Bibliotheek
Les 65: Johannes 6


Les 65

Johannes 6

Inleiding

De dag na de wonderbaarlijke spijziging van vijfduizend mensen verkondigt Jezus dat Hij het brood des levens is. Enkele volgelingen verwerpen zijn leringen en keren Hem de rug toe. Petrus daarentegen getuigt dat Jezus de woorden van het eeuwige leven verkondigt en dat Hij de Zoon van God is.

Lessuggesties

Johannes 6:1–21

Jezus geeft op wonderbaarlijke wijze ruim vijfduizend mensen te eten en loopt op het water

Leg uit dat de Heiland nadat Hij in Jeruzalem van zijn goddelijkheid getuigd had (zie Johannes 5) naar Galilea terugkeerde, waar Hij met zijn apostelen het evangelie predikte en vele mensen genas (zie Mattheüs 5–13). Jezus stak vervolgens met zijn discipelen de zee van Galilea over en gaf op wonderbaarlijke wijze ruim vijfduizend mensen te eten (zie Johannes 6:1–13).

Toon een brood. Laat een cursist het verhaal samenvatten van de Heiland die met vijf broden en twee visjes ruim vijfduizend man te eten gaf.

  • Wat zou je gedacht hebben als je dat wonder met eigen ogen had gezien, en ontdekt dat Jezus de macht had om op wonderbaarlijke wijze in voedsel te voorzien?

Laat een cursist Johannes 6:14–15 voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en vast te stellen wat de mensen wilden doen toen Jezus hun te eten gegeven had.

  • Wat wilden de mensen doen?

Leg uit dat volgens de overlevering onder de Joden in die tijd de Messias of Koning van Israël zou komen en zijn volk met brood uit de hemel zou voeden.

  • Wat deed Jezus in vers 15 zodat de mensen Hem niet tot koning konden kronen?

  • Waarom wilde Jezus niet als koning van de Joden erkend worden?

Vat Johannes 6:16–21 samen met de uitleg dat de Heiland zijn discipelen opdroeg de zee van Galilea over te steken. Toen ze laat op de avond moeite hadden om tegen de golven en de wind in te roeien, liep Jezus op het water naar hen toe. Wijs de cursisten erop dat Johannes in zijn verslag beklemtoont dat toen de discipelen Jezus in het schip ‘wilden’ nemen, ze hun bestemming ‘meteen’ veilig bereikten (vers 21). Leg uit dat als we de Heiland en zijn leringen willen ontvangen, Hij ons veilig door onze moeilijkheden kan leiden.

Johannes 6:22–59

Jezus verkondigt dat Hij het brood des levens is

Leg uit dat er in Johannes 6:22–25 staat dat veel mensen die Jezus op wonderbaarlijke wijze te eten gegeven had naar Kapernaüm gegaan waren om Hem te zoeken.

Laat een cursist Johannes 6:26–27 voorlezen, inclusief de Bijbelvertaling van Joseph Smith van Johannes 6:26: ‘Jezus antwoordde hun en zei: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: U zoekt Mij, niet omdat u verlangt acht te slaan op mijn leringen, noch omdat u de tekenen gezien hebt, maar omdat u van de broden gegeten hebt en verzadigd bent.’ Laat de klas meelezen en vaststellen wat Jezus tegen de mensen zei.

  • Waarom zochten deze mensen de Heiland volgens Hem? (De Heiland lijkt te zeggen dat ze Hem volgden om meer te eten te krijgen.)

  • Wat moesten ze volgens Hem zoeken?

Leg uit dat ‘het voedsel dat blijft tot in het eeuwige leven’ (vers 27) naar de eeuwige waarheden van het evangelie van de Heiland kan verwijzen.

  • Wat leren we uit deze verzen, waardoor we beter begrijpen waarom Jezus deze mensen Hem niet tot koning liet kronen?

Laat een cursist Johannes 6:28–31 voorlezen en vraag de klas vast te stellen wat de mensen van Jezus verlangden als bewijs dat Hij de Messias was.

  • Wat wilden de mensen dat Jezus voor hen deed? (Leg uit dat manna ‘brood uit de hemel’ was [vers 31] dat God aan de kinderen van Israël gegeven had toen ze in de woestijn ronddoolden.)

  • Wat zegt dit verzoek over deze mensen, gezien wat de Heiland de dag ervoor gedaan had?

  • Op welke manieren worden we als volgeling van Jezus Christus in deze tijd verleid om ons als die menigte te gedragen?

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Johannes 6:32–35 voor te lezen. Laat de klas vaststellen wat de Heiland tegen de mensen zei als antwoord op hun verzoek om een teken.

  • Wat zei de Heiland over Zichzelf toen Hij het over manna of brood uit de hemel had?

U kunt de cursisten in overweging geven om de zinsnede ‘Ik ben het Brood des levens’ te markeren in vers 35.

  • Op welke manier kunnen we de Heiland en zijn leringen met brood vergelijken?

