Bibliotheek
Les 146: 2 Petrus 1


Les 146

2 Petrus 1

Inleiding

Petrus spoort de heiligen aan om zoals Jezus Christus te worden. Petrus verzekert hen dat die geestelijke groei hun ‘roeping en verkiezing’ (2 Petrus 1:10) vast zal maken. Petrus spreekt ook over zijn ervaring op de berg van verheerlijking en beklemtoont dat Schriftuur door God geïnspireerd is.

Lessuggesties

2 Petrus 1:1–11

Petrus onderwijst hoe we aan de goddelijke natuur van Jezus Christus deelhebben

Zet voor de les de volgende uitspraak op het bord (‘The Will Within’, Ensign, mei 1987, 68):

‘Het is onze taak om ons volle potentieel te bereiken’ (president Thomas S. Monson).

Deel de cursisten op in groepjes van twee. Laat ze de uitspraak op het bord lezen en de volgende vragen met elkaar bespreken:

  • Wat bedoelt president Monson met ‘ons volle potentieel’?

  • Waarom is het belangrijk dat we ons volle potentieel bereiken?

  • Wat kan ons ervan weerhouden om ons volle potentieel te bereiken?

Laat de cursisten bij hun studie van 2 Petrus 1 nagaan hoe ze hun volle potentieel kunnen bereiken.

Vat 2 Petrus 1:1–2 samen met de uitleg dat Petrus naar kerkleden schreef die geloof in Jezus Christus ontwikkeld hadden.

Laat een cursist 2 Petrus 1:3–4 voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en na te gaan hoe de heiligen volgens Petrus hun getuigenis van de Heiland trouw kunnen blijven.

  • Wat leerde Petrus de heiligen in deze verzen?

  • Wat betekent ‘deel […] krijgen aan de Goddelijke natuur’ (vers 4)?

Laat de cursisten 2 Petrus 1:5–7 in stilte doornemen en letten op eigenschappen van Jezus Christus die Petrus de heiligen vroeg te ontwikkelen. Vraag ze die eigenschappen op het bord te zetten. U kunt de cursisten aanmoedigen om de eigenschappen die ze niet goed begrijpen in het woordenboek op te zoeken.

Spoor de cursisten aan om aan situaties te denken waarin de Heiland van een van die goddelijke eigenschappen blijk gaf. Laat enkele cursisten vertellen aan welke situaties ze dachten.

Zet dit onvolledige beginsel op het bord: Als we goddelijke eigenschappen ontwikkelen, kunnen we …

Laat een cursist 2 Petrus 1:8–9 voorlezen. Laat de klas meelezen en letten op een zegening die we kunnen krijgen als we de goddelijke eigenschappen van de Heiland ontwikkelen.

  • Welke zegening kunnen we ontvangen als we goddelijke eigenschappen ontwikkelen? (Laat de cursisten antwoorden en vul de zin op het bord als volgt aan: Als we goddelijke eigenschappen ontwikkelen, kunnen we Jezus Christus leren kennen.)

  • Waarom leren we Jezus Christus kennen door goddelijke eigenschappen te ontwikkelen?

Vraag een cursist 2 Petrus 1:10–11 voor te lezen. Laat de klas meelezen en letten op een andere zegening die we krijgen als we ijverig goddelijke eigenschappen ontwikkelen.

  • Welke zegening kunnen we krijgen als we de goddelijke eigenschappen van Jezus Christus ijverig ontwikkelen? (Leg uit dat de zinsnede ‘om uw roeping en verkiezing vast te maken’ [vers 10] betekent in dit leven Gods verzekering te ontvangen dat je het eeuwige leven zult beërven. Petrus noemt dit ook ‘het profetische woord’ [2 Petrus 1:19. Zie ook LV 131:5].)

  • Welk beginsel halen we uit deze verzen over de reden waarom we ons goddelijk potentieel ijverig moeten ontwikkelen? (De cursisten horen het volgende beginsel te benoemen: als we in dit leven ons goddelijk potentieel ijverig ontwikkelen, kunnen we Gods verzekering van het eeuwige leven ontvangen. Zet dit beginsel op het bord.)

U kunt getuigen dat de ontwikkeling van goddelijke eigenschappen ons in staat stelt Jezus Christus te leren kennen en ons op het eeuwige leven voor te bereiden.

Vraag de cursisten in hun Schriftendagboek of aantekenschrift een van de goddelijke eigenschappen te noteren die ze het liefst willen ontwikkelen. Vraag ze naar iets wat ze kunnen doen om die eigenschap te ontwikkelen.

