Bibliotheek
Les 17: Mattheüs 14


Les 17

Mattheüs 14

Inleiding

Als Hij hoort dat Johannes de Doper dood is, wil Jezus zich afzonderen, maar een menigte mensen volgt Hem. Hij heeft medelijden met hen, geneest hun zieken en voedt meer dan vijfduizend op wonderbaarlijke wijze. Die nacht loopt Jezus over het water naar zijn discipelen die op het Meer van Galilea in een storm terecht zijn gekomen.

Lessuggesties

Mattheüs 14:1–21

Jezus zoekt de eenzaamheid op en geeft daarna meer dan vijfduizend mensen te eten.

Vraag de cursisten of ze weleens intens verdrietig zijn geweest. Laat hen erover nadenken wat ze toen deden om hun verdriet te doorstaan en te overwinnen.

  • Hoe proberen mensen zoal hun verdriet te doorstaan en te overwinnen?

Nodig de cursisten uit om bij hun studie van Mattheüs 14 te zoeken naar manieren waarop ze verdriet, beproevingen en twijfel kunnen doorstaan en overwinnen.

Vat Mattheüs 14:1–11 samen door uit te leggen dat koning Herodes ten onrechte Johannes de Doper had gevangengenomen op aandringen van zijn nieuwe echtgenote (Herodias). Nadat de dochter van Herodias (Salome) voor hem had gedanst, beloofde Herodes haar openlijk dat ze ‘wat zij ook maar vragen zou’, zou krijgen (Mattheüs 14:7). De dochter overlegde met haar moeder en vroeg om het hoofd van Johannes de Doper, en daarom liet Herodes Johannes onthoofden.

Herinner de cursisten eraan dat Johannes de Doper een vriend en familielid van Jezus Christus was en dat hij een door God gekozen profeet was die de weg voor de Messias zou voorbereiden.

  • Stel je voor dat je een goede vriend van Johannes de Doper was. Hoe zou je reageren als je hoorde dat hij zo onrechtvaardig was gedood?

Laat een cursist Mattheüs 14:12–13 voorlezen en laat de klas opletten wat Jezus deed toen Hij hoorde dat Johannes was gedood.

  • Wat deed Jezus Christus toen Hij hoorde dat Johannes was gedood? (Leg indien nodig uit dat ‘een eenzame plaats, alleen’ een afgelegen plek betekent )

  • Wat gebeurde er toen Jezus probeerde alleen te zijn?

  • Hoe zou jij je voelen als je verdrietig was en je wilde graag alleen zijn, maar anderen kwamen je aandacht opeisen?

Laat een cursist Mattheüs 14:14 voorlezen. Vraag de andere cursisten mee te lezen en op te letten hoe Jezus reageerde toen Hij zag dat de menigte Hem volgde.

  • Wat kunnen we uit het voorbeeld van de Heiland leren over wat we kunnen doen als we ons verdrietig voelen? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: Wij volgen het voorbeeld van Jezus Christus als we mededogen tonen voor anderen, zelfs als we verdrietig zijn.)

  • Waarom kan het moeilijk zijn mededogen te tonen voor anderen als wij ons niet goed voelen?

  • Hoe kan mededogen tonen ons helpen als wij ons zelf niet goed voelen?

  • Wanneer heb jij of heeft een bekende van je mededogen getoond voor iemand anders, ook al was hij of zij erg verdrietig? Hoe werd hij of zij dan geholpen door iemand anders te dienen?

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers voor te lezen uit Mattheüs 14:15–21. Laat de klas meelezen en opletten hoe Jezus zijn mededogen voor de menigte toonde.(Noot: het wonder dat in Mattheüs 14:15–21 wordt vermeld, zal meer in detail worden besproken in de les over Markus 6:35–44.)

  • Hoe liet de Heer zijn mededogen voor de mensen die Hem hadden gevolgd, zien?

Mattheüs 14:22–36

Jezus loopt op het water tijdens een storm.

Laat twee cursisten de volgende scenario’s voorlezen om de cursisten meer inzicht te geven in situaties waarin ze twijfel en angst zouden kunnen voelen bij het volgen van Jezus Christus:

  1. Een jongevrouw voelt zich hulpeloos terwijl ze haar moeder ziet lijden onder een terminale ziekte. Zij begint zich af te vragen of haar hemelse Vader Zich wel bewust is van de pijn van haar gezin. Zij wil zo graag in God geloven maar haar twijfels beginnen de overhand te nemen.

  2. Een jongeman is pas lid van de kerk geworden. Veel van zijn oude vrienden hebben zijn beslissing om lid te worden van de kerk openlijk bekritiseerd. Hij begint zich af te vragen of hij wel een actief en trouw lid van de kerk moet blijven.

  • Hoe kunnen mensen zoal twijfel of angst ervaren als ze Jezus Christus willen volgen?

