De Heiland reageerde op de klachten van de Farizeeën dat Hij met tollenaars en zondaars omging door de gelijkenissen van het verloren schaap, de verloren penning en de verloren zoon te vertellen.
Jezus geeft de gelijkenissen van het verloren schaap, de verloren penning en de verloren zoon.
Vraag de cursisten aan het begin van de les of ze weleens iets hebben verloren dat waardevol voor hen was.
Wat zou je ervoor over hebben gehad om het te vinden? Waarom?
Wat zou het betekenen om geestelijk ‘verloren’ te zijn? (Zorg ervoor dat de cursisten begrijpen dat dit betrekking kan hebben op mensen die het herstelde evangelie van Jezus Christus nog niet hebben ontvangen of de leringen van het evangelie momenteel niet naleven.)
Laat de cursisten aan iemand denken die momenteel geestelijk verloren is. Laat ze zich afvragen wat voor gevoelens ze jegens die persoon hebben.
Leg uit dat Lukas 15 de leringen van de Heiland bevat over de mensen die geestelijk verloren zijn. Laat de cursisten in Lukas 15 waarheden opzoeken die betrekking hebben op de gevoelens van onze hemelse Vader voor de mensen die geestelijk verloren zijn, en wat onze verantwoordelijkheid jegens hen is.
Laat een cursist Lukas 15:1–2 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken waar de Farizeeën en schriftgeleerden over klaagden.
Waarom klaagden de Farizeeën en schriftgeleerden?
Wat onthult dat klagen over de Farizeeën en schriftgeleerden?
Leg uit dat de Heiland daar met drie gelijkenissen op reageerde: die van het verloren schaap, de verloren penning en de verloren zoon. Vraag de cursisten waarom het onderwerp van elke gelijkenis verloren ging en hoe het gevonden werd.
Leg uit dat de Heiland in de gelijkenissen van het verloren schaap en de verloren penning beschreef hoe de herder en de vrouw ijverig op zoek gingen totdat ze het kwijtgeraakte hadden gevonden.
Vraag een cursist Lukas 15:4–6, 8–9 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe de herder en de vrouw zich voelden toen ze het schaap en de penning hadden gevonden.
Wat is het verschil tussen de manier waarop het schaap en de penning verloren gingen? (Het schaap ging door haar normale levenswijze verloren, buiten haar schuld om, maar de penning ging verloren door de onachtzaamheid of onoplettendheid van de eigenaar. [Zie David O. McKay, Conference Report, april 1945, 120–122].)
Welk woord werd gebruikt om de gevoelens van de herder en de vrouw te beschrijven?
Laat de cursisten Lukas 15:7, 10 doorlezen en opzoeken waar de Heiland de vreugde van de herder en de vrouw mee vergeleek. (De vreugde in de hemel over een zondaar die zich bekeert.)
Leg uit dat de derde gelijkenis in Lukas 15 het verhaal is van een verloren zoon, zijn oudere broer en hun vader.
U kunt de cursisten in groepjes van drie verdelen. Geef elk groepje een kopie van het volgende uitreikblad. Laat de cursisten Lukas 15:11–32 in hun groepje voorlezen. Laat één cursist de gelijkenis vanuit het perspectief van de verloren zoon bekijken, de tweede cursist vanuit het perspectief van de vader, en de derde cursist vanuit het perspectief van de oudere broer.
Als de cursisten klaar zijn met lezen, laat u ze in hun groepjes de vragen op het uitreikblad beantwoorden.
De gelijkenis van de verloren zoon
Het Nieuwe Testament — boek voor de seminarieleerkracht (unit 11)
De verloren zoon
Hoe ben je tot jezelf gekomen, of hoe heb je de afschuwelijke situatie herkend waarin je je bevond?
Hoe had je verwacht dat je vader op je terugkomst zou reageren?
Wat zou je gedacht of gevoeld hebben als je vader je zo zou behandelen?
De vader
Wat zou je gedacht of gevoeld hebben terwijl je jongste zoon weg was?
Waarom zou je je verloren zoon op die manier welkom heten?
