Bibliotheek
Les 108: 1 Korinthe 11


Les 108

1 Korinthe 11

Inleiding

Paulus haalt geschillen betreffende godsdienstige gebruiken onder de Korinthische heiligen aan. Hij beklemtoont dat mannen en vrouwen een eeuwige en goddelijke rol hebben en in Gods plan voor elkaar van onmisbaar belang zijn. Hij leert de kerkleden ook de juiste voorbereiding voor deelname aan het avondmaal.

Lessuggesties

1 Korinthe 11:1–16

Paulus haalde geschillen betreffende godsdienstige gebruiken uit zijn tijd aan

Afbeelding
bruidspaar, de Laietempel (Hawaii)

Toon een afbeelding van een huwelijkspaar (zoals Een jong paar gaat naar de tempel, Evangelieplatenboek [2009], nummer 120; zie ook LDS.org). Lees de volgende uitspraken aangaande de meningen van sommigen over het huwelijk voor:

  1. ‘Een succesvolle carrière betekent alles voor mij. Ik wil mijn aandacht niet tussen mijn carrière en mijn huwelijk hoeven te verdelen.’

  2. ‘Ik wil geen langdurige relatie aangaan. Ik maak me zorgen dat ik een beslissing zou nemen waar ik later spijt van heb.’

  3. ‘Het huwelijk zou mij mijn vrijheid ontnemen. Ik zou niet meer kunnen doen wat ik wil.’

  4. ‘Ik weet dat het huwelijk de belangrijkste beslissing is die ik ooit zal nemen en ik kijk ernaar uit.’

Laat de cursisten zich afvragen wat zij van het huwelijk vinden. Vraag hen in 1 Korinthe 11:1–16 iets op te zoeken dat anderen en hen kan helpen om het belang van het huwelijk te begrijpen.

Laat een cursist 1 Korinthe 11:3 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Paulus over de taken van een echtgenoot heeft gezegd. U kunt eventueel uitleggen dat in dit vers het woord dat als ‘man’ is vertaald ook vertaald kan worden met ‘echtgenoot’ en het woord vertaald als ‘vrouw’ met ‘echtgenote’.

  • Wat is de rol van een echtgenoot? (Het kan nodig zijn om uit te leggen dat de zinsnede ‘de man is het hoofd van de vrouw’ betekent dat de echtgenoot de heilige verantwoordelijkheid heeft om te presideren in het gezin. Presideren betekent anderen in geestelijke en stoffelijke zaken rechtschapen leiding geven.)

  • Wie presideert en leidt de echtgenoot terwijl die zijn gezin presideert?

Vat 1 Korinthe 11:4–16 samen met de uitleg dat Paulus verschillende vragen besprak over gebruiken voor mannen en vrouwen bij het bidden of profeteren tijdens hun erediensten.

Maak de cursisten duidelijk dat sommige lezers van het Nieuwe Testament de leringen van Paulus verkeerd begrijpen en denken dat die willen zeggen dat de rol van de man belangrijker is dan de rol van de vrouw of dat de man superieur is aan, ofwel meer waard is dan, de vrouw. Lees het volgende citaat van ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen voor:

Afbeelding
Ouderling M. Russell Ballard

‘Mannen en vrouwen zijn gelijk in Gods ogen en in de ogen van de kerk, maar gelijk wil niet zeggen dat ze hetzelfde zijn. De taken en goddelijke gaven van man en vrouw zijn verschillend van aard, maar niet van belang of invloed. Onze kerkleer zegt dat vrouwen gelijk zijn aan en toch verschillen van mannen. God vindt niet een van beide seksen beter of belangrijker dan de andere.’ (‘Mannen en vrouwen in het werk van de Heer’, Liahona, april 2014, 48.)

Laat een cursist 1 Korinthe 11:11 voorlezen. Laat de andere cursisten daarbij letten op wat Paulus zegt over de relatie tussen man en vrouw.

  • Wat heeft Paulus gezegd over de relatie tussen man en vrouw?

Wijs op de zinsnede ‘in de Heere’. Leg uit dat deze zinsnede slaat op het plan van de Heer om ons te helpen op Hem te gaan lijken en het eeuwig leven te verkrijgen.

  • Welke leerstelling over man en vrouw in het plan van de Heer kunnen we uit dit vers leren? (Schrijf op het bord hoe de cursisten het volgende verwoorden: in het plan van de Heer kunnen man en vrouw niet zonder elkaar het eeuwig leven verkrijgen. [Zie LV 131:1–4].)

Om de cursisten bovenstaande waarheid duidelijk te maken, houdt u een schaar omhoog en begint u een stuk papier te verknippen. Laat de cursisten zich voorstellen dat de twee helften van de schaar van elkaar zijn losgemaakt.