  • Wat betekent het dat wie tot Jezus Christus komt beslist geen honger zal hebben (zie vers 35)?

  • Wat kunnen we uit de leringen van de Heiland in vers 35 halen? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient een beginsel als het volgende te omvatten: als we tot Jezus Christus komen, voedt Hij ons geestelijk. Laat de cursisten dit beginsel desgewenst in de kantlijn van hun Schriften naast Johannes 6:35 noteren.)

Zet de volgende onvolledige zinnen op het bord:

We komen tot Jezus Christus door …

Hij voedt ons door …

Deel de cursisten op in groepjes van twee. Laat ze samen in hun aantekenschrift of Schriftendagboek een lijstje maken met dingen die we kunnen doen om tot Jezus Christus te komen, en manieren waarop Hij ons geestelijk voedt. Nodig enkele cursisten uit om hun antwoorden aan de klas te vertellen.

Om de klas in staat te stellen de waarheid en het belang van het beginsel in vers 35 te voelen, kunt u enkele cursisten vragen om te vertellen hoe ze zich voelden toen ze geestelijk gevoed werden door tot de Heiland te komen.

Vat Johannes 6:36–47 samen met de uitleg dat sommige mensen tegen de Heiland morden omdat Hij zei dat Hij het brood uit de hemel was.

Als voorbereiding op een ander beginsel waarin de Heiland onderwees, laat u enkele cursisten naar voren komen en geeft u hun een stuk brood. Laat ze aan het brood ruiken en zich inbeelden hoe het smaakt.

  • Hoe goed zou dit brood je voeden als je er alleen aan rook, je inbeeldde hoe het smaakte en het de hele dag bij je had?

  • Wat moet je doen om iets aan het brood te hebben?

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Johannes 6:49–54 voor te lezen. Vraag de andere cursisten om mee te lezen en na te gaan wat de ervaring van hun klasgenoten met het brood te maken heeft met wat de Heiland in deze verzen zegt.

  • In welk opzicht is het brood des levens anders dan gewoon brood? (In tegenstelling tot brood dat ons slechts korte tijd energie geeft, biedt Jezus Christus ons eeuwige zegeningen.)

Wijs de cursisten op deze zinsnede in vers 51: ‘Het brood dat Ik geven zal, is Mijn vlees, dat Ik geven zal voor het leven van de wereld.’

  • Hoe heeft de Heiland zijn vlees en bloed voor het leven van de wereld gegeven?

  • Wat moesten de mensen in de verzen 53–54 van de Heiland doen?

Leg uit dat de Heiland de termen eten en drinken symbolisch gebruikt. Om de leringen van de Heiland te verduidelijken, laat u enkele cursisten van het brood eten. Vraag ze vervolgens weer te gaan zitten.

  • Wat gebeurt er met het brood en zijn voedingsstoffen als we het opeten? (De vitamines en voedingsstoffen worden door het lichaam opgenomen en maken het sterk en gezond.)

  • Wat betekent het om Jezus Christus’ vlees te eten en zijn bloed te drinken? (Het kan inhouden dat we ons zijn leringen en verzoening eigen maken. Het kan ook deelname aan het avondmaal voorstellen, wat de Heiland later zou instellen.)

  • Welke zegeningen krijgen we volgens vers 54 als we ons de leringen en verzoening van Jezus Christus eigen maken of die toepassen? (Zet na de antwoorden van de cursisten dit beginsel op het bord: Als we ons de leringen en verzoening van Jezus Christus eigen maken, of die toepassen, kunnen we het eeuwige leven beërven.)

Laat de cursisten over de volgende vraag nadenken en vraag vervolgens enkelen wat hun antwoord is:

  • Hoe maken we ons de leringen en verzoening van Jezus Christus eigen? (Mogelijke antwoorden: door Jezus Christus als de letterlijke Zoon van God te aanvaarden, elke week aan het avondmaal deel te nemen, de geboden te onderhouden en in rechtschapenheid tot het einde toe te volharden. [Zie Bruce R. McConkie, Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen (1965–1973), deel 1, 358.])

Leg uit dat het eeuwige leven inhoudt dat we voor altijd leven en zoals onze hemelse Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, worden. Vraag een cursist Johannes 6:56–57 voor te lezen en laat de klas nagaan hoe we zoals Hen kunnen worden door ons de leringen en verzoening van Jezus Christus eigen te maken. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

Leg uit dat de Heiland niet letterlijk in ons blijft, maar dat zijn goddelijke invloed bij ons blijft om ons in staat te stellen om meer zoals Hij en onze hemelse Vader te worden.

Getuig van de waarheden die de cursisten gevonden hebben. Laat de cursisten in hun aantekenschrift of Schriftendagboek opschrijven hoe ze zich de verzoening van de Heiland of een van zijn leringen meer eigen gaan maken.

