Bibliotheek
Les 99: Romeinen 1–3


Les 99

Romeinen 1–3

Inleiding

Paulus schrijft een brief aan de heiligen in Rome, waarin hij verkondigt dat het evangelie van Jezus Christus de kracht van God tot zaligheid is. Hij verduidelijkt dat niemand door zijn eigen werken kan worden gered; iemand moet gered worden door de genade van Jezus Christus, beschikbaar gemaakt door zijn verzoening.

Lessuggesties

Romeinen 1:1–17

Paulus verkondigt dat het evangelie van Jezus Christus de kracht van God tot zaligheid is

Lees het volgende citaat van ouderling Larry Echo Hawk van de Zeventig voor. Leg uit dat ouderling Echo Hawk als jonge man zich had aangemeld bij het Amerikaanse marinierskorps.

Afbeelding
Ouderling Larry Echo Hawk

‘Mijn nieuwe drilsergeant, een taaie, door de oorlog geharde veteraan, trapte de deur open en kwam de barak binnen, uitspraken gelardeerd met grofheden schreeuwend.

Na die afschrikwekkende introductie ging hij de rij met rekruten af en stelde ze allemaal een paar vragen. De drilsergeant vond zonder uitzondering bij elke rekruut wel iets dat hij met vulgaire taal hardop belachelijk kon maken. Elke marinier in de rij schreeuwde zijn antwoord zoals bevolen terug: “Ja, sergeant!” of “Nee, sergeant!” […] Toen ik aan de beurt was, merkte ik dat hij mijn plunjezak pakte en de inhoud ervan op de matras achter mij leeggooide. Hij bekeek mijn spullen en ging weer voor me staan. Ik zette me schrap voor zijn aanval. Hij hield mijn boek-van-mormon vast.’ (‘Kom tot Mij, o gij huis Israëls’, Liahona, november 2012, 32.)

  • Hoe zou je je voelen als je in de schoenen van ouderling Echo Hawk stond?

  • Wat denk je dat de drilsergeant van plan was?

  • Ben je al eens in een situatie geweest waarin je bezorgd was dat iemand je geloof ging bespotten? (Nodig desgewenst enkele cursisten uit om de klas over hun ervaringen te vertellen.)

Laat de cursisten bij het bestuderen van Romeinen 1 opzoeken wat hen kan helpen als ze worden bespot of vervolgd vanwege hun geloofsovertuiging of hun normen.

Leid het boek Romeinen kort in door een cursist te vragen de volgende alinea voor te lezen:

Paulus heeft aan het einde van zijn zendingsreizen een brief aan de heiligen in Rome geschreven: het boek Romeinen. Hij schreef de Romeinse heiligen om zich op zijn komst voor te bereiden, zijn leringen te verhelderen en verdedigen, en om eenheid te bevorderen tussen de joodse en de niet-joodse kerkleden. Rome — de hoofdstad van het Romeinse rijk — was vergeven van de wereldse filosofieën en moet een moeilijke plaats zijn geweest om het evangelie van Jezus Christus te prediken.

Vat Romeinen 1:1–14 samen met de uitleg dat Paulus zijn brief begon met zijn getuigenis van Jezus Christus en zijn verlangen om de heiligen in Rome te bezoeken te uiten.

Laat een cursist Romeinen 1:15–17 voorlezen. Vraag de klas wat Paulus de Romeinse heiligen over het evangelie van Jezus Christus leerde.

  • Wat is het evangelie van Jezus Christus volgens Paulus? (Het antwoord van de cursisten dient in deze trant te zijn: het evangelie van Jezus Christus is de kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft. Zet deze waarheid op het bord. U kunt de cursisten in overweging geven om de woorden of zinsneden die hierover gaan in de Schriften te markeren.)

  • Waar kunnen we door het evangelie van Jezus Christus van verlost worden? (De lichamelijke en de geestelijke dood.)

  • Waarom moeten we geloof in Jezus Christus oefenen om door het evangelie de zegeningen van de verlossing te ontvangen? (Jezus Christus heeft de verzoening tot stand gebracht die onze verlossing mogelijk heeft gemaakt.)

Laat een cursist de volgende verklaring voorlezen van wat het inhoudt om in Jezus Christus te geloven en geloof in Hem te oefenen:

Zoals Paulus de term geloof gebruikt, betekent dit niet alleen een mentale instemming dat Jezus Christus de Zoon van God is, maar een totale aanvaarding van Hem, en vertrouwen in Hem, als de Enige die Zich ter verzoening voor onze zonden opofferde. Dit sterke vertrouwen leidt tot een leven van getrouwheid, wat blijkt uit een bekering van zonden, zich laten dopen, en proberen te leven zoals Jezus ons heeft geleerd (zie Handelingen 16:30–33; Romeinen 6:1–11; 1 Korinthe 6:9–11). ‘Geloof in Jezus Christus […] komt tot uiting in [een leven van] gehoorzaamheid aan de wetten en verordeningen van het evangelie en in dienstbetoon aan Christus.’ (Gids bij de Schriften, ‘Heil’, scriptures.lds.org.)