Hoe bracht je je oudere zoon tot inzicht toen hij zich stoorde aan de manier waarop je zijn jongere broer behandelde?
De oudere broer
Wat zou je gedacht of gevoeld hebben toen je jongere broer weg was?
Waarom was het moeilijk om blij te zijn met de terugkeer van je broer?
Wat voor zegeningen heb je ontvangen omdat je trouw aan je vader was?
Waarom was de verloren zoon verloren gegaan? (In tegenstelling tot het schaap en de penning was de verloren zoon door zijn eigen opstandigheid verloren gegaan.)
Wat kunnen we leren over de reactie van onze hemelse Vader op mensen die zich bekeren nu we weten dat de vader in deze gelijkenis onze hemelse Vader voorstelt? (De cursisten moeten dit beginsel goed begrijpen: als we bij onze hemelse Vader terugkeren door ons te bekeren en Hem om vergeving te vragen, zal Hij Zich verheugen en ons met open armen ontvangen. Zet dit beginsel op het bord.)
Hoe kan dit beginsel de mensen helpen die geestelijk verloren zijn?
Herinner de cursisten aan de oudere broer in de gelijkenis.
Waarom zou de oudere broer boos zijn geweest?
Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen en laat de klas opletten waarom de oudere broer boos was:
Afbeelding
Ouderling Jeffrey R. Holland
‘Hij heeft het gevoel dat hij niet wordt gewaardeerd. En door zijn zelfmedelijden vergeet deze plichtsgetrouwe zoon even — en hij is bijzonder plichtsgetrouw — dat hij nog nooit verdorvenheid, wanhoop, angst of zelfhaat heeft gekend. Hij vergeet zelfs dat elk kalf op de boerderij al van hem is, evenals alle kleding in de kast en elke ring in de la. Hij vergeet even dat zijn getrouwheid altijd beloond is en dat zal blijven. […]
‘Hij die bijna alles heeft, en die dat door hard werken heeft verdiend, ontbeert die ene eigenschap waardoor hij de volledige man van de Heer wordt die hij bijna is. Hij heeft nog niet het medeleven, de barmhartigheid, de ruimdenkendheid van inzicht ontwikkeld om te beseffen dat dit geen rivaal is die terugkeert. Het is zijn broer. […]
‘Deze jongere broer was een gevangene — een gevangene van zonde, van dwaasheid en van een varkensstal. Maar de oudere broer was ook in zekere mate ingesloten. Hij was nog niet in staat om uit zijn eigen gevangenis te ontsnappen. Hij werd achtervolgd door het monster van de afgunst. Hij had ten onrechte het gevoel dat zijn vader hem over het hoofd zag en dat hij door zijn broer uit zijn recht werd ontzet.’ (‘The Other Prodigal’, Ensign, mei 2002, 63.)
Waarom was de oudere broer volgens ouderling Holland zo boos? In welke opzichten was de oudere broer ook verloren?
Wat mogen we niet vergeten als we zien dat God barmhartig is en de mensen zegent die zich bekeren en tot Hem terugkeren?
Welk beginsel kunnen we van deze gelijkenis leren om meer op onze hemelse Vader te gaan lijken? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: we kunnen meer op onze hemelse Vader gaan lijken als we barmhartig en vreugdevol op de bekering van anderen reageren.)
Herinner de cursisten aan de persoon die geestelijk verloren was, aan wie zij aan het begin van de les dachten. Vraag ze om zich met met een gebed in hun hart af te vragen hoe ze die persoon kunnen helpen, zodat hij of zij zich kan bekeren en dichter tot onze hemelse Vader kan komen. Laat ze zich ook afvragen in hoeverre zij zelf verloren zijn en zich moeten bekeren en tot de Heiland terugkeren.
Laat de cursisten over een moment nadenken waarop zij slecht behandeld werden en hoe dat voelde. Leg uit dat als ze de volgende unit bestuderen, zij leren hoe de Heiland reageerde op de mensen die Hem verkeerd behandelden. Laat ze op andere details in het verslag van Lukas over het lijden van Jezus Christus in Gethsémané letten en opzoeken wat Jezus na zijn opstanding at.