Johannes 6:60–71

Petrus getuigt dat Jezus de woorden van eeuwig leven heeft

Zet de volgende vraag op het bord: Doorgaan of stoppen?

Laat de cursisten nadenken over een situatie waarin ze moesten kiezen tussen met iets moeilijks doorgaan of stoppen. Nodig één of twee cursisten uit om over hun ervaring te vertellen.

Leg uit dat de discipelen van Christus een vergelijkbare beslissing moesten nemen toen Jezus de rede in Johannes 6 gaf.

Laat een cursist Johannes 6:60, 66 voorlezen. Laat de klas meelezen en vaststellen hoe veel van Jezus’ discipelen op zijn leringen reageerden.

  • Waarom kozen veel van Jezus’ discipelen ervoor om Hem niet meer te volgen? (Leg uit dat de zinsnede ‘Dit woord is hard’ [vers 60] betekent dat ze het te moeilijk vonden om de leringen van Jezus te volgen.)

  • Waarom vinden sommige mensen het moeilijk om de geboden van de Heer te onderhouden?

Laat een cursist Johannes 6:67 voorlezen en vraag de klas te letten op de vraag die Jezus Christus aan zijn apostelen stelde.

  • Wat vroeg de Heiland zijn apostelen?

Laat een cursist Johannes 6:68–69 voorlezen en vraag de klas te letten op het antwoord dat Simon Petrus de Heiland gaf. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

  • Wat leren we uit het antwoord van Petrus, die ons motiveert om getrouw te blijven in tijden waarin het moeilijk is om de Heiland te volgen of zijn leringen na te leven? (Laat de cursisten antwoorden en zet dit beginsel op het bord: Een sterk getuigenis van Jezus Christus motiveert ons om getrouw te blijven in tijden waarin het moeilijk is om de Heiland te volgen of zijn leringen na te leven.)

  • Hoe heeft een sterk getuigenis van de Heiland jou of iemand die je kent geholpen om getrouw te blijven, zelfs als de leringen van het evangelie moeilijk na te leven leken?

Moedig de cursisten aan op hun getuigenis van Jezus Christus te vertrouwen als ze de leringen van het evangelie moeilijk na te leven vinden. Spoor de cursisten die vinden dat ze geen sterk getuigenis van Jezus Christus hebben aan om hun getuigenis te versterken door zich zijn leringen en verzoening eigen te maken.

Toelichting en achtergrondinformatie

Johannes 6:33–35. Het ware brood des levens

Ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat Jezus Christus het brood des levens is:

‘Ik getuig van de levende werkelijkheid van het brood des levens, Jezus Christus, en van de oneindige kracht en invloed van zijn verzoening. Uiteindelijk vormen zijn verzoening en zijn genade ons dagelijks brood.’ (‘Recognizing God’s Hand in Our Daily Blessings’, Ensign, januari 2012, 23.)

Voor meer informatie over hoe Jezus Christus symboliek, Joodse godsdienstige geschiedenis en de geografische locatie van zijn publiek gebruikte om zijn rede over het brood des levens te geven (Johannes 6), zie Thomas R. Valetta, ‘The True Bread of Life’, Ensign, maart 1999, 6–13; zie ook ‘Johannes 6:32–35, 48–51, “The True Bread from Heaven”’, in New Testament Student Manual [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2014], 221–222.

Ouderling James E. Talmage van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

‘Manna was hemels voedsel. Het brood dat Hij hun gegeven had, was daarentegen aards en slechts gerstebrood. Hij moest hun grotere tekens tonen en hun voortreffelijker eten geven voor ze Hem zouden aanvaarden als de Persoon voor Wie ze Hem aanvankelijk hadden gehouden en Wie Hij nu zei dat Hij het was.’ (Jesus the Christ, 3e ed. [1916], 339–340.)

Johannes 6:53. Het vlees van de Zoon des mensen eten en zijn bloed drinken

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd:

‘Het vlees van de Zoon van God eten en zijn bloed drinken, betekent ten eerste Hem in de meest letterlijke en volledige zin en zonder enig voorbehoud aanvaarden als de persoonlijke afstammeling in het vlees van de eeuwige Vader; en ten tweede, de geboden van de Zoon onderhouden door zijn evangelie te aanvaarden, lid van zijn kerk te worden en in gehoorzaamheid en rechtschapenheid tot het einde toe te volharden. Wie op die manier zijn vlees eet en zijn bloed drinkt, zal het eeuwige leven beërven, namelijk verhoging in de hoogste hemel van de celestiale wereld.’ (Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen [1965–73], deel 1, 358.)

Johannes 6:56. ‘Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem’

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd wat de zinsnede ‘blijft in Mij en Ik in hem’ betekent:

‘Aangezien personen die eensgezind zijn hetzelfde denken, geloven en doen, hebben ze dus dezelfde eigenschappen. […] In figuurlijke zin zijn of blijven ze dus in elkaar.’ (Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen [1965–73], deel 1, 766.)

Afdrukken