Bibliotheek
Les 16: Mattheüs 13:24–58


Les 16

Mattheüs 13:24–58

Inleiding

De Heiland sprak in gelijkenissen om te onderwijzen over het koninkrijk der hemelen, de herstelling en groei van zijn kerk in de laatste dagen, de vergadering van de rechtschapenen en de vernietiging van de goddelozen bij zijn wederkomst.

Lessuggesties

Mattheüs 13:24–30, 36–43

De Heiland vertelt de gelijkenis van het graan en het onkruid en legt de betekenis ervan uit.

Zet de volgende vragen op het bord vóór de les begint:

Heb je je weleens gefrustreerd of boos gevoeld omwille van het kwaad in de wereld?

Waarom haalt de Heer niet gewoon het kwade weg?

Waarom zou ik moeite doen om rechtschapen te leven als sommige mensen in mijn omgeving geen negatieve gevolgen van hun onrechtvaardige keuzes schijnen te ervaren?

Vraag de cursisten na te denken over de vragen en hun bevindingen aan de klas te vertellen. Laat de cursisten bij hun studie van Mattheüs 13:24–30, 36–43 letten op een waarheid die hen troost zal geven in hun streven rechtschapen te leven in een goddeloze wereld.

Afbeelding
graan, onkruid

Laat de afbeelding van graan en onkruid zien of maak een tekening op het bord. Als ze pas ontkiemen, zien graan en onkruid er hetzelfde uit, maar naarmate ze groeien, ziet men het verschil.

Leg uit dat de Heiland een gelijkenis over graan en onkruid vertelde. Laat enkele cursisten beurtelings een vers voorlezen uit Mattheüs 13:24–30 en een deel van de Bijbelvertaling van Joseph Smith, Mattheüs 13:29, waarin een gedeelte van vers 20 zo wordt vertaald: ‘Laat ze allebei samen tot de oogst opgroeien, en in de oogsttijd zal ik tegen de maaiers zeggen: Verzamel eerst de tarwe bijeen in mijn schuur; en bind het onkruid in bossen om het te verbranden’. Laat de klas meelezen en opletten wat er met het graan en het onkruid gebeurde.

  • Wat is er met het graan en het onkruid gebeurd? (Ze werden gezaaid [geplant] en konden samen groeien. Toen werd het graan bijeengebracht in de schuur en het onkruid werd in bundels gebonden en verbrand.)

  • Waarom zei de zaaier van het goede zaad volgens jou tegen zijn knechten dat ze het graan en het onkruid samen dienden te laten opgroeien tot de oogst? (Als ze het onkruid zouden uittrekken voor het graan en het onkruid volgroeid waren, zouden ze veel graan mee uittrekken.)

  • Werd volgens de Bijbelvertaling van Joseph Smith, Mattheüs 13:29 eerst het graan of eerst het onkruid bijeengebracht?

Leg uit dat de discipelen vervolgens aan de Heiland vroegen wat de gelijkenis van het graan en het onkruid betekende. Laat enkele cursisten beurtelings een vers uit Mattheüs 13:36–43 voorlezen. Laat de klas meelezen en opletten hoe de Heiland deze gelijkenis verduidelijkte.

  • Wie zaaide, of plantte, het goede zaad? (De Heiland)

  • Wie zaaide, of plantte, het onkruid? (De duivel)

  • Wat stellen het graan en het onkruid voor? (De rechtschapenen en de goddelozen. Leg uit dat de goddelozen die mensen zijn die ervoor kiezen zich niet te bekeren [ zie Leer en Verbonden 29:17].)

Leg uit ‘de oogst’ of ‘de voltooiing van deze wereld’ in vers 39 volgens de Bijbelvertaling van Joseph Smith verwijst naar de vernietiging van de goddelozen bij de wederkomst van de Heiland. De Bijbelvertaling van Joseph Smith verduidelijkt eveneens dat de Heer in de laatste dagen engelen en boodschappers zal sturen om de rechtvaardigen van de goddelozen te scheiden. (Zie Bijbelvertaling van Joseph Smith, Matt. 13:39–44 [in de Bible Dictionary van de Engelse LDS bijbelvertaling].)