  • Omdat Paulus wist dat het evangelie van Jezus Christus de macht van God tot verlossing van allen die geloven is, wat vond hij ervan om het te prediken? (Hij schaamde zich niet [zie Romeinen 1:16].)

  • Hoe kan een getuigenis van de kracht van het evangelie je verlangen beïnvloeden om het evangelie te verkondigen? (Zet na de antwoorden van de cursisten het volgende beginsel op het bord: als we een getuigenis verkrijgen dat het evangelie van Jezus Christus de macht heeft ons te verlossen, schamen we ons niet om met anderen over het evangelie te praten.)

  • Wat hebt u aan dit beginsel als u om uw geloof vervolgd of bespot wordt?

Laat een cursist het vervolg van het verhaal van ouderling Echo Hawk voorlezen en laat de klas opletten wat voor antwoord hij de drilsergeant gaf.

Afbeelding
Ouderling Larry Echo Hawk

’Ik had verwacht dat hij tegen me zou schreeuwen. In plaats daarvan ging hij dichter bij me staan en fluisterde: ‘Ben je mormoon?’

Zoals bevolen schreeuwde ik: “Ja, sergeant!”

Ik ging weer van het ergste uit. Hij zei echter even niets, hield het Boek van Mormon omhoog en vroeg zachtjes: ‘Geloof jij in dit boek?’

Weer schreeuwde ik: “Ja, sergeant!”’ (‘Kom tot Mij, o gij huis Israëls’, 32.)

  • Hoe is de reactie van ouderling Echo Hawk een goed voorbeeld van het beginsel dat in Romeinen 1:16 onderwezen wordt?

Vertel dat de drilsergeant ouderling Echo Hawk niet bespotte, maar het boek-van-mormon voorzichtig teruglegde en met de overige rekruten verderging. Lees de rest van het citaat van ouderling Echo Hawk voor:

Afbeelding
Ouderling Larry Echo Hawk

‘Ik heb me vaak afgevraagd waarom die grove sergeant van de mariniers me die dag spaarde. Maar ik ben blij dat ik zonder twijfel kon zeggen: “Ja, ik ben lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen” en: “Ja, ik weet dat het Boek van Mormon waar is.” Ik heb dat getuigenis als waardevol geschenk door de Heilige Geest […] ontvangen.’ (‘Kom tot Mij, o gij huis Israëls’, 32.)

  • Wanneer hebt u (of iemand die u kent) getoond dat u zich niet schaamde om het evangelie van Jezus Christus te verkondigen?

Laat de cursisten bedenken hoe sterk hun getuigenis van het evangelie van Jezus Christus is en wat zij kunnen doen om dat getuigenis te versterken. Moedig hen aan dit als doel te stellen.

Romeinen 1:18–3:23

Paulus leert ons dat alle mensen zondigen en daardoor niet voor de heerlijkheid van God in aanmerking komen

Leg uit dat sommige niet-joodse christenen in de tijd van Paulus probeerden immoreel of zondig gedrag goed te praten door de genade van God te beklemtonen en zijn volmaakte gerechtigheid te negeren. Ook geloofden sommige joodse christenen dat gehoorzaamheid aan de wet van Mozes een vereiste voor hun verlossing was. Paulus probeerde deze beide misvattingen recht te zetten.

Laat enkele cursisten beurtelings een vers uit Romeinen 1:18–32 voorlezen. Laat de klas meelezen en vraag ze van welke zonden Paulus zei dat ze in zijn tijd heersten. U kunt de cursisten helpen met het definiëren van woorden en zinsneden uit de verzen 18–32 om waarschuwingen van Paulus aan de Romeinse heiligen te verduidelijken. U kunt de volgende vraag stellen:

  • Wat betekent ‘het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper’ in vers 25?

Wijs erop dat we uit Romeinen 1:18–32 leren dat profeten en apostelen ons leren welke gedragingen en houdingen voor God niet aanvaardbaar zijn.

Leg uit dat de zinsneden ‘de natuurlijke omgang vervangen door de tegennatuurlijke’ in vers 26 en ‘de natuurlijke omgang met de vrouw opgegeven’ in vers 27 slaat op homoseksueel gedrag. U kunt eventueel verklaren dat de Heer vanaf het begin, inbreuken op de wet van kuisheid heeft veroordeeld, ook homoseksueel gedrag, en dat dit in de Schriften consequent herhaald is.

