1 Johannes

Inleiding

Johannes moedigt de kerkleden aan om een goede band met de Vader en de Zoon te hebben. Hij legt uit hoe belangrijk het is om onze liefde voor Hem te tonen door de geboden van God te onderhouden. Johannes herinnert de leden van de kerk eraan dat ze anderen moeten liefhebben.

Lessuggesties

1 Johannes 1–5

Johannes legt uit hoe belangrijk het is om de geboden te onderhouden en elkaar lief te hebben

Deel de klas op in groepjes van twee. Zet het woord afval op het bord. Laat de cursisten in het kort aan hun partner uitleggen wat de afval betekent. Laat dan enkele cursisten naar voren komen en een definitie van de afval op het bord zetten. Uit de definitie moet naar voren komen dat de afval een afkeren van de waarheid is. (Zie Gids bij de Schriften, ‘Afval’, scriptures.lds.org).

Leg uit dat de apostel Johannes de eerste brief van Johannes schreef toen de kerk door afvalligheid bedreigd werd. In zijn brief waarschuwde Johannes de heiligen voor de antichrist (zie 1 Johannes 2:18–26; 4:3). Een antichrist is ‘iemand die, of iets wat, het ware heilsplan vervalst en openlijk of heimelijk Christus bestrijdt’, en het gezag en de leringen van zijn uitverkoren dienstknechten. (Gids bij de Schriften, ‘Antichrist’, scriptures.lds.org.) Sommige antichristen in de tijd van Johannes verkondigden dat Jezus Christus geen lichaam had toen Hij op aarde was, dat Hij alleen maar op een mens leek.

Laat een cursist 1 Johannes 1:1–4 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken waarvan Johannes getuigde om deze valse leer te weerleggen. Leg uit dat de woorden ‘het Woord des levens’ (vers 1) op Jezus Christus slaan.

Met welke woorden weerlegde Johannes de valse leer dat Jezus Christus geen stoffelijk lichaam had?
Waarom gaf Johannes volgens de verzen 3–4 zijn getuigenis van Jezus Christus aan de leden van de kerk? (Hij wilde dat de leden een goede band met de leiders van de kerk hadden, omdat die een goede band met onze hemelse Vader en Jezus Christus hadden. Hij wilde ook dat zij een volheid van vreugde hadden.)

Leg uit dat een goede band betekent dat we vertrouwen, verbondenheid en een gemeenschappelijk doel hebben. We kunnen een goede band met onze kerkleiders hebben als we hun leringen en raad aanvaarden en naleven.

Zet de volgende onvolledige uitspraak op het bord: Als we de leringen van de profeten en apostelen volgen, kunnen we …

Hoe zou je deze uitspraak aan de hand van 1 Johannes 1:3 afmaken om een beginsel te vormen? (Maak de uitspraak op het bord met de woorden van de cursisten af, zodat het volgende beginsel duidelijk wordt: Als we de leringen van de profeten en apostelen volgen, kunnen we een goede band met de Vader en de Zoon krijgen.)

Laat foto’s van de huidige president van de kerk en de andere profeten en apostelen zien.

In welke opzichten krijgen we een betere band met onze hemelse Vader en zijn Zoon Jezus Christus als we de leringen van de profeten en apostelen gehoorzamen?

Laat een cursist 1 Johannes 1:5–6 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat ons ervan kan weerhouden om een goede band met onze hemelse Vader te hebben.

Wat kan ons ervan weerhouden om een goede band met onze hemelse Vader te hebben?

Leg uit dat de duisternis die Johannes noemt, op geestelijke duisternis slaat.

Wat betekent het volgens jullie om in geestelijke duisternis te wandelen?

Laat de cursisten 1 Johannes 1:7–10; 2:1–6 bestuderen en waarheden opzoeken met behulp waarvan wij in het licht van het evangelie kunnen wandelen. Leg uit dat met het woord verzoening in 1 Johannes 2:2 een zoenoffer wordt bedoeld dat aan de gerechtigheid van God voldoet. Laat de cursisten deze verzen doorlezen, alleen of in groepjes.

Welke waarheden kun je in die verzen vinden? (U kunt de antwoorden van de cursisten op het bord zetten. Ze kunnen het volgende noemen: Jezus Christus heeft onze zonden op Zich genomen. Als we Gods geboden onderhouden, wordt onze liefde voor God vervolmaakt.)
Waarom wordt onze liefde voor God vervolmaakt, of volledig, als we zijn geboden onderhouden?
Hebben jullie weleens meer liefde voor God gevoeld toen je probeerde zijn geboden te onderhouden?