Laat de cursisten bij hun studie van Mattheüs 14 letten op waarheden die hen helpen angsten, twijfels en ontmoediging te overwinnen.

Vat Mattheüs 14:22 samen: de Heiland liet zijn discipelen naar de overkant van het Meer van Galilea varen terwijl Hij de menigte weg zou sturen. Laat een cursist Mattheüs 14:23 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten waar Jezus naartoe ging toen Hij de menigte had weggestuurd. Vraag ze naar hun bevindingen.

Laat een cursist Mattheüs 14:24–25 voorlezen en vraag de klas te letten op wat er gebeurde toen de discipelen het Meer van Galilea overstaken.

  • Wat gebeurde er toen zij het Meer van Galilea overstaken?

  • Wat betekent het dat ze ‘de wind tegen’ hadden? (vers 24) (De wind blies hen van hun bestemming weg.)

Volgens vers 23 was het avond toen Jezus alleen op de berg zat en de discipelen het Meer van Galilea overstaken. Het meer is ongeveer acht kilometer breed en de oversteek duurt normaal twee à drie uur bij goed weer.

  • Wanneer kwam Jezus over het water naar de discipelen toe, volgens vers 25? (De vierde nachtwake was van 3.00 u tot 6.00 u.)

  • Hoelang streden de discipelen tegen de wind om het meer over te steken? (Wellicht al negen à twaalf uren.)

Laat de cursisten Markus 6:47–48 doorlezen en zoeken naar meer details over deze gebeurtenis. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

  • Zou het voor Jezus mogelijk zijn geweest de discipelen eerder te redden? Waarom zou Hij hen een tijdlang hebben laten worstelen voor Hij hen ging redden?

  • Wat kunnen wij over onze eigen moeilijkheden leren als we lezen hoe de discipelen worstelden om het meer over te steken? (De strekking van de woorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: Ook al verlost God ons niet altijd meteen van onze beproevingen, Hij weet wat we doormaken en zal ons te zijner tijd te hulp komen.)

  • Waarom kan het nuttiger zijn om eerst een tijdje te worstelen dan om meteen door de Heer van onze beproevingen te worden verlost?

  • Hoe kan ons geloof in de Heer groeien als wij weten dat Hij onze moeilijkheden kent, ook al doet Hij ze niet meteen verdwijnen?

Laat de cursisten visualiseren dat ze zich midden in de nacht op een vissersboot bevinden, dat ze urenlang moeten worstelen tegen krachtige wind en golven, en dat ze dan iemand op het water zien lopen.

  • Wat zou jij in deze situatie denken of voelen?

Vraag een cursist Mattheüs 14:26–27 voor te lezen en laat de klas opletten hoe de discipelen reageerden toen ze Jezus zagen.

  • Hoe reageerden de discipelen toen ze Jezus zagen?

  • Hoe reageerde Jezus op hun angst?

Laat een andere cursist Mattheüs 14:28 voorlezen en laat de klas opletten wat Petrus wilde doen toen hij de stem van de Heer hoorde.

  • Wat wilde Petrus doen toen hij de stem van de Heer hoorde?

Laat een afbeelding van Jezus zien en laat de cursisten zich voorstellen dat ze Petrus zijn die op de boot staat. Laat twee cursisten beurtelings een vers uit Mattheüs 14:29–30 voorlezen. Vraag de cursisten na elk gelezen vers wat ze zouden denken of voelen als zij Petrus waren.

  • Waarom begon Petrus te zinken?

  • Wat symboliseren de wind en de wolken uit dit verhaal in ons eigen leven waardoor we angst of twijfel ervaren?

  • Wat kunnen wij uit de ervaring van Petrus leren over hoe we kunnen voorkomen dat we door angst en twijfel worden overmand? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende te omvatten: Als we ons oog op Jezus Christus richten en in Hem blijven geloven, zullen onze angsten en twijfels ons niet overweldigen.)

Laat een cursist het volgende citaat van president Howard W. Hunter voorlezen en laat klas opletten waarom het gevaarlijk is ons geloof in de Heer te verliezen:

Afbeelding
President Howard W. Hunter

‘Ik ben er vast van overtuigd dat als wij als individu, als gezin, als samenleving en als volk net als Petrus onze blik op Jezus konden richten, wij ook als overwinnaars over “de ruwe golven van ongeloof” konden lopen en “onbevreesd blijven te midden van de opstekende winden van twijfel.” Maar als wij onze ogen afkeren van Hem in wie wij moeten geloven, wat zo gemakkelijk gebeurt en waartoe de wereld zo verleid wordt, als wij naar de macht en de toorn kijken van de verschrikkelijke en vernietigende elementen om ons heen, in plaats van naar Hem die ons kan helpen en redden, dan zullen we onvermijdelijk wegzinken in een zee van conflict, verdriet en wanhoop.’ (‘De vuurtoren in de haven van de vrede’ Ensign, november 1992, 19.)