  • Wat zal er volgens deze gelijkenis in de laatste dagen met de rechtvaardigen en de goddelozen gebeuren? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: De Heer zal in de laatste dagen de rechtschapenen vergaderen en de goddelozen bij zijn komst vernietigen. Schrijf deze waarheid op het bord in de bewoordingen van de cursisten.)

  • Hoe kan deze waarheid ons troost schenken in een slechte wereld? (De Heer zal uiteindelijk alle goddeloosheid van de aarde verwijderen en de getrouwen belonen.)

Leg uit dat wij dankzij onze keuzevrijheid zelf ervoor kiezen of wij met de rechtvaardigen zullen worden vergaderd of met de goddelozen zullen lijden.

  • Wat kunnen wij doen om door de Heer te worden vergaderd?

Om de cursisten te helpen begrijpen wat wij dienen te doen om door de Heer te worden vergaderd, laat u een cursist het volgende citaat van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:

Afbeelding
Ouderling David A. Bednar

‘De Heer vergadert zijn volk wanneer het Hem aanvaardt en zijn geboden bewaart. […]

De Heer vergadert zijn volk zodat ze kunnen aanbidden en de kerk opbouwen, om hen te beschermen en om hun raad en aanwijzingen te geven. […]

De profeet Joseph Smith heeft verklaard dat in elk tijdperk het goddelijke doel van de vergadering van Gods volk de bouw van tempels is geweest, waar zijn kinderen de hoogste verordeningen kunnen ontvangen en daardoor het eeuwige leven kunnen verkrijgen. (Zie Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith, [2007], 449–452)’ (‘The Spirit and Purposes of Gathering’, [Brigham Young University–Idaho devotional, 31 oktober 2006], byui.edu.)

  • Wat dienen wij volgens ouderling Bednar te doen om door te Heer te worden vergaderd?

  • Welke zegeningen heb je ontvangen door vergaderd te worden door de Heer?

Afbeelding
zendelingen: ouderlingen
Afbeelding
zendelingen: zusters
Afbeelding
Salt Laketempel (Utah)

Laat de platen Zendelingen: ouderlingen; Zendelingen: zusters; en de Salt Laketempel zien (Evangelieplatenboek [2009], nummers 109, 110, 119; zie ook LDS.org).

  • Hoe kunnen wij de Heiland ondersteunen bij het vergaderen van de kinderen van onze hemelse Vader?

  • Wat voor zegeningen heb je ontvangen toen je de Heer door zendingswerk of tempelwerk hielp met het vergaderen van de rechtvaardigen?

Verzeker de cursisten dat, hoewel wij allemaal fouten maken, de Heiland ons uitnodigt om ons te bekeren zodat wij met de rechtvaardigen kunnen worden vergaderd. Laat de andere cursisten overwegen wat zij kunnen doen om zichzelf, hun gezin en anderen bijeen te brengen bij de Heiland en zijn kerk. Moedig ze aan naar de indrukken die ze krijgen te handelen.

Mattheüs 13:31–35, 44–52

Jezus gebruikt gelijkenissen om over het koninkrijk van de hemel te onderwijzen.

Laat afbeeldingen van de volgende voorwerpen zien of teken ze op het bord: een mosterdzaadje, zuurdesem of gist (of brood — leg uit dat zuurdesem aan brooddeeg wordt toegevoegd om het te laten rijzen voor het wordt gebakken), een parel, een schatkistje en een net.

Afbeelding
mosterdzaad, gist, parel, schatkist, net

Leg uit dat al deze voorwerpen door de Heiland in gelijkenissen met het koninkrijk van de hemel werden vergeleken. Herinner de cursisten eraan dat het koninkrijk de kerk van de Heiland en het evangelie voorstelt. Zet de volgende tekstverwijzingen op het bord: Mattheüs 13:31–32; Mattheüs 13:33; Mattheüs 13:44; Mattheüs 13:45–46; Mattheüs 13:47–50. Verdeel de klas in kleine groepjes en wijs elk groepje een van de tekstverwijzingen op het bord toe. Laat elke groep de volgende opdrachten uitvoeren (u kunt hiervoor een uitreikblad maken):

  1. Lees samen de toegewezen verzen.

  2. Bespreek welk(e) voorwerp(en) de Heiland met zijn kerk en zijn evangelie vergeleek.

  3. Bespreek welke waarheid de Heiland volgens jou in deze gelijkenis over zijn kerk en zijn evangelie onderwees. Noteer deze waarheid in je aantekenschrift of Schriftendagboek.