2 Petrus 1:12–21

Petrus getuigt van Jezus Christus en praat over Schriftuur

Zet de leeftijden van de oudste huidige apostelen op het bord. Lees het volgende citaat van ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen voor:

Afbeelding
Ouderling M. Russell Ballard

‘Anderen zeggen dat we te oud zijn. Negen van de apostelen zijn inderdaad ouder dan tachtig! Ik ben 85.’ (‘Wees stil en weet dat ik God ben’ [CES-haardvuuravond, 4 mei 2014], broadcasts.lds.org).

  • Waarom zijn sommigen kritisch op de leeftijd van sommige profeten en apostelen?

  • Hoe zou je reageren op de kritiek dat hedendaagse apostelen en profeten te oud zijn om goed te functioneren?

Laat de cursisten bij hun verdere studie van 2 Petrus 1 naar een waarheid over apostelen en profeten zoeken die belangrijker dan hun leeftijd is.

Leg uit dat Petrus in 2 Petrus 1:12–19 als ooggetuige van Jezus Christus getuigt.

Laat een cursist 2 Petrus 1:20–21 voorlezen, en leg uit dat er in de Bijbelvertaling van Joseph Smith van 2 Petrus 1:20 staat: ‘Dit moet u allereerst weten, dat geen enkele profetie van de Schrift door de wil van een mens is voortgebracht.’ Vraag de klas te luisteren en vast te stellen wat Petrus zei over de rol van ‘heilige mensen van God’, waarmee hij in dit geval de profeten bedoelde.

  • Wat leerde Petrus over de rol van profeten? (De cursisten dienen de volgende waarheid te vinden: profeten ontvangen Schriftuur door de Heilige Geest. Zet dat op het bord.)

Om te verduidelijken wat Schriftuur is, vraagt u een cursist dit citaat voor te lezen:

‘[Schriften zijn] woorden die heilige mannen van God hebben geschreven en gesproken, gedreven door de Heilige Geest.’ (Gids bij de Schriften, ‘Schriften, Schriftuur’, scriptures.lds.org; zie ook LV 68:2–4.) Sommige Schriftuur is gecanoniseerd. Een canon is ‘een erkende, gezaghebbende verzameling heilige boeken. In De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen omvat de canon — de standaardwerken genoemd — het Oude en het Nieuwe Testament, het Boek van Mormon, de Leer en Verbonden en de Parel van grote waarde.’ (Gids bij de Schriften, ‘Canon’, scriptures.lds.org.)

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen. Vraag de klas te luisteren naar zijn getuigenis dat profeten in deze tijd nog steeds Schriftuur ontvangen.

Afbeelding
Ouderling Dallin H. Oaks

‘[Profeten zijn] het kanaal dat God in het verleden gebruikte om door de geopenbaarde Schrift tot zijn kinderen te spreken. En via deze lijn spreekt Hij tegenwoordig, door middel van de leringen en raad van levende profeten en apostelen en andere geïnspireerde leiders.’ (‘Twee communicatielijnen’, Liahona, november 2010, 84.)

  • Waarom is het belangrijk te weten dat God dit patroon gebruikt om zijn kinderen Schriftuur te geven?

  • Hoe krijg je door dit patroon te begrijpen meer vertrouwen in het gesproken en geschreven woord van zowel oude als hedendaagse profeten?

Lees de volgende vragen voor en laat de cursisten hun antwoorden in hun aantekenschrift of Schriftendagboek noteren.

  • Welke Schriftuur van oude of hedendaagse profeten hebben een uitwerking op je gehad? Hoe is die Schriftuur je tot zegen geweest?

Nodig enkele cursisten uit om hun antwoorden aan de klas te vertellen. U kunt ook zelf vertellen hoe Schriftuur u tot zegen geweest is.

Verwijs naar het voorgaande citaat van ouderling Oaks en nodig de cursisten uit om tot anderen van profeten en Schriftuur te getuigen als de Geest hen daartoe aanzet.

Toelichting en achtergrondinformatie

2 Petrus 1:10. ‘Beijver u […] om uw roeping en verkiezing vast te maken’

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Als iemands roeping en verkiezing vastgemaakt is, weet hij dat hij tot het eeuwige leven verzegeld is. Het is de onvoorwaardelijke garantie op verhoging in de hoogste hemel van de celestiale wereld […] vóór de getrouwen de goddelijke tegenwoordigheid ingaan om met Christus op zijn troon te zitten.’ (Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen [1965–1973], deel 3, 330–331.)

