Paulus leert de heiligen hoe ze kwade invloeden kunnen weerstaan. Hij leert ze ook hoe ze hun gezinsbanden kunnen versterken. Paulus besluit zijn brief met een aanmoediging voor de volgelingen van God om zich ‘met de hele wapenrusting van God’ te bekleden (Efeze 6:11) zodat zij de verleidingen van Satan kunnen weerstaan.
Paul zei tegen de heiligen dat ze kwade invloeden moesten weerstaan
Laat zo mogelijk een voorwerp zien dat de cursisten als nieuw zullen herkennen. Vraag dan:
Hoe gaan we meestal met nieuwe dingen om?
Herinner de cursisten eraan dat Efeze 4 de raad van Paulus aan de nieuwe leden van de kerk bevat om ‘de oude mens’ af te leggen (vers 22) en zich met ‘de nieuwe mens’ te bekleden (vers 24), of als volgeling van Jezus Christus aan een nieuw leven te beginnen.
Hoe kan het leven van iemand die vastbesloten is om Jezus Christus te volgen als nieuw worden beschouwd?
Laat de cursisten bij hun studie van Efeze 5–6 een beginsel opzoeken waarmee ze als volgeling van Jezus Christus ‘de nieuwe mens’ kunnen bekleden.
Laat een cursist Efeze 5:1–7 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de heiligen als volgelingen van Jezus Christus volgens Paulus wel en niet moesten doen.
Wat moesten de volgelingen van Jezus Christus volgens Paulus doen? Wat mochten ze volgens hem niet doen?
Welke waarheid kunnen we uit deze verzen over de volgelingen van Jezus Christus leren? (De cursisten kunnen verschillende waarheden noemen, maar bespreek in ieder geval dat de volgelingen van Jezus Christus niet aan wereldse goddeloosheid deelnemen.)
Wat zullen de mensen die aan wereldse goddeloosheid deelnemen volgens vers 5 verspelen?
Hoe kan deelname aan wereldse goddeloosheid iemands nieuwe leven in Christus beïnvloeden? Hoe kan het voorbeeld van die persoon anderen beïnvloeden?
Vat Efeze 5:8–20 samen door uit te leggen dat Paulus de heiligen aanmoedigde als ‘kinderen van het licht’ (vers 8) te wandelen, om verstandig te zijn en de wil van de Heer te kennen door ‘vervuld met de Geest’ (vers 18) te zijn.
Paulus geeft de heiligen in Efeze advies over hun gezinsbanden
Laat de cursisten over de omgang met hun gezinsleden in de afgelopen 24 uur nadenken, en zich afvragen of die omgang positief of negatief was. (Was die omgang bijvoorbeeld liefdevol of vijandig, vriendelijk of kwetsend, opbouwend of vernederend?)
Waarom kan het soms moeilijk zijn om positieve gezinsbanden te hebben?
Laat de cursisten bij hun studie van Efeze 5:21–6:9 beginselen opzoeken waarmee ze hun gezinsbanden kunnen versterken.
Laat een cursist Efeze 5:21 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de heiligen volgens Paulus moesten doen.
Wat moesten de heiligen volgens Paulus doen? (Leg uit dat ‘wees elkaar onderdanig’ betekent dat we anderen boven onszelf stellen, en dat ‘in de vreze Gods’ op onze liefde en ons respect voor God slaat.)
In welke opzichten was Jezus Christus een voorbeeld van onderdanigheid?
Hoe kunnen we onze gezinsbanden versterken als we anderen boven onszelf stellen?
Laat een cursist Efeze 5:22–29 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Paulus tegen getrouwde mannen en vrouwen over hun relatie te zeggen had.
Op welke relatie moet een vrouw de relatie met haar man baseren? (Leg uit dat Paulus zei dat een vrouw aan haar man onderdanig moest zijn [vers 22]. Dat kan uitgelegd worden dat zij haar man steunt, ondersteunt en respecteert, net als ze met de Heer doet. De door God voorgeschreven rol van de man is zijn gezin presideren en erover waken, net als de Heiland over zijn kerk waakt en haar leidt.)
