Bibliotheek
Les 114: 2 Korinthe 4–5


Les 114

2 Korinthe 4–5

Inleiding

In zijn brief aan de heiligen in Korinthe schrijft Paulus dat de beproevingen en tegenspoed van dit leven tijdelijk en klein zijn in vergelijking met de zegeningen van de eeuwigheid. Hij leert de heiligen ook over het oordeel en getuigt dat Jezus Christus onze verzoening met God mogelijk heeft gemaakt.

Lessuggesties

2 Korinthe 4

Paulus getuigt dat hij ondanks tegenspoed niet bevreesd of bezorgd is

Toon afbeelding 1.

Afbeelding
een man duwt een andere man
  • Wat is er op deze afbeelding te zien?

  • Wat zou de persoon die geduwd wordt, vinden van de persoon die hem duwt?

Toon afbeelding 2.

Afbeelding
een man duwt een andere man van de straat als er een auto nadert
  • Hoe verandert je oordeel over het afgebeelde als je de eerste afbeelding in een ruimere context ziet?

Leg uit dat Paulus naar de Korinthische heiligen schreef om hun de ruimere context van hun beproevingen te tonen. Laat de cursisten bij het bestuderen van 2 Korinthe 4 naar waarheden zoeken die Paulus de heiligen over hun beproevingen heeft geleerd.

Vat 2 Korinthe 4:1–7 samen en leg uit dat Paulus de heiligen verzekerde dat hij hun het evangelie waarheidsgetrouw had verkondigd. Hij onderwees dat Satan, ‘de god van deze eeuw’ (vers 4), zijn best doet om te voorkomen dat mensen het evangelie aanvaarden. Paulus vergeleek zichzelf en zijn mededienaars met aarden kruiken die de ‘schat’ tot ‘verlichting met de kennis van heerlijkheid van God’ bevat (verzen 6–7).

Laat een cursist 2 Korinthe 4:8–9 voorlezen. Vraag de klas om op te zoeken hoe Paulus de moeilijkheden van zijn zendingswerk beschreef.

  • Hoe beschreef Paulus de moeilijkheden van zijn zendingswerk?

  • Welke zinsneden gebruikte Paulus om zijn reactie op deze moeilijkheden te beschrijven?

  • Waarom bleef Paulus volgens jou positief terwijl hij deze moeilijkheden doorstond?

Vat 2 Korinthe 4:11–14 samen en leg uit dat Paulus zei dat hoewel sommigen voor het evangelie van Jezus Christus zouden sterven, hun dood slechts tijdelijk zou zijn.

Laat een cursist 2 Korinthe 4:14–16 voorlezen. Vraag de klas wat Paulus hielp om de beproevingen en de vervolging te doorstaan.

  • Wat hielp Paulus om de beproevingen en de vervolging te doorstaan?

  • Wat betekent de zinsnede ‘al vergaat onze uiterlijke mens, toch wordt de innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd’ (vers 16)? (Hoewel Paulus en zijn collega’s lichamelijk zouden sterven, werd hun geest dagelijks gesterkt.)

Verdeel de cursisten in tweetallen. Laat ieder tweetal 2 Korinthe 4:17–18 samen hardop voorlezen en zoeken naar waarheden die Paulus de heiligen over beproevingen en tegenspoed leerde. Laat ieder tweetal samenwerken en de volgende vragen in hun aantekenschrift of Schriftendagboek beantwoorden. U kunt de vragen op een uitreikblad uitdelen of ze op het bord zetten:

Afbeelding
uitreikblad

2 Korinthe 4:17–18

Nieuwe Testament — boek voor de seminarieleerkracht — les 114

  1. Welke waarheden heeft Paulus de heiligen over beproevingen en tegenspoed geleerd?

  2. Waarom is het belangrijk onze tegenspoed in de grotere context van het plan van onze hemelse Vader te bekijken?

  3. Wanneer heb je gezien dat iemand sterk bleef tijdens beproevingen omdat ze hun tegenspoed in de grotere context van het plan van onze hemelse Vader bekeken?

