Bibliotheek
Les 33: Mattheüs 27:51–28:20


Les 33

Mattheüs 27:51–28:20

Inleiding

Als Jezus Christus sterft, scheurt het voorhangsel van de tempel in tweeën. Joodse leiders verzoeken Pilatus het graf waar Jezus’ lichaam in is gelegd te beveiligen. Jezus Christus herrijst en verschijnt na zijn opstanding aan velen. Hij gebood zijn apostelen het evangelie aan de hele wereld te prediken.

Lessuggesties

Mattheüs 27:51–56

Na de dood van Jezus Christus scheurde het voorhangsel van de tempel in tweeën en de aarde beefde

Vraag de cursisten of zij, of mensen die zij kennen, een dierbare aan de dood hebben verloren. Vraag de klas vervolgens:

  • Waarom kan een dierbare aan de dood verliezen moeilijk zijn?

Vraag de cursisten Matteüs 27:51–28:20 te bestuderen en vast te stellen wat hen troost zal bieden als een dierbare overlijdt. U kunt deze les in een context plaatsen door de cursisten kort te laten samenvatten wat Jezus Christus tussen de tijd van zijn arrestatie en zijn kruisiging heeft doorgemaakt.

Laat een cursist Matteüs 27:51 voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en vast te stellen wat er in de tempel gebeurde toen Jezus stierf.

  • Wat gebeurde er toen Jezus stierf? 

Afbeelding
temple veil diagram

Overweeg het volgende schema van de binnenkant van de tempel op het bord over te nemen.

Leg uit dat de tempel in de tijd van Jezus twee zalen had: het heilige en het heilige der heiligen. Het heilige der heiligen stelt de tegenwoordigheid van God voor. Die twee zalen waren met een voorhangsel, ofwel gordijn, van elkaar gescheiden. Eén keer per jaar, op de Grote Verzoendag, ging de hogepriester vanuit het heilige door het voorhangsel het heilige der heiligen binnen, waar hij het bloed van een zondoffer sprenkelde om de zonden van heel de gemeente van Israël te verzoenen (zie Leviticus 16). Toen het voorhangsel van de tempel na de dood van Jezus Christus in tweeën scheurde, was dat een indrukwekkend symbool dat Jezus Christus, de grote hogepriester, door het voorhangsel van de dood was gegaan en kort daarna de tegenwoordigheid van God de Vader was binnengegaan.

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen om de cursisten de draagwijdte van het gescheurde voorhangsel duidelijk te maken.

Afbeelding
Ouderling Bruce R. McConkie

‘Het heilige der heiligen is nu voor iedereen toegankelijk, en iedereen kan door de verzoening van het bloed van het Lam het hoogste en heiligste bereiken, dat koninkrijk waar het eeuwige leven te vinden is. […] De verordeningen die door het voorhangsel van de oude tempel werden verricht, waren een gelijkenis van wat Christus moest doen, en wat Hij inmiddels gedaan heeft. Alle mensen hebben nu de kans om door het voorhangsel in de tegenwoordigheid van de Heer te komen en de volledige verhoging te beërven.’ (Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen [1965–1973], deel 1, 830.)

  • Welke belangrijke waarheid kunnen we uit het scheuren van het voorhangsel over de verzoening van Jezus Christus leren? (Als de cursisten geantwoord hebben, schrijft u de volgende waarheid op het bord: Dankzij de verzoening van Jezus Christus kunnen we allemaal de tegenwoordigheid van God betreden, mits we ons bekeren en onze verbonden nakomen.)

  • Hoe maakt de verzoening van Jezus Christus het voor ons mogelijk om in de tegenwoordigheid van God terug te keren?

Leg uit dat hoewel de verzoening van Jezus Christus het mogelijk voor ons maakt om in de tegenwoordigheid van God terug te keren, wij wel ons deel moeten doen om eeuwig bij onze hemelse Vader te kunnen verblijven.

  • Wat moeten wij doen om eeuwig bij onze hemelse Vader te kunnen verblijven?

Vat Matteüs 27:52–56 samen door uit te leggen dat er na de opstanding van Jezus Christus vele rechtvaardige mensen uit de dood zijn opgestaan, die aan veel mensen in Jeruzalem zijn verschenen. Ook staat er in deze verzen dat onder degenen die getuige van Jezus’ dood waren een Romeinse hoofdman en vele vrouwen waren.

Laat een cursist Matteüs 27:54 voorlezen. Vraag de klas vast te stellen hoe de Romeinse hoofdman en wie bij hem waren, reageerden toen zij zagen wat er na Jezus’ kruisiging allemaal gebeurde.

  • Wat was de reactie van de hoofdman en wie bij hem waren?

  • Wat hebben ze gezien dat ertoe kan hebben geleid dat ze zeiden: ‘Werkelijk, [Jezus] was Gods Zoon!’?

