Bibliotheek
Les 3: De rol van de leerling


Les 3

De rol van de leerling

Inleiding

De Heilige Geest, de leerkracht en de leerling spelen allemaal een belangrijke rol in het evangelieonderwijs. Met behulp van deze les kunnen de cursisten elk van deze rollen begrijpen zodat ze met succes kunnen leren. U moet de beginselen in deze les wellicht regelmatig doornemen om de cursisten aan hun taak in het evangelieonderwijs te herinneren.

Lessuggesties

De rol van de Heilige Geest, de leerkracht en de leerling in het evangelieonderwijs

Laat een cursist het volgende voorbeeld voorlezen:

Een jonge vrouw wordt tijdens het seminarie geïnspireerd en opgebouwd. Ze voelt de invloed van de Heilige Geest en is dankbaar voor wat ze leert. Een andere jonge vrouw zit in dezelfde seminarieklas. Maar zij verveelt zich vaak en heeft het gevoel dat ze niet zoveel leert.

  • Waarom zouden deze twee jonge vrouwen in dezelfde seminarieklas zo’n verschillende ervaring hebben? (Mogelijke antwoorden: de eerste jonge vrouw neemt wellicht actiever aan de les deel; de eerste jonge vrouw heeft misschien meer geestelijke ervaringen gehad waarop zij nu verder bouwt. De tweede jonge vrouw wordt wellicht door bepaalde problemen afgeleid.)

Laat de cursisten in de les van vandaag leerstellingen en beginselen opzoeken met behulp waarvan ze hun rol in het seminarie kunnen vervullen en hun getuigenis van het evangelie van Jezus Christus kunnen versterken.

Leg uit dat drie personen een belangrijke rol spelen in het evangelieonderwijs, zoals het seminarie: de Heilige Geest, de leerkracht en de cursist.

Laat een cursist Johannes 14:26 voorlezen en een andere cursist Johannes 16:13. Laat de klas meelezen en enkele taken van de Heilige Geest opzoeken.

  • Wat voor waarheden kunnen we uit deze verzen over de taken van de Heilige Geest leren? (De cursisten kunnen verschillende antwoorden geven, maar zorg ervoor dat u in ieder geval deze leerstelling bespreekt: de Heilige Geest onderwijst in de waarheid.)

  • Hoe kunnen we te weten komen dat de Heilige Geest ons in de waarheid onderwijst? (U kunt de cursisten Leer en Verbonden 8:2–3 laten bestuderen.)

Laat een cursist Leer en Verbonden 50:13–14 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de rol van een evangelieleerkracht is. Voordat de cursist begint te lezen, legt u uit dat deze verzen in de begintijd van de kerk aan leden waren gegeven die geordend waren om in het evangelie te onderwijzen.

  • Wat is de rol van een evangelieleerkracht? (Zie ook LV 42:14.)

Laat een cursist 2 Nephi 33:1 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de Heilige Geest voor ons doet als de waarheid door zijn macht wordt verkondigd.

  • Wat doet de Heilige Geest volgens dit vers voor ons?

Om ervoor te zorgen dat de cursisten begrijpen hoe ze de Heilige Geest kunnen uitnodigen om in hun hart van de waarheid te getuigen, laat u een cursist Leer en Verbonden 88:118 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten hoe wij kennis moeten vergaren.

  • Hoe moeten we kennis vergaren? (Door studie en geloof.)

Laat een cursist de volgende uitspraak van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen. Laat de klas opletten wat we laten gebeuren als we met geloof studeren:

Afbeelding
Ouderling David A. Bednar

‘Een leerkracht kan uitleggen, demonstreren, overreden en getuigen, en dat op zeer krachtige en doeltreffende wijze doen. Maar uiteindelijk zullen de inhoud van de boodschap en de invloed van de Heilige Geest alleen in het hart doordringen als de ontvanger daarvoor openstaat. Leren door geloof opent de weg die leidt tot in het hart.’ (‘Zoek kennis door geloof’, Liahona, september 2007, 17.)