Lees de volgende beschrijvingen van twee mormoonse jongeren voor. Laat de cursisten op een gebod letten waarmee deze twee personen moeite hadden.

Een jongeman leest elke dag in de Schriften en vervult trouw zijn priesterschapstaken, maar hij is vaak onvriendelijk tegen zijn jongere broer.
Een jongevrouw komt elke zondag naar de kerk en heeft haar onderscheiding Voorbeeldige jongevrouw verdiend. Maar ze plaatst vaak grove opmerkingen over haar klasgenoten en leerkrachten op sociale media.

Met welk gebod hebben deze jonge mensen moeite?

Laat de cursisten over situaties nadenken waarin zij misschien moeite hebben om liefde voor anderen te tonen.

Vraag enkele cursisten beurtelings enkele verzen uit 1 Johannes 2:9–11; 4:7–11, 19–21 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Johannes over liefde zegt. U kunt de cursisten aanmoedigen om de leringen in deze verzen die hen aanspreken te markeren.

Welke leringen van Johannes over liefde spreken jullie aan? Waarom?
Welk beginsel kunnen we uit deze verzen leren over wat we zullen doen als we God liefhebben? (De cursisten kunnen verschillende woorden gebruiken, maar moeten een beginsel als het volgende beschrijven: als we God liefhebben, zullen we anderen liefhebben.)
Waarom zouden we anderen liefhebben als we God echt liefhebben?

Leg uit dat hoewel Johannes het woord haten in 1 Johannes 4:20 gebruikte, er ook veel andere manieren zijn waarop we onze liefde of vriendelijkheid voor anderen kunnen weerhouden. Laat de cursisten uitleggen wat volgens hen enkele van die manieren zijn.

Laat een cursist 1 Johannes 3:17–18 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe we onze liefde voor anderen moeten tonen. Vraag de cursisten naar hun bevindingen. De cursisten moeten ontdekken dat liefhebben niet alleen ‘met het woord’ moet plaatsvinden maar ook ‘met de daad’.

Waarom is het volgens jullie belangrijk dat we niet alleen in woord maar ook in daad onze liefde tonen?
Kennen jullie iemand die daar een goed voorbeeld van is? Wat doet deze persoon om zijn of haar liefde voor anderen te tonen?

Laat de cursisten zich afvragen aan wie ze meer liefde kunnen tonen. Laat ze de naam van die persoon op papier zetten, met daarbij een manier waarop ze liefdevoller en vriendelijker voor die persoon kunnen zijn. Leg uit dat ze hun liefde niet op overdreven wijze hoeven te tonen, en dat kleine, eenvoudige blijken van liefde en vriendelijkheid vaak het meest betekenen. Laat ze het papier mee naar huis nemen en in praktijk brengen wat ze hebben opgeschreven.

Leg uit dat als we door onze daden onze liefde tonen, we het voorbeeld van Jezus Christus volgen (zie 1 Johannes 2:6; 3:1–3). U kunt de les afsluiten met uw getuigenis van de waarheden die de cursisten bij hun studie van 1 Johannes hebben geleerd. Moedig de cursisten aan om die waarheden toe te passen.

Toelichting en achtergrondinformatie

1 Johannes 3:2. ‘Wij Hem gelijk zullen zijn’

Ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd dat het doel van het sterfelijk leven is om door de verzoening van Jezus Christus meer als God te worden:

‘In de theologie van de herstelde kerk van Jezus Christus is het doel van het sterfelijk leven ons voor te bereiden op het bereiken van onze bestemming als zoons en dochters van God — om te worden als Hij. […] In de Bijbel staat dat wij “kinderen van God” en “erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus” zijn (Romeinen 8:16–17). Er staat ook dat wij “met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden” (Romeinen 8:17) en dat “als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn” (1 Johannes 3:2). We nemen deze leringen in de Bijbel letterlijk. Wij geloven dat het doel van dit sterfelijk leven is om een stoffelijk lichaam te krijgen en, door de verzoening van Jezus Christus en door gehoorzaamheid aan de wetten en verordeningen van het evangelie, in aanmerking te komen voor de verheerlijkte, herrezen, celestiale staat die de verhoging of het eeuwig leven wordt genoemd.’ (‘Apostasy and Restoration’, Ensign, mei 1995, 86–87.)

1 Johannes 5:3. ‘Want dit is de liefde tot God’

Ouderling Joseph B. Wirthlin van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft over het verband tussen de liefde voor God en het onderhouden van zijn geboden gezegd:

‘Als wij de Heer liefhebben, is gehoorzaam zijn geen last meer. Dan wordt gehoorzaamheid een genot.’ (‘Het grote gebod’, Liahona, november 2007, 30.)