Bibliotheek
Les 151: Openbaring 1


Les 151

Openbaring 1

Inleiding

Tijdens zijn verblijf op het eiland Patmos schrijft Johannes een bemoedigende brief aan zeven gemeenten van de kerk waarin hij een openbaring beschrijft die hij heeft ontvangen. Johannes getuigt van wat hij van een engel en van Jezus Christus heeft ontvangen. Johannes beschrijft ook details van zijn visioen van de Heer Jezus Christus.

Lessuggesties

Openbaring 1:1–11

Johannes getuigt van zijn visioen

Leg vóór de les een voorwerp op een tafel of stoel voorin de klas. Bedek het voorwerp zodat de cursisten niet kunnen zien wat het is. Als u met de les begint, laat u de cursisten raden wat het is. Na enkele pogingen laat u een cursist voor de klas komen. Laat hem of haar een deel van de afdekking optillen zodat alleen hij of zij het voorwerp kan zien. Laat deze cursist het voorwerp aan de klas beschrijven.

  • Hoe is het beschrijven van het voorwerp door de cursist met een taak van profeten en apostelen te vergelijken?

Laat de cursist weer gaan zitten. Laat de cursisten het boek Openbaring opslaan. Leg uit dat dit boek ook wel de Apocalyps wordt genoemd, wat in het Grieks een openbaring, onthulling of ontsluiering betekent van iets dat verborgen is. In dit boek heeft de apostel Johannes aan hem geopenbaarde waarheden genoteerd over de Heer Jezus Christus, zijn rol in het heilsplan van onze hemelse Vader, de gebeurtenissen die aan zijn wederkomst vooraf zullen gaan en zijn millenniaanse bewind.

Laat de cursisten bij hun studie van het boek Openbaring waarheden opzoeken die aan Johannes zijn geopenbaard.

Laat een cursist Bijbelvertaling van Joseph Smith, Openbaring 1:1–3 [in de Gids bij de Schriften] voorlezen. Laat de cursisten meelezen en opzoeken wat Johannes over de openbaring zei die hij had ontvangen.

  • Waarom ontving Johannes deze openbaring?

  • Wat moesten de heiligen volgens Johannes met deze openbaring doen?

Om duidelijk te maken waarom Johannes zowel de mensen noemde die zijn woorden zouden lezen als de mensen die zijn woorden zouden horen, legt u uit dat veel heiligen in de tijd van Johannes niet konden lezen. Ze leerden het boek Openbaring kennen door naar anderen te luisteren die eruit voorlazen.

  • Wat zei Johannes over de mensen die de leringen in het boek Openbaring zouden lezen, horen, begrijpen en bewaren (ofwel gehoorzamen)?

  • Hoe zouden jullie de leringen van Johannes in Openbaring 1:3 als beginsel samenvatten? (De cursisten moeten het volgende beginsel omschrijven: als we de woorden van de Heer lezen, begrijpen en gehoorzamen, zullen we gezegend worden.)

Laat een cursist Openbaring 1:4 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken aan wie Johannes zijn brief had gericht.

  • Aan wie had Johannes zijn brief gericht? (Leg uit dat met ‘de zeven gemeenten die in Asia zijn’ zeven gemeenten van de kerk worden bedoeld, net als wijken en gemeenten in onze tijd. Zij bevonden zich in wat nu het westelijke deel van Turkije is. ‘De zeven geesten’ verwijzen naar de leiders van die gemeenten.)

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Openbaring 1:5–8 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Johannes de zeven gemeenten over Jezus Christus wilde bijbrengen. U kunt de cursisten aanmoedigen om hun bevindingen te markeren.

  • Wat wilde Johannes de zeven gemeenten over Jezus Christus bijbrengen?

  • Welke woorden over de Heiland spreken jullie in deze verzen het meest aan? Waarom? (U kunt uitleggen dat Alfa en Omega de eerste en laatste letters van het Griekse alfabet zijn. Daaruit blijkt dat de rol van Jezus Christus in het heilsplan van onze hemelse alles van het begin tot het einde omvat. [Zie ook Openbaring 22:13.])

Vraag een cursist Openbaring 1:9–11 voor te lezen. Laat de klas meelezen en opzoeken waar Johannes zich bevond toen hij zijn openbaring kreeg en waar de zeven gemeenten zich bevonden.

  • Waar was Johannes toen hij deze openbaring ontving? Waar bevonden de zeven gemeenten zich?