Geef de cursisten voldoende tijd en laat dan een cursist die de gelijkenis van het zuurdesem had gekregen en een cursist die de gelijkenis van het mosterdzaadje had gekregen, hun gelijkenis voorlezen.

Laat een aantal cursisten de waarheden die ze hadden opgeschreven, voorlezen. (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: De herstelde kerk van Jezus Christus zal klein beginnen maar uitgroeien tot ze de hele aarde heeft gevuld. Zet die waarheid op het bord.)

Laat een cursist de volgende uitspraak voorlezen van president Joseph F. Smith, die de volgelingen van Jezus Christus vergeleek met zuurdesem:

Afbeelding
President Joseph F. Smith

‘Hoewel je zou kunnen zeggen, en in zekere zin is het waar, dat we maar met weinigen zijn in vergelijking met onze medemensen in de wereld, toch kunnen we vergeleken worden met het zuurdesem waarover de Heiland sprak, dat uiteindelijk de hele wereld zal laten rijzen [verheffen].’ (Gospel Doctrine 5e editie [1939], 74.)

  • Wat kunnen wij als heiligen der Laatste Dagen doen om de kerk van de Heiland te helpen groeien?

Laat een cursist die de gelijkenis van de schat die verborgen lag in de akker had gekregen, een cursist die de gelijkenis van de waardevolle parel had gekregen en een cursist die de gelijkenis van het sleepnet had gekregen, hun gelijkenis voorlezen. Laat een aantal cursisten de waarheden die ze hadden opgeschreven, voorlezen. (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: Omdat de zegeningen van het evangelie eeuwige waarde hebben, zijn ze elk offer waard. Schrijf deze waarheid op het bord in de bewoordingen van de cursisten.)

Om de cursisten dit beginsel te helpen begrijpen, schrijft u de volgende titels op het bord:

Zegeningen van het evangelie

Offers die zegeningen voortbrengen

Laat de cursisten enkele zegeningen van het evangelie opsommen (zoals kennis van de Schriften, leiding van levende profeten, heilsverordeningen en het eeuwig huwelijk). Laat de cursisten uitleggen welke offers er wellicht nodig zijn om elk van deze zegeningen te verkrijgen. Zet de antwoorden van de cursisten op het bord.

Laat de cursisten een van de zegeningen uitkiezen en uitleggen waarom deze zegening elk offer waard is.

  • Heb jij of heeft iemand die je kent weleens iets opgeofferd om een zegening van het evangelie te ontvangen?

Schrijf de volgende vragen op het bord en laat de cursisten ze in hun aantekenschrift of Schriftendagboek beantwoorden:

Welke zegening van het evangelie zou jij graag ontvangen?

Waarom verlang je daarnaar?

Wat zou je moeten opofferen om die zegening te verkrijgen?

Mattheüs 13:53–58

Jezus onderwijst in Nazareth en wordt door zijn eigen volk verworpen.

Vat Mattheüs 13:53–58 samen: de mensen in Nazareth verwierpen de Heiland en zijn leringen. Vanwege van hun ongeloof verrichtte de Heiland daar niet veel wonderen (zie ook Moroni 7:37).

Toelichting en achtergrondinformatie

Mattheüs 13. De vergadering van Israël

De profeet Joseph Smith heeft het onderwerp van Mattheüs 13 als volgt samengevat:

‘De woorden van de Heiland zoals ze in hoofdstuk 13 van het Evangelie volgens Mattheüs zijn opgetekend, […] bieden ons een even helder inzicht in het belangrijke onderwerp van de vergadering als eender waar in de bijbel.’ (In History of the Church deel 2, 364.)

Ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat we aan beide zijden van de sluier aan de vergadering van Israël kunnen meewerken:

‘Deze leer van vergadering is een van de belangrijke leringen van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. […] Niet alleen verkondigen we deze leer, we werken er ook aan mee. Dat doen we wanneer we de uitverkorenen des Heren aan beide kanten van de sluier vergaderen. […]

We houden stamboomlijsten bij, vullen gezinslijsten in en doen plaatsvervangend tempelwerk om mensen tot de Heer te brengen en in hun eigen familie.’ (‘De vergadering van het verstrooide Israël’, Liahona november 2006, 80–81.)

