Les 110
1 Korinthe 13–14
Inleiding
Paulus bespreekt het belang van de liefde. Hij raadt de Korinthische heiligen aan de liefde te bemachtigen en na te jagen, en te streven naar andere geestelijke gaven. Paulus zegt dat de gave van de profetie groter is dan de gave van talen. De gave van profetie wordt aan kerkleden gegeven zodat zij anderen geestelijk kunnen sterken.
Lessuggesties
1 Korinthe 13
Paulus spreekt over het belang van liefde hebben
Schrijf voor aanvang van de les de volgende scenario’s op het bord of geef iedere cursist een kopie. Laat een cursist elk scenario voorlezen en laat de cursisten overwegen of deze stellingen op hen van toepassing zijn.
-
Welke schadelijke gevolgen kunnen uit deze houdingen en handelswijzen voortkomen?
Laat de cursisten bij het bestuderen van 1 Korinthe 13 opletten wat hen kan helpen om houdingen en handelswijzen te voorkomen die persoonlijk geluk en onderlinge relaties kunnen verstoren.
Herinner de cursisten eraan dat de Korinthische heiligen zich zo gedroegen dat het tot strijd en verdeeldheid binnen de kerk leidde. In deze brief onderwees Paulus dat geestelijke gaven worden gegeven om allen tot nut te zijn en om kerkleden te helpen elkaar te dienen en te sterken. Paulus adviseerde de heiligen om ijverig naar de ‘beste genadegaven’ te streven (zie 1 Korinthe 12:7–31).
Laat een cursist 1 Korinthe 13:1–3 voorlezen. Vraag de klas te zoeken naar een eigenschap en gave van de Geest die Paulus heeft opgehemeld.
-
Welke vaardigheid en gave van de Geest heeft Paulus geprezen? ([Naasten]liefde.)
Leg uit dat naastenliefde ‘de hoogste, edelste, sterkste soort liefde [is], niet slechts genegenheid.’ (Gids bij de Schriften, ‘Naastenliefde’.)
-
Hoe beschreef Paulus wie geen liefde hadden ook al hebben ze andere geestelijke gaven?
Leg uit dat de zinsneden ‘klinkend koper’ en ‘schallende cimbaal’ in vers 1 verwijzen naar instrumenten die harde geluiden voortbrengen. Binnen de context van vers 1 kunnen deze zinsneden betekenen dat woorden hol of betekenisloos worden als de spreker ervan niet door liefde wordt gedreven.
-
Waarom denk je dat we niets zijn zonder naastenliefde?
-
Hoe kan iemand zijn of haar gehele bezit weggeven om de armen te voeden, of vrijwillig sterven voor de waarheid, en toch geen liefde hebben? (Leg uit dat liefde meer dan een grootmoedige daad is en meer dan sterven voor de waarheid.)
Zet het volgende schema op het bord.
Wat liefde is of doet |
Wat liefde niet is of doet |
---|---|
Leg uit dat Paulus deugden of eigenschappen van liefde beschreef om de Korinthische heiligen deze gave beter te doen begrijpen. Deel de cursisten op in tweetallen. Laat de cursisten 1 Korinthe 13:4–8 samen lezen en daarbij letten op Paulus’ beschrijvingen van liefde.
Laat als er voldoende tijd verstreken is enkele cursisten aan het bord komen en Paulus’ beschrijvingen van liefde onder de juiste kop op het schema schrijven. Leg zo nodig aan de cursisten elke beschrijving uit.
-
Op wie zijn al deze eigenschappen van liefde van toepassing? (Jezus Christus.)
Herinner de cursisten eraan dat de profeet Moroni heeft gezegd dat naastenliefde ‘de reine liefde van Christus’ is (Moroni 7:47). Leg uit dat naastenliefde op twee belangrijke manieren beschreven kan worden: (1) de liefde van Christus jegens ons en (2) onze christelijke liefde jegens anderen. Laat de cursisten enkele beschrijvingen van liefde uit de lijst op het bord kiezen en aan de klas uitleggen hoe dit goede beschrijvingen van Jezus Christus zijn.
-
Wat betekent het volgens jou ‘de liefde vergaat nooit’ uit 1 Korinthe 13:8?
Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:
‘Ware naastenliefde […] komt volmaakt en zuiver tot uitdrukking in zijn onfeilbare, ultieme en verzoenende liefde voor ons. […] Het is die liefde — zijn zuivere liefde voor ons — die we zo hard nodig hebben, anders zijn we niets, zijn we hopeloos en ongelukkig. […]
Er is nogal wat angst en teleurstelling in het leven. Soms vallen dingen tegen. Soms zijn we teleurgesteld in mensen, of in de economie of ons werk of de overheid. Maar één ding op aarde en in de eeuwigheid vergaat nimmer en houdt altijd stand: de reine liefde van Christus.’ (Christ and the New Covenant [1997], 337.)
-
Hoe kan het ons helpen indachtig te zijn dat de reine liefde van Christus nooit vergaat?
-
Wat gebeurt er volgens 1 Korinthe 13:4–8 met ons als we de gave van liefde ontvangen? (De cursisten kunnen verschillende antwoorden vinden, maar maak in elk geval duidelijk dat als we ernaar streven de geestelijke gave van liefde te bemachtigen, we meer zoals onze Heiland Jezus Christus worden. Zet dat op het bord.)
Vat 1 Korinthe 13:9–12 samen met de uitleg dat Paulus heeft onderwezen waarom de geestelijke gaven van kennis en profetie uiteindelijk zullen vergaan. Paulus merkte op dat de kennis die in dit leven beschikbaar is onvolledig is, en dat we in de eeuwigheid volmaakte kennis ontvangen.
Laat een cursist 1 Korinthe 13:13 voorlezen. Laat de klas onder het meelezen zoeken naar drie gaven van de Geest waarvan Paulus heeft gezegd dat die zouden blijven, wat hier betekent eeuwig standhouden of onveranderlijk blijven. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.
-
Wat was volgens het onderricht van Paulus de grootste geestelijke gave? (De cursisten dienen de volgende waarheid te benoemen: liefde is de grootste gave van de Geest. Zet dat op het bord.)
-
Wat is het verband tussen geloof, hoop en liefde? (Geloof leidt tot hoop, en hoop leidt tot liefde.)
-
Denk aan wat uit 1 Korinthe 13 geleerd hebben: waarom zou liefde de grootste gave van de Geest zijn?
Wijs op de raad van Paulus in 1 Korinthe 14:1: ‘jaag de liefde na’.
-
Wat kunnen we doen om de gave van liefde na te jagen of te bemachtigen?
Laat een cursist Moroni 7:48 voorlezen. Vraag de klas om in hun eigen Schriften mee te zoeken naar wat Mormon zijn volk heeft geleerd om de gave van naastenliefde te bemachtigen. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.
-
Hoe kan zelf naastenliefde hebben onze relatie met familie, vrienden en gelijken verbeteren?
-
Kun je een gebeurtenis beschrijven waarbij je naastenliefde hebt waargenomen in de manier waarop iemand jou of anderen behandelde? (Overweeg iets te vertellen wat u zelf hebt meegemaakt.)
Laat de cursisten op stukjes papier schrijven welke omschrijvingen van liefde voor hen het moeilijkst zijn en waarom. Moedig de cursisten aan een doel op te schrijven om iets te doen waardoor ze voortdurend grotere naastenliefde kunnen ontwikkelen. Laat de cursisten het ergens ophangen of neerzetten waar zij het vaak zien en aan hun doel herinnerd worden.
1 Korinthe 14
Paulus heeft gezegd dat de gave van profetie groter is dan de gave van talen
Neem voorwerpen mee naar de les die gebruikt kunnen worden om een toren te bouwen, zoals blokken, dozen, kaarten of boeken. Laat een cursist de voorwerpen die u hebt meegebracht gebruiken om binnen een minuut een zo hoog mogelijke toren te bouwen. Vraag de cursist daarna om te gaan zitten. Laat de cursisten 1 Korinthe 14:1–3 in stilte lezen en zoeken naar een woord in deze verzen dat in verband staat met het bouwen van een toren.