  • Welk beginsel kunnen we van deze uitspraak leren over wat er kan gebeuren als we door geloof leren? (Zorg ervoor dat de cursisten het volgende beginsel begrijpen: als we door geloof leren, nodigen we de Heilige Geest in ons hart uit om van de waarheid te getuigen. Zet die waarheid eventueel op het bord.)

Leg uit dat geloof meer dan een passief geloven is. Wij geven uiting aan ons geloof door te handelen.

  • Wat betekent het om door geloof te leren?

Om duidelijk te maken wat leren door geloof is, vraagt u om een vrijwilliger die nog nooit heeft gevoetbald. (U kunt deze activiteit aanpassen voor een vrijwilliger die nog nooit heeft gebasketbald, een muziekinstrument heeft bespeeld, gejongleerd, een stropdas gestrikt enzovoort.) Zeg tegen de vrijwilliger dat u hem of haar gaat leren voetballen, zodat hij of zij in een elftal kan meespelen. Vraag de vrijwilliger of hij of zij geloof heeft in uw bekwaamheid om hem of haar die vaardigheid bij te brengen. Leg dan uit en laat zien hoe je met een voetbal kunt dribbelen, maar laat de vrijwilliger het niet proberen. Leg uit hoe je een voetbal moet rondspelen. Speel de bal dan naar de vrijwilliger, maar raap de bal op en laat de vrijwilliger de bal niet terugspelen. Doe hetzelfde voor een inworp als de bal buiten het veld terechtkomt. Vraag de vrijwilliger:

  • Hoe goed ben je nu voorbereid om met een elftal mee te spelen? Waarom?

  • Het kan nuttig zijn om te leren hoe voetbal werkt en het anderen te zien spelen, maar wat moet je doen als je de nodige vaardigheden wilt ontwikkelen om goed te voetballen?

  • Wat heeft dat te maken met door geloof leren? (Alleen geloven en erop vertrouwen dat de Geest ons kan onderwijzen, is niet voldoende. Om kennis van Gods waarheden te verkrijgen, moeten we ons best doen en toepassen wat we hebben geleerd.)

Laat een cursist de volgende uitspraak van ouderling Bednar voorlezen. Laat de klas opletten wat hij over leren met geloof zegt (u kunt voor de cursisten een kopie van deze uitspraak maken zodat ze kunnen markeren wat ze vinden):

Afbeelding
Ouderling David A. Bednar

‘Een leerling die zijn keuzevrijheid gebruikt door in overeenstemming met correcte beginselen te handelen, stelt zijn hart open voor de Heilige Geest en staat open voor diens onderricht, macht en bevestigend getuigenis. Leren door geloof vereist geestelijke, mentale en fysieke inspanning en niet slechts passief luisteren. Het is de oprechtheid en de vastberadenheid in ons door geloof geïnspireerde handelen waarmee we aan onze hemelse Vader en zijn Zoon Jezus Christus aangeven dat we bereid zijn te leren en onderricht te ontvangen van de Heilige Geest. […]

‘Leren door geloof kan niet van de docent op de cursist worden overgebracht door een lezing, een demonstratie of een experimentele oefening; het is veeleer de cursist die geloof moet oefenen en moet handelen om zich die kennis eigen te maken.’ (‘Seek Learning by Faith’, 64.)

  • Wat zijn enkele geestelijke, mentale of lichamelijke inspanningen die we kunnen doen om de Geest uit te nodigen ons te onderwijzen en van de waarheid te getuigen?

Noot: dit kan een goed moment zijn om Leer en Verbonden 88:122 te lezen en te bespreken hoe belangrijk orde en respect in de klas zijn.

  • Wat voor houding of gedrag kan de Geest ervan weerhouden om in de seminarieklas van de waarheid te getuigen?

  • In welke opzichten is de seminarie-ervaring van een cursist die door geloof leert anders dan de ervaring van een cursist die dat niet doet?

