Bibliotheek
Les 155: Openbaring 6–11, deel 2


Les 155

Openbaring 6–11, deel 2

Inleiding

Johannes ziet het openen van het zevende zegel en krijgt te horen dat het zijn taak is om in de laatste dagen aan de vergadering van Israël deel te nemen.

Lessuggesties

Openbaring 8–9

Johannes ziet het openen van het zevende zegel

Deel de cursisten op in koppels. Laat de cursisten aan hun partner uitleggen wat ze van hun studie van Openbaring 6–7 geleerd hebben waardoor ze in tijden van onzekerheid en onrust vreugdevol en positief kunnen blijven.

Zet het volgende beginsel uit de vorige les op het bord: als we getrouw beproevingen doorstaan en door de verzoening van Jezus Christus gereinigd worden, zullen we ons bij God in het celestiale koninkrijk bevinden. Laat de cursisten opzoeken in welke opzichten dit beginsel verband houdt met de gebeurtenissen die we vandaag bespreken.

Zet het volgende schema op het bord of maak er een uitreikblad van:

Afbeelding
Het visioen dat Johannes van de zeven zegels had
  • Hoeveel verzen in het boek Openbaring hebben volgens dit schema met de eerste zes zegels te maken? (25)

  • Hoeveel verzen hebben met het zevende zegel te maken? (211 + 15 = 226)

Leg uit dat Johannes meer over de gebeurtenissen betreffende de zevende duizendjarige periode heeft geschreven dan over enige andere. Hij heeft vooral over de gebeurtenissen geschreven die zouden plaatsvinden vanaf het moment van het openen van het zevende zegel tot de wederkomst van Jezus Christus.

  • Waarom zou Johannes zich voornamelijk op de gebeurtenissen betreffende het zevende zegel hebben geconcentreerd?

Vat Openbaring 8:1–6 samen door uit te leggen dat in deze verzen het openen van het zevende zegel door de Heiland staat beschreven. Johannes zag zeven engelen die zeven bazuinen kregen. Vroeger werden bazuinen gebruikt om ‘een alarmsignaal te geven, aan te kondigen dat [een leger] ten strijde trok, of de aankomst van een lid van het koningshuis bekend te maken.’ (Gerald N. Lund, ‘Seeing the Book of Revelation as a Book of Revelation’, Ensign, december 1987, 50.) In dit geval was de bazuin de aankondiging van verscheidene plagen en verwoestingen ter voorbereiding op het millenniaanse bewind van Jezus Christus.

Laat de cursisten ‘Het zevende zegel’ bovenaan een vel papier zetten, of in hun aantekenschrift of Schriftendagboek, en aan de zijkant zeven bazuinen onder elkaar tekenen.

Zet de volgende verwijzingen op het bord, zonder de vragen die bij elke verwijzing staan. Laat de cursisten de verwijzingen naast de bazuinen op hun papier zetten:

Eerste —Openbaring 8:7. Wat gebeurde er door de hagel en het vuur die op de aarde vielen toen de eerste engel op zijn bazuin blies?

Tweede —Openbaring 8:8–9. Welke drie dingen werden getroffen toen de tweede bazuin klonk?

Derde —Openbaring 8:10–11. Wat was de naam van de ster die viel? (Leg uit dat alsem een bitter kruid is dat gebruikt wordt om ‘bittere rampspoeden en verdriet’ weer te geven [Bible Dictionary, ‘Wormwood’].) Wat gebeurde er toen de ster viel?

Vierde —Openbaring 8:12. Welke drie dingen werden verduisterd toen de vierde bazuin had geklonken?

Vijfde —Openbaring 9:1–3. Wat kwam er uit de put van de afgrond toen de vijfde engel die opende?

Zesde —Openbaring 9:13–16, 18. Hoeveel soldaten waren bij de grote strijd betrokken die Johannes zag nadat de zesde bazuin had geklonken? Welk deel van de mensheid werd gedood?

Zevende —Openbaring 11:15.

Deel de klas op in zes groepjes en geef elk groepje een van de eerste zes tekstverwijzingen die op het bord staan (als uw klas klein is, moet u sommige groepjes wellicht meerdere tekstverwijzingen geven). Laat de groepjes de aan hen toegewezen teksten hardop lezen en opzoeken wat er na het klinken van de bazuinen gebeurde. Laat ze hun bevindingen naast de desbetreffende bazuin op hun vel papier noteren.

Als de cursisten voldoende tijd hebben gehad, laat u een cursist uit elk groepje vertellen wat ze gevonden hebben. Laat de cursisten de bevindingen van elk groepje naast de desbetreffende bazuin noteren. Als de cursisten over hun bevindingen vertellen, kunt u zo nodig de vraag voorlezen die bij elke tekstverwijzing hoort.

  • Hoe kan het beginsel dat we in de vorige les behandeld hebben nuttig zijn voor de mensen die gedurende de gebeurtenissen van het zevende zegel in leven zijn?