Mattheüs 27:57–66

Joodse leiders spannen met Pilatus samen om Jezus’ graf te beveiligen

Vat Matteüs 27:52–56 samen door uit te leggen dat een rijke discipel, Jozef van Arimethea, na de dood van Jezus ‘om het lichaam van Jezus’ vroeg (vers 58). Hij wikkelde Jezus’ lichaam in zuiver fijn linnen, legde het in een nieuw graf dat zijn eigendom was en wentelde een grote steen voor de ingang van het graf.

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers voor te lezen uit Mattheüs 27:62–66. Vraag de klas mee te lezen en vast te stellen wat de overpriesters en de Farizeeën aan Pilatus vroegen.

  • Wat vroegen de overpriesters en de Farizeeën aan Pilatus?

  • Waarom vroegen ze dat?

Mattheüs 28:1–20

Jezus Christus staat op uit de dood en verschijnt aan velen

Leg uit dat vroeg in de ochtend van de eerste dag van de week, ofwel zondag, Maria Magdalena en een andere vrouw, Maria genaamd, naar het graf gingen om Jezus’ lichaam te zalven ten teken van hun liefde en verering. Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Matteüs 28:1–6 voor te lezen.

  • Wat zagen de vrouwen toen zij het graf naderden? (Leg uit dat uit de Bijbelvertaling van Joseph Smith blijkt dat de vrouwen niet één maar twee engelen zagen.)

  • Hoe zou jij reageren als je twee engelen had gezien? Hoe reageerden de bewakers?

  • Wat zeiden de engelen volgens de verzen 5–6 tegen de vrouwen?

  • Welke waarheid kunnen we uit deze woorden leren? (Zet na de antwoorden van de cursisten de volgende waarheid op het bord: Jezus Christus is uit de dood opgestaan.)

Om de cursisten de leer van de opstanding duidelijk te maken, deelt u hen op in groepjes van twee of drie en vraagt u hen het volgende uitreikblad in hun groepje in te vullen:

Afbeelding
uitreikblad, Hij is opgewekt

‘Hij is opgewekt’ (Matteüs 28:6)

Het Nieuwe Testament — boek voor de seminarieleerkracht, les 33

Bestudeer het lemma ‘Opstanding’ in de Gids bij de Schriften. Bespreek daarna de onderstaande vragen en vul je antwoorden op de open plekken in.

Wat is het verschil tussen uit de dood weer tot leven worden gebracht en uit de dood opstaan?

Wat zal alle mensen als gevolg van de opstanding van Jezus Christus ten deel vallen?

Hoe kan inzicht in de leer van de opstanding troost schenken aan wie een dierbare aan de dood heeft verloren?

Vraag een aantal cursisten aan de klas te vertellen wat ze geleerd hebben van het invullen van het uitreikblad.

Laat een cursist het volgende citaat van president Gordon B. Hinckley voorlezen:

Afbeelding
President Gordon B. Hinckley

‘Het wonder van die ochtend van de wederopstanding, die eerste paaszondag, is een wonder voor de hele mensheid. Het is het wonder van de macht van God, wiens geliefde Zoon zijn leven heeft gegeven om voor de zonden van alle mensen verzoening te brengen, een liefdesoffer voor elke zoon en dochter van God. Daarmee heeft Hij de banden van de dood verbroken. […]

‘Net als Hij zijn lichaam weer op Zich heeft genomen en uit het graf is gekomen, zullen ook wij een hereniging van lichaam en geest meemaken waardoor wij op de dag van onze eigen opstanding een levende ziel worden.

‘Daarom verheugen wij ons, zoals zovelen, en zoals de hele mensheid zou moeten, wanneer wij denken aan de heerlijkste, meest troostgevende en geruststellende gebeurtenis in de geschiedenis van de mensheid: de overwinning op de dood.’ ‘De overwinning op de dood’, De Ster, april 1997, 4).

Vraag een cursist Matteüs 28:7–10 voor te lezen.

  • Wat geboden de engelen de vrouwen volgens vers 7 te doen?

  • Waarom denk je dat de vrouwen ‘met vrees en grote blijdschap’ weggingen?

  • Wat gebeurde er met de vrouwen toen zij naar de discipelen gingen om hun te vertellen wat hen was overkomen?

Vat Matteüs 28:11–15 samen door uit te leggen dat toen de vrouwen zich naar de discipelen haastten om hen het nieuws van de opstanding van Jezus te brengen, de overpriesters te horen kregen wat de soldaten bij het graf was overkomen. De Joodse leiders waren bang dat het volk misschien de waarheid te horen kreeg. Daarom betaalden zij de bewakers om de leugen te verspreiden dat de discipelen van Jezus zijn lichaam hadden weggenomen terwijl de bewakers lagen te slapen.

