Bibliotheek
Les 86: Handelingen 6–7


Les 86

Handelingen 6–7

Inleiding

De apostelen ordenen zeven discipelen om hen met het werk van de Heer te helpen. Stefanus, een van de uitverkorenen, verricht vele wonderen. Sommige Joden beschuldigen hem van godslastering en brengen hem voor het Sanhedrin, waar hij een gedaanteverandering ondergaat. Als Stefanus de Joden heeft vermaand omdat zij de Heiland hebben verworpen, ziet hij zijn hemelse Vader en Jezus Christus. Hij wordt de stad uitgejaagd en gestenigd.

Lessuggesties

Handelingen 6:1–8

Zeven discipelen worden gekozen om de apostelen bij het werk te helpen

Laat de cursisten denken aan iemand in hun familie, wijk of omgeving die een speciale beperking of nood heeft.

  • Wat voor gevoel krijg je als je aan deze persoon en zijn of haar omstandigheden denkt?

  • Wat denk je dat je hemelse Vader van deze mensen vindt?

Laat de cursisten bij hun studie van Handelingen 6:1–8 nagaan hoe de Heer in de noden van zijn kinderen voorziet.

Laat een cursist Handelingen 6:1–2 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan welk probleem de Grieken onder de aandacht van de apostelen brachten. De Grieken ‘waren Griekssprekende Joodse christenen’ en de Hebreeën ‘waren Palestijnse Joodse christenen’. (New Testament Seminary Student Manual [Church Educational System Manual, 2014], 288.)

  • Waarover drukten de Griekse heiligen hun bezorgdheid uit?

Leg uit dat de kerk in die tijd snel groeide en ook de wereldse noden van veel mensen, onder wie weduwen, werden groter. Aangezien de apostelen verantwoordelijk waren voor de prediking van het evangelie aan ‘al de volken’ (Mattheüs 28:19), konden ze zich niet persoonlijk met elk probleem van de kerkleden bezighouden.

Laat enkele cursisten beurtelings een vers uit Handelingen 6:3–6 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan hoe de apostelen dit probleem oplosten. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

  • Welke eigenschappen moesten zij die waren gekozen om de groeiende noden van de kerk te lenigen, bezitten om deze roeping waardig te zijn? (U kunt de cursisten in overweging geven om in verzen 3 en 5 de zinsneden die deze eigenschappen beschrijven, te markeren.)

  • In welk opzicht lijkt deze procedure op de manier waarop de Heer er vandaag voor zorgt dat de noden van zijn kerkleden worden gelenigd? (Zet na de antwoorden van de cursisten de volgende waarheid op het bord: Waardige kerkleden worden geroepen om de noden van anderen te helpen lenigen.)

Laat enkele cursisten naar voren komen om op het bord kerkroepingen op te schrijven. Stel bij enkele van de vermelde roepingen de volgende vragen:

  • Wiens noden worden gelenigd door mensen die deze roeping trouw vervullen?

  • Waarom denk je dat het belangrijk is dat mensen die worden geroepen om te helpen de noden van anderen te lenigen, de eigenschappen uit verzen 3 en 5 bezitten?

Laat de cursisten Handelingen 6:7–8 doornemen. U kunt ze desgewenst laten markeren welke positieve gevolgen voortvloeiden uit de roeping van deze zeven discipelen om anderen te dienen. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

Handelingen 6:9–7:53

Stefanus wordt voor het Sanhedrin gebracht en getuigt dat zij de Messias hebben verworpen

Laat enkele cursisten opstaan en de volgende situaties naspelen waarin ze de hulp van anderen verwerpen, ook al hebben ze die nodig: huiswerk maken, een maaltijd klaarmaken, een belangrijke levensvraag oplossen.

  • Waarom verwerpen we soms de hulp van anderen?

  • Wat kunnen de gevolgen zijn als wij de hulp van anderen verwerpen?

Leg uit dat onze hemelse Vader ons onder andere door de Heilige Geest helpt. Laat de cursisten bij hun studie van Handelingen 6:9–7:53 nagaan wat de gevolgen zijn als wij de Heilige Geest verwerpen.

Leg uit dat in Handelingen 6:9 staat dat veel mensen die niet in Jezus Christus geloofden met Stefanus redetwistten terwijl hij het evangelie predikte. Laat een cursist Handelingen 6:10–11 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan waarom degenen die met Stefanus redetwistten, zo door hem werden geraakt. Leg eventueel uit dat zij zetten mannen aan in vers 11 betekent dat zij mannen omkochten.

  • Hoe werden de mensen die met Stefanus redetwistten door zijn leringen geraakt?

  • Waarvan werd Stefanus beschuldigd?

Vat Handelingen 6:12–14 samen: Stefanus werd voor de Raad van de Joodse overheid, het Sanhedrin, gebracht.

Laat een cursist Handelingen 6:15 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat er ongebruikelijk was aan het uiterlijk van Stefanus toen hij voor de Raad stond.