  • Hoe kunnen wij volgens jou ‘onze blik op Jezus Christus richten’, net zoals Petrus aanvankelijk deed?

  • Heb je al eens gezien dat iemand omwille van zijn of haar geloof in Jezus Christus niet door angst of twijfel overweldigd werd?

Getuig dat als wij ‘onze blik op Jezus Christus richten’ en ons geloof in Hem behouden, wij de hoop en de moed zullen vinden om onze beproevingen te trotseren. Laat de cursisten overwegen welke veranderingen zij in hun leven kunnen aanbrengen om zich meer te richten op het behouden van hun geloof in Jezus Christus; laat ze doelen stellen om die veranderingen aan te brengen.

Leg uit dat wij af en toe, net zoals Petrus, ons geloof in Jezus Christus kunnen verliezen en toegeven aan angst, twijfel en ontmoediging.

Afbeelding
Christus loopt op het water

Laat de plaat zien waarop Jezus op het water loopt (Evangelieplatenboek [2009], nummer 43; zie ook LDS.org). Laat een cursist Mattheüs 14:30–32 voorlezen.

  • Wat deed Petrus volgens vers 30 toen hij besefte dat hij zonk?

  • Wat kunnen wij uit dit verhaal leren over wat de Heer zal doen als we zijn hulp zoeken wanneer ons geloof wankelt? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende te omvatten: Als we Gods hulp inroepen wanneer ons geloof wankelt, verheft Hij ons uit onze angsten en twijfels.)

  • Hoe verheft God ons uit onze angsten en twijfels?

Laat een cursist Mattheüs 14:33 voorlezen en laat de klas opletten hoe de discipelen die in de boot waren gebleven, reageerden toen Jezus en Petrus in de boot waren geklommen.

Vat Mattheüs 14:33–36 samen: na deze gebeurtenis vervolgden Jezus en zijn discipelen hun weg en kwamen ze aan de kust van Galilea. Toen de mensen hoorden waar Jezus was, brachten ze hun zieken naar Hem toe. Velen werden genezen door alleen maar zijn kleding aan te raken.

Moedig ten slotte de cursisten aan om het geleerde in praktijk te brengen door te handelen naar de ingevingen die ze hebben ontvangen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Mattheüs 14:25. ‘In de vierde nachtwake kwam Jezus naar hen toe’

Als we verwachten dat de Heer onze problemen meteen oplost, zien we niet in met welke bedoeling de Heer zijn hulp uitstelt. Ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft verteld over een persoonlijke beproeving waarvoor de Heer geen snelle oplossing gaf:

‘Hoewel ik er toen flink onder leed, ben ik, nu ik erop terugkijk, dankbaar dat er geen snelle oplossing voor mijn probleem was. Omdat mijn omstandigheden mij er vele jaren bijna dagelijks toe dwongen om mij tot God te wenden, leerde ik hoe ik moest bidden, hoe ik antwoord op gebed kon krijgen, en hoe ik op een zeer praktische manier geloof in God kon hebben. Ik heb mijn Heiland en mijn hemelse Vader leren kennen op een manier die misschien anders aan mij voorbij was gegaan of waar ik anders veel langer over gedaan had. […] Ik heb geleerd om met mijn hele hart op de Heer te vertrouwen. Ik heb geleerd om Hem dagelijks te raadplegen.’ (‘Give Us This Day Our Daily Bread’, [CES-haardvuuravond, 9 januari 2011], LDS.org.)

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd dat de Heiland Zich bewust was van het gezwoeg van zijn discipelen om het Meer van Galilea over te steken in een storm:

‘Vanaf de bergtop waar Hij zat te bidden […], kon Jezus het gevaar waarin zijn geliefde vrienden zich bevonden, en hun worsteling om veilig de westelijke kust van het Meer van Galilea te bereiken, zien. […] Hij moet Zich door de macht van de Geest bewust zijn geworden van de benarde toestand waarin zij zich bevonden, aangezien ze zich zes — of zelfs acht of tien — kilometer van Hem verwijderd waren. […]

[…] Zij hadden er acht à tien uur over gedaan om amper zes kilometer van de kust weg te varen.

De situatie was erg benard. Zelfs sterke mannen kunnen niet eindeloos blijven vechten tegen de beukende golven en de woeste kracht van een storm op zee. Het was nu de vierde nachtwake, ergens tussen drie en zes uur ‘s nachts. Jezus had hen laten worstelen en zwoegen tot hun kracht was opgebruikt. Nu kwam Hij hen te hulp.’ (The Mortal Messiah, 4 delen [1979–1981], deel 2, 358–359.)

Afdrukken