Door deze les gaan de cursisten begrijpen hoe ze de Heilige Geest kunnen uitnodigen om hun meer over Jezus Christus te leren. Bovendien komen ze te weten dat Jezus Christus een herrezen persoon van vlees en beenderen is.
De herrezen Heer spreekt met twee discipelen op de weg naar Emmaüs
Vraag de cursisten te bedenken of ze weleens getwijfeld hebben aan de waarheid van een evangeliebeginsel.
Leg uit dat we in Lukas 24:13 lezen dat twee discipelen Jeruzalem verlieten op de dag waarop een groep vrouwen Jezus lege graf vond. Ze reisden ongeveer 10–12 kilometer ‘naar een dorp […] waarvan de naam Emmaüs was’. Door hun ervaring op de weg naar Emmaüs te bestuderen, komen we te weten hoe we ons getuigenis van Jezus Christus en zijn evangelie kunnen sterken.
Vraag een cursist om Lukas 24:14–17 voor te lezen. Laat de klas meelezen en letten op wie de twee discipelen onderweg vervoegde.
Wie voegde zich op de weg naar Emmaüs bij de discipelen?
Waarom herkenden de discipelen Jezus niet? (Leg uit dat het woord gesloten in Lukas 24:16 betekent dat hun zicht weerhouden of versluierd werd.)
Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Lukas 24:17–33 voor te lezen. Laat de klas meelezen en vaststellen wat de discipelen onderweg van Jezus leerden zonder Hem te herkennen.
Waarin onderwees Jezus de discipelen?
Wat gebruikte Hij om ze iets over Zichzelf te leren? (De Schriften.)
Wat betekent het in vers 32 dat het hart van de discipelen in hen brandde? (De Heilige Geest getuigde dat de leerstellingen over Jezus in de Schriften waar zijn.)
Laat de cursisten bedenken wat de discipelen leerden doordat Jezus de Schriften gebruikte in plaats van Zich gewoonweg bekend te maken. U kunt enkele cursisten naar hun gedachten vragen.
Welk beginsel leren we uit deze verzen over het gevolg van onze persoonlijke Schriftstudie? (Laat de cursisten antwoorden en zet dit beginsel op het bord: Als we de Schriften bestuderen, nodigen we de Heilige Geest uit om ons over Jezus Christus te leren.)
Wat kunnen we naast een brandend gevoel in ons hart nog meer ervaren als de Heilige Geest van Jezus Christus getuigt?
Laat de cursisten een Schrifttekst opzoeken die hen geholpen heeft om de Heilige Geest te voelen die hun iets over Jezus Christus leerde. Vraag ze hun Schrifttekst voor te lezen en te vertellen over hun gevoelens. U kunt er zelf ook een voorlezen.
Herinner de cursisten eraan dat hoewel het belangrijk is om het Nieuwe Testament te leren om een seminariediploma te behalen, het nog belangrijker is om de Schriften zo te bestuderen dat ze de Heilige Geest kunnen voelen die hun getuigenis van de Heiland versterkt.
Geef de cursisten indien mogelijk een boekenlegger met de volgende uitspraak van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen. Of laat de cursisten de uitspraak op een blaadje of kaartje schrijven dat ze als boekenlegger kunnen gebruiken. (In de onlineversie van deze les vindt u een pdf met meerdere boekenleggers die u kunt afdrukken.)
Nieuwe Testament — boek voor de seminarieleerkracht — thuisseminarieles (Unit 12)
Afbeelding
Ouderling D. Todd Christofferson
‘Het hoofddoel van alle Schriftuur is om onze ziel met geloof in God de Vader en in zijn Zoon Jezus Christus te vullen. […]
‘Geloof krijgt men doordat de Heilige Geest tot onze ziel getuigt, van Geest tot geest, wanneer we het woord van God horen of lezen. En geloof zal rijpen als we ons blijven vergasten aan het woord. […]
‘Bestudeer de Schriften zorgvuldig, weloverwogen. Denk na en bid over de Schriften. De Schriften zijn openbaring en zij zullen meer openbaring tot gevolg hebben.’ (D. Todd Christofferson, ‘De zegen van Schriftuur’, Liahona, mei 2010, 34–35.)
Laat een cursist de uitspraak van ouderling Christofferson voorlezen. Laat de klas meelezen en letten op manieren waarop ze hun persoonlijke Schriftstudie kunnen verbeteren.
Vraag de cursisten een doel te stellen hun Schriften zo te bestuderen dat ze de Heilige Geest uitnodigen om hun geloof en kennis van Jezus Christus te bevorderen. U kunt ze voorstellen om dat doel op de achterzijde van de boekenlegger te zetten, zodat ze er tijdens hun Schriftstudie aan denken.
Jezus verschijnt aan zijn discipelen en toont hun zijn herrezen lichaam
Leg uit dat de discipelen die op de weg naar Emmaüs bij Jezus waren onmiddellijk naar Jeruzalem terugkeerden en de apostelen en andere discipelen over hun ervaring vertelden (zie Lukas 24:33–35).
Laat de klas samen de kerntekst Lukas 24:36–39 voorlezen en vaststellen wat er gebeurde toen de discipelen de andere discipelen over hun ervaring vertelden.
Wat gebeurde er toen de discipelen over hun ervaring vertelden?
Laat de plaat Jezus toont zijn wonden zien. (Evangelieplatenboek [2009], nr. 60; zie ook LDS.org.)
Wat vroeg Jezus zijn apostelen te doen om hen te laten inzien dat Hij niet slechts een geest was, maar een lichaam had?
Welke leerstelling kunnen we uit deze verzen halen? (De cursisten kunnen verschillende leerstellingen aanbrengen, maar beklemtoon zeker deze: Jezus Christus is een herrezen persoon met een lichaam van vlees en beenderen. Zet deze leerstelling op het bord; zie ook LV 130:22.)
Laat enkele cursisten getuigen van de opstanding van de Heiland en vraag hun uit te leggen waarom die leer voor hen belangrijk is. Of u kunt hun uitnodigen te vertellen wat ze voor opdracht 3 in de les Unit 12: Dag 3 in hun Schriftendagboek genoteerd hebben. Getuig tot slot van de opstanding van Jezus Christus.
Leg uit dat de cursisten bij hun studie van Johannes 2–6 antwoord op deze vragen zullen krijgen: wat was het eerste wonder dat Jezus in het openbaar verrichte? Hoe hielp dat zijn moeder? Waarom reinigde Hij de tempel? Wie vertelde Jezus eerst dat Hij de Messias is? Wat openbaarde Hij aan deze vrouw over haar leven dat alleen Hij kon weten? Waarom noemde Hij Zichzelf het levende water en het brood des levens? De cursisten zullen ook lezen dat Jezus Christus in heerlijkheid en macht diende.