Laat enkele cursisten na verloop van tijd hun antwoord op de eerste vraag op het bord zetten. De cursisten mogen verschillende waarheden opschrijven, waaronder de volgende: onze beproevingen en tegenspoed in dit leven zijn maar beperkt in vergelijking met de eeuwigdurende zegeningen en groei die komen als we ze getrouw doorstaan. Omdat tijdelijke tegenspoed eeuwige groei en heerlijkheid teweeg kan brengen, moeten we niet wanhopen in moeilijke tijden. Er is een eeuwig doel in onze tegenspoed, zelf als we dat in ons sterfelijk leven niet kunnen zien.

Vraag enkele cursisten naar hun antwoord op de tweede vraag. Nadat zij geantwoord hebben, kunt u vervolgvragen zoals de volgende stellen:

  • Hoe kunnen onze beproevingen en tegenspoed groei teweegbrengen?

  • Hoe kunnen wij getrouwer beproevingen en tegenspoed doorstaan als we deze waarheden in gedachten houden?

Vraag enkele cursisten hun antwoord op de derde vraag te geven. Overweeg iets te vertellen wat u zelf hebt meegemaakt.

2 Korinthe 5

Paulus leert de heiligen over het oordeel en de verzoening van Jezus Christus

Geef iedere cursist een vel papier. Vraag ieder van hen het vel papier in twee te vouwen en zijn of haar naam op de ene helft en onze hemelse Vader op de andere helft te schrijven. Leg uit dat we de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader verlieten toen we naar de aarde kwamen. Laat de cursisten hun blad papier in twee scheuren en de twee helften gescheiden houden.

  • Hoe kan het verscheurde blad voorstellen wat er gebeurde toen we de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader verlieten en naar de aarde kwamen om de sterfelijkheid te ervaren?

Laat de cursisten tijdens hun studie van 2 Korinthe 5 naar waarheden zoeken waardoor ze gaan begrijpen wat we moeten doen om naar onze hemelse Vader terug te keren.

Vat 2 Korinthe 5:1–6 samen en leg uit dat Paulus erkent dat, hoewel we tijdens het sterfelijk leven van God gescheiden zijn en uiteindelijk sterven, we zullen herrijzen en opnieuw leven.

Laat de cursisten 2 Korinthe 5:6–7 in stilte lezen en opzoeken waarvan Paulus heeft gezegd dat de heiligen het dienden te doen in de wetenschap dat zij tijdens het sterfelijk leven van God gescheiden waren.

  • Wat heeft Paulus onderwezen over het feit dat we tijdens het sterfelijk leven van God gescheiden zijn? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende te omvatten: omdat we tijdens het sterfelijk leven van God gescheiden zijn, horen we door geloof te wandelen en niet door aanschouwing. Laat iedere cursist deze waarheid op de helft van het blad met hun naam schrijven.)

  • Wat houdt het in om te ‘wandelen door geloof, niet door aanschouwing’ (vers 7)?

  • Wat zijn enkele voorbeelden van situaties of beslissingen waar je door geloof moet wandelen en niet door aanschouwing? (Zet de reacties van de cursisten op het bord. Hun antwoorden kunnen onder meer zijn dat zij de normen van de kerk volgen, beslissen om een zending te vervullen of hun getuigenis geven.)

Laat de cursisten terugdenken aan een moment waarop zij of een kennis door geloof wandelden en niet door aanschouwing. Vraag of een aantal van hen erover wil vertellen.

Vraag de cursisten na te denken over een actuele situatie in hun leven waarin ze het moeilijk vinden om door geloof te wandelen. Moedig ze aan om in die situatie en in alle omstandigheden door geloof te wandelen.