Laat de cursisten Mattheüs 4 opzoeken. Leg uit dat we in het verhaal van de apostel Petrus kunnen zien hoe de Heilige Geest in ons hart wordt uitgenodigd om van de waarheid te getuigen als we door geloof leren. Laat een cursist Mattheüs 4:18–20 voorlezen. Laat de klas meelezen en de uitnodiging van de Heiland aan Petrus en Andreas opzoeken.

  • Waartoe nodigde de Heiland Petrus en Andreas uit?

  • In welke opzicht was hun reactie een voorbeeld van leren door geloof?

Bespreek dat de reactie van Petrus om Jezus Christus te volgen hem in staat stelde om gedurende zijn hele aardse bediening bij Hem te zijn. Omdat Petrus gehoor gaf aan de oproep van de Heiland, kreeg hij het voorrecht om geregeld naar de leringen van de Heiland te luisteren en veel wonderen te zien. Op uitnodiging van de Heiland liep hij zelfs op het water (zie Mattheüs 14:28–29).

Vertel dat Jezus zijn discipelen een keer een vraag stelde. Laat een cursist Mattheüs 16:13–14 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de Heiland vroeg.

  • Wat vroeg de Heiland aan zijn discipelen?

  • Hoe reageerden ze?

Laat een cursist Mattheüs 16:15–17 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe Petrus op de volgende vraag van de Heiland reageerde.

  • Hoe reageerde Petrus op de vraag van de Heiland?

  • Wat zei de Heiland over de manier waarop Petrus zijn kennis had ontvangen?

  • Hoe is de ervaring van Petrus een voorbeeld van de waarheden die we in deze les hebben behandeld?

Laat de cursisten de volgende vragen in hun notitieblok of Schriftendagboek noteren (u kunt de vragen op het bord zetten):

  • Wanneer heb je geprobeerd met geloof te leren? Hoe vervulde de Heilige Geest zijn rol in het evangelieonderwijs toen je dat deed? (U kunt de cursisten over vorige leerervaringen laten vertellen, toen ze probeerden meer over Jezus Christus te leren.)

U kunt enkele cursisten de kans geven om te vertellen wat ze hebben opgeschreven. U kunt ook iets over een eigen ervaring vertellen en uw getuigenis geven van de waarheden die u hebt behandeld.

Laat de cursisten een of twee dingen bedenken die ze gaan doen om met geloof te leren en de Heilige Geest uit te nodigen om in hun hart van de waarheid te getuigen. Laat de cursisten opschrijven wat ze van plan zijn.

Besluit met de volgende uitspraak van president Thomas S. Monson:

Afbeelding
President Thomas S. Monson

‘Jonge mensen, ik vraag jullie aan het seminarie deel te nemen. Bestudeer je Schriften dagelijks. Luister aandachtig naar je leerkrachten. Pas met gebed toe wat je leert.’ (‘Participate in Seminary’, 12 augustus 2011, seminary.lds.org.)

Toelichting en achtergrondinformatie

Eerbied bevordert openbaring

Een eerbiedige houding en eerbiedig gedrag kunnen deel uitmaken van ons leren door geloof en kunnen de Heilige Geest uitnodigen om van de waarheid te getuigen. President Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende gezegd over het verband tussen eerbied en openbaring:

‘De afgelopen jaren hebben we de eerbied in de kerk beurtelings zien toe- en afnemen. Hoewel velen een groot compliment verdienen, dwalen we toch af. We hebben reden om ons ernstig zorgen te maken.

‘De wereld wordt steeds luidruchtiger. […]

‘Deze trend van meer lawaai, meer opwinding, meer conflicten, minder beheersing, minder waardigheid en minder formaliteit is niet toevallig noch onschuldig.

‘Tijdens een militaire invasie is het eerste bevel van de commandant altijd om de communicatie van de vijand te verstoren.

‘Oneerbiedigheid past uitstekend bij de doelstellingen van de tegenstander om de gevoelige kanalen van openbaring in zowel de geest als het verstand te verstoren. […]

‘Leidinggevenden moeten duidelijk maken dat eerbied openbaring bevordert.’ (‘Reverence Invites Revelation’, Ensign, november 1991, 22.)