  • Hoe goed zou iemand een stuk papier kunnen verknippen met alleen de helft van de schaar? In welk opzicht zijn de benen van een schaar als een echtpaar dat samenwerkt?

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:

Afbeelding
Ouderling David A. Bednar

‘In het goddelijke plan ligt besloten dat de man en de vrouw samen naar hun volmaakte en volle heerlijkheid toewerken. Daar zij zowel in constitutie als in aanleg onderling verschillen, brengen man en vrouw beide unieke gezichtspunten en ervaringen mee in de huwelijksrelatie. Hun unieke, maar gelijkwaardige bijdragen creëren een verbondenheid en eenheid die op geen enkele andere wijze tot stand kan komen. De man vervolledigt en vervolmaakt de vrouw, en de vrouw vervolledigt en vervolmaakt de man, omdat zij van elkaar leren en elkaar sterken en tot zegen zijn.’ (‘Het huwelijk is onmisbaar voor zijn eeuwige plan’, Liahona, juni 2006, 51–52.)

  • Hoe vullen de verschillende eigenschappen en gezinstaken van man en vrouw elkaar aan?

Herinner de cursisten aan de verschillende houdingen tegenover het huwelijk die ze aan het begin van de les gelezen hebben. Laat enkele cursisten hun gedachten over het belang van het huwelijk in het plan van de Heer bespreken en hun getuigenis hiervan geven. U kunt ook zelf getuigen.

1 Korinthe 11:17–34

Paulus leert de Korinthische heiligen om niet lichtzinnig met het avondmaal om te gaan

Schrijf de volgende zinsneden op het bord: echt een geestelijke belevenis, een vernieuwing van de ziel, het hoogtepunt van mijn sabbat.

Vraag de cursisten na te denken over de laatste keer dat ze aan het avondmaal hebben deelgenomen en of ze een van de zinsneden op het bord zouden gebruiken om hun ervaring te beschrijven. Laat de cursisten naar waarheden zoeken terwijl ze 1 Korinthe 11:17–34 bestuderen die ertoe bijdragen dat deelnemen aan het avondmaal een geestelijkere en betekenisvollere ervaring wordt.

Leg uit dat de kerkleden in de tijd van Paulus een gebruik hadden dat deed denken aan het laatste avondmaal. Zij nuttigden samen een maaltijd en namen dan deel aan het avondmaal. Vat 1 Korinthe 11:17–22 samen met de uitleg dat Paulus een verslag vermeldde dat hij had ontvangen. Daarin stond dat wanneer de Korinthische heiligen zich vergaderden om aan het avondmaal deel te nemen, er twist of verdeeldheid onder hen was. Paulus verweet de heiligen dat zij deze vergaderingen in gewone maaltijden veranderden in plaats van de heiligheid van het avondmaalsverbond te bewaren.

Laat een cursist 1 Korinthe 11:23–26 voorlezen. Vraag de klas wat Paulus wilde dat de kerkleden over het avondmaal in gedachten zouden houden. U wilt eventueel uitleggen dat het woord verkondig in vers 26 betekent bekendmaken, aankondigen of ervan getuigen.

Laat de plaat Het laatste avondmaal zien (Evangelieplatenboek [2009], nummer 54; zie ook LDS.org).

Afbeelding
Het laatste avondmaal
  • Wat heeft de Heiland volgens Paulus aan zijn discipelen geleerd dat zij zich dienden te herinneren als zij aan het avondmaal deelnamen?

  • Wat kunnen de kerkleden die zich aan twisten schuldig maakten eraan hebben gehad om het lichaam en bloed van de Heiland indachtig te zijn als zij aan het avondmaal deelnamen?

Laat een cursist 1 Korinthe 11:27–30 voorlezen. Laat de klas meelezen en letten op de waarschuwing die Paulus over het avondmaal aan de Korinthische heiligen gaf.

  • Waar waarschuwde Paulus volgens verzen 27 en 29 de Korinthische heiligen voor?

  • Wat gebeurt er volgens deze verzen als we onwaardig aan het avondmaal deelnemen? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: wie onwaardig aan het avondmaal deelneemt, roept een oordeel over zich af.)

Leg uit dat we ‘niet volmaakt hoeven te zijn om aan het avondmaal deel te nemen, maar we moeten wel een nederige en bekeerlijke houding hebben.’ (Trouw aan het geloof: evangeliewijzer [2004], 11.) Als we aan het avondmaal deelnemen terwijl we in ernstige zonde of met een onbekeerlijk hart leven, zonder enig verlangen om de Heiland indachtig te zijn en te volgen, nemen we onwaardig aan het avondmaal deel. Moedig de cursisten aan om tot hun hemelse Vader te bidden en met hun bisschop te praten (zie 3 Nephi 18:26–29) als zij vragen hebben over hun waardigheid om aan het avondmaal deel te nemen.