Laat de cursisten kaart 13 in de Gids bij de Schriften, ‘De zendingsreizen van de apostel Paulus’, opslaan om Patmos en enkele van de zeven steden in Openbaring 1:11 op te zoeken.

Om de cursisten een beeld te geven van hoe Patmos eruitziet, kunt u ze foto 32, ‘Eiland Patmos’, achterin de Gids bij de Schriften laten opzoeken.

Leg uit dat Johannes deze openbaring gedurende een moeilijke tijd voor de leden van de kerk ontving. In die tijd werden de heiligen intensief vervolgd en was er veel afvalligheid en onenigheid onder de kerkleden. En alle apostelen, behalve Johannes, waren gedood. Het boek Openbaring is wellicht in de tijd van de Romeinse keizer Domitianus geschreven, die opnieuw keizeraanbidding in het Romeinse Rijk had geïntroduceerd, en die iedereen verbande of doodde die niet de goden aanbad die door de Romeinse regering waren goedgekeurd. Veel mensen geloven dat Johannes daarom naar het eiland Patmos was verbannen.

  • Hoe beschreef Johannes volgens Openbaring 1:10 zijn omstandigheden toen hij deze openbaring ontving?

  • Wat betekenen volgens jullie de woorden ‘Ik was in de Geest’?

  • Wat moest Johannes volgens vers 11 van Jezus Christus doen?

Leg uit dat we van het Boek van Mormon leren dat Nephi een soortgelijk visioen als Johannes had. Nephi zag de gebeurtenissen in de laatste dagen (waaronder de wederkomst van Jezus Christus, het millennium en de voltooiing van Gods werk op aarde). Maar hij kreeg de opdracht om daar niets over op te schrijven omdat Johannes daartoe in het voorsterfelijk bestaan was geordend (zie 1 Nephi 14:24–29).

  • Waarom is het belangrijk dat wij de woorden van Johannes in Openbaring bestuderen?

Moedig de cursisten aan om bij hun studie van het boek Openbaring waarheden op te zoeken over de laatste dagen, de wederkomst, het millennium en de voltooiing van Gods werk op aarde.

Openbaring 1:12–20

Johannes ziet de Heer Jezus Christus in een visioen

Om het beginsel symboliek te introduceren, laat u afbeeldingen van enkele borden in uw cultuur zien die gemakkelijk zonder woorden begrepen worden. (U kunt ze ook op het bord tekenen.) U kunt bijvoorbeeld afbeeldingen van verkeersborden of waarschuwingsborden laten zien. Vraag de cursisten wat de betekenis van die borden is.

Leg uit dat Johannes in het boek Openbaring symbolen en afbeeldingen gebruikte om belangrijke evangelieboodschappen duidelijk te maken. Symbolen kunnen een krachtig onderwijsmiddel zijn omdat ze met mensen in verschillende generaties en culturen kunnen communiceren. En ze kunnen veel verschillende boodschappen communiceren.

Deel de cursisten op in koppels. Laat elk koppel Openbaring 1:12–18 aan elkaar voorlezen en symbolen opzoeken die Johannes gebruikte om zijn openbaring te beschrijven. U kunt de cursisten voorstellen om de gevonden symbolen te markeren.

  • Welke symbolen gebruikte Johannes om zijn openbaring te beschrijven?

Maak voor elke cursist een uitreikblad met het volgende overzicht (of zet het overzicht op het bord). Laat elk koppel de teksten in de rechterkolom van het overzicht lezen en in die kolom de mogelijke betekenis van elk symbool noteren.

Afbeelding
handout, Revelation 1

Symboliek in Openbaring 1

Het Nieuwe Testament — boek voor de seminarieleerkracht, les 151

Symbool

Mogelijke betekenis

Openbaring 1:12 — zeven gouden kandelaren

Openbaring 1:20; 3 Nephi 18:24

Openbaring 1:16–17 — zijn rechterhand

Markus 16:19

Openbaring 1:16 — zeven sterren

Bijbelvertaling van Joseph Smith, Openbaring 1:20 —

Openbaring 1:16 — een tweesnijdend scherp zwaard

Hebreeën 4:12

Openbaring 1:18 — de sleutels van de dood

2 Nephi 9:10–13

Als de cursisten voldoende tijd hebben gehad, laat u ze vertellen wat elk symbool van Johannes betekent. Zo nodig verduidelijkt u dat de zeven kandelaren de zeven kerken vertegenwoordigen die het licht van het evangelie moeten uitstralen; de rechterhand vertegenwoordigt de goddelijke macht en goedkeuring; de zeven sterren symboliseren de dienstknechten of leiders van de zeven kerken die door de Heer gesteund worden; het zwaard vertegenwoordigt het woord van God dat de goddelozen zal veroordelen en de onschuldigen zal bevrijden; en de sleutels van de dood symboliseren de macht van de Heer om de geestelijke en lichamelijke dood te overwinnen.