Noot: het onderwerp van aantrekking tot hetzelfde geslacht vereist uiterste fijngevoeligheid. Zorg ervoor dat u dit onderwerp in uw klas vriendelijk, hoffelijk en vol mededogen bespreekt.

Lees de volgende uitspraken voor om de cursisten duidelijk te maken wat het standpunt van de kerk inzake homoseksueel gedrag is:

‘Homoseksueel en lesbisch gedrag is een ernstige zonde. Als je je tot iemand van je eigen geslacht aangetrokken voelt, of als er op je wordt ingepraat om deel te nemen aan ongepast gedrag, praat dan met je ouders en je bisschop. Zij zullen je helpen.’ (Voor de kracht van de jeugd [boekje, 2011], 36.)

‘Het leerstellige standpunt van de kerk is duidelijk: alleen een man en vrouw die met elkaar gehuwd zijn, dienen seksuele omgang met elkaar te hebben. Dat mag echter nooit een rechtvaardiging voor onvriendelijkheid zijn. Wij volgen Jezus Christus, en Hij was erg duidelijk in zijn veroordeling van seksuele overtredingen, maar Hij was nooit wreed. Hij wilde de persoon altijd opbouwen, nooit neerhalen. […]

Wat aantrekking tot hetzelfde geslacht betreft, maakt de kerk onderscheid tussen gevoelens en gedrag. Hoewel we erbij blijven dat gevoelens en neigingen om zich aangetrokken te voelen tot mensen van hetzelfde geslacht op zich niet zondig zijn, is homoseksueel gedrag in strijd met het “leerstellige beginsel, dat is gebaseerd op de Schriften […] dat het huwelijk tussen man en vrouw van essentieel belang is voor Gods plan voor de eeuwige bestemming van zijn kinderen.”’ [“First Presidency Statement on Same-Gender Marriage,” mormonnewsroom.org]” (“Same-Sex Attraction,” Gospel Topics, lds.org/topics).

  • Waarom is het belangrijk om de leringen van de profeten en apostelen van de Heer aangaande homoseksueel gedrag te begrijpen?

  • Hoe kunnen we hen die zich aangetrokken voelen tot hetzelfde geslacht vriendelijk en mededogend behandelen en toch achter het standpunt van de kerk staan?

Vat Romeinen 2:1–3:8 samen met de uitleg dat Paulus leerde dat alle mensen naar hun werken worden geoordeeld en dat hij aantoonde dat de joodse onrechtvaardigheid kwam door de wet van Mozes uiterlijk maar niet innerlijk na te leven.

Laat een cursist Romeinen 3:9–12, 23 voorlezen en vraag de klas wie er volgens Paulus door zonde wordt beïnvloed.

  • Wie wordt er volgens Paulus door zonde beïnvloed? Welke gevolgen hebben onze zonden op ons? (Zet na de antwoorden van de cursisten de volgende waarheid op het bord: alle toerekeningsvatbare mensen zondigen en hebben de vergevensgezindheid van God nodig.)

  • Hoe kunnen wij hierdoor beter begrijpen waarom we Jezus Christus nodig hebben?

Romeinen 3:24–31

Alle mensen kunnen door getrouwe aanvaarding van Christus’ verzoening worden gerechtvaardigd

Leg uit dat Paulus in de overige verzen uit Romeinen 3 vermeldt hoe Jezus Christus ons probleem verhelpt — namelijk dat God geen zonde kan aanvaarden en dat alle toerekeningsvatbare mensen zondigen. Om deze verzen te begrijpen, dienen de cursisten de betekenis van de volgende woorden te begrijpen: rechtvaardiging (dus ‘kwijtschelding ontvangen van de straf voor zonden en zonder zonde worden verklaard.’ [Gids bij de Schriften, ‘Rechtvaardigen, rechtvaardiging’ scriptures.lds.org]), verzoening (zoenoffer en bron van barmhartigheid), en genade (‘goddelijke hulp of kracht gegeven dankzij de overvloedige barmhartigheid en liefde van Jezus Christus’ [zie de Gids bij de Schriften, ‘Genade’]). Zet de verklaringen van deze woorden eventueel vóór de les op het bord of geef elke cursist een uitreikblad met deze termen.

Laat een cursist Romeinen 3:24–26 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken hoe we het waardig kunnen worden om in de nabijheid van God te zijn.

  • Hoe worden we volgens Romeinen 3:24 gerechtvaardigd of waardig verklaard om in de nabijheid van God te zijn?