Laat een cursist Matteüs 28:16–18 voorlezen. Vraag de cursisten mee te lezen en vast te stellen welke zegen de elf apostelen ten deel viel toen zij aan de woorden van de vrouwen gehoorzaam waren en naar Galilea gingen.

  • Welke zegen viel de elf discipelen ten deel toen zij aan de woorden van de vrouwen gehoorzaam waren?

Vraag een cursist Matteüs 28:19–20 voor te lezen. Vraag de andere cursisten om mee te lezen en vast te stellen wat de Heer zijn apostelen gebood toen zij Hem hadden gezien.

  • Welk gebod kregen de apostelen toen zij de Heiland hadden gezien?

  • Wat kunnen we leren uit hun ervaring over de plicht die we hebben als we eenmaal een getuigenis hebben? (Zet na de antwoorden van de cursisten de volgende waarheid op het bord: Als we een getuigenis van Jezus Christus hebben ontvangen, hebben wij de plicht om tot anderen van Hem te getuigen.)

Vraag cursisten om naar voren te komen en manieren op het bord te zetten waarop wij van Jezus Christus kunnen getuigen. U kunt de cursisten vervolgens vragen om uitleg of een voorbeeld van de ideeën die zij opschrijven. Stel dan de volgende vragen:

  • Welke belofte gaf de Heiland volgens vers 20 aan zijn apostelen?

  • Op welke manieren is de Heer met jou geweest, of heeft Hij je geholpen, toen je het evangelie uitdroeg?

Moedig de cursisten aan om hun getuigenis van Jezus Christus te geven. Daartoe kunt u de cursisten vragen om een van de ideeën op het bord te gebruiken om zich tot doel te stellen om tot familieleden, vrienden en anderen van Jezus Christus en zijn evangelie te getuigen. Vraag de cursisten hun doel in hun aantekenschrift of Schriftendagboek te noteren.

Afbeelding
scripture mastery icon
Kerntekst: Mattheüs 28:19–20

Om de cursisten bij het memoriseren van deze kerntekst te helpen, splitst u de klas op in koppels en laat u een van de twee de tekst op een blaadje schrijven. Vraag de cursisten het blaadje zo in stroken te knippen dat de zinsneden van de tekst intact blijven. Vraag de cursisten de strookjes door elkaar te husselen en ze daarna in de juiste volgorde te leggen (daarbij kunnen ze zo nodig de tekst raadplegen). Vraag de cursisten te blijven oefenen tot ze hun Schriften niet meer nodig hebben. Moedig de cursisten aan een strook weg te halen en de ontbrekende zinsnede uit het hoofd op te zeggen. Als de cursisten een zinsnede uit het hoofd hebben geleerd, vraagt u hun een andere zinsnede weg te halen en beide zinsneden uit het hoofd op te zeggen. Laat ze dit net zo lang doen totdat ze de hele tekst kunnen opzeggen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Mattheüs 28:6. ‘Hij is opgewekt’

President Ezra Taft Benson heeft verklaard dat er niets zo belangrijk is als de opstanding van Jezus Christus:

‘De grootste gebeurtenissen uit de geschiedenis zijn die met de langdurigste invloed op het grootste aantal mensen. Volgens die maatstaf kan er geen gebeurtenis belangrijker zijn voor personen of naties dan de opstanding van de Meester. De uiteindelijke opstanding van elke ziel die heeft geleefd en is gestorven, is een Schriftuurlijke zekerheid, en er bestaat echt geen gebeurtenis die meer zorgvuldige voorbereiding behoeft. Niets is zekerder en universeler dan de opstanding. Iedere levende ziel zal opstaan’ (‘The Greatest Event in History’, New Era, april 2004, 45).

Matteüs 28:19. ‘Ga dan heen, onderwijs al de volken’

Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat de leden van de kerk de sociale media kunnen gebruiken om het evangelie uit te dragen:

‘De Heer bespoedigt zijn werk en het is geen toeval dat die krachtige vernieuwingen en uitvindingen op het gebied van communicatie in de bedeling van de volheid der tijden bedacht worden. De sociale media zijn wereldwijde hulpmiddelen die een persoonlijke en positieve uitwerking op veel personen en gezinnen kunnen hebben. En volgens mij is het tijd dat we als discipel van Christus op een gepaste en doeltreffende manier met die geïnspireerde hulpmiddelen aan de slag gaan om te getuigen van God, de eeuwige Vader, zijn plan van geluk voor zijn kinderen, en zijn Zoon, Jezus Christus, de Heiland van de wereld; om te verkondigen dat de herstelling van het evangelie echt in de laatste dagen plaatsgevonden heeft; en om het werk van de Heer te volbrengen’ (‘To Sweep the Earth as with a Flood’ [Brigham Young University Campus Education Week devotional, 19 augustus 2014], LDS.org).

Afdrukken