Hoe moet een man volgens Paulus met zijn vrouw omgaan?
Hoe zal een man die zijn vrouw net zo lief heeft als de Heiland de kerk liefheeft, zijn vrouw behandelen? (Hij ‘[geeft] zich voor haar [vers 25] of plaatst haar boven zichzelf en ‘koestert’ haar [vers 29].)
Welke waarheid kunnen we uit de leringen van Paulus halen over wat er thuis kan gebeuren als we de relatie die de Heiland met de kerk heeft als leidraad gebruiken? (De cursisten moeten in hun eigen woorden het volgende beginsel onder woorden brengen: als we de relatie van de Heiland met de kerk als leidraad nemen, kunnen we onze gezinsbanden versterken.)
Laat een cursist Efeze 5:30–33 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat mannen en vrouwen worden als ze trouwen.
Wat worden mannen en vrouwen volgens vers 31 als ze trouwen? (Ze worden ‘één vlees’, ofwel lichamelijk, emotioneel en geestelijk verenigd.)
Hoe kan een echtpaar (en een gezin) hun liefde en eenheid vergroten als ze het voorbeeld van de Heiland volgen in hun omgang met elkaar?
Laat een cursist Efeze 6:1–4 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe het voorbeeld van Jezus Christus gebruikt kan worden als leidraad voor de relatie van een kind met zijn of haar ouders. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.
Hoe volgt een kind het voorbeeld van Jezus Christus als het zijn of haar ouders gehoorzaamt?
Wat voor raad gaf Paulus vaders betreffende de opvoeding van hun kinderen?
Laat de cursisten zich afvragen in welke opzichten de gezinsband wordt versterkt als ze hun relatie met de Heiland als leidraad gebruiken. Laat ze een relatie kiezen die ze graag willen verbeteren. Laat ze enkele manieren opschrijven waarop ze die relatie kunnen verbeteren door het voorbeeld van de Heiland te volgen. Moedig ze aan om te doen wat ze hebben opgeschreven.
Vat Efeze 6:5–9 samen door uit te leggen dat Paulus over de relatie tussen slaven en hun heer sprak. In de tijd van het Nieuwe Testament was slavernij gewoon in het Romeinse Rijk, ook onder de leden van de kerk. Uit het advies van Paulus blijkt niet dat hij met slavernij instemde.
Paulus adviseert de heiligen: ‘Bekleed u met de hele wapenrusting van God’
Zet de volgende uitspraak van president Ezra Taft Benson op het bord. (Deze uitspraak is te vinden in ‘The Power of the Word’, Ensign, mei 1986, 79.) Laat een cursist deze uitspraak voorlezen.
‘Satan voert oorlog tegen de leden van de kerk die een getuigenis hebben en proberen de geboden te onderhouden’ (president Ezra Taft Benson).
In welke opzichten voert Satan oorlog tegen de jongeren van de kerk?
Laat een cursist Efeze 6:10–13 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken waar de heiligen volgens Paulus tegen vochten. Leg uit dat de listige verleidingen de methoden van de duivel zijn om ons te misleiden of te strikken.
Waartegen streden de heiligen volgens Paulus?
In welke opzichten is wat Paulus in vers 12 zegt, te vergelijken met waar we in onze tijd mee te kampen hebben?
Wat moesten de heiligen in die tijd volgens Paulus aantrekken om dit kwaad te weerstaan? (Als de cursisten geantwoord hebben, zet u dit beginsel op het bord: Als we de hele wapenrusting van God aantrekken, zullen we het kwaad kunnen weerstaan.)
Geef de cursisten het volgende uitreikblad. Deel de klas op in vijf groepen en wijs elke groep een van de delen van de wapenrusting toe die in Efeze 6:14–17 worden genoemd. (Wijs ‘uw middel omgord met de waarheid’ [vers 14] niet toe. Als de klas klein is, kunt u sommige groepen meerdere delen van de wapenrusting toewijzen.)
