vreugde om die geest in de kerk werkzaam te zien, om te zien dat de heiligen hen die dagelijks tot het koninkrijk van de Heer toetreden opvangen, helpen, bijstaan en voor ze bidden. Blijf elkaar de hand reiken — en de velen die nog lid van de kerk zullen worden. Heet ze welkom, heb ze lief en begeleid ze.

‘Helaas komt het af en toe voor dat sommigen van ons dat niet doen. Soms horen we dat leden mensen afwijzen die door middel van de doop door de Heer zijn geaccepteerd. Als de Heer Zich er niet voor schaamt om ze “broeders te noemen” (Hebreeën 2:11), laten wij dan […] onze broeders en zusters bij de hand nemen en opnemen in onze kringen van zorg en liefde.’ (‘Always a Convert Church: Some Lessons to Learn and Apply This Year’, Ensign, september 1975, 4.)

  • Hoe moeten broeders en zusters in het evangelie elkaar volgens president Kimball behandelen?

Herinner de cursisten aan de vragen waar ze eerder in de les over moesten nadenken, betreffende de manier waarop zij kerkleden behandelen die anders zijn dan zij of die nieuw in hun wijk of gemeente zijn.

  • Waarom is het zo belangrijk dat we begrijpen dat we broeders en zusters in het evangelie zijn?

  • Wanneer hebben jullie gezien dat iemand anderen als broeders en zusters in het evangelie behandelt?

Om de cursisten voor te bereiden nog een waarheid in de brief van Paulus aan Filemon te vinden, laat u ze aan een moment denken waarop iemand hen gekwetst of benadeeld heeft. Laat een cursist Filemon 1:17 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Filemon volgens Paulus moest doen.

  • Wat moest Filemon volgens Paulus doen?

Leg uit dat Paulus van Filemon verwachtte dat hij Onesimus op dezelfde wijze zou ontvangen als dat hij Paulus zou ontvangen. Als hij dat advies zou opvolgen, zou Filemon afzien van de ernstige straffen die weggelopen slaven normaal gesproken moesten ondergaan.

  • Wat voor verantwoordelijkheid hebben alle discipelen van Jezus Christus volgens de instructies van Paulus aan Filemon jegens mensen die hen gekwetst of benadeeld hebben? (De cursisten dienen de volgende waarheid te vinden: discipelen van Jezus Christus schenken anderen genade en vergeving. Zet die waarheid op het bord.)

  • Waarom is het soms moeilijk om anderen genade en vergeving te schenken?

Leg uit dat het schenken van genade en vergeving niet altijd betekent dat zij die ons iets hebben aangedaan de gevolgen van hun gedrag zullen ontlopen, of dat ze onmiddellijk ons vertrouwen in hen herstellen. Maar het houdt in dat we mededogen betonen en gevoelens van wrok, boosheid of pijn loslaten. Zo mogelijk kunnen we hen die ons hebben benadeeld de kans geven om ons vertrouwen in hen te herstellen. Hoewel het soms moeilijk is om anderen te vergeven, kunnen we onze hemelse Vader om hulp bidden, en zal Hij ons helpen.

Laat een cursist Filemon 1:18–21 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Paulus namens Onesimus wilde doen.

  • Wat wilde Paulus namens Onesimus doen? (Filemon betalen voor verliezen die Filemon door het gedrag van Onesimus had geleden.)

  • In welke opzichten kunnen we wat Paulus namens Onesimus wilde doen vergelijken met wat de Heiland voor ons heeft gedaan? (Net als Paulus namens Onesimus optrad, zo treedt Jezus Christus namens ons op en bepleit onze zaak bij de Vader [zie LV 45:3–5]. Jezus Christus heeft ook de geestelijke schuld betaald die wij voor onze zonden zijn aangegaan.)

  • Hoe kunnen wij anderen genade en vergeving schenken als we bedenken wat Jezus Christus voor ons heeft gedaan?