  • Wat betekent het volgens jou dat Stefanus ‘het gezicht van een engel’ had (vers 15)? (Stefanus onderging een gedaanteverandering. Met deze heilige gedaanteverandering liet God aan het volk zien dat Hij met Stefanus en zijn boodschap instemde. [Zie Bruce R. McConkie, Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen (1965–1973), deel 2, p. 67.])

Vat Handelingen 7:1–50 samen: als reactie op de beschuldigingen verhaalde Stefanus een gedeelte van de geschiedenis van Israël.

Laat een cursist Handelingen 7:35–39 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat Stefanus zei over de manier waarop het oude Israël de profeet Mozes had behandeld.

  • Hoe reageerden de kinderen van Israël volgens vers 35 toen Mozes hen uit Egypte kwam bevrijden?

  • Hoe reageerden ze zelfs nog nadat Mozes hen had bevrijd (zie vers 39)?

Herinner de cursisten eraan dat Jezus Christus de profeet was over wie Mozes profeteerde (zie vers 37).

Laat een cursist Handelingen 7:51–53 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan hoe Stefanus de Joodse leiders uit zijn tijd vergeleek met de Israëlieten van weleer.

  • In welk opzicht leken de Joodse leiders uit de tijd van Stefanus volgens vers 51 op de Israëlieten van weleer? (Beide groepen verwierpen de Heilige Geest. Leg uit dat ‘hardnekkigen en onbesnedenen van hart’ verwijst naar de zondige trots en de goddeloze harten van de Joden.)

  • Wie verwierpen en vervolgden de Joden van weleer volgens vers 52 omdat zij zich tegen de Heilige Geest verzetten? (De profeten, zoals Mozes.)

  • Wie was volgens Stefanus door de Joodse raad verworpen? (De ‘Rechtvaardige’ [vers 52], waarmee de Heiland wordt bedoeld.)

Leg uit dat Stefanus wilde duidelijk maken dat de Joodse leiders in zijn tijd de Heiland hadden verworpen, net zoals het oude Israël de profeet Mozes had verworpen.

  • Welke waarheid kunnen wij leren over wat er gebeurt als mensen zich tegen de Heilige Geest verzetten? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient de volgende leerstelling te omvatten: Zich tegen de Heilige Geest verzetten, kan ertoe leiden dat men de Heiland en zijn profeten verwerpt.)

  • Hoe kan verzet tegen de Heilige Geest ons ertoe brengen de leringen van de Heiland en zijn profeten te verwerpen? (De Heilige Geest getuigt van Jezus Christus, van de waarheid van zijn woorden en van de woorden van zijn profeten. Als iemand zich tegen de Heilige Geest verzet, kan daardoor zijn of haar getuigenis en zijn of haar voornemen om de Heiland en zijn profeten te volgen, verzwakken.)

Laat de cursisten uitleggen hoe iemand in de volgende omstandigheden ertoe verleid kan worden zich tegen de Heilige Geest te verzetten: (1) keuze van ontspanning en media, (2) keuze om de raad van de profeten over daten te volgen en (3) keuze om al dan niet de beginselen van bekering die Jezus Christus en zijn profeten hebben onderwezen, toe te passen.

  • Wat kunnen wij doen om de Heilige Geest uit te nodigen en ons er niet tegen te verzetten?

Laat de cursisten overdenken hoe de invloed van de Heilige Geest ertoe heeft geleid dat zij de Heiland en zijn profeten hebben aanvaard en hun leringen hebben toegepast.

Moedig de cursisten aan iets te bedenken wat ze de komende week kunnen doen om de invloed van de Heilige Geest in hun leven uit te nodigen. Laat ze dat doel in hun aantekenschrift of Schriftendagboek opschrijven en moedig ze aan het te bereiken.

Handelingen 7:54–60

Stefanus wordt gestenigd

Zet het woord rampspoed op het bord, en vraag de cursisten of ze weten wat dat betekent. Zet na de antwoorden van de cursisten de volgende synoniemen op het bord: onheil, ellende, moeilijkheden.

  • Waarom kunnen wij als volgelingen van Jezus Christus rampspoed verwachten?

Laat de cursisten bij hun studie van Handelingen 7:54–60 zoeken naar een beginsel dat ons kan helpen als wij rampspoed ervaren.

Leg uit dat toen Stefanus de goddeloze Joodse leiders beschuldigde, hun harten ‘barstten van woede’ (vers 54).

Laat een cursist Handelingen 7:55–56 voorlezen. Laat de klas meelezen en letten op de ervaring die Stefanus tijdens deze vervolging had.

  • Waarvan was Stefanus vervuld?

  • Wat zag Stefanus?

Afbeelding
Stefanus ziet Jezus aan de rechterhand van God

Laat de plaat Stefanus ziet Jezus aan de rechterhand Gods zien (Evangelieplatenboek [2009], nummer 63; zie ook LDS.org).