Zuster Margaret S. Lifferth van het algemeen jeugdwerkpresidium heeft het volgende over eerbied in de kerk gezegd dat ook op seminarieklassen van toepassing is:

‘Alleen als er eerbied is, kan de Geest de waarheden van het evangelie bevestigen die door het woord van God, muziek, getuigenis en gebed verkondigd worden. […]

‘Sms’en of het lezen van e-mails in een kerkdienst is niet alleen oneerbiedig; het leidt af en is een teken van gebrek aan respect voor de mensen om ons heen. Dus we geven blijk van eerbied als we aan de dienst deelnemen, naar de sprekers luisteren en samen de lofzangen van Zion zingen.’ (‘Respect en eerbied’,Liahona, mei 2009, 13.)

Een oproep van de profeet om aan het seminarie deel te nemen

President Thomas S. Monson heeft het volgende over deelname aan het seminarie gezegd:

‘Het seminarie is honderdduizenden jongeren van de kerk tot zegen geweest. Ik kan me nog herinneren dat ik zelf naar het seminarie ging. Het seminarie werd toen ’s morgens vroeg in een klein huis tegenover mijn middelbare school gehouden. Ik dacht: als mijn leerkracht zo vroeg kan opstaan, kan ik dat ook.

‘Het seminarie zal je begrip geven van, en vertrouwen in, de leringen en de verzoening van Jezus Christus. Je zult de Geest van de Heer voelen terwijl je leert de Schriften lief te hebben. Je zult je voorbereiden op de tempel en een zending.

‘Jonge mensen, ik vraag jullie aan het seminarie deel te nemen. Bestudeer je Schriften dagelijks. Luister aandachtig naar je leerkrachten. Pas met gebed toe wat je leert.’ (‘Participate in Seminary’, 12 augustus 2011, seminary.lds.org.)

Aan de les deelnemen

Ouderling Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende over deelname aan evangelieonderwijs gezegd:

‘Het besluit [van de cursisten] om mee te doen, is een eigen keuze waardoor de Heilige Geest een persoonlijke boodschap kan overbrengen die op hun individuele behoeften is afgestemd. Als u die sfeer van deelname weet te bewerkstelligen, krijgt de Geest meer kans om belangrijkere lessen over te brengen dan [de leerkracht] dat kan.

‘Die deelname brengt de leiding van de Geest in hun leven. Als u de cursisten aanmoedigt om hun hand op te steken als ze een vraag willen beantwoorden, is dat een teken voor de Heilige Geest dat ze willen leren, hoewel ze dat wellicht zelf niet beseffen. Door dat gebruik van morele keuzevrijheid kan de Geest ze motiveren en ze de krachtiger leiding geven die ze tijdens uw les nodig hebben. ‘Wie aan de les deelneemt, kan zelf ervaren wat het inhoudt om door de Geest geleid te worden. Ze gaan herkennen en voelen wat geestelijke leiding is.’ (‘To Learn and Teach More Effectively’ [Brigham Young University Campus Education Week devotional, 21 augustus 2007], 4–5, speeches.byu.edu.)

Andere manieren om de cursisten te helpen met hun rol in het evangelieonderwijs

Als u de cursisten beter wilt helpen met hun rol in het evangelieonderwijs kunt u de volgende onderwerpen bestuderen in Het evangelie leren en erin onderwijzen: een handboek voor leerkrachten en leiders in seminaries en instituten voor godsdienstonderwijs (2012):

  • ‘Wij maken de cursisten hun rol in het leerproces duidelijk en bereiden ze voor om het evangelie aan anderen uit te dragen.’ (Paragraaf 1.3.3, pp. 6–7.)

  • ‘Verwacht van de cursisten dat ze hun rol als actieve leerling vervullen.’ (Paragraaf 2.2.2, p. 15.)

  • ‘Beginselen van geestelijk leren bespreken.’ (Paragraaf 2.2.3, p. 17.)

  • ‘De cursisten hun rol als leerling laten vervullen.’ (Paragraaf 4.3.4, p. 57.)

Afdrukken