Zet de volgende vragen op het bord:
Waar wordt dat deel van de wapenrusting voor gebruikt?
Hoe noemde Paulus dat deel van de wapenrusting?
Wat kan het lichaamsdeel dat door de wapenrusting beschermd wordt geestelijk voorstellen?
Hoe kan dat deel van de wapenrusting ons helpen om kwaad te weerstaan?
Om aan te geven hoe de cursisten het uitreikblad kunnen invullen, laat u een cursist Efeze 6:14 voorlezen. Laat de klas meelezen en de antwoorden op de vragen op het bord opzoeken als ze hun best doen om ‘hun middel met de waarheid te omgorden’ en de antwoorden op hun uitreikblad te noteren.
Leg uit dat het middel wordt ‘omgord’ met een riem die rond het middengedeelte van het lichaam wordt gedragen. De cursisten kunnen antwoorden als de volgende geven: (1) het middel (met de essentiële organen die voor de voortplanting nodig zijn) wordt omgord. (2) De waarheid. (3) Stelt onze kuisheid of zedelijke reinheid voor. (4) Als we het heilsplan kennen, kunnen we gemotiveerd worden om zedelijk rein te blijven.
Laat de cursisten dit patroon volgen bij hun groepsstudie van Efeze 6:14–18 en bij het invullen van het deel van het uitreikblad dat overeenkomt met hun deel van de wapenrusting. (Leg uit dat ‘de voeten geschoeid’ [vers 15] betekent dat we schoenen of andere bescherming voor onze voeten dragen.)
Als de cursisten voldoende tijd hebben gehad, laat u een vertegenwoordiger van elke groep vertellen wat ze hebben geleerd. Moedig de cursisten aan om de bevindingen van de andere groepen ook op hun uitreikblad te noteren.
Waarom is het belangrijk om onszelf met de hele wapenrusting van God te beschermen?
Laat een cursist het volgende citaat van ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen. Laat de cursisten opletten hoe we de wapenrusting van God kunnen aantrekken en versterken.
Afbeelding
Ouderling M. Russell Ballard
‘Ik beschouw deze geestelijke wapenrusting niet als een stuk metaal dat naar het lichaam is gevormd, maar meer als een maliënkolder. Maliën zijn tientallen stukjes staal die met elkaar zijn verbonden om de gebruiker meer flexibiliteit te geven en toch beschermd te worden. Ik heb ervaren dat er niet slechts één grote mogelijkheid is om ons geestelijk te wapenen. Ware geestelijke kracht komt voort uit talrijke kleine daden die samen tot een geestelijk sterke stof worden geweven om ons tegen al het kwaad te beschermen.’ (‘Be Strong in the Lord’, Ensign, juli 2004, 8.)
Hoe trekken jullie dagelijks de hele wapenrusting van God aan en versterken jullie die? Wat heb je daaraan om kwaad, verleidingen of misleidingen te weerstaan?
Zet de volgende vragen op het bord en laat de cursisten hun antwoorden opschrijven:
Welke delen van je geestelijke wapenrusting zijn volgens jou sterk?
Wat is het zwakste deel van je wapenrusting?
Hoe kun je deze delen van je wapenrusting versterken?
Vat Efeze 6:19–24 samen door uit te leggen dat Paulus zijn brief besluit met het verzoek aan de heiligen om te bidden dat hem ‘het woord gegeven’ zou worden (vers 19) om het evangelie vrijmoedig in de gevangenis te prediken.
Geef uw getuigenis van de waarheden die de cursisten in Efeze 5–6 hebben gevonden. Moedig de cursisten aan om te handelen naar de ingevingen die ze tijdens de les hebben ontvangen.
Toelichting en achtergrondinformatie
Efeze 5:25–28; 6:4. ‘Zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft’
President Ezra Taft Benson heeft het voorbeeld van de Heiland aangehaald toen hij mannen advies gaf om hun gezin te leiden:
‘De Heiland leidt de kerk niet met harde of onvriendelijke hand. De Heiland behandelt zijn kerk niet met respectloosheid of verwaarlozing. De Heiland gebruikt geen dwang om zijn doeleinden te bereiken. De Heiland doet niets anders dan de kerk opbouwen, opbeuren, troosten en verhogen.’ (‘To the Fathers in Israel’, Ensign, november 1987, 50.)