  • Waarom denk je dat onwaardig aan het avondmaal deelnemen een oordeel over onze ziel afroept?

  • Welke raad gaf Paulus in 1 Korinthe 11:28 aan de kerkleden? (Schrijf het volgende met de woorden van de cursisten op het bord: we dienen ons leven onder de loep te nemen als we aan het avondmaal deelnemen.)

Wijs erop dat het doel van ons leven onder de loep nemen niet alleen is om na te denken of we al dan niet waardig zijn om aan het avondmaal deel te nemen, maar ook om te bedenken hoe goed we ernaar streven onze verbonden met de Heer na te leven en hoe we ernaar kunnen streven ons te bekeren en te verbeteren.

Laat een cursist de volgende uitspraak van president Howard W. Hunter voorlezen:

Afbeelding
President Howard W. Hunter

‘Ik vroeg me af: zet ik God op de eerste plaats en onderhoud ik al zijn geboden? Vervolgens dacht ik daarover na en begreep ik het. Een verbond met de Heer sluiten om zijn geboden altijd te onderhouden, is een ernstige zaak, en dat verbond hernieuwen door aan het avondmaal deel te nemen, is even ernstig. De eerbiedige momenten van overpeinzing tijdens het ronddienen van het avondmaal zijn van groot belang. Het zijn momenten van zelfonderzoek, introspectie en zelfbegrip — een tijd om na te denken en zich zaken voor te nemen.’ (‘Thoughts on the Sacrament’, Ensign, mei 1977, 25.)

Laat de cursisten nadenken hoe zij de waarheid kunnen toepassen die ze in 1 Korinthe 11:28 gevonden hebben door hen vragen te laten bedenken om over na te denken als zij aan het avondmaal deelnemen. Zij kunnen zich bijvoorbeeld afvragen: ‘Hoe kan ik een betere volgeling van Jezus Christus worden?’ Laat de cursisten andere vragen noemen die ze zichzelf kunnen stellen. U kunt ook enkele vragen voorstellen. Laat de cursisten in hun aantekenschrift of Schriftendagboek vragen noteren die ze zichzelf tijdens het avondmaal kunnen stellen als ze hun waardigheid onderzoeken.

Getuig dat als de cursisten hun waardigheid onderzoeken vóór en tijdens het avondmaal, de Heer hen kan laten weten hoe zij beter hun verbonden kunnen naleven en in aanmerking komen voor de zegeningen die Hij hun wil geven. Deze zegeningen zijn onder meer: van hun zonden gereinigd worden en meer kracht van de Heilige Geest ontvangen. Laat de cursisten een doel stellen om zich beter voor te bereiden op de volgende keer dat ze aan het avondmaal deelnemen.

Vat 1 Korinthe 11:33–34 samen met de uitleg dat Paulus bijkomende instructies aan de Korinthische heiligen gaf over de maaltijd die zij voor de bediening van het avondmaal nuttigden.

Besluit de les door van de gevonden waarheden in 1 Korinthe 11 te getuigen.

Toelichting en achtergrondinformatie

1 Korinthe 11:11. ‘Evenwel is de man niet zonder de vrouw, en de vrouw niet zonder de man, in de Heere.’

Ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft erop gewezen dat man en vrouw gelijkwaardige maar verschillende rollen hebben:

‘In het grootse, door het priesterschap geautoriseerde, plan van onze hemelse Vader, hebben mannen de unieke taak om het priesterschap te bedienen, maar zij zijn niet het priesterschap. Mannen en vrouwen hebben verschillende maar even belangrijke taken. Zoals een vrouw geen kind kan krijgen zonder een man, kan een man zonder een vrouw niet volledig de macht van het priesterschap uitvoeren voor het stichten van een eeuwig gezin. […] In het eeuwig perspectief delen man en vrouw zowel in de scheppingsmacht als in de priesterschapsmacht.’ (‘Dit is mijn werk en mijn heerlijkheid’, Liahona, mei 2013, 19.)

Afbeelding
Het gezin

In ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’ worden de taken uiteengezet die God aan echtgenoten en echtgenotes heeft gegeven:

‘Volgens het goddelijk plan behoort de vader zijn gezin met liefde en in rechtschapenheid te presideren. De taak van de moeder is op de eerste plaats de zorg voor de kinderen. Vader en moeder hebben de plicht om elkaar als gelijkwaardige partners met deze heilige taken te helpen.’ (‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, De Ster, januari 1996, 93.)