De volgende tabel legt uit hoe de gelijkenissen in Mattheüs 13 meer informatie geven over de vergadering van Israël en de groei van de kerk van de Heiland, vanaf de dagen van zijn aardse bediening tot aan zijn wederkomst.

Gelijkenis in Mattheüs 13

De vergadering

Zaaier (verzen 3–23)

Jezus Christus en zijn apostelen zaaiden in hun tijd de zaadjes van het evangelie.

Graan en onkruid (verzen 24–30, 36–43)

De rechtvaardigen en de goddelozen groeiden samen in nieuwtestamentische tijden, wat uiteindelijk leidde tot de grote afval. In de laatste dagen zullen de rechtvaardigen in de kerk worden vergaderd en de goddelozen zullen worden vernietigd.

Mosterdzaad (verzen 31–32)

De Kerk van Jezus Christus zal worden hersteld. Ze zal klein beginnen maar groeien, zich verbreiden en een grootse wereldwijde kerk worden.

Zuurdesem (vers 33)

De kerk van de laatste dagen zal zich over de hele aarde verspreiden, geholpen door het zuurdesem van het getuigenis van de drie getuigen en de Schrifturen van de laatste dagen.

Verborgen schat (vers 44) en parel van grote waarde (verzen 45–46)

De rechtschapenen zullen tot het koninkrijk van God vergaderd worden. Heiligen der Laatste Dagen zullen offers brengen en werken om Zion op te bouwen.

Net (verzen 47–50)

Allerlei soorten mensen zullen tot de kerk worden vergaderd. Bij de voleinding der wereld zullen de goddelozen worden uitgeworpen en vernietigd.

(Naar New Testament Student Manual [Church Educational System manual, 2014], 43–44.)

Mattheüs 13:31–32. De gelijkenis van het mosterdzaad en de gelijkenis van het zuurdesem.

De profeet Joseph Smith heeft deze gelijkenissen als volgt uitgelegd:

‘Het koninkrijk der hemelen is als een mosterdzaadje. […] [Mattheüs 13:31]. Hieruit blijkt duidelijk dat met het bovenstaande de kerk wordt bedoeld die in de laatste dagen zal worden opgericht. […]

Laten we het Boek van Mormon nemen, dat iemand in zijn akker begraaft en door zijn geloof in veilige bewaring geeft, om in de laatste dagen te bestemder tijd uit de grond te voorschijn te komen. En het wordt inderdaad als een van de minste zaden beschouwd. Maar zie hoe het uitspruit en uitgroeit tot een breedgetakte, majestueuze boom, totdat het, evenals het mosterdzaadje, groter dan de tuingewassen wordt. En het is de waarheid, uitgelopen en voortgesproten uit de aarde, en gerechtigheid begint uit de hemel neer te zien [zie Psalmen 85:11; Mozes 7:62], en God stuurt zijn machten, gaven en engelen om zich in haar takken te nestelen. […]

Het koninkrijk der hemelen is als zuurdesem. […] [Mattheüs 13:33.] Dit is uit te leggen als dat de kerk van de heiligen der laatste dagen haar groei te danken heeft aan een beetje zuurdesem dat in drie getuigen was gedaan. Ziet, hoezeer is dit als in de gelijkenis! Het doorzuurt snel de massa en zal spoedig alles doorzuren.’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 301, 302–303.)

Ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd hoe volgelingen van Jezus Christus met zuurdesem kunnen worden vergeleken:

‘We moeten in de wereld, maar niet van de wereld zijn. We moeten in de wereld zijn omdat Jezus ons in een gelijkenis leerde dat zijn koninkrijk ‘gelijk aan zuurdeeg’ is dat ervoor zorgt dat het geheel rijst door zijn invloed (zie Lukas 13:21; Mattheüs 13:33; zie ook 1 Korinthe 5:6–8). Zijn volgelingen kunnen dat niet doen als ze alleen met mensen van hetzelfde geloof en met dezelfde gebruiken omgaan.’ (‘Anderen liefhebben en omgaan met verschillen’, Liahona november 2014, 25.)

Afdrukken