Bibliotheek
Inleiding tot de eerste brief van Paulus aan Timotheüs


Inleiding tot de eerste brief van Paulus aan Timotheüs

Waarom dit boek bestuderen?

In 1 Timotheüs lezen we dat Paulus advies gaf aan Timotheüs, een kerkleider in Efeze, om ervoor te zorgen dat er zuivere godsdienst werd onderwezen en niet toe te staan dat populaire onwaarheden van de leringen van het evangelie zouden afleiden. Hij onderwees Timotheüs in de ambten van bisschop en diaken en besprak de vereisten waaraan de mensen in die posities moesten voldoen. Paulus sprak ook zijn dankbaarheid uit voor de genade die hij van Jezus Christus had ontvangen toen hij zich had bekeerd. Als de cursisten 1 Timotheüs bestuderen, gaan ze beter begrijpen hoe belangrijk het is om in de kerk zuivere leer te verkondigen. De cursisten kunnen ook meer waardering krijgen voor de genade van de Heiland en voor de belangrijke rol die bisschoppen en andere kerkleiders spelen.

Wie heeft dit boek geschreven?

Paulus heeft 1 Timotheüs geschreven (zie 1 Timotheüs 1:1).

Wanneer en waar is de brief geschreven?

De eerste brief van Paulus aan Timotheüs is waarschijnlijk tussen 64 en 65 n.C. geschreven, toen Paulus mogelijk in Macedonië was. (Zie Gids bij de Schriften ‘Brieven van Paulus’, scriptures.lds.org; 1 Timotheüs 1:3.) Voordat Paulus deze brief schreef, was hij vrijgelaten van zijn tweejarige gevangenschap (huisarrest) in Rome, en was hij waarschijnlijk weer op reis om de gemeenten van de kerk te bezoeken die hij eerder had gesticht. (Zie Gids bij de Schriften, ‘Brieven van Paulus’.)

Aan wie is de brief geschreven en waarom?

Paulus heeft deze brief aan Timotheüs geschreven, met wie Paulus tijdens zijn tweede zendingsreis had samengewerkt (zie Handelingen 16:3). Na hun zending was Timotheüs een getrouwe zendeling en kerkleider gebleven (zie Handelingen 19:22; Filippenzen 2:19) en een van de meest vertrouwde collega’s van Paulus (zie 1 Korinthe 4:17). Paulus noemde Timotheüs zijn ‘oprechte zoon in het geloof’ (1 Timotheüs 1:2). De vader van Timotheüs was een Griekse heiden, maar hij had een Joodse moeder en grootmoeder die hem in de Schriften hadden onderwezen. (Zie Handelingen 16:1; 2 Timotheüs 1:5; 3:15.)

Toen Paulus deze brief schreef, was Timotheüs als kerkleider in Efeze werkzaam (zie 1 Timotheüs 1:3). Paulus zei dat sommige leden aan de leiderschapsvaardigheden van Timotheüs twijfelden, omdat hij nog jong was (zie 1 Timotheüs 4:12). Paulus wilde Timotheüs persoonlijk bezoeken, maar hij wist niet zeker of hij daartoe in staat zou zijn (zie 1 Timotheüs 3:14; 4:13). Paulus schreef deze brief aan Timotheüs omdat hij de jonge kerkleider meer begrip van zijn taken wilde geven.

Wat zijn enkele kenmerkende elementen van dit boek?

De brieven 1 Timotheüs, 2 Timotheüs en Titus worden vaak de pastorale brieven genoemd, omdat ze de raad van Paulus aan de leiders van de kerk bevatten. (Zie Gids bij de Schriften, ‘Brieven van Paulus’.) Het woord pastoor is afkomstig van het Latijnse woord dat ‘herder’ betekent.

Paulus gaf richtlijnen om Timotheüs te helpen, zodat hij waardige kandidaten kon vinden om als bisschop of diaken te dienen (zie 1 Timotheüs 3). Aan de hand van de richtlijnen van Paulus wisten de kerkleiders wat hun verantwoordelijkheid was en konden ze in de stoffelijke en geestelijke behoeften van de leden voorzien (zie 1 Timotheüs 5). Paulus sprak ook over de valse leer van de ascese — de overtuiging dat door strikte zelfverloochening grotere spiritualiteit kan worden verkregen. Paulus waarschuwde bijvoorbeeld dat sommige kerkleden zouden afvallen en zouden beweren dat het huwelijk verboden moest worden (zie 1 Timotheüs 4:1–3). Om deze en andere afvallige invloeden tegen te gaan, gaf Paulus instructies aan Timotheüs om zuivere leer te verkondigen. (Zie 1 Timotheüs 1:3–4, 10; 4:1–6, 13, 16.)

Overzicht

1 Timotheüs 1 Paulus waarschuwt voor valse leerstellingen. Hij verheerlijkt de Heer Jezus Christus, die hem zoveel genade had geschonken. Paulus noemt zichzelf de ‘voornaamste’ (1 Timotheüs 1:15), ofwel de grootste zondaar, waarmee hij zijn gedrag ten opzichte van de christenen vóór zijn bekering bedoelt. Paulus verzekert anderen ervan dat de genade van Christus ook hen ten goede kan komen.

1 Timotheüs 2–3 Paulus schrijft over de behoefte aan het gebed en de juiste manier van aanbidden. Hij schrijft dat Jezus Christus de losprijs en onze Middelaar bij de Vader is. Hij instrueert mannen en vrouwen hoe ze zich tijdens de aanbidding moeten gedragen. Hij noemt de vereisten die aan bisschoppen en diakenen worden gesteld. Hij legt uit dat de geheimenis van de godsvrucht de verwaardiging van Jezus Christus is, zijn volmaakte leven op aarde en zijn verheerlijkte hemelvaart.

1 Timotheüs 4 Paulus waarschuwt Timotheüs dat sommige mensen misleid zullen worden door valse leringen aangaande het huwelijk en bepaalde eetgewoonten. Hij schrijft hoe belangrijk het huwelijk is en dat we Gods scheppingen dankbaar moeten ontvangen. Paulus leert Timotheüs hoe hij met valse leringen moet omgaan.

1 Timotheüs 5–6 Paulus geeft Timotheüs richtlijnen om tegemoet te komen aan de behoeften van ouderen, jongeren, weduwen, ouderlingen en dienstknechten. Paulus geeft Timotheüs een beschrijving van valse leraren. Hij waarschuwt dat ‘geldzucht […] een wortel van alle kwaad’ is (1 Timotheüs 6:10) en legt uit hoe de heiligen het eeuwig leven kunnen ontvangen.

Afdrukken