President Howard W. Hunter onderwees een belangrijke les over de gedeelde verantwoordelijkheid van mannen en vrouwen bij de besturing van het gezin:

‘Een priesterschapsdrager aanvaardt zijn vrouw als zijn vennoot in de leiding van het huisgezin en geeft haar alle informatie en volledige medezeggenschap in alle beslissingen aangaande het gezin. Er dient zowel in de kerk als in het gezin een presiderende functionaris te zijn (zie LV 107:21). God heeft de taak om in het gezin te presideren aan de priesterschapsdrager toevertrouwd (zie Mozes 4:22). Het was Gods bedoeling dat de vrouw een hulpe voor haar man zou zijn, met andere woorden, een gezellin die gelijkwaardig en noodzakelijk is voor een volwaardig deelgenootschap. Om in rechtschapenheid te kunnen presideren, is er een gedeelde verantwoordelijkheid tussen man en vrouw nodig. Samen handelt u met kennis en deelname in alle gezinsaangelegenheden. Als een man in het gezin onafhankelijk van zijn vrouw handelt of geen rekening met haar gevoelens houdt, oefent hij onrechtvaardige heerschappij uit.’ (‘Being a Righteous Husband and Father’, Ensign, november 1994, 50–51.)

1 Korinthe 11:27–29. Wat houdt het in om onwaardig van het avondmaal te nemen?

President Spencer W. Kimball heeft gezegd: ‘Als we de geboden niet naleven, als we overtredingen begaan, als we boos, haatdragend en bitter zijn, moeten we ons ernstig afvragen of we wel aan het avondmaal kunnen deelnemen.’ (The Teachings of Spencer W. Kimball, red. Edward L. Kimball [1982], 225.)

Ouderling John H. Groberg heeft uitgelegd dat onze houding een belangrijk onderdeel is van onze waardigheid om aan het avondmaal deel te nemen:

‘Als wij het verlangen hebben om beter te worden (ofwel ons te bekeren) en ons door de priesterschapsleiders geen disciplinaire maatregel is opgelegd, zijn wij het naar mijn mening waardig om aan het avondmaal deel te nemen. Als wij echter niet verlangen naar verbetering, als we niet van plan zijn gehoor te geven aan de leiding van de Geest, moeten wij ons afvragen: zijn wij het waardig om aan het avondmaal deel te nemen, of maken wij het avondmaal, dat bedoeld is om ons tot bekering en vooruitgang aan te zetten, tot een karikatuur? Als wij de Heiland en alles wat Hij voor ons heeft gedaan en nog zal doen indachtig zijn, zullen we een beter leven gaan leiden en daardoor dichter tot Hem komen. Wij blijven dan op het pad naar het eeuwige leven.

Als wij echter weigeren om ons te bekeren en te verbeteren, als we Hem niet indachtig zijn en zijn geboden niet onderhouden, dan brengen we onze vooruitgang tot stilstand, wat verdoemenis van onze ziel betekent.’ (‘The Beauty and Importance of the Sacrament’, Ensign, mei 1989, 38.)

1 Korinthe 11:27–32. Het avondmaal mag nooit lichtvaardig worden opgevat

Het avondmaal is een heilige verordening die nooit lichtvaardig mag worden opgevat. Ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘De verordening van het avondmaal maakt van de avondmaalsdienst de heiligste en belangrijkste bijeenkomst in de kerk.’ (‘De avondmaalsdienst en het avondmaal’, Liahona, november 2008, 17–18.)

President Russell M. Nelson van het Quorum van de Twaalf Apostelen heeft verklaard dat het avondmaal ‘het hoogtepunt van onze sabbatheiliging’ is. (‘Worshiping at Sacrament Meeting’, Ensign, augustus 2004, 26.)

Ouderling Melvin J. Ballard van het Quorum van de Twaalf Apostelen heeft onderwezen dat geregeld aan het avondmaal deelnemen ons geestelijke veiligheid geeft:

‘We willen dat alle heiligen der laatste dagen naar de avondmaalstafel komen omdat ze daar aan zelfonderzoek en zelfinspectie kunnen doen. Ze kunnen hun koers aanpassen en hun leven op orde brengen, overeenkomstig de leringen van de kerk en hun broeders en zusters. Daar worden we onze eigen rechter. […]

Het enige dat voor de veiligheid van iedere man en vrouw zou zorgen, is elke sabbatdag aan de avondmaalstafel verschijnen. We zouden in een week niet ver afdwalen — niet zo ver dat we, door het proces van zelfonderzoek, onze fouten niet konden rechtzetten. […] Het pad naar de avondmaalstafel is het veilige pad voor de heiligen der laatste dagen.’ (Bryant S. Hinckley, Sermons and Missionary Services of Melvin Joseph Ballard [1949], 150–151.)

Afdrukken