Laat een cursist Openbaring 9:20–21 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe de goddelozen die deze plagen overleven zullen reageren. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

  • Wat kunnen we daaruit over de goddeloosheid van deze mensen leren?

Openbaring 10

Een engel geeft Johannes instructies over zijn zending in de laatste dagen

Leg uit dat Openbaring 10 een pauze in de vertelling van de zeven bazuinen en de desbetreffende plagen bevat. We lezen in dit hoofdstuk dat Johannes instructies van een andere engel kreeg.

Zet op het bord de woorden Zoet en Bitter.

  • Wat voor levenservaringen kunnen zowel zoet als bitter zijn?

Vraag een cursist Openbaring 10:1–3 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de engel in zijn hand had.

  • Wat had de engel in zijn hand?

Vraag twee cursisten beurtelings twee verzen uit Openbaring 10:8–11 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Johannes met het boekje moest doen.

  • Wat moest Johannes met het boekje doen? Hoe smaakte het?

Laat een cursist Leer en Verbonden 77:14 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat het eten van het boekje voorstelde?

  • Wat stelde het eten van het boekje volgens dit vers voor? (Dat Johannes zijn zending aanvaardde om ‘de stammen Israëls te vergaderen’ en ‘alle dingen [te] herstellen’ in de laatste dagen.)

Leg uit dat Johannes niet zou sterven zodat hij zielen tot de Heiland zou kunnen brengen (zie LV 7:1–4).

  • Wat zou Johannes tijdens zijn zending kunnen ervaren dat zoet is? En wat bitter is?

Openbaring 11

Johannes ziet twee profeten gedood in Jeruzalem en het klinken van de zevende bazuin

Leg uit dat Openbaring 11 begint met de beschrijving die Johannes geeft van de gebeurtenissen die aan het klinken van de zevende bazuin en de wederkomst van Jezus Christus voorafgaan. In die tijd zullen de goddelozen meer macht en heerschappij op aarde hebben, en een leger zal proberen Jeruzalem in te nemen.

Vraag een cursist Openbaring 11:3–6 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de twee getuigen dan in Jeruzalem zullen doen.

  • Wat zullen de twee getuigen doen?

  • Wat kan de betekenis zijn van ‘dat er vuur uit hun mond’ komt (vers 5)? (Dat kan een symbool zijn van de kracht van de getuigenissen die ze geven [zie Jeremia 5:14; 20:9].)

Vraag een cursist Leer en Verbonden 77:15 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wie die twee getuigen zullen zijn. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

Vraag een cursist Openbaring 11:7–12 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat er na hun bediening onder de Joden met deze twee profeten zal gebeuren.

  • Hoe zullen de goddelozen reageren als de twee getuigen zijn gedood?

  • Wat zal er drieënhalve dag na de dood van deze twee getuigen gebeuren?

  • Hoe zullen de mensen reageren als de twee getuigen uit de dood herrijzen en naar de hemel gaan?

Laat een cursist Openbaring 11:13–15 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat er voor en na het klinken van de zevende bazuin zal gebeuren. Laat de cursisten hun bevindingen naast de zevende bazuin op hun vel papier noteren.

  • Wie zal er na het klinken van de zevende bazuin de ‘koninkrijken van de wereld’ besturen? (vers 15).

Vat Openbaring 11:16–19 samen door uit te leggen dat de 24 ouderlingen God bedankten en prezen omdat Hij de rechtvaardigen had beloond en de goddelozen had gestraft. Johannes zag in een visioen ook de tempel van God in de hemel en de ark van Zijn verbond, die de tegenwoordigheid van God weergeeft.

Sluit de les van vandaag af door iets te vertellen over uw eigen gevoelens van dankbaarheid en lof voor de goedheid en rechtvaardigheid van God.

Toelichting en achtergrondinformatie

Openbaring 8–11. Aanvullende informatie

(Voor meer informatie over de inhoud van Openbaring 8–11 raadpleegt u de gegevens over deze hoofdstukken in New Testament Student Manual (lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2014), 545–549).

Openbaring 10:1–3, 8–11. Het boekje dat Johannes moest opeten

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

‘Het boekje met het woord van God dat Johannes moest opeten, komt overeen met het gebruik en de traditie van het oude Israël. Uit die handeling blijkt dat hij het brood des levens at, dat hij van het goede woord van God nam, dat hij zich aan het woord van Christus vergastte — dat in zijn “mond zoet als honing” was. Maar het maakte zijn “buik bitter”; dat zijn de oordelen en plagen die beloofd worden aan hen die het woord van God hebben ontvangen en waardoor hij wanhoopte en verdrietig was.’ (Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen [1965–1973], 3:507.)

‘Dat het boek “zoet als honing” in de mond van Johannes was, maar “bitter” in zijn buik (Openbaring 10:10) kan betekenen dat zijn zending veel zoete en vreugdevolle ervaringen zou omvatten, maar ook verwerping en pijnlijke ervaringen. (Zie ook Psalmen 119:103.)’ (New Testament Student Manual [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2014], 548.)

Afdrukken