Deel de klas op in groepjes van drie of vier (of doe deze activiteit klassikaal als u niet voldoende cursisten hebt om de klas in groepjes op te delen). Geef elk groepje een kopie van het volgende uitreikblad:

Afbeelding
handout

Filemon 1

Het Nieuwe Testament — boek voor de seminarieleerkracht, les 134

Bespreek de volgende vragen in je groep. Bespreek geen dingen die te persoonlijk zijn.

  • Wanneer hebben jullie, net als Filemon, iemand moeten vergeven? Hoe was je in staat om die persoon te vergeven? Hoe werd je gezegend omdat je die persoon vergaf?

  • Wanneer heb je net als Onesimus gehoopt dat iemand jou zou vergeven? Hoe heb je om de genade en vergeving van die persoon gevraagd? Hoe ben je daardoor gezegend?

  • Wanneer heb je net als Paulus als middelaar opgetreden tussen de persoon die vergeving nodig had en de persoon die de ander moest vergeven? Hoe was je in staat om ertoe bij te dragen dat de overtreder vergeving ontving en dat de benadeelde persoon de overtreder vergaf?

Als de cursisten deze vragen in hun groepjes hebben besproken, laat u een cursist uit elk groepje iets over zijn of haar eigen ervaring vertellen of over de ervaring van iemand anders uit hun groepje (met toestemming van die persoon). (Een alternatieve aanpak is elke cursist een kopie van de vragen geven of de vragen op het bord zetten en de cursisten een van de vragen in hun aantekenschrift of Schriftendagboek laten beantwoorden. Als de cursisten voldoende tijd hebben gehad, laat u enkele cursisten vertellen wat ze hebben opgeschreven.)

Laat de cursisten in hun aantekenschrift of Schriftendagboek noteren hoe zij anderen genade en vergeving kunnen schenken. Moedig de cursisten aan om toe te passen wat ze hebben opgeschreven.

Toelichting en achtergrondinformatie

Filemon 1. Slavernij

In zijn brief aan Filemon om de weggelopen slaaf Onesimus terug te nemen, sprak Paulus niet zozeer over slavernij op zich, een gebruik dat in die samenleving algemeen aanvaard werd. Maar de Heer heeft in hedendaagse openbaring gezegd: ‘Daarom is het niet juist dat enig mens andermans slaaf is’ (LV 101:79).

Het verzoek van Paulus dat Filemon Onesimus ‘niet meer als een slaaf’ (Filemon 1:16) zou terugnemen, kan betekenen dat Paulus van Filemon verwachtte dat hij Onesimus zou vrijlaten en hem dan naar Paulus zou sturen ter wille van het evangelie (zie de verzen 13–14).

Filemon 1:7, 12, 20. ‘Omdat de heiligen innerlijk door u verkwikt zijn’

Het Griekse woord dat met innerlijk is vertaald, verwijst naar onze ingewanden. Het is een figuurlijke verwijzing naar iemands kern van gevoelens, genegenheid en sympathie. Het woord hart wordt soms op soortgelijke wijze gebruikt.

Filemon 1:11. ‘Geen nut’ en ‘veel nut’

De naam Onesimus betekent bruikbaar of ‘nuttig’ (vers 11). (Zie Arthur A. Rupprecht, ‘Philemon’, in The Expositor’s Bible Commentary, Frank E. Gaebelein, 12 delen [1976–1992], 11:461.) Onesimus was wellicht ‘van geen nut’ (vers 11) voor Filemon omdat hij was weggelopen en zijn taken niet kon doen of omdat hij wellicht iets van Filemon had gestolen toen hij vluchtte (zie vers 18). Maar Paulus zei dat Onesimus sindsdien ‘van veel nut’ voor Filemon en Paulus was geworden (vers 11). In het geval van Paulus was Onesimus van veel nut omdat hij Paulus kon helpen terwijl Paulus in de gevangenis zat (zie vers 13).

Afdrukken