-
Welk woord in vers 3 staat in verband met het bouwen van een toren? (Opbouw. Leg, indien nodig, uit dat opbouw hier betekent geestelijk te versterken of verbeteren.)
Laat de cursisten bij het bestuderen van 1 Korinthe 14 zoeken naar een beginsel dat hen laat zien hoe zij anderen kunnen opbouwen.
Leg uit dat Paulus de kerkleden in Korinthe aansprak die de gave van talen hadden gekregen, of de vaardigheid om in andere talen te spreken. Laat een cursist 1 Korinthe 14:1–3 voorlezen. Vraag de klas bij het meelezen te zoeken naar de geestelijke gave waarvan Paulus de heiligen adviseerde om ernaar te streven.
-
Van welke gave van de Geest raadde Paulus de heiligen aan om ernaar te verlangen en naar te streven?
Leg uit dat ‘een profetie bestaat uit door God geïnspireerde woorden of geschriften die iemand ontvangt door openbaring van de Heilige Geest. Het getuigenis van Jezus is de geest der profetie (Openbaring 19:10). […] Wanneer iemand profeteert, spreekt of schrijft hij datgene wat God bekend wil maken voor zijn eigen welzijn of voor dat van anderen.’ (Gids bij de Schriften, Profeteren, profetie, scriptures.lds.org.)
Schrijf de volgende zinsnede op het bord: profetie = onderwijzen en getuigen met inspiratie
-
Hoe kan volgens vers 3 onderwijzen en getuigen met inspiratie ons helpen om anderen tot zegen te zijn? (De cursisten horen in hun eigen woorden een beginsel zoals het volgende uit te drukken: als we onderwijzen en getuigen met inspiratie, bouwen we anderen op en zijn we hen tot troost.)
-
Hoe ben je opgebouwd en getroost door de geïnspireerde lessen en getuigenis van een ander?
Vat 1 Korinthe 14:4–30 samen met de uitleg dat Paulus de Korinthische heiligen over de gave van het spreken in andere talen waarschuwde. Paulus waarschuwde dat als de gave van talen verkeerd wordt gebruikt, deze de kerk niet opbouwt en de leden afleidt van hun streven naar nuttigere geestelijke gaven.
Laat een cursist 1 Korinthe 14:31, 33, 40 voorlezen. Vraag de klas op te zoeken welke raad Paulus de Korinthische heiligen over profeteren gaf.
-
Welk advies gaf Paulus de heiligen over profeteren? (Allen, zowel mannen als vrouwen, kunnen profeteren, of onderwijzen en getuigen. Dit hoort ordelijk te gebeuren, de één na de ander.)
-
Welke waarheid komen we uit deze verzen over de Kerk van Jezus Christus te weten? (De cursisten horen in hun eigen woorden een beginsel zoals het volgende uit te drukken: in de Kerk van Jezus Christus horen alle dingen ordelijk te worden gedaan.)
-
Waarom is het volgens jou belangrijk dat alle dingen in de kerk in de juiste orde worden gedaan?
Leg uit dat wat Paulus in 1 Korinthe 14:34–35 heeft geschreven een voorbeeld is van hoe hij de Korinthische heiligen aanwijzingen gaf om de orde in de kerk te bewaren. Laat een cursist 1 Korinthe 14:34–35 voorlezen. Vraag de klas wat Paulus de Korinthische kerkleden leerde. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.
Leg uit dat het doel van Paulus’ raad moeilijk te begrijpen is daar hij duidelijk vrouwen niet verbood om te bidden of te spreken in kerkelijke bijeenkomsten (zie 1 Korinthe 11:5). In de Bijbelvertaling van Joseph Smith wordt het woord spreken in de verzen 34 en 35 vervangen door besturen. Deze verandering van woord wijst er mogelijk op dat Paulus probeerde een situatie recht te zetten waarin sommige Korinthische vrouwen ofwel wanordelijk waren tijdens erediensten of onterecht probeerden de verantwoordelijkheid van de leiding op zich te nemen in plaats van de priesterschapsleiders te ondersteunen en te volgen. (Zie New Testament Student Manual [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2014], 380.)
Besluit de les door over de gevonden waarheden in 1 Korinthe 13–14 te getuigen.