Wijs erop dat in de Bijbelvertaling van Joseph Smith van Romeinen 3:24 [‘En worden alleen gerechtvaardigd door zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus.’] de woorden om niet zijn veranderd in alleen. Leg uit dat ongeacht hoe goed we nu ook leven, we voor onszelf geen verlossing kunnen verdienen omdat, zoals Paulus leerde, wij allemaal zondigen en we daarom niet in aanmerking komen voor de verlossing (zie Romeinen 3:23). Het is alleen door de genade Gods — zijn goddelijke kracht en instaatstellende kracht — dat we gered worden (zie ook Moroni 10:32–33).

  • Wie rechtvaardigt God volgens vers 26 door genade? (Allen die in Jezus geloven.)

Herinner de cursisten eraan hoe Paulus de term geloof gebruikte zoals eerder in de les is besproken.

  • Welke beginsel staat er in deze verzen over de verzoening van Jezus Christus trouw aanvaarden? (De cursisten kunnen een beginsel zoals het volgende noemen: door getrouwe aanvaarding van de verzoening van Jezus Christus kunnen alle mensen gerechtvaardigd worden en het heil ontvangen.)

  • Hoe kunnen we onze getrouwe aanvaarding van de verzoening van de Heiland tonen?

Laat de cursisten denken over hun behoefte aan de Heiland Jezus Christus en wat ze kunnen doen om zijn verzoening trouwer te aanvaarden. Vraag ze hun gevoelens in hun aantekenschrift of Schriftendagboek op te schrijven. Laat de cursisten hun gevoelens en getuigenis met betrekking tot de Heiland verwoorden.

Vat Romeinen 3:27–30 samen met de uitleg dat Paulus nogmaals beklemtoont dat men door geloof in Jezus Christus wordt gerechtvaardigd en niet door de wet van Mozes te gehoorzamen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Romeinen 1:1. ‘Het evangelie van God’

Het evangelie van Jezus Christus is in feite het evangelie van God, namelijk het evangelie van God de Vader. Het werd ‘het evangelie van Jezus Christus’ genoemd omdat Christus de belangrijkste voorstander van het plan van onze Vader werd.

Romeinen 1:16. ‘Want ik schaam mij niet voor het evangelie van Christus’

Ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft opgemerkt dat een manier om te tonen dat wij ons niet schamen voor het evangelie is het te verkondigen:

‘We hebben allemaal vele kansen om ons geloof uit te dragen aan vrienden en buren, collega’s en kennissen. Ik hoop dat we die kansen te baat zullen nemen om onze liefde voor Hem uit te spreken, van zijn goddelijke zending te getuigen en van ons vaste voornemen Hem te dienen.

Als we dat allemaal doen, kunnen we, net als de apostel Paulus zeggen: “Ik schaam mij niet voor het evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft.”(Romeinen 1:16).’(‘Witnesses of Christ’, Ensign, november 1990, 32.)

Voor een voorbeeld van iemand die zich niet schaamt om het evangelie van Jezus Christus te verkondigen, leest u het verslag over het interview van ouderling Richard G. Scott door kapitein Hyman G. Rickover (in Marvin K. Gardner, ‘Elder Richard G. Scott: “The Real Power Comes from the Lord”’, Ensign, januari 1989, 8–9).

Romeinen 1:26–32. Homoseksueel gedrag is een ernstige zonde

Voor meer informatie over het standpunt van de kerk op het gebied van homoseksueel gedrag en aantrekking tot hetzelfde geslacht, zie ‘Same-Sex Attraction’ op lds.org/topics.

Romeinen 3:24. ‘Om niet gerechtvaardigd door zijn genade’

Ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft de volgende uitleg over het woord rechtvaardiging gegeven:

‘Vanwege “de oneindige kracht van zijn grote zoenoffer” kan Jezus Christus voor ons voldoen of “[beantwoorden] aan de doeleinden van de wet”. Vergeving vloeit voort uit de genade van Hem wie aan de voorwaarden van de gerechtigheid heeft voldaan door zijn lijden. […] Hij neemt onze veroordeling weg zonder de wet te verwijderen. We ontvangen vergiffenis en worden met Hem in een toestand van rechtschapenheid geplaatst. We worden zoals Hij, zonder zonde. We worden ondersteund en beschermd door de wet, door gerechtigheid. We zijn, kort gezegd, gerechtvaardigd.

Dus kunnen we over een gerechtvaardigd iemand spreken als iemand die vergeven is, zonder zonde, of schuldeloos.’ (‘Justification and Sanctification’, Ensign, juni 2001, 20.)

Afdrukken