  • Als we de boodschap bestuderen die de Heer bij monde van Johannes aan zijn heiligen openbaarde, welke waarheid leren we dan over Jezus Christus en zijn relatie met zijn trouwe volgelingen? (De cursisten kunnen verschillende woorden gebruiken, maar moeten een waarheid als deze vinden: Jezus Christus waakt over zijn trouwe volgelingen en zorgt voor ze.)

Herinner de cursisten aan de problemen waar de leden van de kerk in de tijd van Johannes mee kampten.

  • Waarom was het belangrijk dat de kerkleden in de tijd van Johannes wisten dat Jezus Christus over hen bleef waken en voor hen bleef zorgen?

  • Waarom is het belangrijk dat wij die waarheid begrijpen?

Vraag de cursisten of zij weleens gemerkt hebben dat Jezus Christus over hen waakt en voor hen zorgt. Laat enkele cursisten iets over hun ervaring vertellen. U kunt ook over een persoonlijke ervaring vertellen.

Laat een cursist Openbaring 1:17–18 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat de Heiland tegen Johannes zei.

  • Wat leren we van wat Jezus Christus tegen Johannes zei? (De cursisten kunnen verschillende woorden gebruiken, maar moeten de volgende leerstelling vinden: Jezus Christus is een verheerlijkt, herrezen persoon die macht over de dood en de hel heeft.)

  • Wat voor hoop zou deze leer de heiligen in de tijd van Johannes hebben gegeven?

  • Wat voor hoop kan deze leer ons geven?

  • Wat leren we hiervan over het uiteindelijke resultaat van de strijd tussen goed en kwaad die op aarde wordt gestreden?

Laat een cursist het volgende citaat over het boek Openbaring voorlezen:

‘De boodschap van het boek Openbaring is hetzelfde als van alle Schriftuur: God zal op den duur zegevieren over de duivel; een blijvende overwinning van het goede op het kwade, van de heiligen op hun vervolgers, van het koninkrijk van God op de koninkrijken van mensen en van Satan.’ (Bible Dictionary, ‘Revelation of John’.)

Leg uit dat we wel weten dat het goede uiteindelijk het kwade zal overwinnen, maar dat wij moeten kiezen aan welke kant we ons bevinden, aan de kant van Satan of die van God. U wilt wellicht uw getuigenis geven van de overwinning van de Heiland op de dood en de hel, en dat wij door Hem kunnen kiezen om in de strijd tussen goed en kwaad aan Gods kant te staan.

Laat de cursisten zich afvragen hoe ze volledig voor de kant van God kunnen kiezen. Moedig ze aan om gehoor te geven aan eventuele influisteringen die ze ontvangen.

Laat een cursist Openbaring 1:19 voorlezen. Laat de klas meelezen en opzoeken wat Johannes van de Heer moest opschrijven. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

Leg uit dat er in Openbaring 1 staat wat Johannes over zijn visioen van de Heiland heeft opgeschreven. In Openbaring 2–3 schrijft Johannes over ‘wat is’ (Openbaring 1:19), ofwel de omstandigheden van de kerk in zijn tijd. In Openbaring 4–22 schrijft Johannes over ‘wat hierna zal geschieden’ (Openbaring 1:19), ofwel in de toekomst.

Toelichting en achtergrondinformatie

Openbaring 1:12. Zeven gouden kandelaren

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende gezegd over de zeven gouden kandelaren die Johannes zag:

‘Kandelaren zijn dragers van licht; ze ontsteken het niet. Zij maken het beschikbaar, maar brengen het niet tot leven. Door zeven kandelaars te gebruiken om de zeven gemeentes voor te stellen die Johannes nu moet adviseren, laat de Heer zien dat zijn gemeentes op aarde zijn licht aan de wereld moeten brengen. Christus is het licht van de wereld (Johannes 8:12). “Houdt uw licht omhoog, opdat het voor de wereld zal schijnen. Zie, Ik ben het licht dat gij omhoog zult houden — dat wat gij Mij hebt zien doen’ (3 Nephi 18:24; Mattheüs 5:14–16).’(Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen [1965–1973], 3:442.)

Afdrukken