Laat een cursist 2 Korinthe 5:8–10 voorlezen. Laat de cursisten meelezen en nagaan wat Paulus heeft gezegd dat we moeten doen terwijl we tijdens het sterfelijk leven van God gescheiden zijn.

  • Wat heeft Paulus in vers 9 gezegd dat we horen te doen terwijl we tijdens het sterfelijk leven van God gescheiden zijn?

  • Waarom moeten we volgens de lering van Paulus in vers 10 in dit leven goede werken verrichten? (De cursisten dienen een waarheid met deze als antwoord te geven: ieder van ons zal door Jezus Christus geoordeeld worden naar wat wij tijdens ons sterfelijk leven gedaan hebben. Laat de cursisten eventueel de zinsneden in vers 10 markeren waar dit in vermeld staat.)

Laat de cursisten zich afvragen welke veranderingen zij dienen te maken voor het tijdstip dat zij door Jezus Christus geoordeeld zullen worden. Moedig hen aan om aan al hun ingevingen gehoor te geven.

Laat een cursist 2 Korinthe 5:15–16 voorlezen. Leg uit dat de Bijbelvertaling van Joseph Smith 2 Korinthe 5:16 als volgt verduidelijkt: ‘Daarom, voortaan leven wij niet meer naar het vlees; ja, hoewel wij eens naar het vlees leefden, sinds wij echter Christus hebben leren kennen, leven wij voortaan niet meer naar het vlees.’ Laat de klas meelezen en zoeken naar wat Jezus Christus voor ons heeft gedaan zodat we in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader kunnen terugkeren.

  • Wat heeft Jezus Christus volgens vers 15 gedaan om ons te helpen naar onze hemelse Vader terug te keren?

  • Wat doen gelovigen volgens de verzen 15–16 vanwege de verzoening van Jezus Christus? (Gelovigen leiden een christelijk leven en volgen de wereld niet noch geven ze toe aan het vlees. Laat iedere cursist deze uitspraak op de helft van het blad met hun naam schrijven.)

Laat een cursist 2 Korinthe 5:17–19 voorlezen. Laat de klas meelezen, op zoek naar de wijze waarop de verzoening van Jezus Christus de heiligen kan helpen om bij onze hemelse Vader terug te keren.

  • Hoe helpt de verzoening van Jezus Christus ons om bij onze hemelse Vader terug te keren? (Zet na de antwoorden van de cursisten het volgende op het bord: door de opstanding van Jezus Christus worden we nieuwe schepselen en worden we met God verzoend. Laat iedere cursist dit op de helft van het blad met ‘onze hemelse Vader’ schrijven.)

  • Wat betekent het volgens jou om ‘een nieuwe schepping’ te worden (vers 17)?

Laat de cursisten Mosiah 27:23–26 in stilte lezen en zoeken naar aanvullende bijzonderheden die aangeven wat het betekent om een nieuw schepsel te worden. Geef ze voldoende tijd en vraag vervolgens enkele cursisten wat ze hebben gevonden.

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen. Hij verklaart hoe we nieuwe schepselen kunnen worden, vraag de klas daarnaar te luisteren.

Afbeelding
Ouderling David A. Bednar

‘De kern van het evangelie van Jezus Christus omvat een fundamentele en permanente verandering van onze aard, die mogelijk is dankzij de verzoening van de Heiland. Ware bekering zorgt voor een verandering in iemands opvattingen, hart en leven om de wil van God te aanvaarden en te doen (zie Handelingen 3:19; 3 Nephi 9:20). Zij omvat ook een bewuste keuze om een discipel van Christus te worden.

[…] Als we de verordeningen en verbonden voor ons heil en onze verhoging in acht nemen (zie LV 20:25), ‘standvastig in Christus voorwaarts streven’ (2 Nephi 31:20) en met geloof tot het einde toe volharden (zie LV 14:7), worden we een nieuw schepsel in Christus (zie 2 Korinthe 5:17).’ (‘Tot de Heer bekeerd’, Liahona, november 2012, 107.)