  • Welke fundamentele leerstelling over de Godheid kunnen we leren uit het visioen van Stefanus? (De strekking van de woorden van de cursisten dient de volgende waarheid te omvatten: Onze hemelse Vader, Jezus Christus en de Heilige Geest zijn drie afzonderlijke personen. Laat de cursisten deze leerstelling desgewenst in de kantlijn van hun Schriften noteren naast Handelingen 7:55–56.)

Laat enkele cursisten beurtelings een vers uit Handelingen 7:57–60 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat de mensen met Stefanus deden. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.

  • Wat valt je op aan het gebed van Stefanus?

  • Waarom denk je dat Lukas de tragische dood van Stefanus beschreef met de woorden ‘ontsliep hij’ (vers 60)? (Wijs erop dat deze bewoording verwijst naar de rust die de ziel van een rechtschapen persoon ondervindt als zij vrij is van de zorgen van het aardse leven, en de vrede waarmee zo iemand de overgang van dit leven naar het volgende maakt [zie LV 42:46].)

Laat de cursisten overdenken wat Stefanus meemaakte voordat hij werd gearresteerd en gedood (zie Handelingen 7:55–56).

  • Hoe werd Stefanus door God gesterkt toen hij voor het Sanhedrin stond? (Stefanus werd met de Heilige Geest vervuld en zag de Heiland aan de rechterhand van God staan.)

  • Welk beginsel kunnen wij leren uit de ervaring van Stefanus dat ons kan helpen in tijden van rampspoed trouw te blijven aan Jezus Christus? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: Als wij in tijden van rampspoed trouw blijven aan Jezus Christus, zal Hij met ons zijn.)

  • Hoe kan de Heer met ons zijn in tijden van rampspoed?

  • Stefanus had dan wel het leven verloren, maar wat had hij gewonnen?

Leg uit dat Stefanus algemeen als de eerste christelijke martelaar wordt beschouwd. Bovendien kan hij als een soort Christus worden beschouwd, aangezien hij en de Heiland allebei voor een rechtbank werden gedaagd, waarheden verkondigden ten overstaan van hun vijanden, hun leven gaven voor een goede zaak en zelfs gelijkaardige uitspraken deden terwijl ze stierven (zie Lukas 23:33–34, 46). Wijs er eventueel op dat een jonge man met de naam Saulus — die later de apostel Paulus zou worden — een ooggetuige was van de martelaarsdood van Stefanus (zie vers 58).

Getuig van de waarheden die tijdens deze les aan bod kwamen.

Toelichting en achtergrondinformatie

Handelingen 6:1–6. Zij die geroepen werden om de Twaalf in wereldse zaken bij te staan

Net zoals de Heer in het boek Handelingen zeven waardige mannen riep om de Twaalf bij te staan in hun zorg voor de wereldse noden van de kerk, heeft de Heer in onze tijd de presiderende Bisschap geroepen om de Twaalf bij staan in hun zorg voor de wereldse noden van de kerk. De presiderende bisschop en zijn twee raadgevers nemen de materiële zaken van de kerk voor hun rekening; zij zijn werkzaam onder leiding van het Eerste Presidium. Vastengaven zijn een essentieel onderdeel voor hun werking en zorgen voor tijdelijke, levensreddende hulp voor de armen over de hele wereld. (Voor meer informatie gaat u naar ‘Presiderende Bisschap’ op mormonenmedia.be.)

Handelingen 6:15. De gedaanteverandering van Stefanus

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd waarom het gezicht van Stefanus op ‘het gezicht van een engel’ leek (Handelingen 6:15):

‘Stefanus onderging in hun bijzijn een gedaanteverandering, wat er zichtbaar van getuigde dat God met hem was. Stefanus ervaarde in mindere mate wat er met Mozes was gebeurd, toen de huid van zijn gezicht zichtbaar [glansde] nadat hij gedurende veertig dagen met de Heer op de berg had gesproken (Exodus 34:29–35).’ (Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen [1965–1973], deel 2, p. 67.)

Door zich tegen Stefanus en zijn getuigenis te verzetten, verzetten de Joodse leiders zich eveneens tegen God, die Stefanus duidelijk zijn teken van goedkeuring had gegeven.’ (New Testament Student Manual [Church Educational System manual, 2014], 289.)

Handelingen 7:56. ‘Zoon des [Mensen]’

‘Er zijn meer dan tachtig verwijzingen naar de ‘Zoon des Mensen’ in de vier evangeliën. In bijna alle gevallen verwees Jezus met deze titel naar Zichzelf. Wellicht verwees Stefanus daarom op deze manier naar de Heiland — hij wilde dat zijn toehoorders zouden herkennen wie Jezus Christus werkelijk was. Voor meer informatie over de titel ‘Zoon des Mensen’, zie Mozes 6:57 en de toelichtingen bij Mattheüs 8:20; 9:6; 10:23; 11:19; 12:8, 32, 40 en Markus 14:53–65.’ (New Testament Student Manual [Church Educational System manual, 2014], 291.)

Afdrukken