Ouderling McConkie heeft ook het volgende gezegd:

‘Iedereen in de kerk die zich op het rechte en smalle pad bevindt, die het verlangen heeft en ernaar streeft om het goede te doen, is nog steeds niet volmaakt in dit leven; als hij dit leven verlaat terwijl hij zich op het rechte en smalle pad bevindt, zal hij de eeuwige beloning in het koninkrijk van zijn Vader ontvangen.

‘[…] Als u zich op dat pad bevindt en voorwaarts streeft, en u sterft, dan zult u het pad niet verlaten. […] U moet de heersende stroming in de kerk volgen en uw leven leiden zoals rechtschapen en fatsoenlijke mensen in de kerk dat doen, namelijk de geboden onderhouden, uw tiende betalen, in de organisaties van de kerk dienen, de Heer liefhebben en op het rechte en smalle pad blijven. Als u dat pad bewandelt als u sterft, zult u nooit afdwalen en is uw roeping en verkiezing in feite vastgemaakt omdat dit leven de tijd is die u gekregen hebt, dit is de proefperiode. Dat is niet de definitie van die term, maar het eindresultaat is wel hetzelfde.’ (‘The Probationary Test of Mortality’, devotional aan het Salt Lake Institute of Religion, 10 januari 1982, 12–13.)

2 Petrus 1:19. ‘Het profetische woord’

Hedendaagse openbaring verduidelijkt de betekenis van de zinsnede ‘het profetische woord’ (2 Petrus 1:19). In Leer en Verbonden 131:5 lezen we: ‘Het vaste en zekere woord van profetie betekent dat iemand, door openbaring en door de geest van profetie, weet dat hij tot het eeuwige leven is verzegeld, door de macht van het heilig priesterschap.’

Getrouwe leden van de kerk kunnen de zegening ontvangen dat hun roeping en verkiezing vastgemaakt is, oftewel ze kunnen het vaste en zekere woord van profetie ontvangen.

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

‘Leden van de kerk die zich volledig aan rechtschapenheid toewijden en leven naar elk woord dat de mond van God uitgaat, maken hun roeping en verkiezing vast. Ze ontvangen het vaste en zekere woord van profetie, wat betekent dat de Heer hun verhoging in dit leven op hen verzegelt. Petrus vatte het pad van rechtschapenheid samen dat heiligen moeten volgen om hun roeping en verkiezing vast te maken en zei vervolgens (verwijzend naar zijn ervaring op de berg van verheerlijking met Jakobus en Johannes) dat die drie het vaste en zekere woord van profetie ontvangen hadden (2 Petrus 1).’ (Mormon Doctrine, 2e ed. [1966], 109.)

De profeet Joseph Smith heeft gezegd:

‘Als iemand in Christus gelooft, zich van zijn zonden bekeert, zich voor vergeving van zijn zonden laat dopen en (door handoplegging) de Heilige Geest ontvangt, die de eerste Trooster is, laat hij zich dan voor de Heer blijven verootmoedigen, hongeren en dorsten naar gerechtigheid, en volgens elk woord Gods leven, en de Heer zal spoedig tot hem zeggen: “Mijn zoon, u zult verhoogd worden.” Als de Heer hem grondig heeft beproefd en ziet dat Hij hem ondanks alles vastberaden zal blijven dienen, dan vindt die persoon zijn roeping en verkiezing bevestigd, dan krijgt hij het voorrecht om de andere Trooster te ontvangen. […]

‘Wie is die andere Trooster? Het is niemand minder dan de Heer Jezus Christus zelf; […] als iemand die laatste Trooster ontvangt, verschijnt Jezus Christus in hoogsteigen persoon aan hem.’ (In History of the Church, deel 3, 380–381.)

2 Petrus 1:20–21. ‘Heilige mensen van God’

Ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft over de voordelen van oude, ervaren leiders in de presiderende raden van de kerk gezegd:

‘De individuele en gezamenlijke wijsheid van de algemene autoriteiten heeft ook een aspect dat gerust zou moeten stellen. We hebben alles meegemaakt, inclusief de uitwerking van verschillende openbare wetten en regelingen, teleurstellingen, drama’s en sterfgevallen in onze families. Wij leven niet in een andere wereld dan jullie.

‘En ik wil ook opmerken dat geen enkel lid van de Twaalf een watje is. We hebben allemaal een sterke persoonlijkheid. Dus je kunt er van op aan dat we onze eensgezinde beslissingen na veel overleg, gebed en bedachtzame discussie nemen. […]

We zijn jong van hart en de Heer zegent ons om zijn werk op opmerkelijke manieren voort te stuwen.’ (‘Wees stil en weet dat ik God ben’ [CES-haardvuuravond, 4 mei 2014], broadcast.lds.org.)

Afdrukken