President Spencer W. Kimball heeft het volgende gezegd over de invloed die een vader kan hebben als hij zijn gezin net zo liefheeft als dat de Heiland de kerk liefheeft:
‘Christus had de kerk en haar leden zodanig lief dat hij vrijwillig vervolging voor hen doorstond, vernederingen voor hen onderging, stoïcijns pijn en lichamelijke mishandeling voor hen weerstond, en uiteindelijk zijn waardevolle leven voor hen gaf.
‘Als een man bereid is zijn gezin op die manier te behandelen, zal niet alleen zijn vrouw, maar zijn hele gezin zijn leiderschap volgen.’ (‘Home, the Place to Save Society’, Ensign, januari 1975, 5.)
Efeze 6:1. ‘Wees je ouders gehoorzaam in de Heere’
‘Paulus zegt: “Kinderen, wees je ouders gehoorzaam in de Heere, want dat is juist” (Efeze 6:1; cursivering toegevoegd), en onmiddellijk daarna zegt hij: “Eer je vader en moeder” (vers 2). Deze keer voegt hij er geen kwalificerende uitspraak aan toe. Hij beschrijft het alleen als “het eerste gebod met een belofte” (Efeze 6:2). Je ouders gehoorzaam zijn in de Heere betekent dat je ze in rechtschapenheid gehoorzaamt. (Zie McConkie, Doctrinal New Testament Commentary, 2:521.) Elke keer als een kind rechtschapen leeft, eert hij of zij de ouders, ongeacht of de ouders zelf rechtschapen of goddeloos leven. Het tegengestelde is ook waar. Elke keer als een kind goddeloos leeft, brengt hij de ouders tot schande, of de ouders rechtschapen leven of niet. Dus het eren van onze ouders houdt niet altijd in dat we ze gehoorzamen. In de relatief zeldzame gevallen waar ouders onrechtschapen gedrag aanmoedigen, eert iemand zijn ouders niet als hij ze gehoorzaamt.’ (Old Testament Student Manual: Genesis–2 Samuel [Church Educational System manual, 2003], 131.)
Efeze 6:11. ‘Bekleed u met de hele wapenrusting van God’
President Harold B. Lee heeft uitgelegd hoe belangrijk het is om de hele wapenrusting van God aan te trekken:
‘Wij bezitten de vier lichaamsdelen die de apostel Paulus zag als de meest kwetsbare voor de machten der duisternis. De lendenen, die kuisheid en deugd voorstellen. Het hart, dat ons gedrag voorstelt. Onze voeten, die onze doelen in het leven voorstellen, en tot slot ons hoofd, ofwel onze gedachten.’ (Feet Shod with the Preparation of the Gospel of Peace, Brigham Young University Speeches of the Year [9 november 1954], 2.)
Ouderling Neal A. Maxwell van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd wat we eerst moeten doen voordat we de wapenrusing van God kunnen aantrekken:
‘Door het afleggen van de natuurlijke mens is het mogelijk om de hele wapenrusting van God aan te trekken, die eerst niet volledig zou passen! (zie Efeze 6:11, 13).’ (‘Plow in Hope’, Ensign, mei 2001, 60.)
President N. Eldon Tanner van het Eerste Presidium heeft gezegd hoe we de hele wapenrusting van God kunnen aantrekken:
‘Onderzoek je wapenrusting. Is er een onbeschermde plek? Besluit nu om het deel dat ontbreekt toe te voegen. (…)
‘Door het grote beginsel van bekering kun je je leven veranderen en de wapenrusting van God aantrekken — door studie, gebed en de vastberadenheid om God te dienen en zijn geboden te onderhouden.’ (‘Put on the Whole Armor of God’, Ensign, mei 1979, 46.)