Laat iedere cursist de twee stukken papier samenvoegen. Leg uit dat verzoenen wil zeggen dat men twee partijen bij elkaar brengt die voorheen gescheiden waren. Vanwege zowel de val van Adam als onze eigen zonden worden we in geestelijk opzicht van onze hemelse Vader gescheiden. Jezus Christus biedt ons door zijn verzoening aan om ons te verzoenen met onze Vader en onze relatie met Hem te herstellen.

Laat een cursist 2 Korinthe 5:20–21 voorlezen. Vraag de klas tot wat Paulus de heiligen aanspoorde.

  • Waar spoorde Paulus de Korinthische heiligen toe aan?

  • Wat onderwees Paulus in vers 21 over Jezus Christus? (Hoewel Jezus Christus zonder zonden was, heeft Hij voor onze zonden geleden zodat we rechtvaardig konden worden gemaakt.)

Getuig van de waarheden die de cursisten in deze les gevonden hebben. Vraag de cursisten de lijst van waarheden door te nemen en na te denken wat ze moeten doen om met God verzoend te worden of te blijven. Moedig hen aan om aan al hun ingevingen gehoor te geven.

Toelichting en achtergrondinformatie

2 Korinthe 4:5–10. ‘In alles verdrukt, maar niet in het nauw gebracht’

In een moeilijke periode ontving George A. Smith, eerste raadgever van Brigham Young, raad van zijn neef, de profeet Joseph Smith, die gelijkaardig was aan Paulus’ leringen aan de Korinthische heiligen:

‘Hij zei dat ik nooit ontmoedigd mocht raken, in wat voor moeilijkheden ik mij ook bevond. Als ik neergelaten zou worden in de diepste put van Nova Scotia en alle bergen van de Rocky Mountains op mij zouden worden gestapeld, zou ik nog niet ontmoedigd moeten zijn, maar vol moeten houden, geloof moeten hebben en goede moed blijven houden. Dan zou ik er weer bovenuit komen.’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 253.)

2 Korinthe 4:17. Onze aardse tegenspoed in perspectief plaatsen

Ouderling Paul V. Johnson van de Zeventig gebruikte Paulus’ woorden om onze aardse tegenspoed in een eeuwig perspectief te plaatsen:

‘De apostel Paulus heeft ons geleerd dat “onze lichte verdrukking, die van korte duur is, in ons een alles overtreffend eeuwig gewicht van heerlijkheid teweeg brengt” [2 Korinthe 4:17]. Het is interessant dat Paulus de term ‘lichte verdrukking’ hanteert. En die komt dan van iemand die was gegeseld, gestenigd, schipbreuk had geleden, gevangen gezeten had, en die nog vele andere beproevingen had ondergaan [zie 2 Korinthe 11:23–28]. Ik betwijfel of velen onder ons onze beproevingen niet meer dan een lichte verdrukking zouden noemen. Maar als we ze vergelijken met de zegeningen en de groei die er, zowel in dit leven als in de eeuwigheid, uiteindelijk uit voortkomen, stelt het inderdaad niet meer voor dan een lichte verdrukking.’ (‘Meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad’, Liahona, mei 2011, 79.)

2 Korinthe 5:19. ‘De wereld met Zichzelf verzoende’

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft Paulus’ leringen over verzoenen uitgelegd:

‘Verzoening is het proces waarmee de mens bevrijd wordt van zijn zondige staat en geestelijke duisternis, en waarmee hij teruggebracht wordt in een staat van harmonie en eenheid met de Godheid. Daardoor zijn God en de mens geen vijanden meer. De mens, die eens vleselijk en slecht was, die leefde naar de normen van de wereld, wordt een nieuw schepsel van de Heilige Geest; hij wordt wedergeboren; en hij is, net als een klein kind, levend in Christus.’ (Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen [1965–73], 2:422–23.)

Afdrukken